(15-03)  Biljet over de beloning voor het vinden van de cockpit voice recorder. Met daarop een verkeerde recorder. Het op het biljet afgebeelde apparaat is van een nieuwer model. Op de recorder in de 4X-AXG zaten bijvoorbeeld niet de opvallende schuine witte strepen.

__________________________________________________________________________________

 

 

(15-03)  Verklaring van Gerda Mostaard tegenover Pierre Heijboer.

 

 

                                                                                                           G. Mostaard

                                                                                                             Amsterdam

                                                                                   

 

 'Als buurtbewoonster heb ik in de dagen na de Bijlmerramp onder andere meegeholpen spullen van mensen uit beschadigde huizen te halen. Op woensdag, drie dagen na de crash, stond ik om een uur of drie 's middags op het rampterrein koffie te drinken bij het Leger des Heils, toen we te horen kregen dat alles even moest worden stilgelegd. "Ze hebben hem gevonden," hoorde ik een ME-man zeggen.

 

 Na een poosje kwam er een donkere stationcar aanrijden, een luxe auto met vlaggetjes erop, alsof het een regerings- of ambassade-auto betrof. Er stapten enkele keurig geklede heren uit; vier meen ik. Wat me opviel was dat ze onder hun nette pak laarzen droegen; dat stond nogal gek. Ik herinner me dat ze een taal spraken die ik niet verstond. Ik wilde op dat moment naar huis; ik moest naar de wc en mijn sigaretten waren door de regen nat geworden. Maar ik mocht niet weg. En daardoor zag ik wat er gebeurde.

 

 Die vier mannen liepen naar het grasveld achter de tent van het Leger des Heils. Zelf liep ik ook die kant op. Datgene wat "gevonden was" was daar neergelegd. Het was een brandweer-rood, langwerpig metalen voorwerp, het leek wel wat op een ouderwetse gereedschapskist. De mannen hadden een houten kist bij zich, waar dat voorwerp voorzichtig in gedeponeerd werd. De kist werd zorgvuldig afgesloten en in de auto geladen. Vervolgens reed de auto weg.

 

 Ook anderen hebben dit van nabij gezien. Jammer genoeg heb ik er niet op gelet wie dat waren. Een ME'er die ik er later naar vroeg deed opeens net of zijn neus bloedde.

 

 Ik ben er zeker van dat ik die middag een van de zogenaamde zwarte dozen van het vliegtuig heb gezien. Diezelfde avond werd op de televisie gemeld dat de zogenaamde flight data recorder gevonden was. Er werd een foto getoond en er werd bij verteld dat deze de dag tevoren gevonden was tussen wrakstukken in een loods op Schiphol. Maar ik dacht meteen: "Dat is hem. Dat ding is niet op Schiphol gevonden, het is vanmiddag door die heren in de officiële auto opgehaald in de Bijlmer."

 

 Ik moet er overigens bijzeggen dat de doos toen ik hem zag wat minder beschadigd en wat minder geblakerd was dan op tv.

 

 Toen over hetgeen ik gezien had iets in de krant had gestaan is een medewerker van de RLD bij mij geweest om navraag te doen. Ik heb hem verteld wat ik hier nu ook vertel. Na dat gesprek heeft de RLD laten weten dat wat ik gezien had volgens mij "niet voldeed aan de beschrijving van de cockpit voice recorder". Ja inderdaad, die recorder was het dan ook niet. Het was volgens mij die andere, de flight data recorder. Ik heb dat ook tegen die man gezegd. Maar dat heeft de RLD in zijn verklaring over ons gesprek niet opgenomen.'

 

 Ik ben bereid dit onder ede te herhalen.'

 

 

 

(15-03)  Artikel in de Volkskrant naar aanleiding van de verklaring van Gerda Mostaard tegenover Pierre Heijboer.

__________________________________________________________________________________

 

 

Bijlmerbewoonster zag verdwenen zwarte doos

 

Van onze verslaggever

Pierre Heijboer

 

Een getuigenverklaring van een bewoonster van de Bijlmermeer werpt een nieuw licht op het raadsel van de verdwenen black box (de zwarte doos) van de El Al-Boeing, die een jaar geleden neerstortte in de Bijlmermeer. De vrouw, G. Mostaard, heeft gezien hoe drie dagen na de ramp met de El Al-Boeing een zwarte doos van het vliegtuig werd gevonden op het rampterrein en werd afgevoerd.

 De Rijksluchtvaartdienst (RLD) heeft steeds gezegd dat de enige zwarte doos van het vliegtuig die gevonden is (de Flight Data Recorder, die de technische vluchtgegevens registreet) is aangetroffen tussen puin en delen van het vliegtuig die al waren afgevoerd naar een opslagplaats op Schiphol-Oost. De tweede zwarte doos (de Cockpit Voice Recorder, die de gesprekken tussen de bemanningsleden van het vliegtuig vastlegt) is volgens de RLD nooit gevonden.

 De RLD twijfelt sterk aan de verklaring. 'Achteraf hoor je zo veel verhalen,' aldus een woordvoerder. 'Maar zover wij weten is er maar één recorder gevonden, en wel op Schiphol-Oost. Van een andere weten wij niets.' Als die mevrouw zo zeker is van haar zaak, moet ze met haar verhaal naar ons komen.

