Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Driebergen 21-07-01.

    A. v. Velsen
    P/a Soesterbergse straat 6b
    3768 EH SOEST


    Uw kenmerk; 5100012/501/AJ.

    Onderwerp ; Bijlage toezeggingen per brief 20-07-01


    Onzinnig vooringenomen recherchewerk, ontoelaatbare daden en onwettig verzuim betreffende de verplichting om ook ontlastend bewijs te verzamelen, zijn gevolg van het strafbare feit vanwege het doen van valse (onware leugenachtige verklaringen) aangifte.

    Na 1 ½ jaar weet ik de Politie en Justitie te overtuigen van mijn onschuld, doch Justitie te Rotterdam blijft volharden in haar mening dat zij niet op papier kan zetten dat ik niet schuldig ben omdat zij er niet bij zijn geweest. Het is vreemd te horen dat ik nu zou moeten bewijzen dat ik het niet gedaan zou hebben, omdat Justitie enkel een aangifte in handen heeft van een overspannen vrouw, waarvan ruim voldoende bewijs voorligt van onbetrouwbaarheid. Bovendien schrijft de wet dat iemand onschuldig is totdat zijn schuld bewezen is.

    Niet anders dan een overspannen zieke vrouw, haar leugenachtige verklaring, een paar stompzinnige verklaringen van idioten welke feitelijk enkel het verhaal van de aangeefster, aanvullen met hun eigen sensationele fantasieën, hebben in combinatie met bovenstaand politiewerk en het totaal ontbreken van mensenkennis deze onnodige ellende kunnen uitbroeden.

    De ongerechtvaardigde mening van Politie en Justitie dat alles de schuld is van aangeefster is ten aanzien van de gebeurtenissen vanaf de controle van haar aangifte aan niet aan haar te wijten, zij was n.l. niet toerekeningsvatbaar, door alle verdriet niet opgewassen tegen de aanhoudende en van motieven voorziene pogingen van haar vrienden om van mij af te komen.

    Ten slotte koos zij de weg der minste weerstand.

    De recherche daarentegen (aan te nemen is dat de burger mag verlangen dat zij op haar taak is berekend en dat ook doet) heeft alles verkeerd gedaan wat er ook maar verkeerd kan gaan en vervolgens is Justitie blind varende op de informatie van de politie tevens het verkeerde pad opgegaan. Vervolgens beseffen Politie en Justitie wat er werkelijk aan de hand is en offeren vrouwe Justitia om bewijs te onttrekken aan het onderzoek en mijn leven te verwoesten ten gunste van de toch al twijfelachtige eer en naam van zichzelf en haar mede functionarissen.

    De verantwoordelijkheid van de gebeurtenissen ligt voor 100 % bij Politie en Justitie en heeft nu de waarheid tot de betrokken functionarissen is doorgedrongen lang genoeg geduurd, mijn daden die ik na mijn aanhouding heb gepleegd en nog zal plegen zijn alleen bedoeld om de waarheid aan het licht te brengen en het recht te laten lopen zoals het de bedoeling behoord te zijn, en zijn niet bedoeld voor eigen voordeel.

    Het is aan de Politie en Justitie om oprecht te worden en deze affaire snel en eerlijk af te ronden nu dit nog met mij als slachtoffer mogelijk is binnen de tijd die ik heb gesteld in mijn schrijven van 18-07-2001 aan de Rotterdamse korpsleiding, welke ik persoonlijk heb afgegeven aan de Heer Bakker in het hoofdkantoor van Politie op 20-07 te 15.30 hr.

    A. van Velsen


    Blz. TA 60



gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland