Bedenkingen tegen de ontwerpbesluit van GS-Groningen nr. 99/9119.RMM


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens


    't Achterom 9a,
    5491 XD Sint Oedenrode
    Tel. 0413-490387
    Fax. 0413-490386


AANTEKENEN _ _

    Gedeputeerde Staten
    van de provincie Groningen
    Postbus 610, 9700 AP Groningen

    Sint Oedenrode, 28 september 1999.

    Tevens, excl. bijlagen, verstuurd per fax 050 - 3164933 op 29 september 1999.

    Ons kenmerk: RB/ProvGr/28099/bd.

    Betreft:

      R.M. Brockhus / Bedenkingen tegen uw vanaf 2 september 1999 t/m 29 september 1999 ter inzage gelegde ontwerpbesluit nr. 99/9119.RMM.


    Geacht college,

    Namens R.M. Brockhus, wonende aan de Westkade 227, te 1273 RJ Huizen, hierna te noemen: appellant, dient ondergetekende hierbij de volgende bedenkingen in tegen uw opgemeld ontwerpbesluit nr. 99/9119.RMM.

      Bedenking 1.

    Bijgevoegd vindt u nogmaals:

    • Onze bij brief van 20 november 1998, kenmerk: RB/ProvGr/20118/bd, bij uw college ingediende bedenkingen (zienswijze)(4 pagina's). Wij verzoeken u nogmaals kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als woordelijk herhaald en ingelast te beschouwen. Uit die inhoud kunt u opmaken dat uw voorzitter J.G.M. Alders, als voormalig minister van VROM, bij brief van 21 januari 1991, SR/29N0274, aan R. Poppe van de Socialistische Partij letterlijk het volgende schrijft:

        Tenslotte vormt hout dat met koper, chroom, arseen is verduurzaamd een probleem in de afvalfase. Immers de norm van 50 ppm arseen voor indeling als chemisch afval wordt in zulk hout met meer dan een factor 10 overschreden. In de afvalfase moeten wij dit hout dus inderdaad beschouwen als chemisch afval en als zodanig verwijderen.

      Wij richten aan uw voorzitter J.G.M. Alders het nadrukkelijke verzoek zich te houden aan zijn eigen besluit, als voormalig minister van VROM, zoals dat staat verwoord in zijn brief van 21 januari 1991 aan de Socialistische Partij.

      Wanneer u op grond van vorenstaande bedenking niet overgaat tot intrekking van alle binnen uw provincie verleende milieuvergunningen voor het shredderen van afvalhout, dan betekent dit dat u gewolmaniseerd hout, dat vrijkomt als bouw- en sloopafval, niet verwijdert en verwerkt als gevaarlijk afval. Voorzitter J.G.M. Alders overtreedt hiermee dan zijn eigen besluit, als voormalig minister van VROM.

      Voorzitter J.G.M. Alders is wettelijk verplicht zich te houden aan zijn eerder genomen besluit als voormalig minister van VROM. Op basis van het genoemde ministeriële standpunt verlangen wij van u om over te gaan tot onmiddellijke intrekking van alle binnen uw provincie verleende milieuvergunningen voor het shredderen van afvalhout. Als aanvulling daarop vindt u bijgevoegd:

    • brief van 16 januari 1992 van ondergetekende, als natuurlijk persoon, aan J.G.M. Alders als minister van VROM (3 pagina's).

    • brief van 12 maart 1992, kenmerk SBM/26292002, van J.G.M. Alders als voormalig minister van VROM als antwoord op bovengenoemde brief van ondergetekende (1 pagina).
    • bezwaarschrift van 25 februari 1992 van ondergetekende, als natuurlijk persoon, aan de Tweede Kamer der Nederlandse Staat (29 pagina's).
    • brief van 31 maart 1992, kenmerk SBM/27392009, van J.G.M. Alders als voormalig minister van VROM (5 pagina's). Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als woordelijk herhaald en ingelast te beschouwen.

      Uit die inhoud kunt u opmaken dat ingevolge het besluit van 21 mei 1991 (stb 247), houdende aanwijzing van chemische afvalstoffen (BACA), gewolmaniseerd hout dat vrijkomt als bouw- en sloopafval moest worden verwijderd en verwerkt als chemisch afval (gevaarlijk afval). U zult zich afvragen, waarom is ingevolge het Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen (BAGA) hetzelfde gewolmaniseerde hout dat vrijkomt als bouw- en sloopafval nu ineens geen gevaarlijk afval meer?

