Actuele verslagen en commentaren om onwaarheden en ontbrekende vragen van de commissie over de Bijlmerramp


Burgers & Bijlmer . . Bijlmer enquête . . Doemvlucht <===> Kamerzetel 151. . SDN . . Heijboer

Louis C.P. Bertholet over het eindrapport van de Bijlmer Enquête

Louis C.P. Bertholet
De Busken 51
1566 XG Assendelft
HOLLAND
Tel/Fax: +31 75 - 687 5195
Fax: +31 75 - 687 7548
e-mail: L.Bertholet@ speed.A2000.nl

OPEN BRIEF AAN ALLE FRACTIES van de TWEEDE KAMER

Assendelft, 17-05-1999

Betreft: "EEN BELADEN VLUCHT" Eindrapport Bijlmer Enquête

Het onderzoek naar de toedracht en de gevolgen van de vliegramp op 4 oktober 1992 in de Bijlmermeer te Amsterdam Zuidoost middels de parlementaire enquête is mijns inziens mede door tijdgebrek onvoldoende gebleken. Er is een scala van feiten verzameld, maar het ontbreekt volgens ondergetekende aan diepgang en 'onafhankelijk' deskundig onderzoek. Veel facetten van deze complexe ramp zijn niet behandeld. Ondergetekende durft te stellen dat de hoeveelheid aan verzamelde feiten een voortgezet onderzoek rechtvaardigt.

Eveneens moet mij van het hart dat de waarheidsvinding en het trekken van lessen voor de toekomst niet boven de politiek zijn verheven, waardoor de aandacht naar politiek 'gekonkel' te groot is worden. Een tiental gedreven personen, waaronder deskundigen, hebben ervoor gezorgd dat er uiteindelijk een parlementaire enquête is gekomen. Zij hoopten dat de honderden gestelde vragen meegenomen zouden worden in het onderzoek en dat de gevonden antwoorden hierop terug te vinden zouden zijn in de eindrapportage van 22 april 1999. Helaas moet deze groep constateren dat er ernstig tekort is geschoten in het vinden van de waarheid en lessen voor de toekomst. Er is weinig van de door ons gestelde vragen terug te vinden in het eindrapport.

  • Waarom wordt beweerd dat er géén gevaarlijke stoffen aan boord van vlucht LY-1862 waren? Waarom wordt gesteld dat het om een doodgewone vrachtvlucht ging? Ik kan aantonen met behulp van de vrachtlijsten dat er wèl gevaarlijke stoffen aan boord hebben gezeten.

  • Vlak na de ramp zijn een aantal mensen overleden, waaronder hulpverleners, waarvan bekend is dat hun snelle terminale situatie waarin zij verkeerden zeer verdacht was. Eveneens zijn vlak na de ramp veel huisdieren als honden, katten en vogels op onverklaarbare wijze snel overleden.

  • Op 10 september 1996 breng ik middels een brief met 5 pagina's bijlagen, premier Kok op de hoogte van mijn bevindingen inzake het TNO-rapport TM-96-C050 (contra-expertiserapport betreffende scheefstand motor 3), aanverwante zaken en nog openstaande vragen.

Eveneens attendeer ik de heer Kok middels deze brief op de aantasting van onze democratische waarden. Ik geef duidelijk in de bijlagen te kennen dat deze informatie ook naar zijn vakminister van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, minister Jorritsma is gestuurd. Helaas werd mijn brief op 16 september 1996 beantwoord door de heer kok met de mededeling: "Gezien het onderwerp heb ik deze brief d.d. 10 september 1996 onder de aandacht gebracht van de minister van Verkeer en Waterstaat, Postbus 20901, 2500 EX, 's-Gravenhage."

