Paul Quekel waarschuwde in 1996 en schreef regelmatig verantwoordelijke bestuurders met nagenoeg géén resultaat
 
Nederlandse Staat aangeklaagd bij Verenigde Naties door drie Nederlandse burgers,
namelijk: Joop van den Hemel, Frans Verlinden en John Sanders

IRM . . Juristen . . EU Grondwet <==> SDN . . Klokkenluider . . Paul Quekel . . Woekerpolissen . . Klacht NMA

Interviews met Paul Quekel sr. over automatisering in 1986 en 1988

Zie het blad Business uit 1986 en zie het blad Werkgever uit 1988

Zie eerst de gedeeltelijke levensloop van Paul Quekel senior


Vught, 6 februari 2015

Lieve Allemaal, 

-         Bij deze had ik u (jullie) zo graag willen uitnodigen bij ons 50 jarig gouden huwelijksfeest op 6 februari 2015.

-         Het heeft niet zo mogen zijn. Mogelijk valt deze kaart niet bij iedereen even goed. Echter door mijn gevoel en liefde voor Coby en mijn gezin, kan ik deze belangrijke dag niet zomaar voorbij laten gaan.

-         Ik respecteer en accepteer de voor mij verdrietige beslissing van Coby om van mij te scheiden. En heb geen angst als ik weer vrijkom. Al lang heb ik jullie vergeven en zal nooit meer foute/vervelende  zaken naar jullie doen of andere door jullie ongewenste acties ondernemen. Dat beloof ik.

-         Mijn diepe verontschuldiging als ik met deze kaart toch verdriet en/of boosheid zou veroorzaken. Dit is zeker niet mijn bedoeling, en vergeef me voor al mijn fouten naar jullie toe.

-         In herinnering blijft het fantastische feest van ons mooie 25 jarig zilveren huwelijksfeest bij de ‘WITTE’ in Vught. Met de mooie koetsen er naar toe, na een prachtige mis met toespraken van Monique en Paul.

-         Met de carnavalsklanken van de Kikvorsen en de toespraak van de Peer. ‘En dan die handjes de lucht in voor Coby en voor Paul’.

-         Ondanks het door mij veroorzaakte vele verdriet, leed en boosheid wens ik iedereen een gelukkige, blijde en fijne toekomst, met veel plezier, liefde,  samen zijn en vrij van zorgen, maar ook van vergeving.

-         Wees goed voor elkaar en ben een steun voor iedereen waar je van houdt. De toekomst ligt in de sterren en denk aan alle  geliefden die ons ontvallen zijn en brandt een kaarsje voor hen in de Sint Jan. Het leven is toch zo kort, ook voor degene die achterblijven en het gemis van hun dierbaren moeten dragen.

Met vriendelijke groet,

Papa, Opa, Paul Quekel senior.

Vught, 6 februari 2015.

 

Geachte mevrouw van Extel, Lieve Coby

Als eerste wil ik je zeggen dat je nooit meer bang voor mij hoeft te zijn. Ik heb goed naar je geluisterd wat je zei tijdens de verhandelingen in de rechtszaal.

Nu een verhaal voor jou en de kinderen dat uit mijn hart komt.

Het is augustus 1962. Ik werkte tijdelijk op de verlichtingsafdeling van V&D.  Het is een warme dag en de bezoekers schuifelen  langs de diverse afdelingen. Het oude pand ademt de grandeur van vervlogen luxe en toont zijn artikelen aan jong en oud.

Er komen twee dames en een wondermooi meisje bij mijn afdeling. Na wat rondgekeken te hebben vragen ze om een pechlamp. Ze willen een pechlamp kopen, maar ik had meer oog en was betoverd door de gratie en de prachtige ogen van het meisje.  Het waren de meest mooie ogen die ik ooit gezien had.

Ze keek mij aan en mijn hart sloeg over en klopte tot in mijn keel. De dames kochten de pechlamp en ik had moeite om deze netjes in te pakken. Na het afrekenen liep ik de dames en het meisje na en zag ze buiten in een kleine rode sportauto stappen. Vaak dacht ik aan dat meisje en droomde over haar. Wie ze was, hoe ze heette, waar ze woonde en of ze ook aan mij dacht.

Er werkte bij V&D ook een ander meisje. Zij wilde verkering met mij.

Ze was ouder dan ik en had haar rijbewijs al. Diverse keren kwam ze mij thuis ophalen met een vrachtwagen van haar vaders bedrijf, (Mourik Wegenbouw).  

Ik hield dit af want het meisje van de pechlamp bleef in mijn gedachten. Liefde op het eerste gezicht. Voor mij zeker wel.

Het is 23 december 1962.

Een nichtje van mij, Cockie van Andel vraagt of ik met een vriendin van haar wil gaan schaatsen bij van den Oetelaar. Dit bedrijf had de binnenplaats onder water gezet en lampen opgehangen. Door het licht van de lampen, het ijs en de sneeuw gaf dit een sprookjesachtige sfeer.

De jeugd kon er schaatsen. Ik was op de afgesproken tijd aanwezig maar de vriendin van Cockie kwam niet. Vrienden van het voetballen van Wilhelmina zoals Tonny de Groot, “Paul ze komt niet”. Ik antwoorde er zijn hier nog wel andere meisjes. Misschien een beetje te stoer.

Ik zag een meisje schaatsen gekleed in een bruin jack en een gele dikke sjaal en vroeg wil je met mij schaatsen? Ik zag alleen het puntje van haar neus en zei tegen haar, “laat je eerst eens zien en deed haar sjaal af en jack uit”.

Ze was prachtig en ik dacht, waar ken ik haar toch van. Haar naam was Coby van Extel. Mijn voetbalvrienden zeiden nog wel tegen mij, dit is het meisje van Cor van Hofwegen. We hebben de hele avond samen geschaatst en ik bracht haar naar huis en heb haar achter de flats van de Copernicuslaan voor het eerst gekust.

Ze woonde 2 hoog in een flat aan de Copernicuslaan en ik sprak met haar af om de volgende dag weer te gaan schaatsen.  Ze zou dan ook kunstschaatsen meebrengen. We zijn op de Vliert gaan schaatsen.

We bleven bij elkaar en net voor Nieuwjaar 1963 zijn we even bij mijn tante Corrie geweest en heb ik de eerste foto’s van Coby in de sneeuw gemaakt. Dit was op de Buys Ballotweg tegenover het huis van tante Corrie, zie de foto.

Tante Corrie is een zus van mijn moeder Thea van der Aa en wordt 15 maart 89 jaar en zal volgend jaar in mei 70 jaar getrouwd zijn met oom Carel, die ook 89 wordt op 3 juni.

Het was koud weer en er lag flink wat sneeuw. In deze periode ben ik met Coby mee geweest naar heer tante Greta. Toen ik tante Greta zag was de herinnering terug. Coby was het meisje van de pechlamp en haar tante Greta de wat excentrieke dame, die ik had gezien bij V&D.

Het was alsof mijn hart stilstond. Mijn liefde voor haar stroomde als sprankelend water in een heldere beek naar een waterval van diepe emoties en gaf gevoelens die voor mij tot dat moment ongekend waren. Deze tinteling van liefde, geluk en blijdschap die ik voor Coby voelde gaf mij een fijn gevoel van vrede en rust maar ook van opwinding.

We bleven elkaar zien. Coby werkte bij Bracona (het naaiatelier van V&D) en ik haalde haar daar regelmatig op. Op 2 januari 1963 zou ik naar de politieacademie gaan. Daarom was ik al  gestopt met mijn werk bij V&D. Mevrouw van Oers, directie van V&D, vond het wel jammer, want ze zag een goede toekomst voor mij in dit warenhuisconcern.

Onze buurman de heer Peijs, die bij de politie van Den Bosch werkte had mij aangemeld. Het ging niet door aangezien ik een bril moest gaan dragen. Het heeft toch veel invloed op mijn verdere leven gehad. De inspecteur die mij mededeelde dat ik niet naar de politieacademie kon, heeft mij een baan aangeboden bij de Gemeente Den Bosch op de ponskaartenafdeling (IBM) van het GEB (Het Gemeentelijk Energie en Waterbedrijf van Den Bosch aan de Koningsweg). Ik heb die baan aanvaard.

Op mijn 19e verjaardag 17-01-1963 kreeg ik van Coby een zijden sjaaltje dat haar zus Gerrie gekocht had.

 

Dan carnaval 1963.

Coby en ik gingen samen voor het eerst carnaval vieren. Coby wilde dansen, springen, hossen en lol maken.

Ik wilde haar vasthouden, kussen en liefhebben. Dit botste met elkaar en in de herrie van de muziekjes en het carnavalsplezier ging ze hossen.

We kwamen bij Piet Mulder (Nu C&A) en ik zette Coby in een soort nis en verliefd als ik was wilde ik met haar praten, kussen en haar hand vasthouden.

Dit was duidelijk niet het Carnaval dat Coby wilde en door mij niet begrepen werd. Coby ging weer hossen en had veel plezier met onder andere een leuke jongen, die als matroos verkleed was.

Ik werd verdrietig, jaloers en boos en ben naar huis gegaan. Wij woonden in de Ackerdijkstraat 16. De eerste keer dat Coby bij ons kwam, liet mijn vader haar de was strijken. Mijn vader had wel meer van die gekke dingen als ik vrienden of vriendinnen meebracht.

Vervelend vond ik de regelmatige vragen van onze buurvrouw, mevrouw Koesen over de naam van Coby’s moeder.

Donderdag na Carnaval ben ik naar het huis van Coby gegaan. Ik had  haar sigaretten, het merk Roxy dat ze rookte,  lucifers, make-up en haar lippenstift nog in mijn zak. Met een bonkend hart belde ik aan en Gerrie haar oudste zus deed open. Die woonde daar in huis met haar man Piet Romme en hun dochtertje Antoinette.

Ik vroeg is Coby thuis. Gerrie riep, Coby, Paul is hier voor jou. Jij wilde eerst niet komen, maar door het aandringen van Gerrie kwam je toch. Gerrie is altijd mijn beste en liefste schoonzus geweest.

We stonden wat onwennig bij elkaar. We hebben een tijd met elkaar staan praten en mijn hart stroomde weer vol van liefde voor dit mooie meisje met haar betoverende ogen.   

Ik gaf haar de spulletjes die ik van haar had terug en gaf ze een klein kusje en wilde weggaan. Ze hield echter mijn hand vast en ik kuste haar opnieuw en ze weerde mij niet af en mijn hart sloeg over.

We bleven zo staan, elkaar aankijkend en ik vroeg haar of ze die avond met mij naar de film wilde gaan. Coby zei ja en na nog een kusje ben ik op de fiets naar huis gegaan. Fluitend en zingend van blijdschap en door het dolle heen van geluk. 

Die avond zijn we naar een zeer vreemde film gegaan. De oude zaal van de bioscoop, met versleten stoelen en een toch enigszins bedompte sfeer was zeker niet de omgeving voor twee verliefde mensen, die hun nieuwe geluk wilde vieren. 

En al zeker niet de gekke film met als titel:

“Een strontje in het oog van God”. Een erg rare film, die ging over een man die ongehoorzaam was. Toch is de donderdag altijd onze dag gebleven en we gingen op deze dag vaak samen uit eten.  Bijvoorbeeld bij de Chinees voor fl.2,50 per persoon. Zoals de donderdag ook altijd een mooie dag voor Coby was. Te gaan winkelen met haar zusjes Gerrie en Annie en tante Annie en later tante Greta en tante Jo bezoeken in Ammerzoden en dan een leuke dag samen te hebben.

We bleven verkering houden. We gingen zwemmen aan de Maas. We deden alles wat verliefde stelletjes doen. Coby, hier ga ik niet verder op in.

Ik noem alleen achter de flats, jullie schuurtje (bewusteloos?), bij Oma van Geloven in Tilburg, op vakantie in Vlissingen/Middelburg en soms ruzie omdat ik meer wilde dan dat jij toestond.

Het roepen van je moeder als we onder de trap in jullie flat stonden, Coby boven komen. Je diende altijd om 10 uur thuis te zijn en je bleef niet zoals Tineke een hele nacht weg. Je was een voorbeeldig meisje.

