Brief met klacht over de werkwijze van Dr. E. Borst-Eilers (minister van VWS) en Drs. A.P.W. Melkert
(Minister van SZW) inzake gewolmaniseerde speeltoestellen. aan de Nationale Ombudsman mr. dr. M. Oosting


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Ing. A.M.L. van Rooij

Milieu- en Veiligheidskundige

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens

                                    
't Achterom 9a                Sint Oedenrode
5491 XD                       20 juli 1997
Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387                
Fax. 0413-490386             
                               


Mijn kenmerk: VWS SZW/20077.

Betreft: Klacht over de werkwijze van Dr. E. Borst-Eilers (minister van VWS) en Drs. A.P.W. Melkert (Minister van SZW) inzake gewolmaniseerde speeltoestellen.


Aan:
    Mr. Drs. M. Oosting (persoonlijk),
    Nationale Ombudsman,
    Postbus 29729,
    2502 LS, 's-Gravenhage.


Geachte Heer Oosting,

Hierbij dien ik een klacht in over de werkwijze van Dr. E. Borst-Eilers (Minister van VWS) en Drs. A.P.W. Melkert (Minister van SZW) naar aanleiding van mijn brief van 28 maart 1997 aan hen en wel op grond van de volgende motivatie:

  • Bij brief van 28 maart 1997 aan de Ministers van VWS en SZW heb ik inhoudelijk gereageerd op de brief die Mr. S. van Hoogstraten (VWS) over de gevaarsaspecten van gewolmaniseerde speeltoestellen aan Mevr. A. Hagendoorn van de milieutelefoon stuurde. Vanwege het feit uit die inhoud kan worden opgemaakt dat kinderen die op betreffende gewolmaniseerde speeltoestellen spelen worden blootgesteld aan ontoelaatbare hoeveelheden genotoxisch kankerverwekkend chroom VI zuur en chroom III zouten daarvan heb ik zowel Minister Borst-Eilers (VWS) alswel Minister Melkert (SZW) om een spoedige inhoudelijke reactie verzocht (Bijlage A).

  • Bij brief van 11 april 1997 bericht Drs. R. Laterveer (directeur arbeidsomstandigheden) van het Ministerie van SZW mij, dat mijn brief aan de bewindspersonen van SZW en VWS in goede orde is ontvangen en dat ik het antwoord zal ontvangen van de bewindspersoon van VWS, mede namens de staatssecretaris van SZW (Bijlage B).

  • Vanwege het feit ik op 6 juni 1997 (na ruim 9 weken) van de Minister van VWS nog geen enkele reactie heb mogen ontvangen op mijn brief van 28 maart 1997 (zelfs nog geen ontvangstbevestiging) heb ik haar bij brief van 6 juni 1997 daar nogmaals om verzocht (Bijlage C). Heden (na 6 weken) heb ik ook op die brief nog geen enkele reactie mogen ontvangen (zelfs nog geen ontvangstbevestiging).

  • Ondanks het feit het Ministerie van SZW mij bij brief van 11 april 1997 heeft laten weten dat de bewindsvrouw van VWS, mede namens de staatssecretaris van SZW, mijn brief van 18 maart 1997 zal beantwoorden blijft inhoudelijke beantwoording van de Minister van VWS consequent uit.

Om die reden heb ik Minister Drs. A.P.W. Melkert van SZW bij brief van 24 juni 1997 kenbaar gemaakt dat hij door de Minister van VWS hierover onjuist is voorgelicht. Daarom heb ik in mijn brief van 24 juni 1997 de minister van SZW verzocht om, mede namens de Minister van VWS, inhoudelijk te reageren op mijn brief van 28 maart 1997. Temeer omdat veel van die gewolmaniseerde kinderspeeltoestellen zijn geplaatst binnen de terreingrenzen van kleuterscholen en lagere scholen waarop ook de arbeidsomstandighedenwet van toepassing is en de Minister van SZW daar primair voor verantwoordelijk is (Bijlage D). Heden (na 4 weken) heb ik ook op deze brief nog geen enkele reactie mogen ontvangen (zelfs nog geen ontvangstbevestiging).

Vanwege het feit ik, ondanks al mijn bovengenoemde brieven, heden (na ruim 16 weken) van Dr. E. Borst-Eilers (minister van VWS) en Drs. A.P.W. Melkert (Minister van SZW) nog geen enkel inhoudelijk antwoord heb mogen ontvangen op mijn brief van 28 maart 1997 aan hen verzoek ik U hiernaar een onderzoek in te stellen. Temeer omdat het Ministerie van SZW mij bij brief van 11 april 1997 heeft toegezegd dat de bewindspersoon van VWS, mede namens de Staatssecretaris van SZW, mijn brief van 28 maart 1997 inhoudelijk zal beantwoorden.

Tevens verzoek ik U mij van de voortgang van Uw onderzoek op de hoogte te houden. Ik zal vervolgens de kopiehouders van deze brief van de voortgang op de hoogte houden. Tenslotte wil ik U vragen dit onderzoek niet te laten uitvoeren door de substituut-ombudsman Mevr. Mr. L. de Bruin. Dit vanwege het feit een eerdere klacht van mij, welke samenhangt met gewolmaniseerd hout, door haar gewoonweg niet in behandeling wordt genomen zonder ook maar enige inhoudelijk motivatie. Ik ben om die reden dan ook nadrukkelijk van mening dat Mevr. Mr. L. de Bruin in deze niet onafhankelijk is.

Vertrouwende op een spoedig onafhankelijk onderzoek, teken ik,


Hoogachtend,


    Ing. A.M.L. van Rooij

    Milieu- en Veiligheidskundige


Milieu-onderwerpen
Integriteit Rechterlijke Macht

C.c.

  • A. Hagendoorn, Milieudefensie te Amsterdam.
  • J. Juffermans, kleine Aarde te Boxtel.
  • M. Koenen, Stichting Natuur en Milieu te Utrecht.
  • A. Nigten, NIVON te Amsterdam
  • M. Vos, lid 2e Kamer Groen Links te 's-Gravenhage.
  • A. van Bergen, fractielid De Groenen te Nijmegen.


Bijlage:

  1. Mijn brief van 28 maart 1997 aan Dr. E. Borst-Eilers (Minister van VWS) en Drs. A.P.W. Melkert (Minister van SZW) (14 pagina's)
  2. Brief van 11 april 1997 (kenmerk:ARBO/AMIL/9700842-T) van het Ministerie van SZW (1 pagina).
  3. Mijn brief van 6 juni 1997 aan Dr. E. Borst-Eilers (Minister van VWS) (4 pagina's)
  4. Mijn brief van 24 juni 1997 aan Drs. A.P.W. Melkert (Minister van SZW) (6 pagina's)

Antwoord van de Ombudsman