      Het antwoord is simpel; uw voorzitter J.G.M. Alders heeft, als voormalig minister van VROM het Besluit aanwijzing chemische afvalstoffen (BACA) laten omzetten in het Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen (BAGA) om gewolmaniseerd hout dat vrijkomt uit bouw- en sloopafval uitgezonderd te krijgen als gevaarlijk afval. Hij heeft dit gedaan om de organisatiecriminaliteit, die de houtimpregneerbedrijven gebruiken (misbruiken) als dekmantel, hiermee van dienst te zijn. U zult zich afvragen hoe werkt die organisatiecriminaliteit dan?

      Ook dit antwoord is simpel; Via een ernstige tekortkoming in de bestrijdingsmiddelenwet, die geen rekening houdt met de afvalfase van het bestrijdingsmiddel waarvoor de minister van VROM primair verantwoordelijk is maar dat niet wil toegeven vanwege de enorme daaruit voortvloeiende schade voor rekening van de Staat der Nederlanden, heeft het collusiecircuit "Poisoning for Profit" onder leiding van met name Hickson Garantor B.V. en ing. K. Boon als voorzitter van de VHN het gehele ministerie van VROM en het gehele ministerie van Justitie in hun macht gekregen.

      Als bewijs daarvoor vindt u bijgevoegd:

    • brief d.d. 13 mei 1997 van ondergetekende aan mr. M.E.E.H. van Erve, wnd hoofdofficier van Justitie bij het Arrondissementsparket te 's-Hertogenbosch (5 pagina's).
    • de brief van 3 juli 1996 van Carl Tissen Import Export B.V. aan de minister van VROM (6 pagina's).
    • de brief van 19 augustus 1996, kenmerk IBP96040460 van de Minister van VROM als antwoord op bovengenoemde brief van Carl Tissen Import Export B.V. (1 pagina).
    • de brief van 17 juli 1996 van Carl Tissen Import Export B.V. aan de Vaste Kamercommissie Milieubeheer van de Tweede Kamer (2 pagina's).
    • de brief van 9 september 1996, kenmerk VROM-96-629, van de Tweede Kamer aan Carl Tissen Import Export B.V. (1 pagina).
    • de brief van 21 juni 1993, kenmerk A-22-89 FB/am, van criminoloog prof. Dr. F. Bovenkerk aan mr. Ficq, hoofdofficier van Justitie (2 pagina's).
    • de brief van 25 oktober 1998, kenmerk: VROM/25108, van het Ecologisch Kennis centrum B.V. aan drs. J.P. Pronk, minister van VROM (9 pagina's).
    • de brief van 3 oktober 1998, kenmerk DWL/98085370, van R.M. Brockhus aan de minister van VROM (4 pagina's).
    • het artikel "arseenvergiftiging" van R.M. Brockhus (1 pagina).
    • de brief van 5 april 1998, kenmerk: Sorg/05048, van het Ecologisch Kennis Centrum B.V. aan W. Sorgdrager, minister van Justitie (7 pagina's).
    • de brief van 28 september 1998 van het Ecologisch Kennis Centrum B.V. met bijbehorende brief van 26 augustus 1999 aan ing. K. Boon voorzitter van de VHN (6 pagina's).
    • artikel "Friese houtverwerker in de clinch met Ecologisch Kennis Centrum" uit de Cobouw van 22 september 1999 (1 pagina).
    • brief van 13 september 1999, inclusief archiefbijlagen, van Machiels advocaten aan ondergetekende (2 pagina's).
    • brief van 14 september 1999, kenmerk: Gal/Mach/14099, van ondergetekende aan Machiels advocaten als reactie op bovengenoemde brief (3 pagina's).

    Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als woordelijk herhaald en ingelast te beschouwen. Wij vertrouwen erop dat u als college bovengenoemde collusie "Poisoning for Profit" waarin uw voorzitter J.G.M. Alders, als voormalig minister van VROM, jarenlang een hoofdrol heeft gespeeld niet steunt en het bedrijf Over Milieu B.V. Stadskanaal te Ter Apel niet langer gebruikt (misbruikt) als dekmantelbedrijf om via de door hem geproduceerde 'kankerverwekkende houtspaanders' alles te laten vergiftigen met kankerverwekkende stoffen ter bevoordeling van het collusiecircuit "Poisoning for Profit".

      Bedenking 2.

    SHR Hout Research krijgt veel werk van de houtimpregneerbranche. Als bewijs daarvoor vindt u bijgevoegd:

    • Het rapport van SHR van 26 mei 1993, projectnummer: 93.009.dp, uitgevoerd in opdracht van Leegwater Houtbereiding B.V., Verlaat 9, 1704 JN Heerhugowaard (14 pagina's). Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. SHR Hout Research verdient geld aan bedrijven die door het collusiecircuit "Poisoning for Profit" worden gebruikt/misbruikt als dekmantelbedrijf. SHR Hout Research is om die reden niet onafhankelijk.

      Bedenking 3.

    Vanaf 1 januari 1994 zijn onder hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer de vroegere Afvalstoffenwet en de Wet gevaarlijke afvalstoffen opgenomen. Vanaf dat moment gaat de Wet milieubeheer uit van de totale milieubelasting die een bedrijfsactiviteit kan veroorzaken en niet alleen van gevaar, schade en hinder die betreffende bedrijfsactiviteit in de nabije omgeving van de inrichting kan veroorzaken.

    Op pagina 9 van het rapport van SHR staat geschreven dat zij in hun advies alleen maar rekening hebben gehouden met houtstof dat tijdens de shredderbewerking ontstaat en mogelijk in de omgeving kan verdwijnen. Hun advies zegt om die reden niets over de milieuschade die betreffende kankerverwekkende houtspaanders aan water, bodem, lucht en gezondheid aanrichten als gevolg van:

    • verwerking in spaanplaat
    • verwerking in veevoeder
    • uitrijden over voet- en bospaden
    • verwerking tot geperste houtblokjes voor in de open haard
    • verbranding in elektriciteitscentrales
    • vergassing als biomassa
    • gebruik voor in manegebakken
    • etc.etc.
    Het advies van SHR Hout Research is derhalve tot stand gekomen in strijd met hoofdstuk 10 Wet milieubeheer.

      Bedenking 4.

    Op pagina 9 van het rapport van SHR staat geschreven dat er in hun advies van wordt uitgegaan dat over de hoeveelheden houtstof die kunnen ontstaan tijdens shredderen geen nauwkeurige gegevens voorhanden zijn en dat hun berekening uitgaat van een "worst case" benadering. Op basis van een aanname en "worst case" benadering kan nooit tot een kwantitatieve beoordeling worden gekomen.

      Bedenking 5.

    Het rapport van SHR is gebaseerd op een 'worst case' ananlyse van een 6-tal elementen te weten koper, borium, chroom, fluor, arseen en zink. Hout dat vrijkomt uit bouw- en sloopafval bevat veel meer elementen en honderden en mogelijk duizenden giftige verbindingen, waarvan zelfs de impregneerbedrijven niet mogen weten om welke chemische verbindingen het gaat. Hierop is geen "worst case" benadering losgelaten.

      Bedenking 6.

    Adviezen op het gebied van arbeidsomstandigheden mogen vanuit de Arbeidsomstandighedenwet enkel en alleen worden gedaan door een gecertificeerde Arbo-dienst en/of gecertificeerde arbeidshygiënisten. De Arbo-wet verplicht werkgevers om een arbeidsomstandighedenbeleid te voeren, dat onder meer is gericht op het voorkomen van ziekteverzuim. Een belangrijk nieuw element in dat Arbo-beleid is, dat het gebaseerd moet zijn op een deugdelijke en op schrift gestelde inventarisatie en evaluatie van de risico's in het bedrijf. Voor een dergelijke risico-inventarisatie en evaluatie moeten de werkgevers zich laten bijstaan door een gecertificeerde Arbo-dienst. Het advies van SHR voldoet hier niet aan en is derhalve tot stand gekomen in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet.

      Bedenking 7.