  • Waarom heeft de parlementaire enquêtecommissie géén externe deskundigheid aangewend om uit te maken dat er wel degelijk sprake is van een scheefstand van motor 3? De eindconclusie van de Commissie luidt: "Op basis van de uiteenlopende conclusies van verschillende onderzoeken naar het vaststellen van de stand van de motoren van de AXG aan de hand van fotografisch materiaal is het niet mogelijk voor de Commissie tot een eenduidige conclusie te komen. Het feit dat de conclusies dermate verschillend zijn, vormt een aanwijzing dat het vaststellen van hoeken met behulp van foto's een gecompliceerd proces is dat gepaard gaat met een substantiële mate van onzekerheid. Hiermee is naar de mening van de Commissie het besproken fotografische materiaal niet goed bruikbaar ten behoeve van analyses in het ongevalonderzoek". De heer Latour en ondergetekende hebben juist duidelijk te kennen gegeven dat het contra-expertiserapport van TNO van geen kanten deugt! Op grond daarvan heeft de Commissie in de voorgesprekken op 12 november 1998 aan de heer Latour verzocht zijn op- en aanmerking weer te geven bij het contra-expertiserapport van TNO. De heer Latour heeft daaraan voldaan en vervolgens is daar niets van terug te vinden in het eindrapport.

  • Waarom wordt in het eindrapport over de mannen in "witte pakken" geschreven dat ik op 5 oktober 1992 deze zou hebben waargenomen op de stortplaats Nauerna? Dit is pertinent onjuist! Er heeft een spontane brand plaatsgevonden op Nauerna d.d. 13 augustus 1998. De volgende dag is door een aantal getuigen 3 mensen in 'witte pakken', waargenomen die metingen aan het verrichten waren.

  • Waarom is er in de eindrapportage niets terug te vinden over het feit dat de adjudanten van de Rijkspolitie de heren J. Houtman en J. de Rooij die de heer Chervin, vrachtmanager van EL AL, in september 1996 hebben ondervraagd voor een proces-verbaal niet dezelfde heer Chervin bleek te zijn die de parlementaire enquêtecommissie tijdens het openbare verhoor ondervroeg?

  • Waarom staat er geschreven in het eindrapport over de heer Aaij dat hij gezegd zou hebben:"d'r worden geen uitspraken gedaan over het aantal vrachtvluchten", terwijl de heer Aaij gezegd heeft:" d'r worden geen uitspraken gedaan over het aantal slachtoffers".

    -Belangrijk is te weten dat de Commissie een onderscheid heeft gemaakt tussen "De Gezondheidsklachten en Gezondheidsklachten". Met "De Gezondheidsklachten" wordt bedoeld dat er een relatie gelegd kan worden met de lading van de El Al Boeing.

    Er kan echter géén relatie gelegd worden met de lading, want volgens de commissie waren er géén gevaarlijke stoffen aan boord. De Commissie oordeelt dat er wèl een relatie gelegd kan worden met "Gezondheidsklachten" en de Vliegramp. "Dit wil niet zeggen dat er een Bijlmerziekte zou zijn". De Commissie legt de schuld bij de overheid, die door traagheid en onderschatting van de problemen bij de rampbetrokkenen zesenhalf jaar 'ziek-makende onzekerheid' heeft teweeggebracht. Er wordt mijns inziens hier een grote beoordelingsfout gemaakt. Evenals de bewering dat er een directe relatie tussen psychische klachten, waaronder PTSS, en de Vliegramp wordt gelegd. Deze beoordelingsfout wordt door vele deskundigen gedeeld.

  • De uraniumoxidedeeltjes in combinatie met andere stoffen die zijn vrijgekomen bij deze ramp hebben er zeker toe bijgedragen dat we te maken hebben met een zeer complex "ziekteklachtenpatroon", waarbij mijns inziens iedereen bewust op het verkeerde been is gezet. Als er slechts 2 gram waterstoffluoride (HF) of aluminiumfluoride aan boord aanwezig zou zijn geweest dan zou dat onder extreme hitte een verbinding aangaan met verarmd uranium. Dr. Moolenburgh spreekt dan over een rampscenario.

    Er is bekend dat er minimaal 5,7 kilogram waterstoffluoride en 200 gram aluminiumfluoride aan boord was. Met grote zekerheid durf ik te stellen dat bij deze Vliegramp door de aanwezigheid van waterstoffluoride en aluminiumfluoride de uiterst gevaarlijke stoffen uraniumhexafluoride en uraniumoxyfluoride zijn vrijgekomen! Dokter Moolenburgh schrijft mij dat het van belang is te weten dat bij het vrijkomen van dergelijke stoffen het eerste verschijnsel niet lichamelijk maar psychisch is, namelijk depressie. Het is een uiting van de beginnende afname van de algemene vitaliteit! Juist die gruwelijke verbinding van uraniumoxide en fluoride zorgen uiteindelijk voor auto-immuunziekten en op den duur kanker. Er moet dus ernstig rekening worden gehouden dat veel mensen met ernstige gezondheidsklachten en auto-immuunziekten lijden aan een stralingsziekte.