En ik was altijd blij en mijn liefde voor jou oneindig en erg gelukkig als ik bij je was. Je was mijn liefste meisje.

Zoals op de  zondagmorgen als je naar mij kwam en me soms wakker kuste omdat ik bewust in bed op je bleef wachten, was een heerlijk gevoel.  

Of de andere zondagen als ik naar jou toe kwam. De soep van Coby’s vader op zondag met iedereen en het geklets daarna was altijd erg plezierig.

De vader van Coby was een grandioze man en ik had een erg goed contact met hem. Beter dan met de moeder van Coby.  Hij heeft wat te stellen gehad met zijn 4 dochters en mevrouw de Bock en ik zal nooit vergeten zijn enigszins boze opmerkingen: ‘jullie zijn waardeloos, allemaal waardeloos, waaaardeloos,’ als hij weer eens te veel gedronken had. Ik had met hem te doen en heb mogelijk toch teveel gehoord tijdens onze gesprekken als hij nuchter was.

Over geheimen mocht niet gesproken worden in huize van Extel en Coby’s moeder was altijd erg zenuwachtig en zei vaak tegen haar dochters, zeg het maar niet tegen pappa?  

Soms ging ik in de andere kamer zitten omdat ik als niet roker last van mijn ogen kreeg en las dan in de leesmap die daar lag, of keek in de foto albums.

Zeker niet om me af te scheiden van het leuke geklets.

Vooral Gerrie kon heel humoristisch zijn en ze zei de tekst van een liedje dat we samen zongen, altijd een stukje vooruit.

Het wassen van Coby’s prachtige haar en het uitkammen daarna was elke week opnieuw een feest voor mij. Coby verzorgen en helpen vond ik heerlijk en ik was altijd blij en vol liefde als ik haar kon kussen, aanraken of haar kon helpen.

Daar ik de aangeboden baan aanvaard had, ging ik op 1 april 1963 bij de gemeente ’s-Hertogenbosch werken. Op de IBM Hollerith afdeling van het GEB.

Door dit werk mocht ik op cursus in Amsterdam bij IBM, haalde de diploma’s voor de IBM machines (voorlopers van computers) en het werk  met ponskaarten en het programmeren van de schakelborden ging mij goed af. In die tijd verdiende ik het prachtige salaris van fl. 280,00 netto per maand en werd snel  bevorderd tot Schrijver Eerste Klas, een ambtenarenrang en zou snel bevorderd worden tot commies.

In die tijd waren er diverse bruiloften, van Tineke met Kees van Dijk  en Annie met Bert Schoot en van mijn zus Marie-Louise met Bert Ender.

Annie kreeg haar eerste kind. Christiaan, die geboren werd met een open ruggetje. Dit was erg verdrietig voor Annie, Bert en de rest van de familie. Christiaan kreeg veel aandacht van de Coby, Gerrie en Tineke. Bert en Annie woonden in de Berewoudstraat. (Op TV zag ik Christiaan op 1 februari als zanger bij de Mafkikkers met een liedje over ons zo geliefde Oeteldonk). De vader van Bert Schoot werd een keer erg boos op mij toen ik grapjes maakte met zijn dochter. Tineke kreeg Franklin en zij woonde met Kees op de Copernicuslaan.

Gerrie was al getrouwd toen ik voor het eerst bij Coby kwam met Piet Romme, ze woonden op de bovenverdieping van de flat van Coby’s ouders en hadden Antoinette hun eerste en enige kind.

We gingen sparen voor verlovingsringen. Misschien wat onbeholpen vroeg ik Coby’s moeder of ik haar even kon spreken op de gang. Ze schrok erg, maar toen ik vroeg of Coby en ik mochten verloven was ze zichtbaar opgelucht en zei ja, ja. Op 23 december 1963 zijn we verloofd. We hadden mooie brede gouden ringen gekocht.

Met alle voor en tegens en de mooie en goede dingen, maar soms ook de kleine ruzies, waren we vaak bij elkaar. Mijn studie verwaarloosde ik en heb geen examen voor SPD gedaan.

In September 1964 ben ik gaan werken bij de NCB in Boxtel. Mijn salaris verdubbelde, maar het werk daar was niet zo plezierig.

Ook veel overwerken. Over de oude weg naar Boxtel met de toen nog mooie en grote bomen, reed ik elke dag op mijn Honda brommer naar Boxtel.

Mijn vader werkte regelmatig bij Harrie Blom, die een nieuwe zaak opende. Hij had een haarden en kachelzaak.

Zijn oude zaak aan de Hennequinstraat 2 stond leeg en ik vroeg hem of Coby en ik daar mochten gaan wonen.

Hij zei, Paul  als je een vergunning krijgt vind ik het goed. Vol goede moed ging ik naar bevolkingszaken van de Gemeente Den Bosch.

De ambtenaar achter het loket kende mij, omdat ik tijdens mijn werk bij de Gemeente Den Bosch met hem te maken had gehad. Hij gaf aan mij een woonvergunning voor het huis van Harrie Blom. De huur was 60 gulden per maand.

Opgetogen ging ik naar Coby en zei Kubuske (zo noemde haar vader haar altijd), we hebben een huis, we kunnen trouwen. Coby was overdonderd en antwoordde dat weet ik nog niet. Maar even later was ze net zo blij als ik en zei ja.

We gingen aan de slag in dat huis. Het zag er vreselijk uit. Verf afkrabben van de muren. Banden naar beneden gooien en de verdere troep opruimen.

Piet Romme maakte voor ons de keuken. Bert Ender het loodgieterswerk en de douche. We kregen van Harrie Blom een gashaard die Bert Ender aansloot.

We kochten een bed en de verdere spulletjes om ons huisje in te richten. Het was best spannend om zo samen te werken en te weten dat we gingen trouwen.

We zijn op 23 december 1964 voor de wet getrouwd en hebben dat met onze familie gevierd in de lunchroom van de nieuwe V&D. Coby kreeg als trouwcadeau een nieuwe fiets van haar ouders.

Op 6 februari 1965 zijn we getrouwd in de kerk aan de Copernicuslaan door kapelaan Boddeke. We hebben dat met familie en vrienden gevierd  bij Schutterswelvaren in Orthen. Mevrouw Koesen heeft de bruiloft taart gebakken en een kennis van mijn moeder heeft de prachtige jurk voor Coby gemaakt. Een broer van mijn vriend Ger Reuvers heeft de foto’s gemaakt.

Nog steeds krijg ik kippenvel en tranen in mijn ogen als ik het AVE Maria hoor of het lied van Zoete Vrouwe van Den Bosch, welke  tijdens onze huwelijksmis gezongen werden en ik zie Coby nog naar het Maria beeld lopen na onze trouwbelofte en ons jawoord.

Ze zag er zo prachtig uit, met haar mooie haar, de betoverende schitterende ogen, haar mooie ranke en statige figuur in de enigszins glanzende witte bruidsjurk, de kanten sluier en het bruidsboeket met Lelietjes van Daalen. Een plaatje om verliefd op te worden en dat was ik met heel mijn hart.

Bert Schoot (zijn haar pikzwart geverfd) en Bert Ender waren onze getuigen en hadden net als ik een Hoge Hoed met bijhorende broek en slipjas. Het zag er niet uit. Maar ja, dat was toen de mode.

Het werd een mooie receptie en een vrolijk feest. In mijn gedachten zie ik mijn zusje Karin en Antoinette nog met hun flesjes limonade en het  dochtertje van Marie-Louise en Bert huppelen en dansen op ons bruiloftsfeest, dat we dus vierden bij Schutterswelvaren in Orthen.

Het lachen van mijn broertje Gerard om een oom van Coby, ome Gerard Klokgieters die een voordracht wilde doen.

Hij werd erg boos en stopte met zijn voordracht, wat mij ook in herinnering brengt de voordracht van Coby’s vader op de diverse feestjes, als voorzitter van de visvereniging ‘Het Stekelbaarsje’. 

De heer en mevrouw Reuvers hebben ons die avond met  naar hun auto naar ons huisje gebracht. Ik had nog een boekje gekocht met als titel ‘periodieke onthouding’. Dit heeft zeker niet geholpen.

Coby raakte direct in verwachting en werkte tijdens haar zwangerschap nog bij Bracona. Ze was vaak erg misselijk en moest dan overgeven.

Op haar nieuwe fiets, fietste ze ’s-morgens naar Bracona en kocht broodjes bij de bakker op de hoek na de tunnel onder het station. Van het verdiende geld van Coby kochten wij onze eerste zwart/wit TV.

In augustus 1965 ging ik werken bij de Koninklijke Zwanenberg Organon in Oss. Tijdens het voetballen bij Concordia, dit vond de vader van Coby leuk als supporter van Concordia heb ik een ernstige knieblessure opgelopen. Ik was tijdens de laatste maanden van Coby’s zwangerschap thuis omdat ik bijna niet kon lopen.  

Onze prachtige dochter Monique werd op 31 oktober 1965 geboren. Die avond op 30 oktober 1965 zijn we op de fiets nog naar een bruiloft geweest van een nichtje van Coby, José een dochter van Coby’s ome Janus en tante Bertha. Haar huwelijk is verdrietig afgelopen en ze is erg jong gestorven. Zoals ook mijn nichtje Marie-Louise van der Aa. Coby had het daar erg moeilijk mee.

Tijdens dit feest kreeg Coby haar weeën en brachten Gerrie en Piet samen met Tineke, Coby naar ons huis in de zwarte volkswagen kever van Piet. Ik fietste als een gek naar huis, vol spanning en toch ook een beetje bang.

Thuisgekomen lag Coby al op bed. Samen met Gerrie en Tineke heb ik haar  uitgekleed en ze wilde nog dat ik haar haren uitkamde. Dit heb ik gedaan tijdens de weeën,  die ze steeds sneller kreeg. Ze werd nog boos op Tineke omdat die bij haar rookte en ze stuurde Tineke weg. Tineke viel nog bijna met stoel en al van de trap af.

Twee uur later werd Monique geboren en ze was precies zoals Coby van haar gedroomd had, een klein en mollig meisje met donker haar. 

Wat waren en zijn we nog steeds trots op onze mooie dochter.

Coby heeft haar tot de 11 maanden de borst gegeven. Ze is gestopt met werken bij Bracona. In overleg met de vroedvrouw heb ik Coby de eerste twee weken dagelijks gewassen en haar sluitlaken iedere keer strak omgespeld. Dit was toen  gebruikelijk.

Met mijn knie ging het niet goed en ben daaraan geopereerd in het oude Carolus, waar ik ook geboren ben. Coby kwam me elke dag opzoeken. Na mijn herstel ben ik weer gaan werken in Oss.

We hadden een prachtige kinderwagen op hoge wielen en we wandelden vaak met Monique naar de Pettelaar of naar de stad of zomaar gewoon samen door de straten van Den Bosch.

We gingen naar de diverse familiefeestjes en namen Monique altijd mee. Met de kinderwagen liep ik dan naar huis en Coby ging op de fiets terug.

Na  een van die feestjes gingen Kees en Tineke met ons mee, Kees en Tineke kregen ruzie en ik moest tussenbeide komen. Dit gebeurde in de toekomst wel eens vaker, zoals ook met carnaval.

Nog een vreemde ervaring gehad met onze bovenburen. Coby weet wel wat ik hier bedoel. Vaak hadden Coby en ik trek in iets lekkers en ik haalde dan friet met een halve haan voor ons samen bij de friettent tegenover ons huisje aan de andere kant van het water, de Dieze.

Soms met de trein maar meestal met  een blauwe Honda brommer ging ik naar mijn werk in Oss. In de winter reed ik vaak mee  in de auto van Jack van Hooi die mij ophaalde in de Hennequinstraat.

Omdat wij graag een eigen huis wilde kopen ging ik extra werken bij de Brabanthallen als kelner. Ik verkocht kroketten en verdiende met de fooien daarmee erg goed. Ook mijn moeder ging werken bij de Brabanthallen.

We spaarden voor een eigen huis. In twee jaar hadden wij ruim 10.000 gulden gespaard.

Coby gebruikte in deze periode de pil. Na ongeveer twee jaar wilden wij nog een kind en Coby stopte met het innemen van de pil.

Ze raakte vrijwel direct in verwachting. In die periode werd ik uitgezonden naar Delfzijl en Coby ging gedurende de week naar haar vader en moeder. Ze wilde niet alleen thuisblijven met Monique.

Op maandagmorgen vroeg ging ik naar het station en nam de eerste trein naar Groningen. Deze reis duurde ruim 4 uur voordat ik in Delfzijl was.

In Delfzijl was ik in een  pension en werkte meestal ook in de avonduren en mocht dan regelmatig op donderdagavond al naar huis.  In deze tijd ben ik ook nog uitgezonden geweest naar de Man van de Knakworst in Zutphen en Talens in Apeldoorn.

Dit is de reden dat ik weinig meegekregen met en van Coby’s tweede zwangerschap, hetgeen  ik later toch betreurd heb. Ik heb dat zeker gemist.

Regelmatig kocht ik verse paling in Delfzijl, aan de kust voor haar en ging opgetogen naar mijn schatje toe.

Ik haalde haar op bij haar moeder of we bleven soms ook de eerste dag als ik thuis kwam bij haar moeder. Vrijen mocht dan niet want dat kon haar moeder wel eens horen. Maar thuis haalden we dat ruimschoots in.

We spaarden stevig door en kochten ons eerste huis in Oss aan de Schadewijkstraat 94a.  Dit huis kostte 35000 gulden en we kregen  na ongeveer 2 jaar nog een subsidie van 4000 gulden.

Met een hypotheek van 28000 en 7000 gulden eigen geld, hadden we nog 3000 gulden over om het huis in te richten. Dit lukte ons erg goed. We hadden het prachtig en smaakvol ingericht.

Piet Romme heeft ons nog meeverhuisd van Den Bosch naar Oss. Coby en ik werkten altijd door tot we helemaal klaar waren. Het was altijd heerlijk om met Coby te werken, ze was een echte doorzetter en niets was haar teveel.

We kochten alles nieuw en een kennis van mijn ouders, Annie van Rissenwijk heeft nog de bordeaux rode gordijnen gemaakt.

Deze stof hadden we via een klantenkaart van Coby’s tante Jo gekocht, zoals ook diverse andere meubelen bij de V&D in Den Bosch.

We waren samen  erg blij en trots ons prachtige huis. We trokken daar  begin juli 1968 in met onze dochter Monique, die bijna 3 jaar was. Nog denk ik wel eens dat ze de drukke weg bij ons huis in Den Bosch was overgestoken en lachend aan de andere kant van de weg stond bij het water. Coby was ongeveer 6 maanden zwanger.

Naast ons woonden Ad en Bep Schoenmakers. Bep was verpleegster en Ad werkte als programmeur bij mij op de zaak. Ad werd flink onder de duim gehouden door Bep. Deze twee hadden een enigszins vreemde verhouding.

Coby was bijna uitgeteld en op 4 oktober 1968 begonnen om ongeveer 4 uur ’s-nachts de weeën.  Nadat ik de voedvrouw gebeld had, bracht ik onze dochter Monique naar Bep Schoenmakers. Om 8 uur werd onze zoon Paul geboren.  Coby heeft hem tot 12 maanden de borst gegeven.

Ook heeft ze Ton een zoon van Annie, wel eens de borst gegeven en kwam er bij Piet Romme een keertje melk in zijn baard toen ze Monique wilde gaan voeden.

Ik wilde onze zoon Eric noemen maar Coby wilde persé hem Paul noemen. Dus het werd Paul en ik vond dat ook erg fijn. Hij was veel anders dan Monique.

Het was een soort traditie in onze familie om kinderen de naam van hun ouders of grootouders te geven. Maar ook bij Coby’s familie. De zoon van Annie en Bert, Christiaan  werd naar Coby’s vader vernoemd. 

Alles veel groter van ons Paultje en erg lang. Wat een mooi kind zei de voedvrouw en  Coby en ik keken elkaar aan en dachten hetzelfde. Later hebben we het er nog wel over gehad. Vond jij hem ook ze lelijk.  Maar ja, het spreekwoord geldt zeker voor onze zoon Paul, lelijk in de luier, knap in de sluier.

Hij groeide op tot een mooi en  rustig  kind met zijn kauw en ik zie hem nog op zijn eerste skelter (trapauto) racen en de keer dat hij op het muurtje viel voor ons huis. Paultje kon zo verdrietig huilen.

Ook poetste hij zijn trapauto bij de achterdeur van ons huis. Hier is waarschijnlijk zijn voorliefde voor mooie auto’s ontstaan. Monique was soms jaloers en stak hem een keertje met een potlood in zijn hals en beet hem op zijn vingertjes.

Coby maakte daar Korte Mette mee en beet ook Monique hard in haar handje. Monique heeft nooit meer gebeten. We hadden het heel fijn samen met onze twee kinderen. Monique en Paul geboren uit mijn diepe liefde voor Coby.    

               

Elke geboorte weer
 Is een geboorte van een diamant
Men legt het kind in een wieg neer
Uit vaders of moeders hand

 Zo teder en glanzend
Mooi en volmaakt
Oogverblindend dat je bent
Liefde dat raakt

Ieder van ons is zo’n diamant
Misschien zijn glans verloren
Door het leven uit verband
Wat de glans laat verstoren

Herstel jouw levenspad
Ga op zoek naar je eigen diamant
Er zijn uitdagingen zat
Zit niet nutteloos aan de kant

Pak jezelf bij de hand
En laat je weer herboren
Laat die diamant
Weer glanzen als tevoren

We hadden een fijn gezinnetje en een lekker leven. Soms hadden we ruzie en eens had Coby mijn vader gebeld omdat ik haar niet had binnengelaten. Ze was met de trein naar Den Bosch geweest en was veel later terug gekomen dan was afgesproken. Ik kon in die tijd toch erg vervelend doen.

Eind 1968  werd ik Cobol programmeur en schreef honderden computer programma’s. Jack van Hooi kocht een nieuwe auto en ik had net mijn rijbewijs gehaald in 1969.

Ik kocht voor 2300 gulden deze auto een NSU-1000 van Jack van Hooi.  Met deze auto gingen we vaak op bezoek naar familie in Den Bosch. Ook ging ik op cursus naar Amsterdam met deze auto. Op een avond na een cursus draaide de motor in de soep.

Deze auto was gekocht bij Marachal in Den Bosch en op de terugweg ben ik daar naar toe gereden. De reparatie zou een paar duizend gulden kosten. Omdat er ook bij Oss in Berghem een NSU dealer gevestigd was ben ik daar naar toe gereden. Tonny de Majoor taxeerde de kosten van de reparatie op ongeveer 1000 gulden.

Hij vroeg aan mij waarom koop je geen nieuwe auto. Hij had een mooie goudkleurige Vauxhal staan. Deze kostte 6000 gulden en ik kreeg 3200 gulden terug voor onze NSU. 

Daar ik nog regelmatig in de horeca werkte en vaak overwerkte had ik het geld en ik kocht deze Vauxhal. Dus geen reparatie en voor 1800 gulden meer een nieuwe auto.

De heer Bout, mijn baas, vond dat ik mijn gezin in gevaar bracht. Pas een nieuw eigen huis en dan ook nog een nieuwe auto zou een  financieel gevaar worden voor mijn gezin. Nadat ik hem vertelde dat ik niet alleen een heel mooie vrouw maar ook een  zeer rijke vrouw getrouwd was, hield hij zijn mond.

Op een personeelsfeest heeft hij tegen Coby nog wel gezegd dat ze toch veel beter kon krijgen dan die Paul Quekel.  Mogelijk heeft hij toch nog gelijk gekregen. 

Ons leven ging zijn gangetje met veel goede en soms wat mindere tijden. Ad en Bep gingen verhuizen naar België en naast ons kwam de familie Valkenburg te wonen.

Het veranderde pas toen de computerafdeling van inmiddels AKZO verplaatst werd naar Arnhem. En het personeel werd opgedragen om in Arnhem te gaan wonen. Coby wilde niet naar Arnhem en ze wilde het liefst terug naar Den Bosch. 

In overleg met Coby ben ik gaan werken bij de SKF, een fabriek voor kogellagers en gevestigd in Apeldoorn. Bij dit bedrijf werd ik voor de  handelsadministratie verantwoordelijk en ik reed dagelijks van Oss over drie rivieren en het pont in Megen en het pont in Kesteren naar Apeldoorn. Dit was een behoorlijke belasting, vooral als de ponten gestremd waren. Ik reed dan over Tiel naar Den Bosch en dan naar Oss.

Coby hoefde voor mij niet meer te werken en zorgde voor de kinderen en voor mij en ging vaak naar Den Bosch met de trein, naar haar zusjes en ouders.

In Apeldoorn zijn we een keer gaan kijken voor een huis. Zowel Coby als ik zagen dat helemaal niet zitten en we kochten een huis bij het kerkhof in Den Bosch. Ze wilde zo graag terug naar haar Den Bosch en Oeteldonk.

Als hobby en om extra geld te verdienen ging ik net als Bert Schoot handelen in antiek. Coby had hier een grote hekel aan en vond het maar niks.

Toch heeft ze een keer een gobelin verkocht voor 1200  gulden. Deze had ik ingekocht voor 60 gulden. De grootste winst die we ooit gehad hebben op een antiekmarktje.

We stonden vaak samen met Fred en Hannie de Vree en met onze zwager de man van Annie, Bert Schoot op die antiekmarktjes.

Met Fred ben ik diverse keren naar Engeland geweest om antiek in te kopen. Met de autoboot (De Prinses Beatrix) naar Engeland en met de auto naar Londen en de omliggende steden.

We sliepen in een slaapzak in de auto en waren altijd als een van de eersten om 5 uur in de ochtend op de antiekmarkt in Londen. Met mijn vader hadden we een ruimte gehuurd in de Prekerspoort, een groot pand in het centrum van Den Bosch.  Dit was maar een redelijk succes. Zeker niet goed te noemen, maar mijn vader vond het leuk om te doen.

Op een avond na overwerk en omdat de pont  bij Kesteren gestremd was reed ik via Den Bosch terug. Om korter te rijden reed ik dan altijd via Rosmalen en Empel door de polder terug naar Oss. Ik zag langs de Empelseweg een stel bouwlampen en ging kijken wat er daar werd gedaan.

De daar aanwezige mensen waren een huis aan het bouwen. Na wat informatie en diverse gesprekken met Huub Linnenbank kreeg ik het idee en de uitdaging om ook een eigen huis te bouwen.

Thuisgekomen vertelde ik Coby dat we een eigen huis gingen bouwen. Ze was onthutst en keek erg bedenkelijk. Eigenwijs als ik was overtuigde ik haar dat we dat ook konden.

We ontbonden de koopovereenkomst met het huis in Orthen. De ligging zo recht tegenover het kerkhof in Orthen vond ik toch niet erg geschikt voor een jong gezin. Dagelijks diverse rouwstoeten langs zien komen vond ik maar niks voor Coby, Monique en Paul.

We kochten begin 1972 een stuk grond van 700 m2 voor 24.500 gulden bij de Gemeente Rosmalen en Jan van Dinther maakte de bouwtekening.

Na diverse gesprekken met mijn zus Marie-Louise en haar  man Bert kochten ook zij een stuk grond en gingen gelijk met ons een huis bouwen in Rosmalen.

Het grondwerk voor ons huis werd gedaan door de firma van Crey uit Rosmalen en dat liep enigszins uit de hand. Er werd  op ons bouwterrein een grote leemlaag ontdekt, die verwijderd diende te worden. Dit zorgde voor extra kosten en vertraging.

Na het grondwerk gingen de timmerlui, de broers Cor en Rien van Hoof aan het werk.

De muren werden uitgezet en de bekisting van de fundering gemaakt. We storten zelf het beton. Coby hielp altijd mee, zelfs met het betonstorten.

De metselaars waren Adriaan van de Donk met zijn zwager en schoonzoon. Jos deed het elektrawerk en Bert het loodgieterswerk en de verwarming. De balken voor de overstek heb ik gehaald in Austerlitz op de Veluwe. Het materiaal bestelde ik voornamelijk in Nijmegen en bij Ras.

