Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    A. v. Velsen
    Pa. L. v. Vollenhove 63
    3706 CB ZEIST

    Rotterdam 01-03-01.

    Verklaring omtrent de motivatie van mijn protestactie tegen het ongerechtvaardigd, asociaal en ontoelaatbaar politie en Justitie gedrag.

    L.S. Op 27-12-1999 werd ik in Rotterdam door de zedenrecherche onder leiding van hulpofficier Harrold Stap aangehouden op verdenking van poging tot doodslag, verkrachting en wederrechtelijke vrijheidsberoving, waarbij de hulpoff. mij mededeelde dat mij 12 jaar of meer gevangenisstraf boven het hoofd hing. Ter ondersteuning van de doelstelling van de politie om deze verkrachter voor een aanzienlijke periode achter de tralies te krijgen heeft de recherche misbruik gemaakt van haar machtspositie door een groot aantal ontoelaatbare daden te plegen.

    Toch werd dank zij de alertheid van de Rechter commissaris de heer van Zetten de hechtenis voorlopig opgeschort, welke situatie nog steeds voortduurt.Hierna kon ik contact opnemen met mijn advocaat ( de recherche had ook verzuimd om op mijn verzoek rechtshulp in te roepen ), waarna er een groot aantal klachten bij de politie is ingediend. Door de districtschef Hr. A.A.D. Scheepsbouwer zijn een aantal klachten gegrond verklaard, terwijl de resterende klachten op een achterbakse en hypocriete wijze van tafel werden geschoven. Vervolgens werden de resterende klachten ingediend bij de korpschef de Hr. B.A. Ludken die op dezelfde aard en wijze reageerde en om de goede schijn op te houden ook maar een paar klachten gegrond verklaarde.

    Toen resteerde nog de weg naar de korpsbeheerder de Hr. Mr. I.W. Opstelten die om een oordeel over de laatste 6 klachtpunten werd gevraagd, na enige schermutselingen met de ter verantwoording geroepen delinquenten ; de hulpoff. Harold Stap en een van de 2 rechercheurs zijnde "Jan van de Werken" werden 4 klachten alsnog gegrond verklaard en van de 2 overige onthield de burgemeester zich van een oordeel. De 1e overgebleven klacht luidt; ik kon door het groot machtsvertoon tijdens mijn arrestatie niet op een normale wijze terugkeren in de door mij gehuurde woning.

    De 2e luidt ;De politie heeft goederen die mijn bezit zijn zonder mijn toestemming uit het huis meegenomen en deze afgegeven aan de aangeefster, dit is een ontoelaatbare overheidsdaad, welke is toegegeven door de korpsbeheerder, maar zoals de burgemeester oordeelt is het hulp- verlening geweest aan het slachtoffer.Wel in feite ben ik het slachtoffer en dubbel gedupeerd door het in verkeerde handen raken van deze uiterst belangrijke documenten en erfstukken. Verder is er de seponering die op grond van de verdraaide en leugenachtige totstandkoming van het proces-verbaal op een wijze is geformuleerd waar ik niet mee kan leven, en slechts met een paar pennenstreken van de off. van Justitie op een rechtvaardige wijze veranderd kan worden. deze is ten slotte op een criminele wijze tot stand gekomen. Het lijkt mij een goed idee om de enorme fouten die zijn gemaakt door de politie in ieder geval op het gebied van mijn verkrachte eergevoel enigszins te rehabiliteren.

    Ik weet niet hoe ik hierin mijn recht moet halen, de ombudsman heeft tenslotte geen dwingende macht, alleen een adviserende. Om deze redenen zoek ik mijn recht en heil in protestacties die hoogstens wat hinderlijk zijn voor hen die mede verantwoordelijk zijn voor deze criminele toestand. Ik ga door met mijn actie tot er recht is gezet wat de politie veroorzaakt heeft.

    Getekend,

    A. van Velsen

    Blz 181 B

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland