Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Rotterdam 20-10-01.

    A. v. Velsen
    Pa. Mathennesse dijk 223 F
    3027 BL ROTTERDAM

    Een reeks van misbruiken en rechtsverkrachtingen hebben mij het bewijs geleverd, de houding van Justitie en politie te rangschikken onder,wellicht onbewust despotisme, gericht tegen mijn absoluut koppige weerstand tegen ongerechtvaardigd gedrag.

    Rekening houdende met mijn wens om zo mogelijk een rechtvaardig en nobel leven te leiden, is het mijn plicht om ondervermelde inbreuk op de passende eerbied voor de burger te weerstaan, en zo mogelijk te bestrijden om nieuwe waarborgen te stellen voor een toekomstige zekerheid.

    Aan de Rechter, Mevr. M.J. STOLWERK Vliesridderstraat 3a 3039 ZW Rotterdam


    Onderwerp:
    1e Het onder aandacht brengen van het feit dat buiten, juristen, wetten en regels ook nog mensen en morele rechtvaardigheid bestaan, hetgeen vanwege de verbintenis met het leven ook geldt voor hen die het goede voorbeeld dienen te geven, zelfs overheidsfunctionarissen en rechters.

    2e Opzettelijk immoreel en ongerechtvaardigd Justitie gedrag na onterechte arrestatie en valse beschuldiging van de zijde van Justitie en politie.

    3e Het op de hoogte brengen van de 2e kamer van mijn voornemen tot zelfverbranding op een overheidslocatie uit protest tegen Justitie gedrag en de discriminerende feodale onwil van het kabinet.


    mevrouw Stolwerk,

    Zoals U weet ben ik op de meest minderwaardige, ondeskundige en criminele wijze behandeld door de Rotterdamse politie tijdens en na mijn aanhouding op 27 december 1999 in mijn woning aan de 2e hogen-banweg 97 Overschie, wegens verkrachting, poging tot doodslag en wederrechtelijke vrijheidsberoving

    Na de, in de ogen van talloze bewoners van democratische staten ongeëvenaarde, ontoelaatbare overheidsdaden is politie en Justitie doorgegaan met het op alle manieren frustreren van een rechtvaardige oplossing. Hierbij paste zij een ontmoedigingsbeleid toe wat gezien de omstandigheden waarin ik door het politieoptreden kwam te verkeren, onmenselijk genoemd kan worden.

    Alle materiële en immateriële verworvenheden zijn mij door dit optreden ontnomen, Uw beslissing tot toekenning van Fl 900,-- terzake mijn verzoek tot schadeloosstelling, is niet relevant aan de betekenis van de bewoording schadeLOOSstelling, en wordt door mij, evenals de financiële handreiking die mij door de Rotterdamse politie werd aangeboden als 100% onrelevante belediging jegens hetgeen mij is aangedaan beschouwd.

    Voor wat betreft de juridische kant van Uw beslissing was ik abuis met de gedachte dat ik niet in beroep kon gaan tegen Uw beslissing die mede door de invloed van de officier van Justitie mr. Mos op deze wijze tot stand is gekomen, dientengevolge is door mij op 19 oktober beroep aangetekend tegen Uw opmerkelijke beslissing.

    Wat betreft de moreel rechtvaardige zijde zal ik mij zo spoedig mogelijk vervoegen op het hoofdbureau van politie om tegen mij proces verbaal op te laten maken wegens het storen van U als rechter in Uw privé leven, en zo de Justitie in staat te stellen mij te vervolgen.

    Doordat ik mij, vanwege mijn burgerplichten niet wil schuldig maken aan toelaten en continueren van ontoelaatbare overheidsdaden, is het mijn missie, die functionarissen die schuldig zijn aan dit soort situaties of deze in de hand werken door hier niets tegen te ondernemen te bestrijden. Kabinet, rechter en Justitie scharen zich achter deze overheidsdaden, dus ik bestrijdt allen, waaronder U op deze wijze.

    A. van Velsen

    
    
    
    
    Kopie; blz 131 TA + 150 TA + 153a TA + 132y TA


    Blz. TA 152

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland