(15-03)
Artikel in de
Volkskrant naar aanleiding van de
verklaring van Gerda Mostaard tegenover Pierre Heijboer.
__________________________________________________________________________________
Bijlmerbewoonster zag verdwenen zwarte doos
Van onze verslaggever
Pierre Heijboer
Een getuigenverklaring van een bewoonster van de
Bijlmermeer werpt een nieuw licht op het raadsel van de verdwenen
black box (de zwarte doos) van de El Al-Boeing, die een
jaar geleden neerstortte in de Bijlmermeer. De vrouw, G. Mostaard,
heeft gezien hoe drie dagen na de ramp met de El Al-Boeing een
zwarte doos van het vliegtuig werd gevonden op het rampterrein en
werd afgevoerd.
De
Rijksluchtvaartdienst (RLD) heeft steeds gezegd dat de enige zwarte
doos van het vliegtuig die gevonden is (de Flight Data
Recorder, die de technische vluchtgegevens registreet) is
aangetroffen tussen puin en delen van het vliegtuig die al waren
afgevoerd naar een opslagplaats op Schiphol-Oost. De tweede zwarte
doos (de Cockpit Voice Recorder, die de gesprekken tussen de
bemanningsleden van het vliegtuig vastlegt) is volgens de RLD nooit
gevonden.
De RLD
twijfelt sterk aan de verklaring. 'Achteraf hoor je zo veel
verhalen,' aldus een woordvoerder. 'Maar zover wij weten is er maar
één recorder gevonden, en wel op Schiphol-Oost. Van een andere weten
wij niets.' Als die mevrouw zo zeker is van haar zaak, moet ze met
haar verhaal naar ons komen.
'Ik ben
goed bij mijn verstand,' zegt Mostaard. Ik weet heel precies wat ik
die dag gezien en gehoord heb. Maar wat ik lange tijd niet wist, was
dat wat ik gezien heb afwijkt van de officiële lezing over de zaak.
Ik dacht dat het gewoon hetzelfde ding was dat ik later op de
televisie heb gezien. Al moet ik erbij zeggen, dat de doos die ik
zag wat meer geblakerd was en minder beschadigd.'
Mostaard:
'Als buurtbewoonster heb ik onder meer meegeholpen spullen van
mensen uit beschadigde huizen te halen. Ik stond die woensdagmiddag
op het rampterrein koffie te drinken bij het Leger des Heils toen we
te horen kregen dat alles even moest worden stilgelegd. 'Hij is
gevonden,' hoorde ik een ME-man zeggen. Na een poosje kwam er een
donkere stationcar aanrijden, waaruit enkele mannen stapten; vier
meen ik. Ik herinner me dat ze een taal spraken die ik niet
verstond. Ik wilde op dat moment naar huis. Ik moest hoognodig
plassen en mijn sigaretten waren door de regen nat geworden. Maar ik
mocht niet weg. En daarom zag ik wat er gebeurde.
'Die vier
mannen liepen naar het grasveld achter de tent van het Leger des
Heils. Datgene wat 'gevonden was' was daar neergelegd. Het was een
donkerrood, langwerpig voorwerp. De mannen hadden een houten kistje
bij zich, waar ze dat voorwerp voorzichtig in deponeerden.
Vervolgens laadden ze het kistje in de auto en reden weg.'
Mostaard
zegt zich te herinneren dat ook anderen dit van nabij gezien hebben.
'Maar jammer genoeg heb ik er niet op gelet wie dat waren. Een ME'er
die ik er later naar vroeg deed opeens of zijn neus bloedde.'
Volgens
de Werkgroep Vliegverkeer Bijlmermeer roept het verhaal van mevrouw
Mostaard een paar intrigerende vragen op. H. van de Belt van de
werkgroep: 'Als har beschrijving van de gebeurtenissen waar is, en
de door haar beschreven black bos was de Flight Data
Recorder, waarom zegt de RLD dan dat die tussen het puin op
Schiphol gevonden is? En als de box die zij gezien heeft de 'niet
teruggevonden' Cockpit Voice Recorder was, door wie is die
dan opgehaald? En waarom heeft de RLD daar nooit melding van
gemaakt?'
(15-03)
'Woord Vooraf' bij het
hierna volgende proces-verbaal.
__________________________________________________________________________________
Hoe ontdoe je jezelf als overheid van een lastige
getuigenverklaring, die ook nog eens de kranten heeft gehaald?
Simpel: stuur een geroutineerde ondervrager op de betreffende
getuige af en laat hem opschrijven dat wat er in de krant heeft
gestaan kant nog wal raakt.
De kunst is natuurlijk om die
getuige dat te laten zeggen, maar dat was aan de
'verbalisant'
die Gerda Mostaard ondervroeg wel toevertrouwd.
Zij had op de
woensdag na de ramp ongewone dingen gezien. Rond drie uur drie
middag was bij de rampplek een 'officieel uitziende' stationcar
komen aanrijden.
Er waren vier mannen in nette pakken
uitgestapt, die een 'rode, wat geblakerde
soort
gereedschapskist' voorzichtig in hun auto hadden geladen. Mostaard
had
daar toen ook met ME'ers over gesproken, die onder meer
zeiden 'dat hij kennelijk gevonden was'. Diezelfde avond had
Mostaard op het NOS-Journaal gezien dat een van de recorders van het
vliegtuig gevonden was. Ja, dat was, dacht ze, het ding dat zij had
zien inladen.
Een goed jaar later, in september 1993, vertelde
Mostaard haar verhaal aan een
paar journalisten. Aan
mijzelf, aan Vincent Dekker van Trouw en aan een
verslaggever
van Het Parool. Haar verhaal was heel precies en heel duidelijk - en
de drie betrokken journalisten (onder wie dus ikzelf) schreven
het ook zo op.
Waar het op neerkwam was, dat er kennelijk iets
zo belangrijks was gevonden
tussen het puin in de Bijlmer, dat
er een 'officiële auto' werd gestuurd om het op
te halen.
Mostaard vertelt dit ook aan de 'verbalisant'. Het is precies
hetzelfde
verhaal dat zij ook aan de journalisten heeft verteld,
dat precies zo in de kranten
heeft gestaan, en dat door haar
ondervrager ook precies zo wordt opgeschreven.
Desondanks laat deze haar aan het einde van het
gesprek zeggen 'dat de
krantenartikelen niet weergaven wat zij
aan de betrokken verslaggevers had
meegedeeld'. Dit is een
getuige aanzetten tot het vertellen van een onwaarheid.
Het is
bovendien gewoon een smerige streek.
Ikzelf heb, nadat dit verhaal in de
Volkskrant had gestaan, nog enkele
telefonische gesprekken gehad met
Gerda Mostaard. Nooit heeft zij in die
gesprekken
iets gezegd over een of andere foute weergave van haar 'story'.
Aan het einde van dit verhaal
blijft één vraag over. En die is na tal van
perspublicaties, en ook na
een parlementaire enquête, nog steeds niet
beantwoord. Wat was er qua
'rode, zwart geblakerde, gereedschapskist' zó
belangrijk dat er een
'officiële auto' naar de Bijlmer moest om het ding op te
halen? Geen mens heeft op die
vraag een antwoord kunnen of willen geven.