Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Zeist 26-04-01

    A. v. Velsen
    P/a Laan v. Vollenhove 63
    . 3705 CB ZEIST

    Aan: van der Goen Advocaten. T.a.v. mw. Mr. M.M. Strengers. Postbus 318. 3760 A.H. Soest.


    Reactie op Uw brief dd. 23-04-01.

    Geachte mevrouw Strengers, beste Monse,

    Op 23 april '01 nam ik contact op met Uw kantoor om Mr. Luipen, die U zou vervangen tijdens de zitting op 25 april '01 te 11.35 uur, te verzoeken voor aanvang der zitting wat meer tijd vrij te maken voor overleg. In de brief van 12 april gaf Mr. Luipen reeds aan om hiervoor een half uur nodig te hebben, wat mij gezien nieuwe informatie die ik tel. van Mr. Mos kreeg, kort leek.

    Tijdens dit tel. gesprek met een van Uw collega`s kreeg ik de mededeling dat zowel U als Mr. Luipen mij niet meer zouden bijstaan. Om e.e.a. te verklaren zond Uw collega mij een fax van de door U op dat moment zo kort voor de zitting verzonden brief. Ik ben erg geschrokken van Uw brief die m.i. berust op een misverstand en communicatie verstoring die aan mij te wijten is, daar ik U juist nu, kort voor de zitting niet overal voor waagde te bellen.

    Op 12 april '01 heb ik enkele brieven ter Uwer inzage, persoonlijk op kantoor aan Uw medewerker overhandigd, waaronder diegene die ik later dateerde op 19-04.Dit heb ik na overleg met U, bij alle voorgaande door mij gemaakte brieven ook gedaan. U heeft mij er enige malen op gewezen dat mijn acties en brieven zich tegen mij zouden kunnen keren en soms niet Uw goedkeuring droegen, wat wel eens leidde tot wijziging of annulering van mijn voornemens.

    De brief van Uw collega, Mr. Luipen van 12 april '01 heeft, mede doordat ik van U geen afkeurende reactie kreeg, bij mij de indruk gewekt dat er geen bezwaar bestond omtrent de tekst van deze brieven, waarna ik na enige twijfel de 2 brieven verzond op 19-04.

    Mijn intentie omtrent het verzoek om de zitting te verdagen, die op initiatief van de officier van Justitie zonder overleg sneller behandeld is, was tijdsruimte te krijgen. Dit gezien de inmiddels toegestane aangifte tegen aangeefster en het eventuele resultaat hiervan wat wellicht de indruk van de rechter omtrent mijn oprechtheid zou kunnen verduidelijken.

    Blz 242 A

    Menende dat de bespreking voor de zitting met Mr. Luipen ook zou gaan over de waarde en de invloed hiervan op de behandeling, ben ik er mede door het achterwege blijven van Uw afkeuring toe over gegaan om op de stoel van de advocaat te gaan zitten. Indien ik na het gesprek tussen de officier van Justitie Mr. Mos en U hierover, gezien de korte tijd die ik ter beschikking had, en de drastische gevolgen van Uw besluit telefonisch ter verantwoording was geroepen, had deze onverkwikkelijke situatie, bovenstaande in aanmerking genomen op een andere wijze kunnen worden opgelost. Immers ik ben geen advocaat en heb mij, zoals U bekend veel laten leiden door mijn rechtvaardigheids gevoel, wat niet altijd in de pas loopt met het recht in Nederland.

    Het is nu voor mij te begrijpen dat ik U heb gekwetst als advocaat en als medemens, wat mij zeer zwaar valt, hiervoor bied ik U mijn oprechte excuses aan. Ondanks mijn fouten wil ik U toch verzoeken om mede gezien Uw bekendheid met de zaak en de bemerkingen die tijdens de zitting door de officier ten opzichte van het gebrek aan onderbouwing van het schadeloosstelling verzoek, alsook de herkansing die mij geboden is door de rechtbank om de onderbouwing en de bijbehorende rekeningen op tijd te overleggen, Uw beslissing om U terug te trekken als mijn raadsvrouw in heroverweging te nemen.

    Ik hoop dat ik U met dit schrijven mijn motieven omtrent het gebeurde duidelijk heb kunnen maken, en op grond hiervan mijn excuus kunt accepteren.

    Hierbij hartelijk dank voor Uw grote inzet, uw bericht tegemoet ziende verblijf ik;


    Hoogachtend,

    A. van Velsen


    Blz. 242 B

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland