Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Soest 01-10-01.

    A.v. Velsen.
    Pa. Mathenesserdijk 223 F
    3027 BL ROTTERDAM

    Politie Rotterdam Rijnmond
    T.a.v. de heer C.M. Ottevanger
    Doelwaterplein 5
    3011 AH Rotterdam


    Geachte heer Ottevanger,

    In een gesprek op 1 oktober met de heer S.J. Matthijsen kwam naar voren dat deze niet op de hoogte was van de gewijzigde gespreksdatum met U, welke op 5 oktober was voorzien, hierop informeerde de heer Matthijsen bij Uw secretaresse, ook belde de heer matthijsen zijn gesprekspartner de heer Groeninx die wel op de hoogte was gebracht. Uiterst vreemd kwam over dat de heer Matthijsen, in tegenstelling tot de heer Groeninx ook niet op de agenda voor het gesprek genoteerd stond, ondanks zijn eerdere betrokkenheid en wederzijdse acceptatie als vertegenwoordiger mijnerzijds in een poging de problemen op te lossen.

    Vooralsnog op uitdrukkelijk drang van de heer Matthijsen concluderend dat dit misverstand berust op wederom een slordigheid van de politie verzoek ik U in aller belang escalatie van de gespannen sfeer te voorkomen. De heer Matthijsen zou immers voor niets a.s. vrijdag 5 okt. naar de bespreking zijn gekomen, of zou erger nog door het niet geplaatst zijn op de agenda van de politie en Justitie uitgesloten zijn van verdere bemoeienis met de besprekingen aangaande de oplossing van de problemen. Dit zou onmiddellijk hebben geleid tot afbreking van overleg en hervatting van mijn acties richting top van de Justitie met,zoals U bekend de door mij al aangekondigde gevolgen.

    Wat betreft de bovengenoemde bespreking is niet aan de afspraak voldaan doordat ik ondanks mijn herhaald verzoek aan de officier v. Justitie, en mededeling van de rechter tijdens de terechtszitting op 8 augustus van mijn schadeverzoek, dat de off v. Justitie beantwoording van mijn brief tot na de zitting heeft uitgesteld en voor beantwoording zou zorgdragen, en het verzoek van de heer Borghouts aan deze officier om de brief te beantwoorden, geen antwoord heb gekregen. Mijn eerdere brief waarin ik melding maakte met de advocaat van de duivel te maken te hebben wordt hiermee weer onderstreept, welk feit op zich een oplossing van de problemen onder wat voor tegemoetkomingen dan ook in de weg staat. Ik hoop dat van deze woorden goede notitie word genomen, recht en eerlijkheid staat bij mij hoog in het vaandel. (Pt. A Blz 93 TA.)

    Ook de toegezegde excuusbrief waarvoor hetzelfde geldt, heb ik niet mogen ontvangen. Indien politie en Justitie menen dit gecombineerd samen te vatten met rehabilitatie (Pt. C) is het juist dat hiermee tot na de bespreking gewacht wordt, wat niet wegneemt dat toezegging verplichting met zich meebrengt. Ten aanzien van dit punt blijf ik, verwijzend naar mijn antwoord aan de heer Borghouts waarin ik de stellingname van het college op moreel rechtvaardige en wettelijke gronden weerleg (bijl. 109t/m 111) bij mijn absolute overtuiging en zal niet wijken voor enig compromis.

    Ook de berichtgeving in de pers dat van ondeskundigheid sprake is bij politie en Justitie op gebied van zedenmisdrijven bevestigd dat Justitie zich onverantwoordelijk en met onvoldoende deskundig opgeleide functionarissen stort in zaken waarin zij groot risico loopt enorme schade aan te richten op materieel maar vooral psychologisch gebied, waar dit geval,samen met meer daden een stumperig en extreem voorbeeld van is (bijl.X).

    Wat betreft punt D, vervolging van aangeefster, ik zal voortgaan in mijn streven om herhaling van dit soort strafbare feiten te beperken en Justitie er op blijven wijzen dat dit bestreden dient te worden. Betreffende punt E en punt G mag duidelijk zijn dat ik met alle kracht en rechten vasthoud aan het gestelde.

    Wat punt F aangaat, is er door de heren Bakker en Boom voortreffelijk hulp verleend en zeker niet alleen op dit punt. Op hun voorspraak verleend mevrouw Nix van de vreemdelingen dienst haar medewerking om dit probleem tot een goed eind te brengen.

