Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Rotterdam 5.11.00.

    A. v. Velsen
    P/a Bosstraat 92
    3971 XG Driebergen


    Aan belanghebbenden:
    Reactie op oordeel Korpsbeheerder Burgemeester van Rotterdam.

    PUNT 1
    Daar de korpsbeheerder van mening is dat de controle van de aangifte een Justitiële aangelegenheid is zal ik hieromtrent de minister advies vragen.

    PUNT 2
    De korpsbeheerder meent dat niet is kunnen blijken dat de Politie met opzet mogelijke privacy aspecten van mij heeft geschaad.

    PUNT 3
    Onder punt 4 van het oordeel van de korpsbeheerder geeft hij aan dat de Politie niet tot afgifte van deze goederen over had moeten gaan, ook de term "hulpverlening" had alleen inhoud gehad indien de Politie eventueel bemiddeld had zodat ieder het zijne had verkregen.

    PUNT 4
    In tegenstelling tot wat de Politie vertelde, verklaart mijn portiekgenote buurvrouw Mevr G. Marks dat zij wel aanwezig was en zelfs de deur voor de politie opende, waarna zij achter de hulpofficier in het portiek ging staan en mij recht in het gezicht kijkend, hoorde wat er mij gezegd werd.

    PUNT 5
    De huisbaas de Hr. Moss is zelfs vanuit het café opgebeld door opgewonden buurtbewoners, waarna hij bij het arrestatieteam bij het trappenhuis uitgelegd kreeg dat ik was gearresteerd en dat het zeer ernstig was ( zie verklaring ).

    PUNT 6
    Gezien de leugens en fantasieën die uit het bovenstaande en uit het hele onderzoek naar voren komen, kan hier alleen onbetrouwbaarheid en onzorgvuldigheid van de Politie gedestilleerd worden. En het maakt niet uit of met opzet privacy aspecten van mij zijn geschaad het is van belang dat mijn privacy geschaad is.

    PUNT 7
    Ten aanzien van het belang van het onderzoek naar aanwezigheid en gebruik van drugs had de onbetrouwbaarheid van de aangifte en de amateuristische werkwijze van de Recherche duidelijk worden. Het gevolg van de werkwijze van de Recherche is, dat ontlastend bewijs geheel ontbreekt terwijl het een van de belangrijkste aspecten is om de waarheid boven tafel te krijgen, bovendien is het een wettelijke verplichting om alle bewijs te verzamelen. ( Zie wetgeving Blz. 117 ). De Politie heeft alleen belastend bewijs en totaal geen ontlastend bewijs verzameld, ook de off van Justitie past wel op dat hij een strafzaak tegen mij begint die hij al verloren heeft. De klachten vallen dus duidelijk binnen de Competentie van de korpsbeheerder.

    blz. 136

    PUNT 8
    Hier schrijft de "korpsbeheerder" op haar naam gestelde stukken zoals eerder verklaar ik dat deze ordner (map) mijn eigendom is en een vijftigtal documenten bevat, die tijdens het verblijf van mijn vrouw in mijn woning door ons werden aangevuld met haar papieren zoals dat ook in het verleden het geval was.

    PUNT 9
    De Politie verklaarde bij monde van rechercheur van de Werken tijdens de klachten bijeenkomst en bij brief door de korpschef op 25 mei dat de onrechtmatig door de Politie meegenomen spullen geregistreerd zijn. Het ligt ook voor de hand dat zulke belangrijke zaken als verblijfsvergunning, officiële documenten en persoonlijke eigendommen geregistreerd worden, ook aannemelijk is dat ter beoordeling wie de bezitter of belanghebbende is van de documenten een tolk geraadpleegd is, daar de meeste documenten Spaanstalig waren. Voordat de korpsbeheerder dan ook kan concluderen dat de map documenten bevatte die op naam van mijn echtgenote staan zou er eerst onderzoek moeten komen naar de vorm van de registratie. Indien dit ook is verzuimd kan er alleen vanuit gegaan worden dat deze zaken zonder mijn toestemming uit mijn woning zijn meegenomen en deze z.g. hulpverlening een onrechtmatige overheidsdaad is.

    PUNT 10
    De korpsbeheerder verklaard mijn klacht gegrond , maar ik breng uitdrukkelijk onder aandacht dat de formulering van de gronden er m.i. alleen op is gericht om het imago van de rechercheurs ongerechtvaardigd in bescherming te nemen ,en een aanfluiting is voor de rechtsstaat.

    PUNT 11
    Ten aanzien van dit punt verwijs ik naar punt 9 in mijn klachtbrief van 12 Juni 2000. Deze klacht diende om aan te tonen dat na het enkele minuten durende sporenonderzoek door de recherche geen moeite is gedaan om later een professioneel onderzoek te verrichten.

    Met de nu bekende feiten omtrent de gang van zaken zal ik mij op zeer ongebruikelijke wijze tot verschillende ministers wenden.

    Hoogachtend,

    A. van Velsen


    Blz. 137

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland