Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Driebergen 09-07-01.

    A. v. Velsen
    Pa. L. v. Vollenhove 63
    3706 CB. ZEIST

    Toelichting op onderbouwing van schaderegeling verzoek ( blz TA. 21)

    Betreffende punt A.

    Op 07-03-01 ben ik op de luchthaven van Habana teruggestuurd als ongewenst vreemdeling, omdat ik, zoals de immigratiedienst mij mededeelde een crimineel en een verkrachter zou zijn. Ik heb bij terugkomst het voorval gemeld bij Martin Air vanwege mijn koffer die de functionarissen in Cuba voor het gemak maar stukgetrokken hebben, en tevens de Off. v. Justitie in kennis gesteld. Ook is de Cubaanse Ambassade om opheldering gevraagd. ( Zie blz 195 +196) ( Rekeningen en Ticket achter blz 196)

    De koffer merk Carlton kost Fl. 225,--. Geen rek. Het ticket Fl. 1400,--. Het Visum Fl 75,--

    Totaal schade m.b.t. de reis = Fl. 1700,--

    De kosten van de vertalingen zijn +/- Fl. 4000,-- De prijs is officieel Fl. 0,50 per woord excl. Btw. Door de hoeveelheid vertaalwerk deed de vertaler uit Utrecht ( zie stempel beëdigd vertaler) dit werk voor Fl. 0,30 per woord). Ik voeg alle vertaalwerk bij, waaruit blijkt dat er meer dan 13000 woorden vertaald zijn. Ik heb tot nu toe slechts Fl. 2500,-- voorschot betaald zodat ik de rekeningen pas krijg als ik het geheel kan betalen.

    Totale schade genoemd in punt A is Fl. 5700--.

    Betreffende punt B.

    De weggenomen spullen van mijn Moeder hebben geen prijskaartje, en kunnen derhalve niet vergoed doch alleen teruggegeven worden.

    De tas die ik kort voor het gebeurde samen met kleding voor mijn vrouw en mijzelf had gekocht waarin de politie de kleding, mijn Moeders spullen en de ordner met documenten hadden geborgen, is in het schade verzoek wat is opgesteld door de Advocaat opgenomen.

    Gemakshalve voeg ik hier het bedrag in wat reeds is genoemd in dit verzoek, waarbij ik de immateriële schade buiten beschouwing laat, die komt later aan de orde.( blz 167 t/m 172)

    Totale schade genoemd in punt B is Fl. 64910,99

    Betreffende punt C

    De waarde van de boerderij in de staat zoals ik hem heb moeten verlaten, dus zoals op de foto`s is te zien bedraagt meer dan Usd. 60.000.-- .

    Totale schade genoemd in punt C is Fl. 157200,--

    Blz TA. 43.

    Betreffende punt D

    De schade genoemd in punt D (gespecificeerd op blz TA. 39 +TA. 40.) is Fl 91915,--

    Betreffende punt E

    In verband met het verlies van mijn woonruimte door toedoen van de politie ( onderbouwd op blz 226 punt 11) en de beëindiging van mijn opvangmogelijkheid als gevolg van verhuizing van een kennis die mij enige tijd ter wille is geweest, ( zie blz TA. 41.) is het uiterst noodzakelijk dat ik andere tijdelijke woonruimte krijg.

    Derving van woongenot = 730 dagen x Fl. 15,-- = inclusief dit jaar Fl. 9950,--

    Betreffende punt F

    De schade aan loonderving in 2000 wordt in het schade verzoek aan de rechtbank reeds behandeld, het verschil in salaris in dit jaar is na vergelijking tussen de uitkeringen van het G.A.K. ( Fl. 1283,07 per maand) en mijn gemiddelde salaris in 1999 ( tussen Fl. 6000,-- en Fl 7000,-- per 4 weken Netto) een verschil van minstens Fl. 5000,-- per maand. ( zie blz TA. 37 +38 en de bijlagen hiertussen)