    Gedragingen van de officier van Justitie die uit oogmerk van imago en respect protectionisme misbruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheden hetgeen hij oncontroleerbaar schijnt te kunnen doen, hebben mijn ogen geopend voor dit onrecht en mij hiertegen met de hakken in het zand gezet, ik zal dus geen duimbreed afwijken van hetgeen ik in deze en eerdere brieven naar voren heb gebracht.

    Hoogachtend,

    A. van Velsen

    Bijlage; 93+94 TA, 109 t/m 111 en X


    Blz. TA 123


    Soest 04-10-01.

    A.v. Velsen.
    Pa. Mathenesserdijk 223 F
    3027 BL ROTTERDAM

    Aan Maas-Delta Deurwaarders Karel Doormanstraat 14 3012 GJ. Rotterdam

    Betreft; Woningbedrijf west Rotterdam Spaanseweg 16 3002 HC. Rotterdam

    Referentie; 2654.0047.02

    Onderwerp; Vooringenomenheid en fouten t.g.v. de gebeurtenissen.

    Brief Maas- Delta Deurwaarders en onjuist huurcontract


    Geachte mijnheer/ mevrouw,

    Door tussenkomst van de politiefunctionarissen, dhr Bakker en Boom van de Rotterdamse recherche heb ik uiteindelijk een woning. Op 17 september kon ik na eerdere weigering door het Woning Bedrijf Rotterdam (WBR) het huurcontract tekenen, mij werd medegedeeld dat vanwege dit uitzonderingsgeval de nodige reparaties en controle uitgevoerd konden worden terwijl ik daar al woonde mits ik de aannemers daartoe in de gelegenheid zou stellen.

    Ik zat in een onmogelijke positie, had hier noodgedwongen geen grote moeite mee, en verzocht vanwege de door de technische dienst van WBR naar voren gebrachte, verwachte reparatieoverlast, gezien de omstandigheden waarin ik verkeerde en de gronden daartoe om enige compensatie van huurbetaling of een wat latere ingangsdatum daarvan. Dit werd geweigerd.

    Aan alle betrokkenen heb ik duidelijk de aard en omvang van de op mij afgekomen problemen voorgelegd, toch werd mij betreffende woning aangeboden waarbij mij slechts 1 kans werd geboden, welke ik met de rug tegen de muur en mijn huisraad in de stromende regen aannam. Om de omstandigheden nog te verzwaren werd de huur nog even door de WBR. in verband met de huurharmonisatie met bijna fl. 100,-- omhoog gebracht voor een woning die vier en een halve verdieping hoog ligt en waar geen lift aanwezig is.

    Alle verwachtingen en toespelingen op een oplossing en de nodige rust, welke mij ook door politie en Justitie aanbevolen en toegewenst zijn, kunnen niet opgelost worden door omstandigheden te scheppen die de problemen vergroten. Van de 18e september tot 1 oktober voldeed ik de huur per pinbetaling op 17 september tijdens het tekenen van het, overigen onjuist opgestelde huurcontract. Daar ik duidelijk de situatie uitgelegd had aan de instanties leek mij het niet meer dan logisch dat van souplesse sprake zou zijn wat betreft de huurbetaling, voordat ik huursubsidie zou ontvangen of aan kon vragen, welke gezien mijn omstandigheden en drukke correspondentie op een gunstig moment moet wachten.

    Blz. 125 TA.

    Er zijn immers al meer dan 1000 A viertjes volgeschreven, 17000 kopieën mijnerzijds en zijn tientallen overheidsfunctionarissen met minstens evenveel papiergeweld doende ontoelaatbaar overheidsgedrag te verdedigen tegen mijn gerechtvaardigde klachten.

    Echter vandaag op 4 oktober heb ik een brief van de gerechtsdeurwaarder "Maas-Delta" ontvangen in verband met een huurachterstand van 2 dagen, hetgeen van onhumane hardheid en zakelijke onkunde getuigd, het kan toch zijn dat door overschrijving of andere kleinigheden er enige dagen overheen kunnen gaan voor bedragen bijgeschreven zijn op rekening van begunstigde.

    Ik meen dat het ongewoon is dat er op deze wijze door een gerechtsdeurwaarder wordt omgegaan met klanten van een woningbedrijf, in het bijzonder in dit geval, waar de WBR. precies weet onder welke omstandigheden ik deze woning heb moeten accepteren en wat de achtergronden zijn.

    Door in principe onredelijke eisen, beginselen die tegen elke zakelijke benadering indruisen en een vooringenomenheid voortkomend uit de bekendheid met het feit dat ik als (ex) verdachte van onmenselijke misdrijven ( overigens onschuldig) in de gevangenis heb gezeten, door deze actie Uwerzijds bekend ben geworden met Uw wantrouwen tegen huurders in het algemeen en mijzelf in bijzonder.

    Achteraf blijken door vertragingen die het gevolg zijn van het in beginsel door WBR weigeren van de toegezegde woning op de afgesproken datum, dit onder het mom van eerst noodzakelijke reparaties die bleken van nul en gene importantie te zijn, ook nog fouten in het huurcontract te zitten.

    De omstandigheden en situatie overziende meen ik dat voortzetting van de, overigens ongeldige huurovereenkomst, door onnodige en premature gedragingen uwerzijds en ten aanzien van de vertrouwenspositie die ik bij U geniet ongewenst is.

    Gedurende de periode die nodig is om elders woonruimte te vinden ben ik genoodzaakt gebruik te maken van de woning. Betreffende vergoeding voor het gebruik van de woning tot die tijd, en de eventuele kosten ben ik bereid tot onderling overleg.

    Voor de goede orde deel ik U mede dat Uw wijze van optreden buiten klantonvriendelijk, respectloos en moreel ongerechtvaardigd is en nergens op enige goedkeuring kan bogen.

    Hoogachtend,

    A. van Velsen


    cc. Hoofdofficier van Justitie mr. H.A. van Brummen, Plv. korpschef dhr. C.M. Ottevanger, WoningBedrijf Rotterdam t.a.v. mevr A.C.M. Kaulingfreks.

    Bijl. Blz. 5, Blz 149a, Blz. 96 TA.


    Blz. TA 126


    Rotterdam, 04-10-01.

    A.v. Velsen.
    Pa. Mathenesserdijk 223 F
    3027 BL ROTTERDAM

    L.S.

    Lang heb ik getwijfeld over het nut van de gevolgen die mijn actie zal hebben voor verbetering van het respect waarmee overheidsfunctionarissen behept zouden moeten zijn.Het is moeilijk deze mensen een manier aan de hand te doen waarmee zij kunnen inzien hoe onredelijk egoïstisch en zelfingenomen zij handelen ten opzichte van de burger wiens belangen zij in feite moeten dienen en vooropstellen.

    Na de ongerechtvaardigde en daarbij toegepaste onwettige en respectloze misdaden, door de Rotterdamse recherche tijdens en na mijn aanhouding en hechtenis gepleegd, wat mij ten deel viel na een minderwaardige en met een enorm aantal leugens in elkaar gefantaseerde aangifte van een paar domme en asociale mensen, was ik ervan overtuigd dat er een voorbeeld moest komen om dergelijke onterende gedragingen verder te voorkomen.

    Ofschoon er aan eenieders handen een zekere mate van onrecht,respectloos, oneerlijk, zelfs misdadig gedrag kleeft, dus ook aan de mijne, wil ik in mijn acties anderen geen geweld of persoonlijk leed aandoen. Terreur of persoonlijk leed doe ik overheidsmensen niet aan omwille het feit dat er achter de functionaris ook nog een mens en burger schuilt. Deze gedachtegang is de garantie voor mijn zelfrespect en zal bij goede analyse van de gebeurtenissen en correspondentie leiden tot dankbaarheid van naaste familieleden van de verantwoordelijke functionarissen jegens mijn geweldloze acties. Door protesten richting overheid en een groot aantal brieven hoopte ik aan de verantwoordelijke functionarissen duidelijk te maken dat ook zij fouten kunnen beamen en excuus mogen maken, zeker in gevallen die zo ernstig zijn geëscaleerd als hier door toedoen van hypocriet en leugenachtig gedrag van politie en Justitie die juist voorbeeld en leidraad dienen te zijn voor de burger.

