Partijdigheid, vooringenomenheid, belangenverstrengeling en corruptie verzieken ons rechtssysteem! Wie durft vragen stellen?

Vragen over rapport van Stichting Advisering Bestuursrechtspraak

IRM . . Juristen . . Court Watch <===> SDN . . Klokkenluider . . N.C. Burhoven

Ing. A.M.L. van Rooij

Milieu- en Veiligheidskundige

Henry George: De Aarde behoort toe aan alle levende wezens, en niet aan een toevallige belegger


't Achterom 9a                Sint Oedenrode
5491 XD                       16 oktober 1997
Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387              Afgegeven met
Fax. 0413-490386              bewijs van ontvangst.


Tevens verstuurd per fax naar
073-6816371 op 19 oktober 1997.



Mijn kenmerk: RBB/16107/VH.
Uw zaaknummer: Awb 97/7141.


Aan:
    Mr. H.F.M. Hofhuis (persoonlijk),
    President van de Arrondissementsrechtbank,
    sector bestuursrecht, Postbus 90155,
    5200 MH 's-Hertogenbosch.


Betreft:
    Verzoek om herziening van uitspraak Awb 97/8229 van 18 september 1997 van de president van de arrondissementsrechtbank te s-Hertogenbosch, inzake F. v/d Biggelaar 't Achterom 5a te Sint Oedenrode.

    Geachte heer Hofhuis,

Hierbij richt ik aan U het dringende verzoek om middels een spoedeisende procedure Uw uitspraak Awb 97/8229 van 18 september 1997 te herzien en wel op grond van de volgende motivatie:

Mijn beroepschrift van 17 augustus 1997 (zie bijlage 1) heeft Coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker in het bijzijn van griffier A.M. Kooijmans- de Kort in Uw naam gevoegd uitgesproken met mijn verzoeken om voorlopige voorziening van 26 juli 1997 (Awb 97/7732 VV) en van 17 augustus 1997 (Awb 97/8228 VV).

Coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker heeft dit gedaan ondanks het feit ik hem zeer nadrukkelijk kenbaar heb gemaakt dat ik in genoemde zaken een aparte uitspraak wens.

Coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker heeft daarbij tevens in de hoofdzaak uitspraak gedaan zonder mijn toestemming. Die uitspraak houdt enkel en alleen in dat hij mijn beroepschrift van 17 augustus 1997 gegrond heeft verklaard en burgemeester en wethouders gelast tot het vergoeden van het verschuldigde griffierecht. Hiermede heeft hij inhoudelijk geen uitspraak gedaan op mijn beroepschrift van 17 augustus 1997 met als doel om daarmee burgemeester en wethouders behulpzaam te zijn om onder een vernietigende uitspraak uit te komen.

Hiermee heb ik toch echt de bewijslast geleverd dat Coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker als zodanig heeft gehandeld met als doel de zware georganiseerde misdaad rondom F. v/d Biggelaar te helpen en zelfs te verrijken. Bijgevoegd vindt U verder:

  • Mijn brief van 16 september 1997, betreffende maffiapraktijken van burgemeester en wethouders te Sint Oedenrode rondom F. v/d Biggelaar, aan mr. H.F.M. Hofhuis president van de rechtbank te s-Hertogenbosch op internet (bijlage 2).
  • artikel uit de Midden Brabant van 15 oktober 1997, betreffende raadslid Will van Gerwen eist hom of kuit, op internet (bijlage 3).
  • Mijn aangifte van 13 oktober 1993 van het plegen van strafbare feiten door o.a. F. v/d Biggelaar aan de hoofdofficier van Justitie te s-Hertogenbosch (bijlage 4).

Ik verzoek U kennis te nemen van de inhoud. Uit die inhoud kunt U opmaken dat er door toedoen van met name coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker er rondom F. v/d Biggelaar een misdaad is ontstaan van een omvang die niet meer onderdoet voor die van de maffia uit Italië. Het zal u duidelijk zijn dat wanneer mijn beroepschrift van 17 augustus 1997 geen behandeling krijgt zoals U wettelijk verplicht bent die te geven, hiermee de gehele arrondissementsrechtbank te s-Hertogenbosch is komen te vervallen tot een instantie welke is opgericht om de zware georganiseerde misdaad en daarmee de maffia te helpen.

Ik kan mij niet voorstellen dat U, als hoogstverantwoordelijke president, aan zon instantie leiding wilt geven. Om die reden verzoek ik U Uw uitspraak Awb 97/8229 van 18 september 1997 binnen 14 dagen na heden (vóór 1 november 1997) hierop te herzien en alsnog over te gaan tot vernietiging van het gedoogbesluit van 15 juli 1996, welke burgemeester en wethouders bij brief van 21 juli 1997 (1 jaar later) aan mij hebben verstuurd.

Verder verzoek ik U mij in ieder geval hierover te horen en het tijdstip van de hoorzitting af te stemmen met mijn drukke agenda. Ook verzoek ik U Burgemeester en Wethouders te veroordelen in de kosten overeenkomstig artikel 8:73; 8.74 en 8:75 Awb. Dit verzoek om herziening met oproep tot herstel van de integriteit van ons gerechtelijke apparaat is te vinden op internet pagina irm-17.htm.


Hoogachtend,


    Ing. A.M.L. van Rooij

    Milieu- en Veiligheidskundige


Bijlagen:

  1. Mijn beroepschrift van 17 augustus 1997, kenmerk RBB/17087/B aan mr. H.F.M. Hofhuis, president van de arrondissementsrechtbank te s-Hertogenbosch (5 paginas).
  2. Mijn brief van 16 september 1997 aan mr. H.F.M. Hofhuis, president van de arrondissementsrechtbank te s-Hertogenbosch op internet (2 paginas).
  3. Artikel "raadslid Will van Gerwen eist ham of kuit" uit de Midden Brabant van 15 oktober 1997 op internet (2 paginas)
  4. Mijn aangifte van 13 oktober 1997 (kenmerk:Jus/13107) aan de hoofdofficier van Justitie, Arrondissementsparket te s-Hertogenbosch (4 paginas).


Milieu-onderwerpen
Integriteit Rechterlijke Macht


Steun SDN op bankgiro NL93 RABO 0339 9134 44 Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres:
sdn@planet.nl
Site adres: http://www.sdnl.nl/irm-17.htm

Disclaimer