Begin 1973 was het huis klaar en we verhuisden van Oss naar Rosmalen aan de Florastraat 5.

Tijdens de bouw van het huis werkte ik bij Nova Automation in Nieuwegein en was gedetacheerd bij de VNU in Haarlem. Hier maakte ik kennis met Johan Siegersma en daarna met zijn vrouw  Vera op een personeelsfeest, die ons huis in Oss kochten voor 60.000 gulden. Later hebben we nog een onplezierige situatie met dit stel gehad.

Ook na de verhuizing werkte ik nog bij de VNU. Vaak stond ik in de file en kwam dan laat thuis.

Ik miste dan de fabeltjeskrant met de kinderen, die dan al naar bed gebracht waren. Als ik wel op tijd thuis kwam keken we gezamenlijk naar meneer den Uyl en om 7 uur naar bed en oogjes toe.

Monique en Paul gingen in Rosmalen naar school en onze thuis zo rustige Paul bleek op school erg druk te zijn en veel anders dan thuis.

Aan de buurman de Koning heeft Coby nog wel een aparte herinnering als hij in zijn hal zat te telefoneren. 

Coby haalde haar rijbewijs en ik gaf haar een witte volkswagen kever. Ze slaagde de allereerste keer en ik was erg trots op haar en bewonderde haar goede autorijden.

We kregen nieuwe buren naast ons.

De familie van de Zee-Brenninkmeijer. Coby en ik werden diverse keren uitgenodigd door deze buren. Tijdens een van onze bezoekjes vroegen zij of wij ons huis aan haar zus wilde verkopen. Dat wilden we niet.

We woonden heel fijn en hadden het erg naar onze zin in ons mooie en ruime huis met een prachtige tuin. We hadden regelmatig een verjaardagsfeest, het communiefeest van Monique en de feestdagen zoals Pasen, Kerstmis en oudjaar vierden we met familie.

Het werd altijd een heel gezellige boel. Coby met Bert aten lachend een knakworst onder het dansen. Ik zal het nooit vergeten. De kinderen hossend en dansend het nieuwe jaar  in.  Het was gewoon Brabants gezellig!

Op een gegeven moment stond de buurvrouw aan de deur. Mevrouw van de Zee kwam met een ongewoon voorstel.

Haar zus wilde ons huis kopen voor 241.000 gulden. In die tijd een enorm bedrag voor een huis dat Coby en ik gebouwd hadden voor ongeveer 120.000 gulden.

Coby wilde niet, maar eigenwijs als ik was ging ik bij de Gemeente Rosmalen vragen of er nog bouwgrond was. Er was nog een kavel beschikbaar aan de Graafsebaan van 2000 m2 voor 50 gulden per vierkante meter. Ik overtuigde Coby, maar eigenlijk deed ik mijn eigen zin.

Nu moet ik erkennen dat dit niet goed was en ik veel te dwingend Coby en de kinderen voor het blok zette.  We verkochten het huis en huurden een woning aan de Buitenpepersdreef  24 in Den Bosch. We verhuisden binnen enkele weken. De kinderen bleven op school in Rosmalen  en Coby bracht en haalde hen dagelijks op met haar  witte kevertje. 

We kochten de grond en ik ging weer bouwen. Met ongeveer dezelfde ploeg als bij het eerste huis.

Alleen de elektricien  werd Frank, een buurman van de Buitenpepers die daar met zijn tweede vrouw Miep en haar kinderen woonden. Coby wat had jij een hekel aan de soep van Miep. Frank scheidde van Miep en trouwde met Dolly enz. enz.

Het werd een groot huis met een inhoud van 1400m3, aan de Graafsebaan 84 te Rosmalen. Tijdens de bouwfase was ik  gedetacheerd bij het GEB van de Gemeente Zwolle. Voor dit  energiebedrijf ontwierp ik een nieuw verbruikers systeem. Mijn kennis van het GEB in Den Bosch kwam me goed van pas.

De directie van Zwolle vonden het een geniaal ontwerp. Mijn baas Hein Sporken was het daar niet mee eens.

Toch heb ik voor hem heel veel geld verdiend met mijn ideeën over de verkoop van software en hardware.

Een jaar lang elke morgen om 6 uur op. Twee uur in de auto, wij hadden een witte Mercedes diesel gekocht, waar ook Coby uitstekend mee kon rijden. Zoals ook veel jaren later in de bordeaux rode Jaguar Daimler.

Om 8 uur in Zwolle, tussen de middag werkte ik door en mocht in overleg met de directie om 4 uur naar huis. Met die witte Mercedes zijn we ook nog op vakantie geweest naar Ibiza . Met de auto naar Port Vendres en met de boot naar Ibiza en dan met de auto naar Calo D’or.

Monique haalde op de boot nog een gevaarlijke stunt uit. Ze stapte over reling op het achterdek, vlak boven de scheepsschroeven.  Op dat moment was ik haar aan het filmen en schrok met wild en werd bijna gek van angst. Ze stapte na mijn roepen direct naar de veilige kant van de reling terug en ik was zo blij dat het goed was afgelopen dat ik niet boos op haar kon zijn.

Als ik dit terug zag op de film, dacht ik altijd dat wanneer ze in zee gevallen was, we het beiden niet overleefd zouden hebben, want ik was haar zeker nagesprongen.

En terugdenkend aan deze vakantie zie ik Monique nog proberen in het bootje van dat Amsterdamse stel ‘Weet je wel’ te klimmen, wat niet lukte tot ze door Coby in het bootje getrokken werd.

We hadden een fijne vakantie, vooral ook Paul junior met zijn duiken en springen in het zwembad met het zoontje van een Duist echtpaar. We werden door Heinz en zijn vrouw diverse keren uitgenodigd. Heinz was duidelijk erg gecharmeerd van Coby, zoals bleek tijdens een busreisje naar een ander strand.

Hij heeft Coby diverse keren uitgenodigd om naar Duitsland te komen en is zelfs een keer naar Nederland gekomen, naar de Florastraat. Coby heeft hem niet binnengelaten en de brieven en kaarten die hij stuurde heeft Coby verscheurd. Mijn zusje Karin en haar vriendin waren met ons mee op vakantie . Mijn ouders gingen nagenoeg nooit met hun kinderen op vakantie en daarom hebben wij Karin diverse keren mee genomen. 

We waren dus weer hard aan het werk. Bouwen in Rosmalen en werken in Zwolle. Hoe Coby dit allemaal vond, zei ze niet tegen mij. Nu achteraf gezien had ik veel meer oog en belangstelling voor haar gevoelens en voor haar leven moeten hebben. Zoals ook voor Monique en Paul.

Meestal als er niet te veel files waren arriveerde ik om 6 uur op de bouwplaats. Ik nam de weg via Wijk Bij Duurstede en ging met het pont over naar Culemborg.  Zo omzeilde ik de files bij Utrecht. 

De werklui kwamen om 7 uur en Coby bracht eten voor mij en hielp mee. Ze was erg sterk en een zak cement van 50 kilo nam ze gewoon voor haar buik mee naar de betonmolen.

Ze ging rond  7 uur weer naar huis om de kinderen naar bed te brengen. De werklui stopten om 9 uur en ik werkte meestal door tot 12 uur. Dan naar huis en de volgende morgen om 6 uur weer naar Zwolle. Coby werkte op de zaterdagen altijd mee en werkte erg hard.  Soms gingen we op de zondagen met Coby’s ouders naar de bouw kijken.

Een keer had Coby geld voor de bouw zo goed verstopt, dat we het niet meer konden vinden. Het was 7000 gulden, gelukkig vonden we het terug onder een paar schalen in de servicekast.

Na ongeveer een jaar was het huis klaar. In 1976 verhuisden we naar dit kolossale huis.

De kosten voor het huis waren te hoog en ondanks mijn goede salaris kregen we door mijn schuld financiële problemen. We hadden onze witte Mercedes al moeten verkopen aan Bert van Boxtel. Onze hond Anoeska heeft Coby nog wel een keer beschermd toen van Boxtel de auto kwam halen. 

Het huis was te duur geworden. Mijn begroting van de kosten kwamen niet uit. Ik had er slapeloze nachten van. Maar om Coby niet te belasten met mijn zorgen vertelde ik haar daar niet over. Zoals altijd wist Coby alles en had ze óók dit probleem goed door.

We konden het niet behoorlijk inrichten en de trap was ook nog niet klaar. Pas na enige tijd hadden we genoeg geld om de trap te laten maken en de tuin te laten aanleggen. 

Wel hebben we ons 12,5 jarig huwelijk nog gevierd in dit huis. Het was zo groot dat mijn broertje Gerard er met zijn bromfiets in rond reed tijdens dit feest.

We verkochten het huis in maart 1978 voor 800.000 gulden aan de heer Dankers en zijn vrouw. Wel dienden we de antieke halspiegel, de andere spiegels en de kasteelklok  achter te laten. De keuken mochten we meenemen. Coby, Monique en Paultje waren erg boos.

Weer verhuizen, Monique van Judo af waar ze zo goed in was en ze moesten naar een andere  school in Den Bosch. We verhuisden naar een drive-in woning aan de Admiraliteitslaan 820.

NOTE: Nu zal ik het verhaal minder gedetailleerd gaan schrijven. Er gebeurt in de komende jaren zoveel, dat dit later in het boek dat ik ga schrijven uitgebreider zal worden verwoord. Ook het voorgaande zal nog uitgebreider en meer als een roman door mij worden verteld.

Er is nog zoveel meer om te vertellen.

Weer verbouwen en de keuken installeren. Weer werkmannetjes over de vloer waar Coby zo’n hekel aan had. Ze kon nog niet eens rustig naar haar eigen WC.

In de tuinkamer van dit huis begonnen Wim Krachtwijk, Jack Hombroek, Coby en ik  eind 1978  met ons computerbedrijf, de Comdesgroep.

Het bouwen kon ik niet laten en we kochten grond op de Vutter in Engelen voor het bouwen van een kantoorpand aan de Bloemendaal 10 met een bedrijfswoning aan de Beemd 3.

Monique stopte dus noodgedwongen met Judo en was daar erg verdrietig over. Ze was erg goed in Judo en ik heb regelmatig van haar wedstrijden een film gemaakt.

Nog zie ik haar kleine gestalte een veel groter meisje in de houdgreep nemen en de wedstrijd winnen. Ze bleef maar draaien om haar tegenstander er onder te houden. Met een flinke blos op haar gezicht straalde ze als ze gewonnen had. 

Foto’s maken en films en later video’s was een hobby van mij. Bijna voor en van alle neven en nichten heb ik foto’s en bruidsreportages gemaakt. De foto’s liet ik in 4-voud afdrukken en Coby en ik maakten dan 4 albums.

Een voor het bruidspaar, een album voor ieder paar ouders en voor ons zelf ook een album. Ook 4 videobanden maakten we. Dit was van Coby en van mij een extra huwelijkscadeau.

Eveneens van de kinderen Paul en Monique en later van de kleinkinderen, Jeroen en Tom en Evi en regelmatig ook van de rest van de familie maakte ik foto’s en videofilms.

De eerste secretaresse die we aannamen was Saskia Werdmöller. Coby zei nog na het sollicitatiegesprek met Saskia ‘als ze net zo goed werkt als ze naar parfum ruikt dan is het een goeie!’. Het was een heel goede secretaresse, voor meer dan 8 jaar was ze mijn secretaresse en ik beschouwde haar meer als een  dochter, ze had alleen nog haar moeder, die overleed na een ongelukkige val voor de oude V&D.

Het ging erg goed met ons bedrijf en in september 1979 verhuisden we naar ons nieuwe kantoor. Het eerste jaar groeiden we naar meer dan 20 medewerkers en behaalden een flinke winst.

Met ons gezin verhuisden we naar het nieuwe huis aan de Beemd  3 in Engelen. We gingen regelmatig op vakantie, naar U mag met de kinderen en Coby en ik vaak naar Grand Canaria. De zus van Coby en haar zwager, Gerrie en Piet pasten dan op Monique en Paul en op onze hond Anoeska.

Het bleef  goed gaan met Comdes en we kregen steeds meer medewerkers. Na enkele jaren, Jack Hombroek was met zijn gezin naar Australië geëmigreerd en vervangen door Walter Boekestein. Hij was werkelijk een grote ramp, die het zelfs presteerde om het vlees van Paul zijn bord te pakken of te denken dat Coby hem wel zag zitten als mij iets zou overkomen.

Coby,’ Walter al ben je de laatste man op de wereld, nu niet, dan niet, nooit niet’. Coby had wel medelijden met zijn vrouw, die al zeven kinderen had gebaard en Walter wilde nog meer kinderen.

Hier in de gevangenis heeft hij mij nog diverse brieven gestuurd en mij zijn ontslag verweten. Het was de straf van God omdat wij hem ontslagen hadden.

In dit pand hebben we diverse familiefeestjes gevierd. Zoals de communie van Bianca, de jongste dochter van Marie-Louise en Bert.

Nog zie ik mijn vader de polonaise doen en dansend onder de armen van de anderen doorgaan. Mijn moeder keek altijd een beetje bezorgd.

We kwamen begin 1983 een keer terug van vakantie uit Grand Canaria. We waren in een prachtig hotel Oasis geweest in Maspaloma’s en Gerrie zei tegen ons, Monique heeft verkering. Het was Eddy Geurds.

Van een bevriende garage Wientjes in Engelen hoorden wij dat zijn moeder vertelde ‘onze Eddy heeft een gouden vis aan de haak geslagen’. Hij hoeft nooit meer te werken’.  Dit waren profetische woorden want werken had Eddy niet echt uitgevonden.

Mogelijk had het te maken met zijn PTSS, dat Eddy opgelopen had in Libanon, waar Eddy als vredesmacht soldaat naar toegestuurd was. De blauwe baretten van de VN, die in de brandhaarden van de wereld ingezet werden en nog steeds worden .

Met het groeien van ons bedrijf kregen we ruimtegebrek.

Om dit ruimtegebrek per direct op te lossen kochten we een bestaand en leegstaand pand aan de Bloemendaal 6. Daar begonnen Frank en Bert hun FBI installatiebedrijf om computerafdelingen in te richten. Monique werd hun secretaresse. Aangezien Eddy geen baan had, lieten Coby en ik hem bij FB werken. Ook Willem Poen ging met zijn afdeling naar dit pand.

We hadden prachtige personeelsfeesten waar ik ook Hennie en Theo Döll ons schoonmaakbedrijf voor uitnodigde. Saskia vond dit maar niets. Maar ook Hennie en Theo Döll werkte hard en maakte iedere avond de boel perfect schoon.

Een keer per jaar was het echt feest in de opslagruimte van kantoor. Dan vierden we de bollepelavond met de gehele familie. Piet Romme als onze Prins en Christiaan Schoot als zijne Adjudant. Ook werd de zilveren of gouden bollepel uitgereikt. Deze  heb ik een keer ontvangen.

Het werd altijd een dolle boel met veel leut en plezier. Coby en ik zorgden voor alles, voor het eten en de drank. Paul junior zorgde met Franklin voor de muziek en ook kwam Frank met zijn carnaval orkestje spelen voor ons.

Een keer in 1985 wilde Coby, niet helemaal nuchter meer Frank naar Tilburg brengen met mijn auto.

Dat ging behoorlijk mis en ze reed met de pas nieuwe Mercedes tegen de gevelmuur van kantoor. Een deuk in de auto en enkele stenen van de gevel beschadigd.

Ik heb haar getroost met een dikke kus en zei, je weet toch dat ik niet drink en altijd iedereen naar huis breng. Ik heb Frank naar Tilburg gebracht.

Vele jaren heb ik nagenoeg alle familieleden tijdens carnaval naar huis gebracht met een busje van het vloerenbedrijf van Martin Huijsman.

Legendarisch is het ‘laat hem los, laat hem los Caroline en als we dan bij haar huis in Hintham kwamen zei ze: ‘laat hem nu maar los’!

Het ging steeds beter met ons bedrijf. We kochten in 1986 een landgoed in Veghel, de Lochtenburg 1. Een grote villa met 33000 meter grond. Tijdens onze vakantie maakten we plannen hoe we het zouden inrichten. Een architect had al tekeningen voor de verbouwingen gemaakt.

Tot op een nacht ik Coby zachtjes hoorde huilen. We logeerden in Riu Palace in een mooie kamer met uitzicht op de prachtige tuin en we keken vanuit onze kamer naar zee en naar de vaak onstuimige golven en de vele mensen op het strand. Liefste, Coby  wat is er, wat is er,  vroeg ik en ze zei: ‘Ik wil niet naar Veghel’.

Ik besloot onmiddellijk het pand te verkopen en bij de overdracht bij Karel Klerkx onze notaris vertelde hij dat hij een mooi pand voor ons wist op de Bredehaven 66-67 in Den Bosch van mevrouw Verdegaal.

We gingen kijken en Coby was direct verliefd op dit huis. We kochten het in 1986 en we hebben daar een fijne tijd gehad. Paul kreeg er zijn piano lessen van de heer van de Akker uit Vlijmen.

Het ging goed met Comdes tot en met 1986. In 1986 maakten we een winst na belasting van meer dan 2 miljoen gulden.

Ik kan over deze periode nog veel meer vertellen. Bijvoorbeeld de fout om Gerard Welling bij FBI aan te nemen. Het heeft ons uiteindelijk meer dan 3 miljoen gulden gekost.

Zoals over de door de BOM (Brabantse Ontwikkeling Maatschappij) verplichte aanstelling van commissarissen.

Dat waren Nol Calon, Jack Delsing en Luud Pijnenburg en deze heren opties op aandelen te geven en aandelen te verkopen tegen een duidelijk te lage prijs, was niet erg zakelijk van mij. Of om Nico Schaar als commercieel directeur aan te nemen. Hij heeft me voorgesteld in een Bosch café aan José.  Zij werkte bij de Rabobank en was de accountmanager van Comdes. 

Coby was op vakantie met Monique en had direct door dat er wat was, toen ik haar ophaalde van Schiphol. In 1985 zijn we daarom naar Spa La Heid in België gegaan. We hebben daar heerlijk gewandeld en zijn elke avond in een ander restaurant gaan dineren. Het was een fantastische week voor ons beiden.

Deze commissarissen wilden naar meer dan 400 medewerkers en Comdes begin 1987 naar de beurs brengen. De waarde was door de Rabobank getaxeerd op 48 tot 52 miljoen gulden.

De hoofddirectie, de heer van de Goorberg had Coby en mij uitgenodigd naar Sneek om naar het Skûtsjesilen te komen kijken. We kregen een prachtige suite in een luxe hotel.

Coby en ik verkochten van onze  60% nog 10% van onze aandelen om het verlies bij FBI te compenseren. Volgens de commissarissen hoorde dit bedrijf niet bij de Comdesgroep en wij namen daarom alle aandelen privé van FBI over.

Volgens de commissarissen geen probleem omdat we begin 1987 naar de beurs zouden gaan. Ik zou 40% van ons aandelen bezit in Comdes naar de beurs brengen en ongeveer 20 miljoen gulden ontvangen.

Omdat Luud Peijnenburg zijn aandelen voor de geplande beursgang verkocht tegen een nog veel hogere waarde dan de Rabobank getaxeerd had, wilde de Rabobank Comdes begin 1987 niet meer naar de beurs brengen.

Het begin van het einde. Verkeerd gefinancierd tegen een veels te hoge rente. De echte problemen ontstonden in augustus 1987, na de negatieve artikelen over Comdes in het Brabants Dagblad, door journalist Ton de Jong over de directeuren Frans Spits en Theo van Roosmalen van de BOM.  (Brabantse Ontwikkeling  Maatschappij). Zij hadden ook aandelen gekocht van Comdes en dat werd gezien als handel in voorkennis.

Toch gingen we door met de gemaakte plannen in 1986 voor bouw van 2  kantoren aan de Hambakenwetering. Volgens deze heren commissarissen geen probleem.

In overleg met deze heren kochten wij dus  in 1986 een groot stuk grond (40.000 vierkante meter) aan de Hambakenwetering om deze 2 kantoren te bouwen. We konden dit uit eigen vermogen betalen. Ruud Lubbers heeft nog de eerste paal geslagen. Nu achteraf gezien was het een grote fout van mij. Een pand van 2000 en een pand van 9000 vierkante meter. Twee grote kantoren!

Gefinancierd  met een kortlopend krediet bij de Rabobank tegen een veels te hoge rekening-courantrente.

Een krediet van 16 miljoen gulden, en ook nog een eigen Comdes contant vermogen van 4 miljoen gulden. Geld dat in de bouw gestoken werd en niet in software!

Na het gereedkomen van het eerste kastoor hebben wij Paul Buyink ook nog moeten uitkopen voor 1.1 miljoen gulden. Hij verliet Comdes samen met mijn secretaresse Saskia.

Zij hadden een verhouding gekregen. Paul had net een dochter bij zijn vrouw Carrie. Coby heeft het ontslag van Saskia toen hun verhouding uit kwam tegengehouden. Er kwam een tweedeling in onze directie door Saskia en Paul. Als ik Saskia wel ontslagen zou hebben dan hadden we  Paul Buyink waarschijnlijk niet hoeven uit te kopen.

Ze zijn na een korte tijd samen vertrokken met de ongeveer 1.1 miljoen gulden die Coby en ik gedeeltelijk betaalden uit ons eigen vermogen.

De door ons beschikbaar gestelde aandelen en opties aan het personeel hebben eveneens een groot beslag op ons eigen vermogen gelegd. Het heeft ons ongeveer 5 miljoen gulden gekost om alles terug te kopen. Dit was zo door de commissarissen in de contracten opgenomen.

Het contract was zo opgesteld dat ik verplicht was om de aandelen terug te kopen tegen de dan geldende koers, wanneer deze medewerkers Comdes verlieten. Deze regeling gold ook voor de Commissarissen.

We groeiden naar ongeveer 200 medewerkers. Het eerst pand was klaar en we verhuisden naar dat pand. Paul junior heeft hier tijdens zijn vakantie ook nog gewerkt.

In deze periode hadden we ook nog 60 dames omgeschoold mede op initiatief van mevrouw Hanja May-Weggen in ons opleidingscentrum in Hintham. Ruud Lubbers heeft hier in 1986 nog de eerste diploma’s uitgereikt. Op internet staan daar nog foto’s van.

De aannemer van de panden M. Verboord ging failliet en de Rabobank stelde Comdes onder streng financieel toezicht. De Rabobank heeft achter onze rug samen met de commissarissen geprobeerd om Comdes in stukken te verkopen. Na de ontdekking van dit feit heb ik de commissarissen ontslagen, hetgeen grote problemen met de Rabobank veroorzaakte.

Een grote opdracht van het Academisch Ziekenhuis Utrecht van zo’n 20 miljoen gulden ging niet door en de Rabobank stelde daarom de waarde van onze software op nul!  Dit had als gevolg dat we een negatief eigen vermogen op onze balans kregen. Onverteerbaar voor de Rabobank.

Mevrouw Borst de latere minister van gezondheidzorg heeft de opdracht geannuleerd en een bevriende? relatie Prof.  Bakker de opdracht gegund.

Nog steeds wordt tegenwoordig grote fraude gepleegd met ICT opdrachten voor de Nederlandse Staat. Zoals blijkt uit de recente reportages van Zembla over Ordina. Ik kende de eerste eigenaar van Ordina Erry de Boer goed. Die kwam altijd naar ons huis op de Graafsebaan en reed dan met me mee naar Rank Xerox in Venray.  

Door het daarom ontstane negatieve eigen vermogen van de Comdesgroep werd ik door de Rabobank verplicht om een aandelenemissie te doen van 8 miljoen gulden. Een andere oplossing via NORO een beleggingsbedrijf van John Fentener van Vlissingen hield de Rabobank tegen.

Door deze emissie  verloren wij de meerderheid van aandelen en werd de tweede helft 1987 en geheel 1988 een ramp. Ik was meer met crisismanagement bezig dan waar ik goed in was, software en computers verkopen.

Door het failliet van Verboord was ik gedwongen om veel meer tijd aan de bouw te besteden. Uiteindelijk werden wij eind 1988 door de Rabobank gedwongen om het restant van onze aandelen te verkopen.