    Feit is dat er inmiddels duidelijkheid omtrent de gebeurtenissen is bij de minister van Justitie Korthals en het college van Procureurs Generaal en in bijzonder de Procureur Generaal van Justitie dhr mr. J.L. de Wijkerslooth, wonende aan de Zoeterwoudse singel 20, 2313 AZ te Leiden en de Secretaris Generaal van Justitie dhr mr. H.C.J.L. Borghouts wonende aan de Burgemeester v. Lennepweg 36, 2101 RH. te Heemstede.

    Feit is ook dat door de heer Borghouts en door een van de officieren van Justitie mr P.G. Blanken wonende aan Drieblad 3, 2811 EG te Reeuwijk onder supervisie van zijn chef, de Hoofd officier van Justitie mr. H.A. van Brummen wonende aan de Willemskade 17 k4, 3016 D.L. te Rotterdam, is toegegeven dat zij ervan zijn overtuigd dat ik het feit niet heb gepleegd. Toch is angstvallig vermeden om gerechtigheid te doen aan deze voor Justitie schaamteloze zaak omwille van niet anders dan bescherming van imago en angst voor respectverlies waardoor de hypocriete minachting van overheid jegens de burger weer bevestigd wordt.

    Door boven aangegeven feiten gesterkt tracht ik met mijn acties aandacht te vinden voor het schrijnend onrecht door de overheid jegens de oprechte burger, immers eerder werden 440 eekhoorntjes in opdracht van de overheid door de gehaktmolen gedraaid, onze boeren worden door de mangel gehaald en tot wanhoop gedreven, onze Molukse landgenoten na loze en verraderlijke beloften van onze overheid geknecht en onteerd, aan de lopende band lichtten talloze overheidsfunctionarissen de bevolking op door de kas te plunderen, paspoorten uitdelen aan iedere vreemde crimineel die dit maar wenst en vele andere misdaden zonder dwingende maatregelen dit te bestrijden. Ook hiervoor is er een Justitie apparaat opgericht, doch de officier v. Justitie sluit hiervoor zijn ogen.

    De vele slachtoffers van valse aangiftes van dit fenomenaal Justitiebeleid, hetgeen vaak verkrachting van het totale leven van onterecht als verdachte aangemerkte personen inhoud, door verkeerde en ondeskundige werkwijze van Justitie en politie, hebben door hetgeen mij is overkomen op dit gebied,mijn ogen geopend waardoor ik deze uiterst slechte en criminele daden van de Justitie met talloze brieven onder de aandacht van de verantwoordelijken heb gebracht. Dit bleek niet nodig, men wist al van deze wantoestanden en er worden nu eenmaal vergissingen gemaakt, bovendien dient iedere burger zich te onderwerpen aan het gezag werd mij medegedeeld.

    Ik meen dat van vergissingen geen sprake kan zijn geweest, daar Justitie alles in het werk heeft gesteld om de feiten te verbergen, en men bovendien op de hoogte was van het ondeskundig functioneren van onderzoekers op zedenrecherche gebied.Op gebied van gezagsonderwerping wil ik naar voren brengen dat vanwege het ingestelde "gedoogbeleid" er inmiddels talloze voorbeelden zijn waarin onderwerping aan het gezag op de meest onhumane, onhygiënische en onzedelijke wijze de overheid voorgaat in de weigering tot onderwerping aan wet en gezag.Ook hier gaat de regel op dat diegene die de macht heeft, geneigd is tot misbruik. De officier v. Justitie maakt door manipulatie in de sepotformulering misbruik van zijn macht.

    Blz 129 T.A.

    Een reeks van misbruiken en rechtsverkrachtingen hebben mij het bewijs geleverd, de houding van Justitie en politie te rangschikken onder,wellicht onbewust despotisme, gericht tegen mijn absoluut koppige weerstand tegen ongerechtvaardigd gedrag.

    Rekening houdende met mijn wens om zo mogelijk een rechtvaardig en nobel leven te leiden, is het mijn plicht om bovenomschreven inbreuk op de passende eerbied voor de burger te weerstaan, en zo mogelijk te bestrijden om nieuwe waarborgen te stellen voor een toekomstige zekerheid.