  • Mycoplasma is besmettelijk via hoesten, gemeenschap, bloed en urine. Als het in een vroeg stadium wordt ontdekt, kan het behandeld worden met antibiotica. De werkzaamheid van het immuunsysteem, dat inmiddels bij vele 'rampbetrokkenen' blijkt te zijn aangetast, dient daarom zorgvuldig getest te worden. Vooral het onderkennen in een vroeg stadium en het behandelen van de patiënt is van het grootste belang!

  • Hoe is de toename van gezondheidsklachten van de werknemers bij de afval verwerkende bedrijven en stortplaatsen als bijvoorbeeld Nauerna te verklaren? Het lijkt mij belangrijk de afvalstroom van vervuilde Bijlmermeer-grond, puin en vliegtuigdelen nogmaals goed in kaart te brengen.

  • Zeer verdacht is de vermelding op de ladinglijst van Helium refrigerated liquids (AWB-nummer: 114 2914 4835 en 114 2914 4846. nr. "1963" wat gevaar cat.22 inhoudt). Helium is als inerte stof (geen chemische reacties met andere stoffen) te gebruiken als transportmedium om bijvoorbeeld bacterieculturen luchtdicht af te dekken of andere bijzondere stoffen koel te houden.

  • De Commissie heeft eindelijk de ladinglijsten boven water weten te krijgen inzake de 20.000 kg. lading. In hoeverre zijn deze ladinglijsten betrouwbaar? Volgens de Commissie sluit zij fraude zo goed als uit. Waarom? Omdat het pak ladinglijsten uit Israël overeenkwam met de ladinglijsten uit Amerika? Is er onderzoek gepleegd naar de echtheid van de documenten? Is er materiaalresearch gepleegd op de oudheid van de ladinglijsten? Waar is het gedrukt of gekopieerd?

  • Wat weten de heren Lubbers, Kok, Van Mierlo, Dokters van Leeuwen, Hoekstra en Vrakking en de dames Maij-Weggen en Jorritsma over de schending van het non-proliferatieverdrag? Waarom zijn de heren Van Mierlo, Dokters van Leeuwen en Hoekstra nooit onder ede gehoord?

  • Door de tijdsdruk waaronder de Commissie haar taak heeft moeten vervullen, zijn er veel aspecten van de ramp over het hoofd gezien. Er zou een wettelijke aanpassing moeten worden gecreëerd waarin de mogelijkheid aanwezig is, aspecten of moeilijke technische en medische gedeelten verder (diepgaander) te laten onderzoeken en vast te laten leggen in een addendum. Zolang de dagelijks toestromende nieuwe informatie nog niet is verwerkt mag de parlementaire enquêtecommissie mijns inziens niet worden opgeheven! De commissie zou sluimerend moeten zijn of een aantal onderzoekers zouden moeten worden aangesteld die relevante nieuwe informatie alsnog verwerken naast de reeds gedane bevindingen. Het mag niet zo zijn dat zes maanden lang gepoogd is naar het zoeken van waarheidsvinding en lessen voor de toekomst, waarbij de nog steeds binnenkomende relevante informatie voor een 'gesloten deur' blijft liggen.

Dit is slechts een klein gedeelte van vele constateringen van onzorgvuldigheid, het weglaten van relevante informatie en het ontbreken van nieuwe informatie. Er zijn véél feiten verzameld, maar onvoldoende uitgediept. Het 'eigenlijke' onderzoek kan in principe nu van start gaan. Ondergetekende vindt het diep treurig en tevens een overmaat van 'ramp' dat het kabinet zich arrogant en zonder enig teken van verantwoordelijkheid opstelt. Het kabinet profileert zich, alsof er géén parlementaire enquête heeft plaats gevonden.

In de veronderstelling dat u goede notitie neemt van deze brief en die vele brieven die ik u al eerder heb doen toekomen en waarop ik tot op heden nog steeds geen reactie heb gekregen, verblijf ik,

hoogachtend,

Louis Bertholet