Coby en ik reden samen op de Hambakenwetering langs de nieuwe panden en Coby overtuigde mij om mijn kop te buigen en de aandelen te verkopen.

De nieuwe eigenaar kocht ook het pand aan de Bloemendaal 6 en 10 en de bedrijfswoning en ook de woning aan de Admiraliteitslaan 820.  

Wij ontvingen nog ongeveer 7 miljoen gulden voor ons aandelen bezit.

De nieuwe eigenaar verkocht Comdes binnen twee jaar opgesplitst in stukken. De panden voor in totaal zo’n 34 miljoen gulden. De panden hadden hem met aftrek van de subsidie (Wir en IPR) rond de 14 miljoen gulden gekost.

Verder zijn er uit Comdes diverse andere bedrijven ontstaan zoals van Fons de Wouw, die de detacheringstak overnam en deze een paar jaar later naar de beurs bracht voor meer dan 100 miljoen gulden. Of Stan van Dongen die de handelssoftware samen met drie andere Comdes medewerkers overnam en ook multimiljonair werd.

Midden 1989 stond ik tot mijn verdriet buiten ons eigen bedrijf en het klinkt nu waarschijnlijk erg opschepperig maar als we hadden door kunnen gaan met de ideeën die wij toen al hadden over netwerken en kunstmatige intelligentie, dan had ons bedrijf kunnen groeien naar een grote omzet en een waarde richting honderden miljoenen.

Ik had nooit die grote onverantwoorde risico’s moeten nemen om zulke grote panden te bouwen. Het werd mijn Waterloo.

Van het ontvangen bedrag heb ik in overleg zo’n 4 miljoen gulden belegd bij Delta Lloyd voor onze oude dag. Ik dacht daar goed aan te doen.

Beter zekerheid bij een betrouwbare verzekeraar, dan nog weer een debacle met aandelen, zoals de HCS aandelen. Deze hadden  wij op voorspraak van de relatiebeheerder van de AMRO bank gekocht. Het leverde een verlies op van meer dan 300 duizend gulden.

Derhalve gingen wij mede op advies van Marcel Malherbe, onze verzekeringstussenpersoon, voor echte zekerheid bij een grote verzekeringsmaatschappij.  (Zeker Delta Lloyd). Niet dus en de uiteindelijke schade is opgelopen naar zo’n 14 miljoen euro.

In Dagblad Trouw de Tijd bijlage van afgelopen week stond een artikel van schrijver Max Pam, dat je nooit moet procederen in Nederland tegen een grote maatschappij of financiële instelling. Hij kwam erop neer dat het nagenoeg uitgesloten is door de belangenverstrengelingen in Nederland, om als klein bedrijf of gewoon burger rechtszaken van dit soort financiële machthebbers te kunnen winnen. Wij weten daar intussen alles van.

Ook om met Aquvex Trade naar Tsjechië te gaan en daar te investeren heeft een verlies opgeleverd van meer dan 1 miljoen gulden. De mooie voorstelling over het pas vrije Oostblok door Fred Gijsbers, had ik naast me neer moeten leggen en nooit met hem naar Tsjechië moeten gaan. Buiten de verdere persoonlijke ellende voor Coby en mij die daar uit voorgekomen is en waarvoor ik grote spijt heb, heeft het veel verdriet voor mijn gezin opgeleverd.

Coby heeft ook hierin weer gelijk gekregen. Ze hadden de muur (het ijzeren gordijn) niet moeten afbreken maar 3 keer hoger moeten maken!

We hadden in Tsjechië nog wel 1000 computers aan de overheid  verkocht voor de eerste vrije verkiezingen in dat land. We kochten deze computers bij Herbert Silderhuis.

Met een bouwbedrijf Ballast Nedam, Martin Weck  in Nederland hadden wij een afspraak om 2% te krijgen van de totale opbracht van 200 miljoen Duitse Mark voor de modernisering van het vliegveld in Praag.

Met Comdes hadden wij voor Schiphol gewerkt en derhalve had ik een ingang bij de directie van Schiphol.

In overleg met Martin Weck hebben wij de directie van het vliegveld van Praag uitgenodigd om te gaan kijken op deze Nederlandse Luchthaven. We sloten een commissie contract af met Ballast Nedam.

De opdracht liep echter via het moederbedrijf British Aerospace van Ballast Nedam en we kregen de 2% niet. Ook de door ons ontwikkelde software voor het Bulovka ziekenhuis kregen we niet betaald. Een verlies van meer dan 500 duizend gulden, of 9 miljoen kronen.

Omdat wij niet mee wilden werken met het persen van illegale CD’s in de CD fabriek die we opgezet hadden in Celacovice werden buiten ons medeweten de aandelen van deze fabriek 2 keer doorverkocht. We hadden daarna slechts nog aandelen in een lege huls!

De investering in deze fabriek hadden wij echter al terug, omdat we van de voren al een gedeelte van de aandelen verkocht hadden aan de bank die de financiering had verzorgd. Al met al had de Tsjechië succesvol kunnen zijn als ik beter bij de les gebleven was. En niet door de gigantische problemen in Nederland met en door Delta Lloyd, de onterechte belastingaanslagen eind 1990 en begin 1991 en zeker mijn persoonlijke fouten in Tsjechië en dat ik daardoor verkeerde beslissingen nam, ik het anders had opgelost of beter nog niet had gedaan.

Nu achteraf gezien had ik gewoon moeten genieten van mijn gezin en wat we hadden en niet het geluk op het spel te zetten van mijn gezin en Coby, Monique en Paul zoveel verdriet te doen.

Door onze  investering in de beleggingsfondsen van Delta Lloyd nu bekend als woekerpolissen, bood Delta Lloyd in 1990 ons een onroerend goed portefeuille aan in Waalwijk.

Op 2 februari 2015 was er weer een zoveelste  uitzending over de woekerpolissen bij Tros Radar, een goede kennis van mij Ab Flipse heeft daaraan meegewerkt.

Financiering  van deze onroerend goed portefeuille door Delta Lloyd was geen enkel probleem.

Wij gingen daarop in en kochten met Aquvex Beheer al dat onroerend goed met een hypotheek van 8 miljoen gulden. Wat Delta Lloyd niet vertelde was dat er een groot achterstallig onderhoud was aan de flats en winkels. Hetgeen een kostenpost was van meer dan 800.000 gulden. Wilde Delta Lloyd daarom van hun onroerend goed in Waalwijk af?

Wel eiste Delta Lloyd dat we onze polissen voor onze oude dag als zekerheid verbonden aan de hypotheek. Dat was van mij een enorme blunder! Eind 1990 en begin 1991 kregen we gigantische belasting aanslagen.

In maart 1995 na vele rechtszaken en een kostenpost van 1.900.000 gulden wonnen we alle rechtszaken tegen de belastingdienst. Pas in 2002 kregen we 100.000 gulden vergoed van de Nederlandse Staat.

Een schijntje in verhouding tot het totaal van de gemaakte kosten maar vooral de gevolgkosten met de gedwongen verkopen van ons onroerend goed en het afkopen van onze beleggingspolissen voor onze oude dag voorziening.

Gelukkig hadden wij voor Monique en Paul het door ons voor hen belegde geld in beleggingspolissen uit november 1989 niet mee verbonden en kregen ze beiden in 2005 nog 212.000 euro. Slechts een derde van het eindbedrag kregen onze kinderen uitgekeerd. Dit stond haaks op de aanbiedingsbrieven uit 1989. Ook dit waren woekerpolissen en de kosten waren hoger dan de rendementen.

We kochten een huis voor Paul en Jeanette in de Vivaldistraat en verbouwden het pand. De houten vloer er uit. De kruipruimte hebben wij vol zand gestort en een tegelvloer laten leggen. Een nieuwe keuken en een mooie uitbouw.

Coby en  ik richten het pand ook nog voor ze in, vooral naar de wens van Jeanette. Ze hadden daarvoor bij ons ingewoond op de Brede Haven en daarna in het  appartement bij ons huis aan de Oliemolensingel gewoond. 

Jeanette was niet erg proper en wij hadden om ze aan het werk te krijgen een baan ‘gekocht’  bij Wieke van der Aa, een verre neef van mijn moeder. Hij regelde met zijn bedrijf voor ons alle reclames. Paul junior weet wel wat dit gekost heeft.

We kochten een huis voor Eddy en Monique aan de Duinweg 70 in Drunen. Eddy ging in paarden handelen en Monique deed het paardenpensioen. Monique werkte veels te hard en wij hadden medelijden met onze kleine en lieve dochter.

Monique raakte in verwachting en toch nog onverwacht beviel ze te vroeg van een zoon.  Coby, Paul, Jeanette en ik waren naar een opera uitvoering  van Verdi,  de prachtig opera Aida met een van de meest mooie liederen, het slavenlied El Presario. Deze Aida uitvoering was groots opgezet en werd uitgevoerd in de Brabanthallen.

Direct na afloop kregen we Eddy aan de telefoon en hij vertelde dat Monique een zoon had gekregen. Coby was door het dolle heen en als de weerlicht reden we naar het ziekenhuis. Hier lag Monique als een trotse moeder van een heel klein kindje.  Jeroen ons eerste kleinkind. Wat waren we blij en trots. Jeroen lag nog wel in een couveuse en bleef nog enige weken in het ziekenhuis.  Coby ging elke dag naar het ziekenhuis naar Jeroen en Monique.

Ook bij mijn zusjes, mijn broer en de zusjes van Coby groeide de kinderschaar. Vele geboortes, communies en verjaardagen en daarna de huwelijken van de kinderen die ook weer kinderen kregen.

De fijne verjaardagen van Coby’s moeder, oma van Extel  bij de Lohengrin,  het café van Annie en Bert, met alle kinderen en kleinkinderen was elk jaar weer een prachtig feest.

Hoe iedereen met de kleinkinderen die er ook al waren samen speelden en zelfs ravotten op de het plein bij de Lohengrin was erg leuk en fijn om te zien. Ook hier heb ik foto’s en videofilms van gemaakt.

Nooit zal ik vergeten het prachtige stukje film met een enorm glas bier dat Bert voor ons neerzette tijdens een Duitse meezinger ‘Schnussielein du sollst nicht traurig sein, Schult is doch nur der Wein’, op de verjaardag van oma van Extel, Coby’s moeder die tachtig jaar werd.

Jeroen kwam thuis uit het ziekenhuis en groeide op als een druk baasje. Hij was echt aanwezig. Hij werd al snel ziek en het bleek dat Jeroen niet tegen paarden kon en zelfs ernstig ziek diverse keren in het ziekenhuis werd opgenomen.

We namen direct een vergaande beslissing en kochten een huis voor Eddy en Monique aan de Valeriusstraat 1 in Drunen voor 400.000 gulden.

Het huis aan de Duinweg met de verdere opstallen en 20.000 meter grond hebben we later met een groot verlies moeten verkopen. Omdat het een prachtig bezit was, wilde ik er gaan wonen. Coby was daar op tegen en daarom stond dit mooie huis op een fantastische locatie een geruime tijd leeg. Dit drukte de verkoopprijs ook enorm.

Paul junior had intussen verkering  gekregen met Marisol, die hij ontmoette in het pool café waar hij samen met Geron werkte.

We gingen regelmatig met Jeroen pannenkoeken eten in Heusden. De afkeurende blikken van Marisol toen Jeroen van een pannenkoek een soort baard voor zijn gezicht maakte zal ik nooit meer vergeten. Coby en ik moesten er wel om lachen, zijn ondeugende ogen, zijn lachen waren grappig en leuk om te zien.

Maar ja wat wil je, Jeroen was ons eerste kleinkind en zowel voor mij maar ook vooral van Coby ons oogappeltje. Wat een stout boefje was hij  soms. Zoals hij ook met zijn Donald Duck autootje soms tegen ons aanreed, met dan zijn guitige lachje als we opzij sprongen. 

Eddy ging in computers en startte een winkel in Drunen. In eerste instantie hadden wij daar niets mee te maken. Hij sloot wel een lening voor deze winkel bij de Rabobank af op hun huis, dat doordat Coby het betaald had, vrij was van hypotheek. Dit liep mis en uiteindelijk was de schuld bij de Rabobank  mede door de winkel in Eindhoven opgelopen tot 300.000 gulden.

