Nederland ontbeert een Grondwettelijk Hof als enig land in Europa. Rechterlijke willekeur is dan ook dagelijkse praktijk

Open brief aan de directeur van Stichting USZO
IRM . . Juristen . . EU Grondwet <==> SDN . . Klokkenluider . . N.C. Burhoven

Er is sprake van een speciale regeling gebaseerd op art 99 ARAR

drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA



T.a.v.: De Directeur

PER FAX EN PER POST



Stichting USZO
Postbus 256
2700 AG Zoetermeer


BETREFT:

    --beslag op mijn uitkering ex art. 99 ARAR
    --uw schrijven kenmerk 1013533/17, bureau 2 d.d. 27 november 1997
    --mijn brief aan u d.d. 1 december 1997


Wassenaar, 17 februari 1998

Geachte Directeur,

Hierbij vraag ik uw aandacht voor enkele opmerkingen i.v.m. het beslag dat mijn ex-echtgenote, naar mijn mening volstrekt ten onrechte, gelegd heeft op mijn betalingen ex art 22 ARAR. Als het beslag als zodanig al enige formele grond zou hebben, dan nog is het zo dat de USZO ten onrechte en in strijd met de wet, niet eerst rekening heeft gehouden met vaste lasten zoals huishuur en kosten ziektekostenverzekering. Daar komt nu ook nog het volgende bovenop.

Over de maanden december 1997 en januari 1998 heb ik helemaal niets meer ontvangen, zelfs niet de beslagvrije voet ! Telefonische navraag bij uw medewerker Dhr. S.J. Schuurmans leverde de 'verklaring' op dat de reden is dat ik het USZO-informatieformulier niet had ingestuurd. Verder begreep ik van hem dat ik niet moest denken ooit nog een gulden via de USZO te ontvangen als ik niet alsnog het informatieformulier zou insturen. Ik heb hem erop gewezen dat voor mij geen verplichting geldt dat formulier in te vullen, laat staan maandelijks. Dit mocht niet baten.

Een en ander roept de vraag op welke bedragen over december 1997 en januari 1998 zijn overgemaakt naar de advocaat van mijn ex-echtgenote; mijn gehele inkomen ? Ligt dan daarin de verklaring van het feit dat ik over de genoemde twee maanden geen salarisoverzicht heb ontvangen zoals ik dat normaliter wel ontvang ?

In mijn brief aan u d.d. 1 december 1997 schreef ik: "In het verleden heeft de DUO / USZO al herhaaldelijk gepoogd het ten onrechte zó voor te stellen dat de betalingen aan mij het karakter hebben van een wachtgeld. Dat is niet het geval; er is sprake van een speciale regeling gebaseerd op art 99 ARAR. In het verleden heeft u zich reeds geëxcuseerd voor de bovengenoemde pogingen tot vertekening van de situatie, maar desondanks treedt dat ook nu weer op."

En toch toont u weer exact dezelfde benadering ! Het zonder enige juridische basis iemand op grove wijze onder druk zetten om ten onrechte inzending van het informatieformulier af te dwingen, lijkt mij niet alleen onrechtmatig, maar komt ook neer op grof misbruik van bevoegdheden.

Het zal u niet kunnen verbazen dat ik van u eis dat deze kwesties door u onverwijld en volledig zullen worden opgelost. Anders zou de bedenkelijke figuur ontstaan dat de minister van Economische Zaken verplichtingen van een regeling ex art 99 ARAR niet nakomt, mede omdat de USZO misbruik van macht maakt. Na 1 maart as. zal ik mij vrij achten tot het nemen van verdere actie.

Een zeer spoedige en afdoende reactie van uw zijde lijkt mij in de rede te liggen.

Hoogachtend,

Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA


Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA
tel + fax: 070 5118922
van Polanenpark 58
2241 RS Wassenaar


Zie ook:

    Brief aan de minister van BiZa
    Eerste brief aan de Nationale Ombudsman
    Tweede brief aan de Nationale Ombudsman
    Derde brief aan de Nationale Ombudsman
    Eerste brief aan Minister-president W. Kok
    Tweede brief aan Minister-president W. Kok
    Derde brief aan Minister-president W. Kok