Dringend verzoek om opschorting van verzoek om voorlopige voorziening resp. schorsing tot
intrekking strafrechtelijke immuniteit van ambtenaren in de centrale overheid en bewindslieden


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens

't Achterom 9a
5491 XD
Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387
Fax. 0413-490386

AANTEKENEN
Hoogste spoed

Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak,
Mr. Willem van Konijnenbelt,
voorzitter van de kamer, Afdeling bestuursrechtspraak,
Postbus 20019,
2500 EA 's-Gravenhage.

Sint Oedenrode, 17 maart 2001

OPEN BRIEF

Tevens verstuurd per fax 070 - 3651380 op 18 maart 2001.


Ons kenmerk: SBL/Ro/31011/VV.

Uw nummer: 200001519/10/R3.


Betreft: Stichting tot behoud leefmilieu Buggenum, Haelen, Horn, Nunhem en naaste omgeving e.a. (appellant)/

  • Toezending nadere stukken in opgemelde zaak.
  • dringend verzoek om opschorting van de behandeling van dit verzoek om voorlopige voorziening resp. schorsing tot het moment u uitvoering hebt gegeven aan mijn eis tot volledig herstel van de door u gemaakte fouten, zoals dat staat verwoord in mijn brief van 9 februari 2001.
  • dringend verzoek om opschorting van de behandeling van dit verzoek om voorlopige voorziening resp. schorsing tot het moment de Raad van State haar positief advies, om de strafrechtelijke immuniteit van ambtenaren in de centrale overheid en bewindslieden te handhaven, heeft ingetrokken.


    Geachte heer Konijnenbelt,

In opgemelde zaak laat ik u de volgende nadere stukken toekomen:

  • Mijn brief van 9 februari 2001 aan u als Voorzitter van de kamer Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (5 pagina's).
  • Uw brief van 12 maart 2001 als antwoord daarop (1 pagina).

    Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen. Uit die inhoud kan enkel en alleen worden geconcludeerd dat u weigert uitvoering te geven aan mijn eis om mijn dossier in opgemelde zaak te herstellen overeenkomstig hetgeen ik heb ingestuurd. In het door mij aan u toegezonden dossier moeten de volgende stukken zitten:

    • Mijn verzoek om voorlopige voorziening d.d. 1 februari 2001, kenmerk: SBL/ro/31011/VV, (8 pagina's).
    • Bijlage I; De brief van 22 januari 2001, nummer 200001519/1/R3, van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (1 pagina).
    • Bijlage II; Ons verzoek om cassatie in het belang der wet d.d. 24 januari 2001, kenmerk PG-HRdN/24011/VZ, inclusief de bijlagen 1 t/m 23, aan mr. Th.B. ten Kate, Procureur Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden (146 pagina's en Cd-rom).
    • Bijlage III en IV; De machtigingen van appellanten (20 pagina's).
    • Bijlage V; Uittreksel KvK, ingeschreven onder dossiernummer 41067701 van de stichting tot behoud leefmilieu Buggenum, Haelen, Horn, Nunhem en naaste omgeving (2 pagina's).
    • Bijlage VI; uittreksel KvK, ingeschreven onder dossiernummer 16090111, van het Ecologisch Kennis Centrum B.V. (2 pagina's).
    • Bijlage VII; Uittreksel KvK, ingeschreven onder dossiernummer 17102683, van Van Rooij Holding B.V. (2 pagina's). Deze stukken moeten in het dossier zitten niet meer en niet minder.

    Ik richt aan u daarom het nadrukkelijke verzoek om de behandeling van dit verzoek om voorlopige voorziening resp. schorsing op te schorten tot het moment u het dossier weer op orde hebt gemaakt zoals hierboven omschreven, en aan alle partijen in dit geschil een kopie van het hierboven beschreven in orde gemaakte dossier hebt laten toekomen. Ook verzoek ik u mij dat per omgaande schriftelijk te bevestigen.

    Mocht schriftelijke bevestiging achterwege blijven dan heeft u daarmee tevens bevestigd dat uw Afdeling in deze zaak hiermee opzettelijk feiten of omstandigheden heeft gecreëerd waardoor de rechtelijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. In dat geval rest mij enkel en alleen de mogelijkheid om de behandelende staatsraad hierop vóór de zitting op 23 maart 2001 om 11.30 uur te wraken, hetgeen ik ook zal doen. Bijgevoegd vindt u verder de volgende nadere stukken:

  • Mijn verzoek van 3 maart 2001, kenmerk: RVS/03031/VZ, aan de Vice-president van de Raad van State, mr. H.D. Tjeenk Willink (7 pagina's). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen. Uit die inhoud kan enkel en alleen worden geconcludeerd dat u (de Raad van State) in opgemelde zaak niet onafhankelijk bent.

    In de hiermee samenhangende zaak 200005436/1 van 18 december 2000 heeft u beslist dat de kolengestookte Demkolec elektriciteitscentrale te Buggenum zonder ook maar enige vergunning levensgevaarlijk afval bij wijze van proef mag bijstoken en daarbij onbekende hoeveelheden zwarte lijststoffen mag emitteren naar water, bodem en lucht zonder ook maar enige vergunning. Hiermee heeft u bevestigd niet onafhankelijk te zijn.

    Intussen is mij duidelijk geworden dat u niet anders kan. Uit de inhoud van bovengenoemd stuk kunt u namelijk tevens opmaken dat de minister van Justitie op advies van de Raad van State de centrale overheid (ministers) strafrechtelijk immuun heeft verklaard. In de in geding zijnde zaak hebben minister Jorritsma-Lebbink van Economische Zaken (EZ) en minister J. Pronk van VROM op 3 augustus 2000 met de heren van Halderen, van Meegen, Verwer en de Boer van de Nederlandse Elektriciteitsproductiemaatschappijen en de heer Linhorst van de Federatie Energie Ned. een convenant gesloten. Met het afsluiten van dit convenant hebben minister Jorritsma-Lebbink (EZ) en minister J. Pronk van VROM deze gehele energiesector strafrechtelijk immuun gemaakt. Gedeputeerde Staten van Limburg, die uitvoering geeft aan dit convenant, is daarmee eveneens strafrechtelijk immuun geworden.

    Omdat deze strafrechtelijke immuniteit van Gedeputeerde Staten van Limburg op advies van de Raad van State tot stand is gekomen, betekent dat appellant deze zaak altijd moet verliezen. De Raad van State kan namelijk haar eigen positief advies met betrekking tot de strafrechtelijke immuniteit van betrokken ministers Jorritsma-Lebbink (EZ) en Pronk (VROM) nooit afvallen.

    Ik richt aan u daarom het nadrukkelijke verzoek om de behandeling van dit verzoek om voorlopige voorziening resp. schorsing op te schorten tot het moment de Raad van State haar positief advies, om de strafrechtelijke immuniteit van ambtenaren in de centrale overheid en bewindslieden te handhaven, heeft ingetrokken. Tevens verzoek ik u mij dat per omgaande schriftelijk te bevestigen.

    Mocht schriftelijke bevestiging achterwege blijven dan heeft u daarmee tevens bevestigd dat uw Afdeling in deze zaak ook hiermee opzettelijk feiten of omstandigheden heeft gecreëerd waardoor de rechtelijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Ook in dat geval rest mij enkel en alleen nog de mogelijkheid om de behandelende staatsraad hierop vóór de zitting op 23 maart 2001 om 11.30 uur te wraken, hetgeen ik ook zal doen.

    Ik richt aan u het nadrukkelijke verzoek om ruim voor de hoorzitting op 23 maart a.s. aan alle betrokken partijen een afschrift van deze nader toegezonden stukken te laten toekomen en mij dat per omgaande schriftelijk te bevestigen. Tevens verzoek ik u deze nadere stukken volledig te betrekken in uw beslissing op opgemelde zaak.

    In afwachting van de hierboven verzochte schriftelijke bevestiging, per kerend schrijven, teken ik,

    Hoogachtend,

    ing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige

      Ecologisch Kennis Centrum BV
      Voor deze

      Ing. A.M.L. van Rooij,
      directeur

    Websiteadres: www.sdnl.nl/ekc-rs60.htm

    C.c.

    • Katholiek Nieuwsblad
    • Kleintje Muurkrant
    • Twee Vandaag
    • Sociale Databank Nederland website: www.sdnl.nl
    • Roois internetnieuws, website: www.rooi.org.

    Bijlage: Dit schrijven bevat de bijlagen A t/m C, bestaande uit 13 pagina's.