Het huis werd verkocht voor 450.000 gulden. De Rabobank werd ingelost en het restant ging terug naar Coby. Monique kocht zelfstandig een huis aan de Valeriusstraat 75 en was daar erg trots op. Dat ze dit voor haar gezin voor elkaar had gekregen. Tom werd geboren en was een heel ander manneke dan Jeroen maar wel ontzettend lief.

Eddy ging software verkopen en dat leidde tot een mogelijk beslag op het huis van Monique. Een officier van Justitie en advocaten uit Amsterdam deden een inval bij Monique. Coby en ik hebben 40.000 gulden moeten betalen, die aan Eddy was opgelegd door het advocatenkantoor uit Amsterdam.

Coby  en ik waren intussen verhuisd van de Brede Haven naar een penthouse aan de Buitenhaven, dat we kochten van Peter Claus.

Peter had/heeft een modewinkel in Den Bosch, waar Coby bijna altijd haar kleren kocht. In 1992 hebben we nog een paar maanden gewoond bij van der Valk in Vught. Coby was daar een keer heel boos over tegen mij, omdat we weer van suite moesten wisselen.

Het penthouse was prachtig met een grote garage en extra ruime  parkeerplaatsen. De VVE (Vereniging van Eigenaren) en dan vooral de voorzitster was een regelrechte ramp.

We waren er pas ingetrokken toen ze heel opgewonden voor onze deur stond en zei dat we daar illegaal woonden. Bizar en onfatsoenlijk hoe ze tekeer ging tegen ons.

Ze verhoogden de maandelijkse VVE bijdrage naar 1200 gulden per maand op oneigenlijke gronden. Dit was zo absurd en zo duur dat wij het penthouse verkochten in 1994 en een huis huurden aan de Burgemeester Mazaraclaan in Rosmalen.

We woonden best prettig in Rosmalen. Het was een groot appartement. Paul bleef verkering houden met een lief en mooi meisje Marisol en ze kwamen regelmatig met hun hond Bowie naar Rosmalen.

Wij hebben vaak voor Bowie gezorgd en Coby en ik hebben deze grote lobus, wanneer  hij bij ons was uitgelaten.

Een keer schrok hij van een klein vaasje en begon hard te blaffen. Soms schoot hij door zijn uitgelatenheid over het parket als was het op een glijbaan.

In deze periode begon ook de ellende met Delta Lloyd. Hierover heb ik al veel geschreven en ben verward geraakt in het negatieve van mijn eigen gelijk. Ik kon niet tegen de onrechtvaardigheid, maar nog erger ik luisterde niet naar Coby. In 1996 deed Delta Lloyd een voorstel om de door hun gemaakte fouten te vergoeden en 80.000 gulden aan ons te betalen. Dit was zo’n laag bedrag dat ik  in overleg met mijn advocaat het aanbod geweigerd heb.

In 1997 hebben wij een pand gekocht aan de Grotestraat in Waalwijk. We hebben dit verbouwd tot een prachtig appartement samen met Tonny Schrevers en Tonny Kuipers. In september 1998 zijn we daar gaan wonen.

Paul en Marisol verkochten het huis aan de Vivaldistraat en gingen in Engelen wonen. Coby en ik hebben veel geholpen bij de verbouwing. De dakkapel was ondeskundig gemaakt en een regelrecht gevaar.

Tonny Schrevers heeft deze dakkapel in orde gemaakt. Coby en ik hielpen bij de verbouwing en we werkten zoals altijd door tot we alles opgeruimd hadden.

Ze kregen een dochter Evi, ons kleine prinsesje. Coby was en is nog steeds tot over haar oren over verliefd op Evi. Coby heeft heel vaak opgepast en deed alles voor en met haar.

Wandelen naar de kinderboerderij in Drunen. We hadden een abonnement op de Efteling en Coby, maar ook ik ging regelmatig naar dit sprookjespark. Met de verjaardagen van Coby gingen we met zijn allen. Vooral met de 50-tiger verjaardag van Coby met alle familieleden is een dag geweest om nooit meer te vergeten.

Evi heeft zich bij ons het eerste omgedraaid op een dekentje in de keuken, haar eerste stapjes gezet en leren zwemmen. Ik zie ze nog lachend en zingend in het water liggen.

Coby bracht en haalde Evi vaak naar en van school. Zoals ze ook altijd naar Monique ging om Tom tussen de middag op te vangen. Een moeder uit duizenden en een fantastische oma, ongekend behulpzaam en steeds in de weer en lief voor haar kleinkinderen.

We hadden toch nog veel fijne momenten in ons huis in Waalwijk. Zeker als de kinderen kwamen ontbijten. We haalden dan lekkere dingen en persten zo’n 40 sinaasappels uit voor een vers glas jus d’orange voor iedereen.

Als de kleinkinderen kwamen slapen was zowel voor hen als voor ons een feest. Ik hoor en zie ze nog op mij aflopen, Opa, Opa, Opa, en Evi sprong dan altijd in mijn armen, zoals later ook Senna.

Het gourmetten met zijn allen. De oudejaarsvieringen, Kerstmis en Pasen en verjaardagen. Het zijn nog steeds mijn fijne en dierbare herinneringen.

Soms waren er ook mindere tijden als ik maar bleef doordrammen over Delta Lloyd. Coby ging in die tijd vaak uit eten met de kinderen.  

Monique ging scheiden van Eddy. Kort daarna ging ze samenwonen met Rick Tausch op wie ze stapelverliefd werd.

Rick is een prima kerel, die hard werk en goed zorgde (zorgt?) voor onze twee kleinzonen, Jeroen en Tom.

Coby en ik hebben aan Rick als dank mijn Hublot horloge gegeven. Ook heb ik nog steeds een goed gevoel dat ik Rick heb kunnen helpen met zijn ondeskundig aangelegde paardenbak. Hij heeft bijna zijn gehele en door hem betaalde investering teruggekregen. 

Het belangrijkste is dat Monique heel gelukkig met hem is. Rick heeft een dochter uit zijn eerste huwelijk Senna en zij was ook vaak samen met Evi bij ons in Waalwijk.

Ook Tom kwam regelmatig en als ze alle drie bij ons waren, Evi, Senna en Tom dan werd het een dolle boel. De badkamer stoomde vol van het badschuim en werd een glijbaan. Daar heb ik nog foto’s van gemaakt en deze naar Monique en Paul gestuurd, met als bijschrift: ‘van Oma mogen ze werkelijk alles’.

 

Nu weer even terug in de tijd.

Paul junior heeft in 1993 een Grand-Café Marquis geopend in een pand in Waalwijk. Het was een pand van Aquvex Beheer dat ik gekocht had in 1989.

Door een enorme belastingblunder van onze accountant Witlox is het pand op naam gezet van Coby. Later in 1996 heeft de belastingdienst deze transactie afgekeurd en diende er nog ongeveer 200 duizend gulden betaald te worden.

Paul, Geron en Marisol waren met Marquis succesvol en we hebben Paul  gesteund, ook toen het wat minder ging zoals met Friends in Tilburg.

Het ging mis in Tilburg en  ik nog een regeling heb kunnen treffen met de heer Kruissen van Interbrew. Door deze regeling werd het totale verlies gecompenseerd en het restant betaalde Interbrew via een renteloze lening  aan Friends. Deze lening diende Friends  via de kortingen op de inkoop van de dranken in te lossen.  

Evenals de afspraken met het UWV om de achterstallige loonbelastingen en sociale lasten via een regeling te kunnen betalen. Dit werd nagenoeg nooit toegestaan. Het UWV wilde de inboedel van Marquis verkopen doordat de achterstand in betalingen zo hoog was opgelopen.

Zoals ook de ellende met Jongejan, die 12 rechtszaken tegen ons begonnen is nadat we het pand gedwongen door de bank hadden moeten verkopen, waarvan we er 11 gewonnen hebben en de laatste maar geschikt hebben omdat Paul met zijn compagnon het pand wilde kopen.

De gemeente Waalwijk had verplicht gesteld om het pand, voornamelijk de gevel, te renoveren met een glasgevel en te verbouwen, waarin Marquis gevestigd was. Paul en zijn compagnon dienden dit te gaan doen nadat ze het pand van Aquvex Beheer en Jongejan gekocht hadden.

Ook dit heeft veel wrijving gegeven. Maar ik diende wel de belangen van Coby te behartigen en een kennis van mij Mr. Johan Bil heeft de vaststellingsovereenkomst opgesteld.  Hij had nog wel Paul junior gewaarschuwd om geen enkele concessie meer te doen aan Jongejan. Paul luisterde niet en dit heeft geleid tot weer een rechtszaak tussen Paul junior en Jongejan.

De verbouwingen van het pand zijn door Tonny Schrevers en mij gedaan. Niet allen de gevel maar ook van binnen met de elektra, de vloeren en alles wat nog meer aangepakt diende te worden.

Zoals bijvoorbeeld de nooduitgang en de winkel op het Sint Jansplein. Mijn overleg met de verzekeraars na een keukenbrand en de wateroverlast en nog veel meer heb ik mij voor ingezet, Paul was en is tenslotte mijn zoon. 

Dat Paul mij de schuld gaf van zijn verloren rechtszaak tegen Jongejan en de betalingen die hij daarom heeft moeten doen, heeft mij als vader erg geraakt.

Paul had namelijk zelf de overeenkomst getekend dat er 25000 euro betaald moest worden als de gevel in orde gebracht was.

Er stond namelijk niet in wie de gevel  in orde moest brengen. Daarom had Jongejan de zaak gewonnen. De gevel was gerenoveerd. Punt uit! 

Oneerlijk maar ja zo zit het recht nu eenmaal in elkaar. Gelijk hebben is zeker geen gelijk krijgen, daar weet ik intussen alles van en ik ben een expert geworden om ongelijk te krijgen.

Je wilt als ouders dat het goed gaat met je kinderen. Daar doe je alles voor en wij Coby en ik deden dat ook. Toch maakte ik naar mijn zoon fouten om diverse keren te dwingend naar Paul te zijn en hem niet vrij te laten in het nemen van zijn eigen beslissingen.  Ik kan alleen zeggen dat ik alles, maar dan ook alles gedaan heb om Paul te helpen, zoals ook jij Coby dat altijd gedaan hebt voor de kinderen en kleinkinderen .

Nog meer oude koeien hierover uit de sloot halen hierover acht ik niet wenselijk en ik hoop dat het werkelijk goed gaat met Paul, nu hij 23 januari 2014 ook zijn Good Fellas Café verkocht heeft.

Nogmaals herhaal ik dat in 1990 Delta Lloyd een onroerend goed portefeuille aan ons aangeboden had, met veel panden in Waalwijk.

Mijn accountant vond het een uitstekende zaak en wij kochten met Aquvex Beheer al deze panden. Geld geen probleem volgens Delta Lloyd. Aquvex Beheer kreeg een hypotheek van 8 miljoen gulden tegen een rente van 9,5%. Dan maak ik een enorme blunder. Ik stemde ermee in om onze afgesloten beleggingspolissen voor onze  oude dag en al het andere onroerend goed als zekerheid te verbinden voor de hypotheek. Behalve de privéwoningen. We betaalden in 5 jaar ongeveer 5 miljoen gulden rente aan Delta Lloyd, terwijl de huuropbrengsten mede door de slechte staat van onderhoud van het van Delta Lloyd gekochte onroerend goed de kosten van de hypotheek bij lange na niet dekten.

Eind 1990 begin 1991 krijgen we gigantische aanslagen van de belastingdienst. Ondanks dat bij een eerdere controle alles akkoord werd bevonden en ons geld vastzat in onroerend goed hebben deze aanslagen een grote aanslag gepleegd op onze liquiditeit.

Deze volstrekt onterechte aanslagen hebben na alle rechtszaken daarover, de notariskosten, de advocaatkosten, zakelijke kosten en de accountantskosten zo’n 1.900.000 gulden gekost.