    Mijn inzet heeft tot geen enkel resultaat geleid betreffende inzicht en acceptatie van verantwoordelijkheid vanwege ontoelaatbare overheidsdaden gepleegd door de politie en Justitie. Excuus omtrent het opzettelijk verhinderen door politie en Justitie van onderzoek en het vervolgen van de veroorzaakster van de gebeurtenissen vanwege het plegen van strafbare feiten (valse aangifte) De onfatsoenlijke en arrogante reactie van de officier om tegen de toezegging van de Rechter en ondanks de vraag van de Secretaris Generaal van Justitie aan hem om de vraagstelling in mijn brieven behoorlijk te beantwoorden is tevens evenals rehabilitatie achterwege gebleven.

    Als gevolg van de povere resultaten door de kinderlijke onwil van Justitie om ridderlijk het boetekleed aan te trekken en de zaak op te lossen duurt deze kwestie al 2 jaar voort op kosten van de gemeenschap, dat dit ongezond en onacceptabel is begrijpt eenieder. Om reden van uitzichtloosheid heb ik besloten de Justitie te confronteren met een drastische daad die geen ander als mijzelf treft doch de autoriteiten en politiek tot nadenken zal brengen en hopelijk tot verandering van haar gedrag tegen de burgers gericht en in wiens dienst zij behoort te staan.

    Vandaag wordt Justitie berecht en de verantwoordelijke functionarissen bestraft die door zelfingenomenheid vergeten hebben wat rechtvaardigheid en moraal is in de door hen geleide rechtstaat, ook diegenen die schuld hebben kunnen hun gedachten laten gaan over hetgeen zij hebben veroorzaakt uit drang naar sensatie en macht. Beroep op politieke onmacht is een zwak ziekelijk argument om verantwoordelijkheid te ontgaan. Kies, ga heen en zoek een baan.Gebleken is dat de heer Borghouts toegaf dat ik de mij te lasten gelegde feiten niet gepleegd had, het is daarom des te gewetenlozer dat hij en de top van Justitie blijven volharden in hun beleid.

    Bereid tot deze reeds lang hiervoor met Justitie en de vertrouwenspersonen besproken actie tot zelfverbranding, die uiteraard door allen is ontraden , doch door mij goed onderbouwd is weersproken als noodzakelijk voor een in de toekomst verstandiger Justitiebeleid omdat alle manlijke inwoners van dit land op ieder moment waarop dat voor een vrouw gunstig uitkomt ongerechtvaardigd gearresteerd kunnen worden waarbij al hun verworvenheden en opgebouwd respect op misdadige wijze door de politie afgenomen kunnen worden.

    Rekening houdende, dat mijn actie door de overheid bestempeld wordt als zijnde van een gestoord of verward zijnd persoon, verwijs ik naar de inhoud van de door mij gevoerde en onderbouwde correspondentie, en verklaar aanvullend dat ik de waarde van een mogelijke verandering in het beleid en gedragingen van overheidspersoneel naar aanleiding van mijn daad hoger acht dan de rest van de waarde van mijn door de Justitie geteisterde leven. Ik heb begrip voor bestrijding van mijn stelling door mensen die zich geen voorstelling van het door hun slachtoffers ondergane leed kunnen maken, niet voor diegenen die zich hier geen voorstelling van willen maken, ondanks de mening van de landelijke expertisegroep dat Justitie niet deskundig genoeg is in zedenzaken.(bijlage)

    Met dank aan de enkele vrienden die in mijn onschuld bleven geloven en mij de nodige kracht en middelen gaven om zover te komen dat een eerlijke beoordeling tot een eerlijke behandeling zou hebben kunnen leiden. Ook dank aan allen die de discussies op dit gebied op positieve wijze hebben beïnvloed of dat mogelijkerwijs nog zullen doen.

    Ik ben gerust en kan mijn actie als een onbetwistbare en humane strijd zien tegen een gewetenloos onderdeel van ons rechtssysteem. Een rechtssysteem waarin onderdelen onrechtvaardig en tegen beter weten in door bovenvermelde in hun functie althans misdadig optredende topfunctionarissen overeind word gehouden.

    Speciale dank ben ik verschuldigd aan de vertrouwenspersonen die mij hebben bijgestaan in deze moeilijke periode waarin ik niet alleen aangevallen werd door onbetrouwbare misdadigers, maar tevens ongerechtvaardigd door het hele politie en Justitie apparaat.

    Hoogachtend,

    A. van Velsen


    Blz. TA 130


    Rotterdam, zondag 7 oktober 2001.

    A.v. Velsen.
    Pa. Mathenesserdijk 223 F
    3027 BL ROTTERDAM

    L.S.

