Het eindeloze gevecht tegen de ongecontroleerde macht van het justitieapparaat

Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Amsterdam, 13 november 2000.

    A. v. Velsen
    p/a Bosstraat 92
    3971 XG. Driebergen.
    Tel.nr: 06-17036320

    Park.no 10/031604-99


    Aan D66 2e kamer T.a.v. Mr. B. Dittrich

    Geachte heer,

    Bij deze wil ik u onder aandacht brengen dat ik als gevolg van een valse aangifte op 27-12-1999 en de vooringenomenheid van de recherche, verdachte van verkrachting was en door de formuleringswijze van de officier nog steeds ben.

    Het gevolg van de vooringenomen houding van de recherche was dat zij op eigen titel "poging tot doodslag en wederrechtelijke vrijheidsberoving hebben toegevoegd". Omtrent de aanklacht "poging tot doodslag" is samen met een aantal klachten over de handelwijze van de politie inmiddels excuus aangeboden door de korpschef de heer Ludken.

    Dat de gedragingen van de politie van belang zijn voor de vertekende indruk die de officier van justitie over mijn persoon kreeg, zal duidelijk zijn evenals de indruk die mijn leefomgeving over mij heeft gekregen, in het bijzonder nu de seponering door de officier voor meerdere uitleg vatbaar is. Door leugens, bedrog en misbruik van machtsoverwicht in deze belachelijke vertoning ben ik qua gezondheid en maatschappelijke situatie in de afgrond geraakt.

    Mijn laatste hoop is de bodem ingeslagen door de formulering van de "kennisgeving niet verdere vervolging". Ik heb geen zin om mijn eer te verliezen en zal de overheid duidelijk maken dat het schandalig is dat ambtenaren het imago van de overheid en zichzelf door te liegen op een illegale manier proberen te beschermen. Door de psychische problemen die ik heb door deze situatie heb ik hulp en advies gevraagd aan psychiater Dr. E. Schouten, door de gesprekken met hem ben ik in tegenstelling tot zijn visie juist gesterkt in mijn voornemen om mijn eer en recht op een eerlijke behandeling door justitie en politie uiterste kracht bij te zetten. Mijn angst voor de komende gebeurtenissen heeft hij niet kunnen wegnemen, deze is kleiner dan de ergernis over het onrecht wat mij is aangedaan door justitie.

    De overheid is in gebreke en veel meer dan dat. en het zou de verraderlijke mentaliteit weer herbevestigen wanneer als gevolg van mijn actie de psychiater de schuld zou krijgen. Mijn mentaliteit geeft mij niet de ruimte om terug te komen op mijn voornemen om mij van justitie te ontdoen en dit onrecht via de media aan de kaak te stellen, dat komt omdat ik geen ambtenaar ben, en justitie geen oplossing heeft geboden die rechtvaardig is.

    Ofschoon ik niet meer geloof in een oplossing wil ik toch een beroep op u doen. Eventuele verandering in de situatie brengt niet met zich mee dat ik zal afzien van mijn plan om mij voor 27 december 2000 met benzine te overgieten en te verbranden om mij te onttrekken aan de idioten die kans zien om zoveel belasting geld te verprutsen om iemand onschuldig in de gevangenis te krijgen.

    Bijvoorbaad dank.

    Met vriendelijke groet,

    A. van Velsen



    CC:

    • Min. V. Binnenlandse Zaken Dhr. Mr. R.H.L.M. van Boxtel
    • Dhr. Mr. K.G. de Vries Ministerie van Binnenlandse Zaken
    • Dhr. Mr. A.H. Korthals Ministerie van Justitie Dhr.
    • Mr. J.L. v. Wijkerslooth Openbaar Ministerie


    Blz. 143


    Amsterdam, 13 november 2000.

    A. v. Velsen
    p/a Bosstraat 92
    3971 XG. Driebergen.
    Tel.nr: 06-17036320

    Park.no 10/031604-99


    Aan Minister van Binnenlandse Zaken
    Schedeldoekshaven 200, 2511 EZ Den Haag

    t.a.v. Dhr. Mr. R.H.L.M. van Boxtel


    Geachte heer,

    Bij deze wil ik u onder aandacht brengen dat ik als gevolg van een valse aangifte op 27-12-1999 en de vooringenomenheid van de recherche, verdachte van verkrachting was en door de formuleringswijze van de officier nog steeds ben.

    Het gevolg van de vooringenomen houding van de recherche was dat zij op eigen titel "poging tot doodslag en wederrechtelijke vrijheidsberoving hebben toegevoegd". Omtrent de aanklacht "poging tot doodslag" is samen met een aantal klachten over de handelwijze van de politie inmiddels excuus aangeboden door de korpschef de heer Ludken.