    Ten onrechte gaat SHR in haar advies uit van chroom III. Zij hadden uit moeten gaan van chroom VI. Het betreft namelijk een tijdelijk chroom III zout ontstaan uit chroom VI zuur. Wanneer betreffend chroom uitloogt, wordt verbrand, het lichaam binnendringt, kortom niet meer in het hout zit, wordt het weer chroom VI.

      Bedenking 8.

    In de berekening van de blootstelling heeft SHR in haar rapport een enorme rekenfout gemaakt. In hun berekening zijn zij namelijk uitgegaan van het gegeven dat 1 kg. geïmpregneerd hout 6 mg/kg chroom bevat. Dit moet 6 g/kg chroom oftewel 6000 mg/kg chroom zijn. Volgens hun eigen "worst case" benadering wordt hiermee de blootstelling een factor 1000 maal hoger.

    De TDI waarde voor chroom VI, waarvan moet worden uitgegaan, wordt hiermee 86 maal overschreden. Gaat men uit van chroom III, hetgeen niet juist is, dan wordt TDI waarde zelfs nog 36 maal overschreden. De TDI waarde voor arseen wordt hiermee 43 maal overschreden. Zelfs de MAC-waarde voor chroom VI, waarvan moet worden uitgegaan, wordt hiermee 7 maal overschreden. Zelfs de MAC-waarde voor arseen wordt hiermee 4 maal overschreden. Benevens dat krijgen betreffende werknemers nog honderden en mogelijk duizenden andere onbekende giftige en kankerverwekkende stoffen binnen.

    Wanneer u niet onmiddellijk overgaat tot het opleggen van een verbod tot het shredderen van hout dat vrijkomt als bouw- en sloopafval dan heeft u de dood op termijn van veel werknemers en omwonenden op uw geweten. Vooralsnog gaan wij ervan uit dat u niet zover zult gaan en dat u de aan het bedrijf Over Milieu B.V. Stadskanaal te Ter Apel verleende milieuvergunning voor het shredderen van hout dat vrijkomt als bouw en sloopafval onmiddellijk intrekt.

    Wij vertrouwen erop dat u niet in navolging van u voorzitter J.G.M., Alders letterlijk alles wilt vergiftigen met kankerverwekkende stoffen ter bevoordeling van enkelen, te weten het collusiecircuit "poisoning for profit". Wij rekenen er om die reden op dat u:

    1. de bindende uitspraak no's F03.98.0171; F03.98.0179, F03.98.0180; F03.98.0181; F03.98.0182; F03.98.0183 en F03.98.0184 van 19 augustus 1998 van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State respecteert. Deze voorzitter heeft uitgesproken in naam van Hare Majesteit de Koningin. Uw voorzitter J.G.M. Alders is benoemd door dezelfde Hare Majesteit der Koningin. Wanneer hij desondanks geen uitvoering geeft aan haar bindende uitspraak om daarmee het collusiecircuit "Poisoning for Profit" van dienst te zijn, dan rest er mijns inziens voor hem enkel en alleen nog ontslag. In dat geval zal ondergetekende J.G.M. Alders bij Hare Majesteit de Koningin voordragen voor ontslag. Daarbij zal een afschrift van deze brief worden overgelegd.

    2. de arbeidsomstandighedenwet met bijbehorende besluiten respecteert.

    3. de richtlijn 91/689/EEG respecteert.

    4. de EG-verordening nr. 142/97 respecteert.

    5. zich niet laat leiden door voorzitter J.G.M. Alders, die als voormalig minister van VROM jarenlang heeft gestaan aan het hoofd van het collusiecircuit "Poisoning for Profit".
    Op grond van vorenstaande feitelijke informatie richten wij aan u het nadrukkelijke verzoek te besluiten tot intrekking van alle binnen uw provincie verleende milieuvergunningen voor het shredderen van afvalhout dat vrijkomt als bouw- en sloopafval.

    In afwachting van uw besluit tekenen wij,


      Hoogachtend,

    ing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige

      Ecologisch Kennis Centrum BV
      Voor deze

      Ing. A.M.L. van Rooij,
      directeur.


    Website adres: http://www.sdnl.nl/ekc/ekc-gs37.htm

    Bijlagen: Dit schrijven bevat de bijlage A t/m T bestaande uit 106 pagina's.


    SDN-rubrieken