Harry Kerkhof over de integriteit van politiek en Justitie

IRM . . Juristen . . EU Grondwet <==> SDN . . Klokkenluider . . N.C. Burhoven

Aangifte van strafbare feiten, zoals die zijn begaan door het Gerechtshof Leeuwarden

Aan de Voorzitter van het College van Procureurs-Generaal              Faxen naar 070-3399850

Dhr. Jhr. Mr. J.H. de Wijkerslooth de Weerdesteyn

Prins Clauslaan 16

Postbus 20305

2500 EH  Den Haag

Fax. 070-3399850                                                                           Heerenveen, 22 maart 2004.

 

AANGIFTEN  en  KLACHTEN.

 

 

Betreft: A.1. Aangifte van strafbare feiten, zoals die zijn begaan door het Gerechtshof Leeuwarden.

B.1. Aangifte van strafbare feiten, zoals die zijn begaan door de officier van Justitie,

                      dhr.mr. E. Boelen.

             C.1. Aangifte van strafbare feiten, zoals die zijn begaan door de politiefunctionarissen

                                   dhr. I.Stoelwinder en dhr. M.A.F. Pol.

D.1. Aangifte van strafbare feiten, zoals die zijn begaan door de Regio Politie in Heerenveen.

E.1. Aangifte van strafbare feiten, zoals die zijn begaan door de gemeente Heerenveen.

F.1. Aangifte van strafbare feiten, zoals die zijn begaan door Rijkswaterstaat

 

 

A.2. Klacht tegen de gedragingen van het Gerechtshof Leeuwarden.     

B.2. Klacht tegen de gedragingen van de officier van Justitie, dhr.mr. E. Boelen.         

             C.2. Klacht tegen de gedragingen van politie-functionarissen: dhr.I.Stoelwinder en M.A.F. Pol.

D.2. Klacht tegen de gedragingen van de politiefunctionarissen van Regio Politie Heerenveen.

            E.2. Klacht tegen de gedragingen van de gemeente Heerenveen

 

 

Geachte Voorzitter, College,

 

Inleiding:

Onderstaande Aangiften en Klachten zijn een vervolg óp en een aanscherping ván het Verzoek tot Strafrechtelijk Onderzoek (met Cassatie-Verzoek en vele bijlagen, dat ik op 17 sept.'03 bij u heb ingediend. Nieuwe ontwikkelingen, voortschrijdend inzicht en bredere informatie laten zien, dat de misdragingen van het Gerechtshof en de officier van Justitie/het OM niet incidentele toevalligheden zijn, met slechts een geringe invloed op (het verloop van) het Recht. De misdragingen, enz. blijken dermate ernstige strafbare feiten te zijn, die door het verlies van integriteit en geloofwaardigheid een zo grote invloed te hebben op onze samenleving, dat niet meer kan worden volstaan met een Verzoek tot Strafrechtelijk Onderzoek. Deze zaken dienen nu grondiger te worden aangepakt. Daarom wordt dit vrijblijvende Verzoek vervangen door deze verplichtende Aangiften en Klachten.

 

Ik dien deze Aangiften en Klachten in bij u, het College van Procureurs-generaal, om ondermeer de volgende redenen:

 

a)       Het betreft hier ondermeer de richtige opsporing van strafbare feiten, waarvan het OM/de rechtbank/de gerechtshoven kennis nemen. Gelet op ondermeer Art. 140 Wetboek van Strafvordering(SV) moet het College van Procureurs-Generaal hier voor waken.

Het betreft echter niet alleen de Aangiften en Klachten waarvan deze instituten kennis hebben genomen, maar het betreft ook de Aangiften en Klachten, die betrekking hebben op de strafbare feiten, die deze instituten zelf hebben begaan bij de behandeling van de bij hen binnengekomen aangiften en klachten.

b)      Het doen van deze Aangiften en Klachten bij de hierboven genoemde politie en/of officier van Justitie en/of Gerechtshof is zinloos en ongepast, omdat deze, op hen zelf betrekking hebbende Aangiften en Klachten, dan zouden moeten worden behandeld en beoordeeld door

       de beklaagden zelf.

c)       Het betreft hier dus niet alleen de onjuiste gedragingen en strafbare handelingen van het

Gerechtshof, enz, maar ook die van (de functionarissen van) het Hof, de Politie en het OM

zelf, alsmede van Rijkswaterstaat en de gemeente Heerenveen.

d)   De onder A, B, C, D, E n F genoemde Aangiften en Klachten hangen samen mèt en zijn een

gevolg ván ondermeer de behandeling van de Aangifte(Bijlage: Ba-h) en de Vervolg-Aangifte (Bijlage:Ca-k) van misdrijven door de gemeente Heerenveen en Rijkswaterstaat. Op deze (Vervolg)Aangiften heeft niet alleen het Hof op onjuiste wijze afwijzend beschikt, maar ze blijken bovendien door het OM (de officier van Justitie en de Politie) op zodanig onjuiste wijze te zijn behandeld en afgewezen, dat de strafbare feiten van Rijkswaterstaat en de gemeente

Heerenveen ten onrechte onbestraft konden blijven.

e)   Met mijn brief (' Verzoek tot Strafrechtelijk Onderzoek' van 17 sept.'03, met vele bijlagen) heb

       ik mij reeds eerder tot u gewend. Ik verzocht u/het College daarin, om de gedragingen van

       Gerechtshof Leeuwarden en de kennelijke valsheid van de door dit Hof afgegeven

 Beschikkingen (Bijlagen: G4a,b en H1,2), strafrechtelijk te onderzoeken.  In uw brieven van 8

 okt.'03 (PaG/BJZ/9170) en 7 jan.'04 (PaG/BJZ/10019) hebt u mij bericht, dat u mij  niet 

              behulpzaam kon zijn, omdat het gesloten systeem van rechtsmiddelen van het SV. formeel  

 tot gevolg heeft, dat tegen zo'n Beschikking niet meer kan worden opgekomen. Met dit

 antwoord bent u toen voorbij gegaan aan de onjuiste gedragingen en strafbare feiten, zoals

 die genoemd worden in de onderstaande Klachten en Aangiften. Daarom leg ik deze zaken

 nu op een enigszins andere wijze opnieuw aan u voor.               

 

NB.1. Voor nadere informatie en inzicht verwijs ik u naar het in a) genoemde dossier, dat hoort bij het

          Verzoek tot Strafrechtelijk Onderzoek van 17 sept.'03 en naar het dossier dat moet liggen bij het

          Gerechtshof Leeuwarden, alsmede naar de bij deze brief gevoegde bijlagen. Ik verzoek u, om al

          dit materiaal, alsmede deze Aangifte met bijlagen, als geheel herhaald en ook aan u gericht te

          beschouwen.

 

A.1. = Aangifte tegen het Gerechtshof Leeuwarden.

Hierbij doe ik bij u/ het College van Procureurs-generaal Aangifte van strafbare feiten, zoals die zijn begaan door dit Gerechtshof Leeuwarden:

 

  1. Het overtreden van de Wet wegens het bij herhaling kennelijk opzettelijk onjuist opvatten van

       Klachten Art.12 SV, als aangiften van strafbare feiten, door de officier van Justitie begaan.

 

  1. Het overtreden van de Wet (Art. 12 SV) wegens het bij herhaling kennelijk opzettelijk oneigenlijk gebruiken van het begrip 'Kennelijk' van Art.12c SV.

 

  1. Het overtreden van de Wet (art.12d SV) wegens het bij herhaling niet voldoen aan de

verplichtingen, die Art.12d SV stelt tot het (ver)horen van de klager.

 

  1. Het opzettelijk overtreden van de bepalingen van het Wetboek van Strafrecht(Sr) Artikelen

       225 en 226 juncto Wetboek van Strafvordering(SV) Art. 356 (= Valsheid in geschrift), wegens

       het afgeven van Beschikkingen, die door de strafbare feiten in 1. en 2. als vals moeten

       worden aangemerkt.

 

B.1. = Aangifte tegen de officier van Justitie in Leeuwarden.

Hierbij doe ik bij u/College van Procureurs-generaal Aangifte van strafbare feiten, zoals die zijn begaan door de officier van Justitie, dhr. mr. E. Boelen van het Arrondissementsparket Leeuwarden.

 

1.       Het opzettelijk overtreden van de bepalingen van het Wetboek van Strafrecht (Sr.) Artikelen 225 en 226 juncto Wetboek van Strafvordering(SV) Art. 356 (= Valsheid in geschrift), wegens het nemen en motiveren van een Beslissing, om niet te vervolgen, op onjuiste gronden.  

Zowel zijn Beslissing, als de motivatie zijn zodanig in strijd met de werkelijke onweerlegbare feiten, dat deze als vals moeten worden aangemerkt.  Zie ondermeer de Klacht Art.12 SV van 28 april '03 (Bijlage: 19a-i), de brief  Boelen van 23 febr.'04 (Bijlage: 38 a-e) en zijn korte antwoord daarop van 23 febr.'04 (Bijlage: 37).

 

2.       Het opzettelijk onjuist doen uitvoeren van onderzoek inzake de verkeerde Aangifte (van 20 febr.'03, Bijlage:Ba-h) en het daarbij doen voorstellen, alsof het een onderzoek betreft inzake de Vervolg-Aangifte (2 juni '03, Bijlage: Ca-k). Zie Onderzoek van 24 dec.'03 (Bijlage: 40 a-y).

 

3.    Het door deze beëdigde officier van Justitie (zie Art. 29 Wet Rechterlijke Organisatie

       opzettelijk overtreden van Art.207 Sr.(= plegen van Meineed) wegens het zich conformeren

       aan en het presenteren en gebruiken van valse documenten/onderzoek en/of het afleggen

       van valse verklaringen.

 

        4.   Het overtreden van ondermeer Art.9 juncto Art.12 lid 1, SV, wegens het niet nemen en

              schriftelijk meedelen van een Beslissing inzake het wel of niet vervolgen op de Vervolg-

              Aangifte van 2 juni '03. (= opzettelijke dienstweigering).

              Hiermee wordt mij op onrechtmatige wijze en in strijd met het Europese Verdrag voor de

              Rechten van de Mens(EVRM) het Recht ontnomen en de mogelijkheid geblokkeerd, om mij

              middels een Klacht Art.12 SV bij het Gerechtshof te beklagen.

 

5.    Het opzettelijk aanzetten tot onrechtmatig en strafbaar gedrag.

             De officier van Justitie heeft kennelijk opzettelijk aan de ondeskundige politie-onderzoekers

              ondermeer onjuiste opdrachten gegeven en/of onjuiste gedragsregels opgelegd, zodat hij

              erop kon vertrouwen, dat zij niet door mij zouden worden geïnformeerd en dus door de

              verdachte gemeente zouden worden misleid tot het schrijven van een vals

              onderzoek/document en dus tot het plegen van Valsheid in geschrift en Meineed.

       Zie ondermeer C.1en 2 en zie het valse 'Onderzoek' (Bijlage: 40 a-y), alsmede de Klacht

                                Art.12 SV van 16 maart '04 (Bijlage: 41a-c), met daaraan gehechte Bijlagen.   

 

6.    Het kennelijk opzettelijk aanzetten tot dienstweigering en/of tot het plegen van strafbare feiten

       De officier van Justitie heeft de Regio Politie Heerenveen opdracht gegeven, om hun dienst te

weigeren en hun taken mbt. het opnemen en/of onderzoeken van Aangiften niet uit te voeren. 

Zowel telefonisch als schriftelijk (zie Bijlage: 42) heeft de Politie Heerenveen mij te verstaan

gegeven, dat zij in het vervolg geen aangiften van mij zullen opnemen; de reeds aangegeven

zaken zullen niet in behandeling worden genomen en/of voor kennisgeving worden

aangenomen.

 

7.   Het kennelijk opzettelijk handelen in strijd met de Wet gehandeld, door een volstrekt

               eenzijdige en dus partijdige aanpak van dit conflict. Hij blijkt de argeloze onderzoekers te

               hebben opgedragen, om alleen de verdachte (en dus partijdige) gemeente te verhoren en

               tegelijk mij (de onpartijdige deskundige) aanklager volledig van verhoor uit te sluiten.

               Bovendien moesten zij kennelijk aan de harde feiten en schriftelijke bewijzen in mijn

               (Vervolg)-Aangifte voorbij gaan en/of deze als onjuist aanmerken.  Zie ondermeer de

               Bijlagen: 32a-b, 34, 35, 38a-e.

 

C.1. = Aangifte tegen de politiefunctionarissen dhr. I.Stoelwinder en dhr. M.A.F. Pol.

Hierbij doe ik bij u/College van Procureurs-generaal Aangifte van strafbare feiten, zoals die zijn begaan door de politiefunctionarissen, dhr. I.Stoelwinder en dhr. M.A.F. Pol.

 

 1.   Het kennelijk opzettelijk handelen in strijd met de Wettelijke Voorschriften door een volstrekt

               eenzijdige en dus partijdige aanpak van het door hen uitgevoerde onderzoek. De

               onderzoekers hebben uitsluitend de verdachte gemeente Heerenveen gehoord en de

               aanklager geheel buitengesloten. De door deze verdachte opgestelde feitelijk onjuiste

               zienswijzen hebben zij als de waarheid aangenomen en gepresenteerd.

               Zij hebben de ware feiten en onweerlegbare bewijzen van, zowel de zienswijzen, als de

               Aangifte van de aanklager geheel buiten hun beschouwing gelaten.

 

          2.   De politiefunctionarissen hebben kennelijk opzettelijk in strijd met de Wet gehandeld, door

                zich valselijk als onafhankelijk en onpartijdig voor te doen. Deze onderzoekers van de

                Regio-Politie Heerenveen, waarvan de burgemeester het hoofd (dus feitelijk hun baas) is,

                kunnen echter per definitie niet als onafhankelijk en onpartijdig worden aangemerkt in een

                conflict waarin dezelfde gemeente Heerenveen de verdachte partij is.

 

   3.   Het kennelijk opzettelijk overtreden van de bepalingen van het Wetboek van Strafrecht (Sr.)

         Art. 225 en 226 juncto Wetboek van Strafvordering(SV) Art. 356 (= Valsheid in geschrift),

       wegens het opstellen en presenteren van een vals onderzoeksrapport/-document.