    Overdreven beschaving, zonder praktische ervaring, maakt een mens zwak en voor het werkelijke leven ongeschikt.

    Opvoeding uitsluitend met behulp van boeken maakt een mens te kritisch, te zelfbewust, schuchter, wantrouwend tegenover zijn bekwaamheden en te fijn voor het praktische leven, al te beschaafd en verfijnd ontwikkeld voor dagelijkse omgang. De beschaving, verkregen door het boek en de hogeschool, verfijnt. Toch is zij vaak niet meer dan een zedenkundige beschaving en wordt ontwikkeld te koste van forsheid en kracht. Beschaving door boeken alleen veroorzaakt verlamming van de daadwerkelijke vermogens.

    De boekenwurm verliest zijn persoonlijkheid; zijn hoofd is vol theorieën en doortrokken van de gedachten van anderen en biedt geen ruimte en moed aan zelfontwikkelde ideeën.

    Het weerstandsvermogen van de krachtige geest, dat hij heeft meegebracht uit de wildernis van leven en natuur is in de hogeschool verslapt. Wanneer hij promoveert verbaast hij zich er over, dat hij de kracht niet meer bezit om te worstelen met mensen en dingen, maar wordt nu in de wedloop van het leven voorbijgestreefd door een knaap, die geen vooruitzichten heeft, maar die in de harde strijd om het bestaan gezond verstand en praktische wijsheid heeft ontwikkeld, wat door theoretische beschaafdheid alleen met gebruik van machtsmisbruik en gemene zaken van tafel gemasseerd kan worden.

    De grootste leider kan álle mensen voor korte tijd bedriegen, "of enige mensen voor altijd" maar nooit alle mensen voor altijd. ,,De gerechtigheid ziet nooit, wie in de schaal is, voordat zij haar in evenwicht brengt"

    De gepromoveerde ziet dikwijls zijn krukken voor kracht aan, woont in een denkbeeldig koninkrijk, waar gezond verstand slechts zelden vertoeft. De wereld geeft weinig om zijn theorieën of zijn kennis van alles en nog wat, de mensheid heeft praktische mensen nodig.

    Beste mensen, de enige onder U die het beter weet ben ik, want ik kan mijn eigen schoenen poetsen.

    Hoogachtend,

    A. van Velsen


    Blz. TA 130 A


    Rotterdam 12-10-01.

    A.v. Velsen.
    Pa. Mathenesserdijk 223 F
    3027 BL ROTTERDAM

    L.S.

    Op dinsdag 9 oktober '01 heb ik het vernederende resultaat vernomen van de bespreking i.v.m. een mogelijke oplossing betreffende de gevolgen van mijn onterechte arrestatie wegens verdenking van de ernstigste misdaden die er bestaan.

    De Justitie, inmiddels overtuigd van mijn onschuld, door uitspraken hierover door de Secretaris generaal van Justitie mr H.C.J.L. Borghouts en een officier van Justitie, heeft de kardinale fout gemaakt een aangifte betreffende een dergelijk zwaar misdrijf over te laten aan het incompetente, asociale, leugenachtige en criminele gedrag van een paar rechercheurs alsmede 3 officieren van Justitie die deze rechercheurs en een hulpofficier te hulp zijn geschoten om mijn klachten tegen hun gedragingen te weerleggen.

    Deze incompetente onderzoekers zouden volgens de Rotterdamse korpschef B.A Ludken deskundige en gecertificeerde zedenrechercheurs zijn, echter apart van het, wat na bestudering van het onderzoek bleek, imbeciele onderzoeksgedrag van deze rechercheurs, blijkt tevens uit het rapport van de landelijke expertisegroep bijzondere zedenzaken van het O.M. dat zedenrechercheurs ondeskundig zijn in hun vakgebied. Volgens het rapport kan het veelal "zogenaamde" slachtoffer van alles worden aangepraat door de rechercheurs en bekenden. Deze "invloed" is van negatief belang waardoor onwaarheden in verklaringen sluipen.