 'Ik ben goed bij mijn verstand,' zegt Mostaard. Ik weet heel precies wat ik die dag gezien en gehoord heb. Maar wat ik lange tijd niet wist, was dat wat ik gezien heb afwijkt van de officiële lezing over de zaak. Ik dacht dat het gewoon hetzelfde ding was dat ik later op de televisie heb gezien. Al moet ik erbij zeggen, dat de doos die ik zag wat meer geblakerd was en minder beschadigd.'

 Mostaard: 'Als buurtbewoonster heb ik onder meer meegeholpen spullen van mensen uit beschadigde huizen te halen. Ik stond die woensdagmiddag op het rampterrein koffie te drinken bij het Leger des Heils toen we te horen kregen dat alles even moest worden stilgelegd. 'Hij is gevonden,' hoorde ik een ME-man zeggen. Na een poosje kwam er een donkere stationcar aanrijden, waaruit enkele mannen stapten; vier meen ik. Ik herinner me dat ze een taal spraken die ik niet verstond. Ik wilde op dat moment naar huis. Ik moest hoognodig plassen en mijn sigaretten waren door de regen nat geworden. Maar ik mocht niet weg. En daarom zag ik wat er gebeurde.

 'Die vier mannen liepen naar het grasveld achter de tent van het Leger des Heils. Datgene wat 'gevonden was' was daar neergelegd. Het was een donkerrood, langwerpig voorwerp. De mannen hadden een houten kistje bij zich, waar ze dat voorwerp voorzichtig in deponeerden. Vervolgens laadden ze het kistje in de auto en reden weg.'

 Mostaard zegt zich te herinneren dat ook anderen dit van nabij gezien hebben. 'Maar jammer genoeg heb ik er niet op gelet wie dat waren. Een ME'er die ik er later naar vroeg deed opeens of zijn neus bloedde.'

 Volgens de Werkgroep Vliegverkeer Bijlmermeer roept het verhaal van mevrouw Mostaard een paar intrigerende vragen op. H. van de Belt van de werkgroep: 'Als har beschrijving van de gebeurtenissen waar is, en de door haar beschreven black bos was de Flight Data Recorder, waarom zegt de RLD dan dat die tussen het puin op Schiphol gevonden is? En als de box die zij gezien heeft de 'niet teruggevonden' Cockpit Voice Recorder was, door wie is die dan opgehaald? En waarom heeft de RLD daar nooit melding van gemaakt?'

 

 

 

(15-03)  'Woord Vooraf' bij het hierna volgende proces-verbaal.

__________________________________________________________________________________

 

Hoe ontdoe je jezelf als overheid van een lastige getuigenverklaring, die ook nog eens de kranten heeft gehaald?
Simpel: stuur een geroutineerde ondervrager op de betreffende getuige af en laat hem opschrijven dat wat er in de krant heeft gestaan kant nog wal raakt.
De kunst is natuurlijk om die getuige dat te laten zeggen, maar dat was aan de
'verbalisant' die Gerda Mostaard ondervroeg wel toevertrouwd.
Zij had op de woensdag na de ramp ongewone dingen gezien. Rond drie uur drie
middag was bij de rampplek een 'officieel uitziende' stationcar komen aanrijden.
Er waren vier mannen in nette pakken uitgestapt, die een 'rode, wat geblakerde
soort gereedschapskist' voorzichtig in hun auto hadden geladen. Mostaard had
daar toen ook met ME'ers over gesproken, die onder meer zeiden 'dat hij kennelijk gevonden was'. Diezelfde avond had Mostaard op het NOS-Journaal gezien dat een van de recorders van het vliegtuig gevonden was. Ja, dat was, dacht ze, het ding dat zij had zien inladen.

Een goed jaar later, in september 1993, vertelde Mostaard haar verhaal aan een  
paar journalisten. Aan mijzelf, aan Vincent Dekker van Trouw en aan een
verslaggever van Het Parool. Haar verhaal was heel precies en heel duidelijk - en
de drie betrokken journalisten (onder wie dus ikzelf) schreven het ook zo op.
Waar het op neerkwam was, dat er kennelijk iets zo belangrijks was gevonden
tussen het puin in de Bijlmer, dat er een 'officiële auto' werd gestuurd om het op
te halen. Mostaard vertelt dit ook aan de 'verbalisant'. Het is precies hetzelfde
verhaal dat zij ook aan de journalisten heeft verteld, dat precies zo in de kranten
heeft gestaan, en dat door haar ondervrager ook precies zo wordt opgeschreven.

Desondanks laat deze haar aan het einde van het gesprek zeggen 'dat de
krantenartikelen niet weergaven wat zij aan de betrokken verslaggevers had
meegedeeld'. Dit is een getuige aanzetten tot het vertellen van een onwaarheid.
Het is bovendien gewoon een smerige streek.

Ikzelf heb, nadat dit verhaal in de Volkskrant had gestaan, nog enkele telefonische gesprekken gehad met Gerda Mostaard. Nooit heeft zij in die gesprekken iets gezegd over een of andere foute weergave van haar 'story'.

 Aan het einde van dit verhaal blijft één vraag over. En die is na tal van

 perspublicaties, en ook na een parlementaire enquête, nog steeds niet

 beantwoord. Wat was er qua 'rode, zwart geblakerde, gereedschapskist' zó

 belangrijk dat er een 'officiële auto' naar de Bijlmer moest om het ding op te

 halen? Geen mens heeft op die vraag een antwoord kunnen of willen geven.

 


Deze website is tot stand gekomen in samenwerking met de Sociale Databank Nederland
Disclaimer