    De schade genoemd in punt D is voor dit jaar Fl. 60.000,--

    Betreffende punt G

    De immateriële schade zie ik als een tegemoetkoming vanwege de ellende van nu reeds 1 ½ jaar gemartel en weerstand bieden tegen het toegepaste ontmoedigingsbeleid van politie en Justitie, de onmogelijkheid om het werk voort te zetten waar ik veel voldoening in had , de diskrediet waarin ik in Cuba en in Nederland gebracht ben, de gezondheidsproblemen waar ik sinds het gebeurde mee kamp wat impotentie als gevolg heeft, de onnodige problemen die zijn veroorzaakt door de onverstandige bemoeienis van de politie in extreme familie situaties waar een specialistische hulpverlening op zijn plaats was geweest, de onmogelijkheid om omgang te hebben met mijn nieuwe relatie (sinds maart 2000) door de aanhoudende weigering van Justitie om de werkelijke gebeurtenissen te onderkennen door de uitwijzing uit Cuba.( zie over boekingen voor de verzorging van haar en haar kind), de desillusie die het gevolg is van dat wat voor mij verloren is gegaan nl. mijn thuis waar ik een paradijsje van heb gemaakt, iets wat mij in Nederland afgenomen en onmogelijk is gemaakt om weer op te bouwen, en de gedwongen scheiding van de kinderen van mijn vrouw die ik niet meer kan bezoeken door mijn uitwijzing.

    Door de omvang van deze schade welke mijn leven zeer heeft beïnvloed is het voor mij moeilijk om hieromtrent een idee naar voren te brengen en denk dan aan een vergelijking, die niet te vinden is, zelfs niet met de politieman die in schiermonnikoog voor een zelfde verdachtmaking in de problemen kwam. Een aanvulling op de vergoeding van materiële schade waar die onduidelijkheden oproept zou m.i. middels arbitrage op zijn plaats zijn.

    Een bescheiden voorstel mijnerzijds is aanvulling tot een bedrag van totaal Fl 450.000,--

    Blz TA. 44.

    Betreffende punt H

    Gezien de in punt G genoemde ongerechtvaardigde gevolgen van mijn aanhouding en de gevolgen daarvan voor het contact met mijn relatie meen ik dat het niet meer dan billik is dat snel toestemming en medewerking verleend kan worden aan de hereniging met mijn relatie.

    Betreffende punt I ( inmiddels wordt dit punt door de secretaris-generaal behandeld)

    Terechte rehabilitatie in Cuba zou mogelijk zijn of enigszins versneld kunnen worden door de reeds toegezegde brief in het Spaans en Nederlands waarin de juiste toedracht verklaard wordt.

    Betreffende punt J ( inmiddels wordt dit punt door de secretaris-generaal behandeld )

    Vervolging van aangeefster zou een gerechtvaardigd en terecht middel zijn om het sepot te kunnen herzien, indien dit wordt geweigerd, is dit niet door gebrek aan bewijs wat tenslotte de rechter bij zijn beoordeling meeweegt, , maar het scheppen van een mogelijkheid om het falen van de officier van Justitie te verhullen. Door de rechter opgelegd oordeel is opbouwend voor verdachte. Het is niet de taak van de officier van Justitie om te beoordelen of er voldoende bewijs geleverd is, doch of er voldoende gronden zijn om tot vervolging over te gaan wat zeker het geval is doordat een groot aantal aangetoonde leugens de onbetrouwbaarheid en de gemene motivatie van aangeefster aantonen.

    Hier wordt mijn integriteit verkracht om die van de Officier te bekronen.

    Betreffende punt K

    Sinds Januari 2001 tot heden heb ik nog een aantal telefoon, administratie, reis en porto kosten gemaakt die ten minste Fl. 1500,-- bedragen.

    Aan eigen bijdrage aan de kosten van de advocaat heb ik de volgende declaraties voldaan;

    Decl. No 2001400 = Fl. 295,--

    Decl. No 2001401 = Fl. 295,--

    Decl. No 2001398 = Fl. 295,--

    Decl. No 2001301 = Fl. 36,--

    De schade genoemd in punt K is Fl. 2421,--

    De materiele schade bedraagt Fl 392.096,99 De immateriële schade is Fl. 58.803,01. Revaluatie van Us. Dollar en Cu pesos brengt met zich mee dat een vergoeding al veel netto verlies betekend in het gebied waar ik jaren terug mijn leven opnieuw inrichtte. Derhalve is Fl. 450.000,-- slechts een deel van de huidige waarde van hetgeen ik verloor door de daden van de politie Rotterdam-Rijnmond die ik hiervoor aansprakelijk stel.

    Hoogachtend,

    A. van Velsen


    Blz. TA 45

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland