Partijdigheid, vooringenomenheid, belangenverstrengeling en corruptie verzieken ons rechtssysteem! Wie durft vragen stellen?

Brief aan de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

IRM . . Juristen . . Court Watch <===> SDN . . Klokkenluider . . N.C. Burhoven

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens



't Achterom 9a
5491 XD Sint Oedenrode             
Tel. 0413-490387        
Fax. 0413-490386



AANTEKENEN, 11 april 1998


Tevens (excl. bijlagen) verstuurd per fax: 073 - 6816266 op 12 april 1998.


TEVENS PERSBERICHT

    
    

    Uw nummer: H01.96.0873 Mijn kenmerk: Wra/11048 Uw kenmerk: K.15.93,K87.96 en K58.94.

Betreft:
    Verzoek om wraking van Vice-president mr. Van der Velden in de zaken met bovengenoemde kenmerken.
    Aan:
      Mr. A. Jurgens (persoonlijk),
      President van het Gerechtshof,
      Postbus 90155,
      5200 MG 's-Hertogenbosch.


Edelachtbare heer Jurgens,


Op grond van artikel 29 t/m artikel 43 uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kunnen rechters die een zaak behandelen voor de aanvang der pleidooien worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. In de zaken met als kenmerk: K15.93, K87.96 en K58.94 word ik op 15 april 1998 te 11.45 uur in de gelegenheid gesteld gehoord te worden door de voorzitter van de kamer van het Hof, Vice-president mr. Van der Velden.

Voorafgaande aan die hoorzitting verzoek ik U Vice-president mr. Van der Velden te wraken op grond van de volgende feiten en/of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden.

    1e feit

Bij uitspraak K84.96(verw.Hof Amsterdam nr.11/95) van 13 maart 1998 heeft Vice-president mr. Van der Velden inzake Gebr. van Aarle B.V., gevestigd te Sint Oedenrode, uitgesproken. In die uitspraak heeft mr. Van der Velden beslist dat tegen de gebr. van Aarle B.V. niet strafrechtelijk zal worden opgetreden tegen de volgende gepleegde strafbare feiten:

De Gebr. van Aarle B.V. hebben in februari 1992 de in geding zijnde gewolmaniseerde tuinhuisjes van Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode mogen bouwen zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning in strijd met het vigerende bestemmingsplan.

Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode hebben tot op heden (6 ½ jaar lang) gedoogd dat de Gebr. van Aarle B.V. de in geding zijnde gewolmaniseerde tuinhuisjes heeft laten staan zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning in strijd met het vigerende gemeentelijke bestemmingsplan en als zodanig jarenlang geweigerd uitvoering te geven aan uitspraken van de Raad van State.

De Gebr. van Aarle B.V. hebben van Burgemeester en Wethouders dus al 6½ jaar lang strafbare feiten mogen plegen zoals staat verwoord in artikel 108 van de Woningwet en artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode zijn om die reden zeer nadrukkelijk medeplichtig aan de door de gebr. van Aarle B.V. gepleegde strafbare feiten.

Wat schetst mijn verbazing, halverwege maart 1998 krijg ik uitspraak K84.96 (verw.Hof Amsterdam nr R11/95) van 13 maart 1998 van Vice-president mr. Van der Velden in mijn brievenbus. Daarin heeft mr. Van der Velden beslist dat de gebr. van Aarle B.V. voor het 6½ jaar lang plegen van bovengenoemde strafbare feiten niet strafrechtelijk wordt vervolgd en daarmee zelfs ook nog mag doorgaan.

Mr. Van der Velden heeft zich in zijn uitspraak enkel en alleen gebaseerd op niet juiste informatie van Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode en als zodanig op informatie van een college die de gebr. van Aarle B.V. 6½ jaar lang heeft geholpen met het plegen van bovengenoemde strafbare feiten. Mr. van der Velden heeft deze beslissing genomen op niet juiste informatie van Burgemeester en Wethouders zonder dat ondergetekende als klager zijn inzichten heeft kunnen geven en derhalve in strijd met artikel 6 EVRM, zoals is uitgesproken in de uitspraak van het Europese Hof voor de rechten van de Mens, van 18 maart 1997, nr. 8/1996/627/810 (Mrs. Bernhardt President).

Op grond van vorenstaande is vast komen te staan dat mr. Van der Velden jegens de gebr. van Aarle B.V. en Burgemeester en Wethouders niet onafhankelijk beslist. Sterker nog hij is medeplichtig aan de hierboven omschreven gepleegde strafbare feiten door de Gebr. van Aarle B.V. en Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode. Wanneer Mr. Van der Velden opgemelde zaken met als kenmerk: K15.93, K87.96 en K58.94, betrekking hebbende op de Gebr. van Aarle B.V., Burgemeester en Wethouders van

Sint Oedenrode en overige betrokkenen in behandeling neemt, dan is op grond van zijn eerder genoemde beslissing vast komen te staan dat de gerechtelijke onpartijdigheid gegarandeerd veel schade zal leiden.

    2e feit.

Bij brief van 5 april 1998, kenmerk Ger/05048, heb ik de President van het Gerechtshof verzocht om op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur een afschrift van alle stukken uit de 3 opgemelde dossiers toe te sturen, zodat ik kan nagaan of ik al die stukken in mijn bezit heb en of betreffende dossiers compleet zijn.

Bij brief van 8 april 1998, krijg ik van de President van het Gerechtshof het bericht dat de Wet Openbaarheid van Bestuur geen grondslag biedt voor het verstrekken van verzochte stukken. Hieruit leid ik af dat de president van het Gerechtshof de Wet Openbaarheid van Bestuur inhoudelijk niet kent.

De werkelijke reden waarom aan mij de verzochte stukken niet worden toegestuurd moet gezocht worden in het feit met bedoelde dossiers is gerommeld met als doel voor Gebr. van Aarle B.V., Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode en overige betrokken partijen gunstige beslissingen weten te realiseren. Ook hiermee is vast komen te staan dat de gerechtelijke onpartijdigheid gegarandeerd veel schade zal leiden.

    3e feit

Met een 2-tal brieven d.d. 2 februari 1998 heeft de griffier mij medegedeeld dat de behandeling in opgemelde zaken is vastgesteld op maandag 6 april 1998. Daarvoor heb ik een dag vrijgenomen van mijn werk.

Tot mijn grote verbazing krijg ik op vrijdag 3 april j.l. een 3-tal brieven, gedateerd op 20 maart 1998, in mijn brievenbus met de mededeling dat de opgemelde zaken op woensdag 15 april 1998 zijn vastgesteld en dat ik binnen 14 dagen na dagtekening de griffier kenbaar moet maken of ik al dan niet in de raadskamer van het Gerechtshof op 15 april 1998 zal verschijnen. Toen ik op 3 april j.l. betreffende brieven in mijn brievenbus kreeg, waren de "binnen 14 dagen na dagtekening" reeds verstreken.

Het zal U duidelijk zijn dat hier sprake is van opzet en zelfs van boze opzet. Om die reden en het feit ik op 15 april 1998 ben verhinderd, heb ik bij brief van 5 april 1998, kenmerk Ger/05048, de President van het Gerechtshof verzocht om de behandeling van betreffende zaken met opgemelde nummers te verzetten naar een latere datum. Bij brief van 8 april 1998 krijg ik van de President van het Gerechtshof te horen dat de behandeling in genoemde zaken niet kan worden uitgesteld omdat mr. Van der Velden reeds in het buitenland is.

Uit vorenstaande kunt U opmaken dat de werkelijke reden waarom de behandeling niet kan worden uitgesteld, belangenverstrengeling is. Ook hiermee is vast komen te staan dat de gerechtelijke onpartijdigheid gegarandeerd veel schade zal leiden. Op grond van bovengenoemd 3-tal feiten aan bewijsmateriaal heb ik onontkoombaar aangetoond dat mr. Van der Velden in de behandeling van opgemelde zaken niet onafhankelijk is. Hij is zelfs medeplichtig aan de door de gebr. van Aarle B.V. al 6 ½ jaar lang voortdurende gepleegde strafbare feiten.

Ik richt aan U daarom het nadrukkelijke verzoek mr. Van der Velden op grond van bovengenoemde 3-tal feiten te wraken. Tevens verzoek ik U de behandeling van opgemelde zaken met zaaknummers K15.93, K87.96 en K58.94 op te schorten tot is beslist op dit wrakingsverzoek en mij dat vóór 15 april 1998 schriftelijk te bevestigen. Ook verzoek ik U mij in het bijzijn van mr. Van der Velden en in het bijzijn van derden, waaronder de pers (media), te horen en de datum van de hoorzitting af te stemmen met mijn zeer drukke agenda.

    Oproep aan de pers (media).

Hierbij roep ik de pers (media) op om aan de hierboven omschreven verstrengelde belangen, die zich via mr. Van der Velden binnen het gerechtshof te '-Hertogenbosch hebben weten te infiltreren, maximaal in de openbaarheid te brengen zodat het Gerechtshof daarvan wordt gezuiverd.

    Geplaatst op internet

Een afschrift van deze brief heb ik laten registreren bij de Stichting Sociale Databank Nederland op site adres: http://www.sdnl.nl/irm-45.htm

Een afschrift van deze brief heb ik verstuurd aan:

  • tr. R.M. Brockhus, hoofdredacteur van de Sociale Databank Nederland, Westkade 227, 1273 RJ Huizen.
  • J. Hop, kinderbeschermingsdeskundige, Joubertstraat 24, 3851 DM Ermelo. E-mail j.hop3@chello.nl
  • Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA, deskundige Rechterlijke Macht, Van Polanenpark 58, 2241 RS Wassenaar.


Vertrouwende op uw schriftelijke reactie vóór 15 april a.s., teken ik,


Hoogachtend,

A.M.L. van Rooij (directeur)





Milieu-onderwerpen
Integriteit Rechterlijke Macht


Steun SDN op bankgiro NL93 RABO 0339 9134 44 Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres:
sdn@planet.nl
Site adres: http://www.sdnl.nl/irm-42.htm

Disclaimer