    Het hypocriete standpunt wat de politie inneemt jegens mijn zaak staat in grote tegenstelling tot hetgeen zij erkende in de landelijke pers op dinsdag 2 oktober '01, n.l. dat de bevindingen van het rapport welke o.a. door professor dokter W.Wagenaar van de Leidse universiteit is samengesteld zeer serieus genomen worden, waarbij zuinig toegevoegd wordt dat er verbeteringen mogelijk zijn. De rechercheur is te weinig gespitst op juridische aanknopingspunten en luistert kritiekloos alsof hij een therapeut is, ook vraagt hij niet door. In de verklaringen zitten elementen die je doen twijfelen aan de kwaliteit van het geheugen. Het lastige is dat je zulke zaken niet altijd kunt afwijzen, dan zou je mensen groot onrecht aandoen, want een deel van die zaken is wel waar. Het andere deel doet daarom groot onrecht aan diegenen die door fouten van Justitie in problemen komen.

    Inmiddels zijn door stommiteiten van een paar simpele rechercheurs tientallen hoge functionarissen van Justitie en politie aan het werk om mijn leven na bijna 2 jaar ongerechtvaardigde leugens en woordverdraaiingen te vernietigen omwille van de eer en het respect van politie en Justitie, die juist hierom hun eer en respect verliezen. Door deze vele honderdduizenden guldens kostende poging van Justitie om mij ten koste van hun eer op een miserabele wijze het leven onmogelijk te maken, heb ik mij afgezet tegen de overheid.

    Gisteren kwam ik er eindelijk achter dat de beslissing van het verzoek tot schadevergoeding door de rechtbank genomen op 29 augustus opgehaald kon worden. Van de ruim fl. 89.000.—die mijn advocaat vorderde, althans voor de kosten ten gevolge van de hechtenis en de gevolgen daarvan, oordeelde de (on)rechter mevrouw mr. MJ.. Stolwerk, wonende te Rotterdam op de Vliesridderstraat 3 a 3039 ZW. (omgeving Statenweg) dat ik fl. 900,-- op kon komen halen bij de balie. De resterende 88100,-- gulden welke mijn advocaat onderbouwde in haar verzoekschrift is door mevrouw de onrechter afgewezen, hierbij over het hoofd ziende dat 2 dagen voor de behandeling op 8 augustus mijn advocaat, zeer ongebruikelijk door de officier van Justitie is gebeld en ik de volgende dag met het probleem zat dat ik geen advocaat meer had toen het verzoek werd behandeld. Deze manipulatie om mijn positie als slachtoffer van ontoelaatbare overheidsdaden te ondermijnen is ongehoord, zeker omdat het hier reeds de derde officier van Justitie betreft die van alles probeert uit te halen om het gezicht van de Rotterdamse politie en Justitie te redden.

    Verder geeft de (on)recht)er aan dat ik zonder woon of verblijfplaats ben, waarbij zij gemakshalve weer over het hoofd ziet dat dit komt door de onterechte arrestatie destijds in mijn woning op de 2e hogenbanweg alwaar de politie zonder mijn toestemming goederen die mij toebehoorden heeft verdonkermaand. (diefstal)

    Ook geeft de onrechter aan dat ik niet bereid was om mijn bankrekeningnummer op te geven, waarbij zij nogmaals over het hoofd ziet dat ik dat deed uit protest tegen het asociale gedrag van de officier van Justitie mr H.F. Mos. Ik, die nota bene komt een schadevergoeding vanwege ontoelaatbaar overheidsgedrag te regelen als een moordenaar wordt gefouilleerd, op een wijze die zo tactloos en onvoorbereid was dat van normale omstandigheden die een regeling tot schadevergoeding op een onherstelbare wijze frustreren, de spanningen ontstaan door de gedragingen van politie en Justitie in aanmerking genomen, dit mede doordat ik door deze gebeurtenissen wegens psychische problemen in de W.A.O. zit .

    Blz 131 TA.

    Of deze handelswijze doelbewust zo is gehanteerd met de opzet mij zo murw te maken dat ik van verdere acties tot verkrijging van schadevergoeding en rehabilitatie afzie,is niet zeker te zeggen, doch ligt voor de hand.

    Ook voor de hand ligt het feit dat ik nooit accepteer dat mijn eer en goede naam ten grabbel gegooid is door de politie en Justitie en door de rechter afgedaan wordt met een schadevergoeding van Fl. 900,-- zonder een enkel woord van excuus of verontschuldiging. Dit bedrag komt overeen met het bedrag van mijn telefoonrekeningen ten gevolge van de ontoelaatbare overheidsdaden tegen mij gepleegd, maar dan van een maand, inmiddels is 2 jaar verstreken.

