Verklarende brief aan de Stichting Milieufederatie Limburg
EuroStaete . .
EKC . .
Klokkenluiders <===> SDN
. . Wolmanzouten
. . English
|
Sint-Oedenrode, 23 september 1998. Verstuurd per fax 046-4520924
Geachte heer Bemelmans, Allereerst willen wij U bedanken voor ons fijne gesprek van hedenmorgen. Daarin hebben wij U kenbaar gemaakt dat door het shredderen van bouw- en sloopafvalhout ca. 300.000 kg. arsenicumverbindingen en ca. 600.000 kg, chroom VI verbindingen, enorme hoeveelheden pentachloorfenol, lindaan, bifluorides, PAK's, e.d. diffuus in de compartimenten water, bodem en lucht worden gebracht op een zodanige manier dat het maximaal milieu- en gezondheidsschade tot gevolg beeft.
Het in het milieu brengen van deze zwarte lijststoffen dient gezien hun stofeigenschappen, zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit - afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een ernstig risico inhouden, via een maximaal brongerichte aanpak met de best bestaande techniek te worden voorkomen. Arseenverbindingen en chroom VI verbindingen zijn de meest kwalijke kankerverwekkende verbindingen die wij kennen. Er zijn 4-klassen aan kankerverwekkende stoffen. Arseenverbindingen en chroom VI verbindingen vallen in de zwaarste klasse; de klasse l van kankerverwekkende stoffen. Arseenverbindingen en chroom VI verbindingen zijn ook nog verdacht reprotoxisch, hetgeen inhoudt dat het toxische effecten op de reproductiefunctie van vrouwen en/of mannen (o.a. impotentie, fertiliteitproblemen, menstruatiestoornissen, testiskanker) en/of toxische effecten op het nageslacht via vrouwen en/of mannen (o.a. miskramen, ontwikkelingsstoornissen, doodgeboorte) als gevolg kunnen hebben. Chroom VI verbindingen zijn ook nog genotoxisch, hetgeen inhoudt dat wanneer je slechts een molecuul van die stof binnenkrijgt, het betreffend molecuul op termijn al tot kanker kan leiden. Ook kan deze stof genetische schade veroorzaken, Bij bindende uitspraak nrs F03.98.0171 e.v. van 19 augustus 1998 heeft de voorzitter van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State beslist dat hout dat vrijkomt bij bouw- en sloopafval moet worden ingezameld en verwerkt als gevaarlijk afval. Op grond van die uitspraak jurisprudentie) en onderliggende richtlijn 91/689/EEC (pk EG L356) hebben wij bij brief van 29 augustus 1998 Gedeputeerde Staten en de leden van Provinciale Staten van de provincie Limburg verzocht tot onmiddellijke intrekking van alle verleende milieuvergunningen voor zowel de stationaire installaties alswel de mobiele installaties voor het shredderen van hout, niet zijnde plantsoen- of tuinafval, en ondergetekende dat schriftelijk te bevestigen bijlage). Heden na ruim 3 weken heeft de provincie nog steeds niet gereageerd op ons verzoek van 29 augustus 1998. Wij hebben zelfs nog geen ontvangstbevestiging mogen ontvangen. Dit terwijl wij in de Cobouw van 5 september 1998 hebben gelezen dat de provincie Limburg inmiddels liet weten zich te beraden op de maatregelen die Van Rooij voorstelt. (Bijlage). Deze handelwijze van de provincie Limburg naar de media, zonder dat ondergetekende een ontvangstbevestiging heeft ontvangen, achten wij onaanvaardbaar. Op grond van vorenstaande heeft U ons toegezegd direct stappen te zullen ondernemen die leiden tot een totaal verbod voor het shredderen van hout, niet zijnde plantsoen- of tuinafval, binnen de provincie Limburg. Tevens heeft U toegezegd ervoor te zorgen dat via de diverse Limburgse kranten de inwoners van Limburg hierover worden geïnformeerd. U heeft ons beloofd ondergetekende hierover van A tot Z op de hoogte te houden. Onze dank daarvoor. Uiteraard kunt U voor vragen e.d. te allen tijde terecht bij ondergetekende. Hopend U hiermede van dienst te zijn, verblijven wij,
Ecologisch Kennis Centrum BV
Ing. A.M.L. van Rooij, Bijlagen: 26 pagina's volgen. C.c.:
|