We wonnen wel alle rechtszaken in Den Bosch tegen de belastingdienst, maar pas in 2002 kregen we een schamele 100.000 gulden vergoed van de Nederlandse Staat. Een schijntje van de werkelijke kosten en zeker van de gevolgkosten. Dit was desastreus en het begin van veel ellende en vele slapeloze nachten.

Advocaat Fleskens zou nog een en ander regelen. Het werd een steeds grotere ramp, zeker door de kosten van Fleskens, zo’n 168.000 gulden en dat hij mij onder curatele stelde.

Hij verbood mij nog rente te betalen aan Delta Lloyd omdat hij vond dat wij werden opgelicht door Delta Lloyd. Hij verkocht onroerend goed van Aquvex Beheer voor veels te lage waarde.

De flats met winkels en garages aan de Wilhelminastraat werden door de druk van Delta Lloyd verkocht aan René Malherbe voor 2,3 miljoen gulden. Deze neef van Marcel Malherbe maakte binnen 2 jaar een winst van 2,7 miljoen gulden. Zoals hij ook winst maakte met onze panden aan de Brede Haven, welke wij ook gedwongen door Delta Lloyd moesten verkopen. Hij kocht ze voor 750.000 gulden en 250.000 gulden en verkocht ze even later voor meer dan het dubbele.

De appartementen op de Klokkenlaan in Waalwijk leverde de kopers een winst op van meer dan2 miljoen gulden. Dit is door mij nog uitgezocht in opdracht van mr. Knoops door het raadplegen van het kadaster.

Op 15 december1994 kregen wij een aangetekende brief van Delta Lloyd dat de beleggingspolissen waren afgekocht in het rentefonds en dat de hypotheek was opgezegd.

Mr. Fleskens die zogenaamd nog in onderhandeling was en daar zelfs nog een brief over schreef liet het vervolgens volledig afweten. Voor 1 januari 1995 dienden wij een nieuwe hypotheek af te sluiten en het restant van de Delta Lloyd hypotheek in te lossen. Een onmogelijke opgave in de kerstvakantietijd.

We namen een nieuwe advocaat Mr. Schults van Bogaerts en Groenen. Deze regelde de nieuwe hypotheek en ook de verkoop van het pand aan de Oliemolensingel aan Peter Pennings voor 600.000 gulden. Dit bedrag werd direct afgelost op de hypotheek van Delta Lloyd. Peter Pennings heeft een paar jaar later een bod op dit pand gehad van 2,2 miljoen gulden.

Dan gebeurt er iets onverklaarbaars. Delta Lloyd stuurt ons in juni 1995 brieven (polis blad 90), over onze beleggingspolissen in het investment fonds en geeft aan dat we nog meer dan 50.000 participaties bezitten in het investmentfonds. Hoezo de polissen in november 1994 afgekocht in het rentefonds?

Dit was voor mijn advocaat de reden om Delta Lloyd per direct via een aangetekende brief, 12 juni 1995 aansprakelijk te stellen. In 1996 bood Delta Lloyd ons nog 80.000 zoals ik al schreef aan voor hun fouten. In 1997 begonnen we via mr. Knoops de rechtszaken tegen Delta Lloyd.

Ondanks dat mevrouw Knoops-Hamburger zei bij Piet van den Akker, ‘deze zaak winnen we voor  u en uw vrouw’, hebben we alle rechtszaken tegen enorme kosten verloren. En het meest vreselijke was dat ik ook  de liefde van mijn vrouw en kinderen verloor.

Na alle ellende verloren we in februari 2009 de laatste rechtszaak.

Coby en de kinderen waren heel boos op mij, zeker omdat er door mevrouw Knoops-Hamburger steeds gedreigd werd met beslaglegging bij mijn kinderen als ik de kostenveroordeling niet zou betalen.

Na een ruzie met Paul en Geron op Witte Donderdag 9 april 2009 wilde Coby van mij scheiden. Dit heeft uiteindelijk geleid tot het verschrikkelijke drama in ons huis.

Door dit vreselijke drama verloor ik niet alleen mijn vrouw Coby, mijn liefste en haar liefde voor mij, maar ook mijn kinderen Monique en Paul en de kleinkinderen Jeroen, Tom en Evi. Ook Marisol, Rick en Senna en alle andere familieleden van Coby. Voornamelijk door mijn voortdurende stommiteiten verloor ik alles waarvoor ik leefde, liefhad en werkte, maar ook hun  respect en mijn eigenwaarde. 

Hier in de gevangenis en de soms vreselijke omstandigheden, zoals de zelfdodingen die ik diverse keren heb meegemaakt, ben ik tot het besef gekomen dat het mijn eigen verantwoording is en mijn eigen schuld dat ik dit nu moet ondergaan.  Veel mensen oordelen over je en hebben een mening en vinden meningen vaak feiten.

“Er is geen gevoel dat groter geluk geeft dan dat men voor anderen iets kan betekenen.”.

“Bekijk alle kanten van de zaak voordat je je oordeel uitspreekt en een leugen die vaak genoeg wordt verteld, wordt vanzelf de waarheid”.

Coby hoe gaat het met je en met de kinderen? Ik hoop zo dat je geen pijn meer hebt en je weer kunt genieten van het leven en de kinderen en kleinkinderen.

Met mij gaat het niet zo goed. In de gevangenis is mijn gezondheid achteruitgegaan en waarschijnlijk door stress functioneren mijn nieren niet goed meer. De functionaliteit is met 65% achteruitgegaan. Ze werken nog maar voor 35%.

Ook als ik dagelijks mijn verminkte benen en deels geamputeerde tenen zie denk ik aan je en besef dan hoe jij je moet voelen met ook de verminkingen die jij door mijn schuld hebt gekregen. Hoe veel verdriet jij moet hebben gehad en nog zal hebben over de vreselijke pijnen en hoe jij je voelt zoals je vertelde in de rechtszaal.

Coby je bent en blijft altijd mijn grote liefde en ik hoop zo dat het weer goed met je gaat. Je geen pijn meer hebt en geloof me mijn liefde voor jou zal oneindig zijn en zal tot mijn dood in mijn hart blijven glanzen als een wonderschone parel.

Weet je nog dat we in Enschede/Hengelo op en feest waren van Herbert Silderhuis en dat Dick Bruma van Nijntje ons tekende en tegen mij zij: ‘Jij hebt een prachtige vrouw met wonderschone ogen’.

Zo hebben we samen fijne vakanties gehad. Oasis waar jij de eieren met kaviaar van de schalen nam en voordat ze uitgedeeld werden. Of in Faro en Riu Palace  met champagne ontbijt en heerlijke diners en jij met je Fausto wijn. In Bueno Venture en samen door het hete zand naar het strand.

Lopend naar en  wandelend langs zee van Maspalomas naar Playa del Ingles. Met jullie Tineke en Kees op Gran Canaria. (Manolito Bandito).

Maar ook het verdriet om Tineke en de laatste carnaval die we samen met haar en Kees gevierd hebben. De film die ik daar nog van gemaakt heb, een prachtig document, hoe we Carnaval vierden, ondanks het grote verdriet om Tineke. Zeker als we het liedje horen van Frans Bauer, ‘Als sterren aan de hemel staan’. Carnaval films die we ook stuurden naar Jos Kieboom een zakenrelatie van ons die vele jaren Prins Carnaval geweest is in zijn Pronkjuweel.

Zoals ook toen we in London waren op uitnodiging van Wang, door Arend Vleggeert en de musical Miss Saigon gezien hebben en jij Joan Collins liet voorgaan.

Naar U mag met de kinderen en hoe jij een visschotel voor 2 personen bestelde en tot verbazing van de kelner ook nog helemaal op kon eten.

Dat we eerder naar huis gingen kwam door Jack Hombroek, die in paniek was doordat de bank vervelend deed over het krediet van Comdes. We reden wel altijd 2 dagen eerder weg om de files te vermijden. Er wachtte thuis voor mij altijd een berg post en veel inhaalwerk op de zaak.

Dat ik vaak eerder van het strand afging en voor het eten voor jou en de kinderen zorgde was voor mij een fijn gevoel. Voor jullie kunnen zorgen. Jij zorgde ook altijd zo goed voor ons, dat ik vond dat jij ook echt vakantie moest hebben.

En al die uitvoeringen waar we samen naar toe gingen in Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Maastricht, Tilburg, Den Haag en Den Bosch waar we gedurende enkele jaren naar toe zijn gegaan. En de tafel die we hadden met Peter Claus in het Casino van de Stichting Kubus.

Hier zagen we prachtige uitvoeringen zoals het concert van Harry Ballafonte en Die Lustige Witwe.  Daarna een diner van Maison van den Boer met 10 personen rond onze tafel.

De fijne momenten bij Tonny Selten van Petit Ruelle in Vught of bij de Witte met Tong Veronique voor jou en de etentjes bij Chalet Royal en de Zwaan in Oisterwijk en nog veel meer.

Mee naar Amerika, Seattle, Boston, naar Australië, naar Singapore en de vakanties in Duitsland en de laatste vakantie in het appartement van Rien in Calpe Spanje, hoe we uitkeken over zee en aan het strand dineerden.

Coby mogelijk vond jij het minder leuk en het spijt me nu dat ik dat niet gezien en onderkend heb. Had het me maar gezegd of meer met me gesproken zoals we zoveel deden in het begin van ons huwelijk.

Er zijn nog vele hiaten in dit verhaal en mogelijk stemt het niet overeen met jullie herinneringen. Ik heb het zo eerlijk mogelijk geschreven.

Coby vergeef me voor alles wat ik je aangedaan heb, maar geloof me jij was en bent mijn mooiste en liefste vrouw. Mijn diepe liefde voor jou  blijft voor altijd. Deze liefde van jou heb ik verloren door mijn eigenwijsheden en stommiteiten. Wat een diep en onverdraagbaar verlies.

Nog onbesproken de vele fietstochten, de lange wandelingen die we samen maakten. Zoals naar je zus Gerrie naar Well en naar mijn broer in Lith. Als je moe werd duwde ik je altijd. Het rondwandelen door den Bosch.

Ik kan nog veel meer vertellen, maar Coby we weten samen dat niet alles geschreven kan worden. Laat dat onze herinneringen blijven zowel de goede als de slechte en de soms onwaarschijnlijke hoge bergen en diepe dalen in ons leven.

Had ik maar meer oog gehad voor jouw gevoelens en meer aandacht gegeven voor wat jij leuk vond en je leven. Wat voor jou telde en van waarde was. Wat ben ik toch een ontzettende stomme kluns geweest!

Als laatste wil ik jullie en vooral tegen jou Coby nadrukkelijk zeggen dat niemand bang voor mij hoeft te zijn of angst te hebben als ik ooit weer vrij kom. Wanneer ik een van jullie tegenkom, zal ik vriendelijk groeten en verder lopen.

Door dit verhaal  te schrijven en mijn ziel bloot te leggen hoop ik dat dit gedeeltelijke levensverhaal  jullie niet boos maakt, nu ik een oude gebroken man geworden ben, met het verdriet om het gemis van jullie, maar ook met veel heel veel prachtige herinneringen aan Coby, aan mijn gezin en familie.

Het kan zijn dat jij en de kinderen andere herinneringen hebben en je belevenissen over ons verloren huwelijk veel anders zijn. Als dat zo is vergeef me dan, jullie samen als mijn verloren gezin.

Monique en Paul steun Mamma en help haar, ze is jullie liefste moeder en een fantastische oma.

Ze verdient en rustige oude dag en dat ik daar geen deel meer van uit kan maken geeft dagelijks een bijna niet te dragen pijn. Een ongekend verdriet van pure leegte zonder bodem en eigenlijk ook zonder hoop op verzoening.

Lieve Coby, dat ik je niet heb kunnen steunen bij het verlies van Gerrie en Annie heeft mij zeer geraakt, zeker door jouw advertentie in het Brabants Dagblad voor Annie van Coby van Extel was ik gebroken van verdriet en van schuldgevoel.

Vergeef me mijn liefste en geloof me dat ik dit nooit gewild heb. Ik heb je nooit iets willen aandoen of zelfs erger, zoals ik in een brief aan onze dochter Monique geschreven heb.

Met vriendelijke groet, voor jullie allemaal,

Papa

Opa

Paul Quekel senior.