    Dat de gedragingen van de politie van belang zijn voor de vertekende indruk die de officier van justitie over mijn persoon kreeg, zal duidelijk zijn evenals de indruk die mijn leefomgeving over mij heeft gekregen, in het bijzonder nu de seponering door de officier voor meerdere uitleg vatbaar is. Door leugens, bedrog en misbruik van machtsoverwicht in deze belachelijke vertoning ben ik qua gezondheid en maatschappelijke situatie in de afgrond geraakt.

    Mijn laatste hoop is de bodem ingeslagen door de formulering van de "kennisgeving niet verdere vervolging". Ik heb geen zin om mijn eer te verliezen en zal de overheid duidelijk maken dat het schandalig is dat ambtenaren het imago van de overheid en zichzelf door te liegen op een illegale manier proberen te beschermen. Door de psychische problemen die ik heb door deze situatie heb ik hulp en advies gevraagd aan psychiater Dr. E. Schouten, door de gesprekken met hem ben ik in tegenstelling tot zijn visie juist gesterkt in mijn voornemen om mijn eer en recht op een eerlijke behandeling door justitie en politie uiterste kracht bij te zetten. Mijn angst voor de komende gebeurtenissen heeft hij niet kunnen wegnemen, deze is kleiner dan de ergernis over het onrecht wat mij is aangedaan door justitie.

    De overheid is in gebreke en veel meer dan dat. en het zou de verraderlijke mentaliteit weer herbevestigen wanneer als gevolg van mijn actie de psychiater de schuld zou krijgen. Mijn mentaliteit geeft mij niet de ruimte om terug te komen op mijn voornemen om mij van justitie te ontdoen en dit onrecht via de media aan de kaak te stellen, dat komt omdat ik geen ambtenaar ben, en justitie geen oplossing heeft geboden die rechtvaardig is.

    Ofschoon ik niet meer geloof in een oplossing wil ik toch een beroep op u doen. Eventuele verandering in de situatie brengt niet met zich mee dat ik zal afzien van mijn plan om mij voor 27 december 2000 met benzine te overgieten en te verbranden om mij te onttrekken aan de idioten die kans zien om zoveel belasting geld te verprutsen om iemand onschuldig in de gevangenis te krijgen.

    Bijvoorbaad dank.

    Met vriendelijke groet,

    A. van Velsen



    CC:

    • Mr. B. Dittrich, D66 2e kamer
    • Dhr. Mr. K.G. de Vries Ministerie van Binnenlandse Zaken
    • Dhr. Mr. A.H. Korthals Ministerie van Justitie Dhr.
    • Mr. J.L. v. Wijkerslooth Openbaar Ministerie


    Blz. 143


    Amsterdam, 13 november 2000.

    A. v. Velsen
    p/a Bosstraat 92
    3971 XG. Driebergen.
    Tel.nr: 06-17036320

    Park.no 10/031604-99


    Aan: Mr. K.G. de Vries Ministerie van Binnenlandse Zaken

    Geachte heer,

    Bij deze wil ik u onder aandacht brengen dat ik als gevolg van een valse aangifte op 27-12-1999 en de vooringenomenheid van de recherche, verdachte van verkrachting was en door de formuleringswijze van de officier nog steeds ben.

    Het gevolg van de vooringenomen houding van de recherche was dat zij op eigen titel "poging tot doodslag en wederrechtelijke vrijheidsberoving hebben toegevoegd". Omtrent de aanklacht "poging tot doodslag" is samen met een aantal klachten over de handelwijze van de politie inmiddels excuus aangeboden door de korpschef de heer Ludken.

    Dat de gedragingen van de politie van belang zijn voor de vertekende indruk die de officier van justitie over mijn persoon kreeg, zal duidelijk zijn evenals de indruk die mijn leefomgeving over mij heeft gekregen, in het bijzonder nu de seponering door de officier voor meerdere uitleg vatbaar is. Door leugens, bedrog en misbruik van machtsoverwicht in deze belachelijke vertoning ben ik qua gezondheid en maatschappelijke situatie in de afgrond geraakt.

    Mijn laatste hoop is de bodem ingeslagen door de formulering van de "kennisgeving niet verdere vervolging". Ik heb geen zin om mijn eer te verliezen en zal de overheid duidelijk maken dat het schandalig is dat ambtenaren het imago van de overheid en zichzelf door te liegen op een illegale manier proberen te beschermen. Door de psychische problemen die ik heb door deze situatie heb ik hulp en advies gevraagd aan psychiater Dr. E. Schouten, door de gesprekken met hem ben ik in tegenstelling tot zijn visie juist gesterkt in mijn voornemen om mijn eer en recht op een eerlijke behandeling door justitie en politie uiterste kracht bij te zetten. Mijn angst voor de komende gebeurtenissen heeft hij niet kunnen wegnemen, deze is kleiner dan de ergernis over het onrecht wat mij is aangedaan door justitie.

    De overheid is in gebreke en veel meer dan dat. en het zou de verraderlijke mentaliteit weer herbevestigen wanneer als gevolg van mijn actie de psychiater de schuld zou krijgen. Mijn mentaliteit geeft mij niet de ruimte om terug te komen op mijn voornemen om mij van justitie te ontdoen en dit onrecht via de media aan de kaak te stellen, dat komt omdat ik geen ambtenaar ben, en justitie geen oplossing heeft geboden die rechtvaardig is.

    Ofschoon ik niet meer geloof in een oplossing wil ik toch een beroep op u doen. Eventuele verandering in de situatie brengt niet met zich mee dat ik zal afzien van mijn plan om mij voor 27 december 2000 met benzine te overgieten en te verbranden om mij te onttrekken aan de idioten die kans zien om zoveel belasting geld te verprutsen om iemand onschuldig in de gevangenis te krijgen.

    Bijvoorbaad dank.

    Met vriendelijke groet,

    A. van Velsen



    CC:

    • Min. V. Binnenlandse Zaken Dhr. Mr. R.H.L.M. van Boxtel
    • Mr. B. Dittrich, D66 2e kamer
    • Dhr. Mr. A.H. Korthals Ministerie van Justitie
    • Mr. J.L. v. Wijkerslooth Openbaar Ministerie


    Blz. 143


    Amsterdam, 13 november 2000.

    A. v. Velsen
    p/a Bosstraat 92
    3971 XG. Driebergen.
    Tel.nr: 06-17036320

    Park.no 10/031604-99


    Aan Ministerie van Justitie Schedeldoekshaven 100, 2511 EX Den Haag

    T.a.v. Dhr. Mr. A.H. Korthals


    Geachte heer,

    Bij deze wil ik u onder aandacht brengen dat ik als gevolg van een valse aangifte op 27-12-1999 en de vooringenomenheid van de recherche, verdachte van verkrachting was en door de formuleringswijze van de officier nog steeds ben.

    Het gevolg van de vooringenomen houding van de recherche was dat zij op eigen titel "poging tot doodslag en wederrechtelijke vrijheidsberoving hebben toegevoegd". Omtrent de aanklacht "poging tot doodslag" is samen met een aantal klachten over de handelwijze van de politie inmiddels excuus aangeboden door de korpschef de heer Ludken.

    Dat de gedragingen van de politie van belang zijn voor de vertekende indruk die de officier van justitie over mijn persoon kreeg, zal duidelijk zijn evenals de indruk die mijn leefomgeving over mij heeft gekregen, in het bijzonder nu de seponering door de officier voor meerdere uitleg vatbaar is. Door leugens, bedrog en misbruik van machtsoverwicht in deze belachelijke vertoning ben ik qua gezondheid en maatschappelijke situatie in de afgrond geraakt.

    Mijn laatste hoop is de bodem ingeslagen door de formulering van de "kennisgeving niet verdere vervolging". Ik heb geen zin om mijn eer te verliezen en zal de overheid duidelijk maken dat het schandalig is dat ambtenaren het imago van de overheid en zichzelf door te liegen op een illegale manier proberen te beschermen. Door de psychische problemen die ik heb door deze situatie heb ik hulp en advies gevraagd aan psychiater Dr. E. Schouten, door de gesprekken met hem ben ik in tegenstelling tot zijn visie juist gesterkt in mijn voornemen om mijn eer en recht op een eerlijke behandeling door justitie en politie uiterste kracht bij te zetten. Mijn angst voor de komende gebeurtenissen heeft hij niet kunnen wegnemen, deze is kleiner dan de ergernis over het onrecht wat mij is aangedaan door justitie.

    De overheid is in gebreke en veel meer dan dat. en het zou de verraderlijke mentaliteit weer herbevestigen wanneer als gevolg van mijn actie de psychiater de schuld zou krijgen. Mijn mentaliteit geeft mij niet de ruimte om terug te komen op mijn voornemen om mij van justitie te ontdoen en dit onrecht via de media aan de kaak te stellen, dat komt omdat ik geen ambtenaar ben, en justitie geen oplossing heeft geboden die rechtvaardig is.

    Ofschoon ik niet meer geloof in een oplossing wil ik toch een beroep op u doen. Eventuele verandering in de situatie brengt niet met zich mee dat ik zal afzien van mijn plan om mij voor 27 december 2000 met benzine te overgieten en te verbranden om mij te onttrekken aan de idioten die kans zien om zoveel belasting geld te verprutsen om iemand onschuldig in de gevangenis te krijgen.

    Bijvoorbaad dank.

    Met vriendelijke groet,

    A. van Velsen



    CC:

    • Min. V. Binnenlandse Zaken Dhr. Mr. R.H.L.M. van Boxtel
    • Dhr. Mr. K.G. de Vries Ministerie van Binnenlandse Zaken
    • Mr. B. Dittrich, D66 2e kamer
    • Mr. J.L. v. Wijkerslooth Openbaar Ministerie


    Blz. 143


    Amsterdam, 13 november 2000.

    A. v. Velsen
    p/a Bosstraat 92
    3971 XG. Driebergen.
    Tel.nr: 06-17036320

    Park.no 10/031604-99


    Aan Openbaar Ministerie
    Prins Caluslaan 16
    2595 AJ Den Haag


    t.a.v. Mr. J.L. de Wijkerslooth de Weerdesteyn

    Geachte heer,

    Bij deze wil ik u onder aandacht brengen dat ik als gevolg van een valse aangifte op 27-12-1999 en de vooringenomenheid van de recherche, verdachte van verkrachting was en door de formuleringswijze van de officier nog steeds ben.

    Het gevolg van de vooringenomen houding van de recherche was dat zij op eigen titel "poging tot doodslag en wederrechtelijke vrijheidsberoving hebben toegevoegd". Omtrent de aanklacht "poging tot doodslag" is samen met een aantal klachten over de handelwijze van de politie inmiddels excuus aangeboden door de korpschef de heer Ludken.

    Dat de gedragingen van de politie van belang zijn voor de vertekende indruk die de officier van justitie over mijn persoon kreeg, zal duidelijk zijn evenals de indruk die mijn leefomgeving over mij heeft gekregen, in het bijzonder nu de seponering door de officier voor meerdere uitleg vatbaar is. Door leugens, bedrog en misbruik van machtsoverwicht in deze belachelijke vertoning ben ik qua gezondheid en maatschappelijke situatie in de afgrond geraakt.

    Mijn laatste hoop is de bodem ingeslagen door de formulering van de "kennisgeving niet verdere vervolging". Ik heb geen zin om mijn eer te verliezen en zal de overheid duidelijk maken dat het schandalig is dat ambtenaren het imago van de overheid en zichzelf door te liegen op een illegale manier proberen te beschermen. Door de psychische problemen die ik heb door deze situatie heb ik hulp en advies gevraagd aan psychiater Dr. E. Schouten, door de gesprekken met hem ben ik in tegenstelling tot zijn visie juist gesterkt in mijn voornemen om mijn eer en recht op een eerlijke behandeling door justitie en politie uiterste kracht bij te zetten. Mijn angst voor de komende gebeurtenissen heeft hij niet kunnen wegnemen, deze is kleiner dan de ergernis over het onrecht wat mij is aangedaan door justitie.

    De overheid is in gebreke en veel meer dan dat. en het zou de verraderlijke mentaliteit weer herbevestigen wanneer als gevolg van mijn actie de psychiater de schuld zou krijgen. Mijn mentaliteit geeft mij niet de ruimte om terug te komen op mijn voornemen om mij van justitie te ontdoen en dit onrecht via de media aan de kaak te stellen, dat komt omdat ik geen ambtenaar ben, en justitie geen oplossing heeft geboden die rechtvaardig is.

    Ofschoon ik niet meer geloof in een oplossing wil ik toch een beroep op u doen. Eventuele verandering in de situatie brengt niet met zich mee dat ik zal afzien van mijn plan om mij voor 27 december 2000 met benzine te overgieten en te verbranden om mij te onttrekken aan de idioten die kans zien om zoveel belasting geld te verprutsen om iemand onschuldig in de gevangenis te krijgen.

    Bijvoorbaad dank.

    Met vriendelijke groet,

    A. van Velsen



    CC:

    • Min. V. Binnenlandse Zaken Dhr. Mr. R.H.L.M. van Boxtel
    • Dhr. Mr. K.G. de Vries Ministerie van Binnenlandse Zaken
    • Dhr. Mr. A.H. Korthals Ministerie van Justitie Dhr.
    • Mr. B. Dittrich, D66 2e kamer


    Blz. 143

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland