Grenzen aan overheidshandelen

De situatie van mevrouw Gepke de Leef

Haarlemmermeer is een grote gemeente met ruim 140.000 inwoners en kan dus ook 'grotestads'- problemen verwachten. Desondanks doet het gemeentebestuur er alles aan om deze zo veel mogelijk te voorkomen. Burgemeester Theo Weterings van Haarlemmermeer is dan ook ongelukkig met de situatie van mevrouw Gepke de Leef, die met regelmaat op straat leeft. Burgemeester Weterings: "Laat ik voorop stellen dat ik haar situatie betreur en dat we er als gemeente en als hulpverleningsinstanties alles aan hebben gedaan, en alles aan zullen blijven doen, om haar te helpen. Ik waardeer ook positief de betrokkenheid van burgers die informeren bij politie en gemeente naar haar situatie. Helaas moet ik ook vaststellen dat alle pogingen om haar situatie te verbeteren tot nu toe geen blijvend resultaat hebben gehad. Ze is meerdere malen beoordeeld door het Riagg en opgenomen geweest in de Geestgronden. Daarnaast is zij, over haar klachten tegen de politie, zowel door justitie als door de Nationale Ombudsman in het ongelijk gesteld. Dit alles zorgt er voor dat het bijzonder moeilijk is om haar te helpen. Zij volhardt in haar handelswijze door voor het hoofdbureau van politie in Hoofddorp te gaan liggen en wil zich niet laten helpen. Ik betreur dat zeer, omdat ze daarmee voorkomt dat professionals haar situatie kunnen verbeteren. Uiteindelijk is er bij elke burger sprake van de verantwoordelijkheid voor het eigen handelen. Ook al heeft deze er zelf ook nadeel van. Ik hoop desondanks dat mevrouw De Leef tot inkeer komt voordat de winter intreedt. Mocht dat onverhoopt niet gebeuren, dan blijft de politie haar in de gaten houden en haar controleren op onderkoelingsverschijnselen. Als die worden geconstateerd wordt direct medisch verzorging ingeroepen."

Noot voor de redactie, niet voor publicatie.