    Hier bevestigd de onrechter dat in dit opzicht Justitie niet handelt naar de maatstaven van morele rechtvaardigheid en de verworvenheden van de rechtstaat, dat de hoofdofficier van Justitie mr. H.A. v. Brummen wonende te Rotterdam aan de Willemskade 17 K4 3016 DL Telefoon privé 010-2133031 chef is van een groot aantal advocaten van de Duivel en de Secretaris generaal van de Justitie mr. H.C.J.L. Borghouts wonende te heemstede aan de Burgemeester van Lennepweg 36 2101 RH, telefoon privé 023-5291763 met de Procureur generaal mr. J.L. de Wijkerslooth wonende te Leiden aan de Zoeterwoudse singel 20 2313 AZ, telefoon 071-5127739 (is reeds vanwege overlast gewijzigd) leiding geven aan een, op dit gebied schaamteloze behandeling van burgers.

    Op alle gebied worden boeren, burgers en buitenlui betreffende schade door de overheid veroorzaakt vernederd en te kort gedaan omwille het eergevoel van bovengenoemde misbruikers van machtsoverwicht. Reeds een jaar geleden schreef ik onderstaand voorbeeld van hetgeen te melden is over de gedragingen van bovenvermelde machtswellustelingen die mijn ondergang ondertekenen, terwijl zij zichzelf en hun soortgenoten dompelen in de profijten welke zij de bevolking bewust en met volle overtuiging onthouden.

    Een reeks van misbruiken en rechtsverkrachtingen hebben mij het bewijs geleverd, de houding van Justitie en politie te rangschikken onder, wellicht onbewust despotisme, gericht tegen mijn absoluut koppige weerstand tegen ongerechtvaardigd gedrag.

    Rekening houdende met mijn wens om zo mogelijk een rechtvaardig en nobel leven te leiden, is het mijn plicht om bovenomschreven inbreuk op de passende eerbied voor de burger te weerstaan, en zo mogelijk te bestrijden om nieuwe waarborgen te stellen voor een toekomstige zekerheid.

    Buitengewone waardering spreek ik uit voor de enkeling binnen de door mij aangeklaagde overheidsorganen die mij met geduld hebben aan willen horen en door wie ik door heb kunnen dringen tot hetgeen ik hierin heb kunnen stellen. De echtgenotes van betrokken functionarissen welke ik telkens tot vervelens toe heb benaderd en die zoals de echtgenotes van Burgemeester Opstelten en mevrouw Korthals, de echtgenote van de Minister van Justitie die haar man heeft bewogen de verantwoordelijke functionarissen te verzoeken hier aandacht aan te schenken wil ik tevens danken mij aangehoord te hebben i. p. v. aangegeven te hebben wegens stalking.

    Toch wil ik allen, zij die zich positief, en zij die zich negatief over deze kwestie hebben gebogen vragen met gezond verstand te werk te gaan in miserabele zaken als deze waar totaal niets overblijft van een verdachte die ongerechtvaardigd is behandeld, waar alle koorden zijn afgesneden om verder te gaan in het leven, zodat niets meer rest dan vechten om dat ene belangrijkste in het leven "eer".

    Ik heb ervoor gekozen (ik kan immers niet anders, hoever mag en kan een overheid gaan om haar slachtoffers murw te maken) om deze mensen in hun privé situatie te confronteren met hetgeen zij aanrichten, hiermede zoveel mogelijk processen verbaal te verkrijgen en zo duidelijk te maken dat deze problemen rechtvaardig en moreel rechtvaardig opgelost dienen te worden i.p.v. een ex-verdachte op een ongegeneerde wijze te beledigen.

    Ik hoop dat familie, buren en bekenden van voornoemde daders, die met voorbedachte rade mij mijn plaats in de maatschappij hebben willen ontnemen, op de wijze kennis willen nemen welke ik bedoel, en mogelijk enige bijdrage kunnen leveren deze daders tot inkeer te brengen.

    Deze vorm van protest eindigt als de landelijke pers voldoende ruimte bied voor een passende plaats ter publicatie van mijn voornemen mijzelf te verbranden binnen een overheidslocatie uit protest tegen het overheidsbeleid welke zulk leed veroorzaakt.

    Hoogachtend,

    A. van Velsen


    Bijlage 1 verslag.

    Blz. TA 132

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland