Onthullingen, getuigenverklaringen, wetenschappelijke evaluaties en foto's over de Bijlmerramp met het El AL-vliegtuig bij Het Klankbord & de Sociale Databank Nederland...!!

Verslagen en commentaar op de verhoren van de Bijlmer-enquête

Burgers & Bijlmer . . Bijlmer enquête . . Doemvlucht <===> Kamerzetel 151. . SDN . . Heijboer

Enquêtedag 29 januari 1999

Tweede-Kamercommissie van de Parlementaire Enquête

Mevr A.V. Akaijebo
(Bewoner Groeneveen)

Geboren: 14-08-1959

Mevrouw Akaijebo spreekt als Ghanese immigrante geen Nederlands en wordt bijgestaan door een tolk. Zij beschrijft dat ze pas een maand in Nederland was toen het vliegtuig neerstortte, en dat zij inwoning had gekregen bij familie. Zij wijst op een kaart aan van welke kant het vliegtuig invloog in de flat. Zij had voor de reis naar Nederland toen een visum voor drie maanden.

Na het ongeluk konden haar schoonzus en de twee kinderen waarbij zij inwoonde allen ongedeerd de plaats van het onheil. Zij verklaart da zij zelf wel gewond is geraakt, o.a. door de rookontwikkeling en door glasscherven aan haar linkerhand. Ze werd buiten opgevangen door een vrouw die haar naar een arts wilde brengen. Maar zij wilde dat niet uit angst en vanwege de chaos. Later ging zij wel. Die nacht ging zij met iemand mee naar een huis in de buurt om te overnachten.

De arts schreef haar wat later oogdruppels voor en haalde alsnog glassplinters uit haar hand. In de loop van de tijd is het bezoek aan de arts regelmaat geweest, vanwege de last aan de ogen en door slapeloosheid. Ook nu nog heeft ze klachten met slapen en nachtmerries over brand e.d., en nog steeds heeft ze las met de ogen.

Bij de vraag van mevrouw Varma of zij merkte dat zij een andere benadering kreeg vanwege het feit dat zij geen verblijfsvergunning meer had, zei ze dat niet gemerkt te hebben. Het bezoek aan de arts was niet beïnvloed door haar status. Bij het AMC was er evenwel een testprogramma gestart voor de slachtoffers, maar de arts had haar niets verteld van dat onderzoek. Voor controle ging ze naar de GG & GD. Zij kende niemand in haar omgeving die wist van het AMC-onderzoek. Niemand was daarvoor kennelijk benaderd. Haar was ook nooit enige medische hulp spontaan aangeboden; behalve door het RIAGG.

Op de vraag of zij nog anderen Ghanezen of Afrikanen kende met soortgelijke klachten, antwoordde zij bevestigend. Zij had gehoord dat illegalen zich konden melden bij het gemeentehuis voor hulp. Maar haar broer had dat afgeraden, omdat ze bang waren dat ze teruggestuurd zou worden naar Ghana. De gemeentelijke dienst werd niet vertrouwd. Bovendien moest zij gehoorzamen aan de wens van haar broer. Uiteindelijk had zij toch een verblijfsvergunning aangevraagd, niet voor de legalisatie, maar vanwege de gezondheidsklachten. Zij werd in eerst instantie verwezen naar het ziekenhuis, om daarna de legalisatieprocedure te doorlopen. De legalisatie duurde vrij lang, bijna twee jaar.

Zij verklaarde dat zij toen geen uitkering kreeg en ook geen woning van de gemeente Amsterdam. Ze was nog te bang om zich kenbaar te maken. Vanaf 1996 kreeg ze een woning van de Sociale Dienst en ver daarvoor al een bijstandsuitkering. Amsterdam had mensen zoals zij al direct opgeroepen om zich te melden voor hulp, maar ze was toch te bang. Het heeft lang geduurd om met een advocaat de zaken te regelen. Het verschijnen voor de commissie was niet moeilijk voor haar op de vraag van de voorzitter. Maar ze niet kunnen zeggen anders te hebben gereageerd dan het geval is geweest. Haar dagelijkse bezigheden bestaan uit het onderhouden van sociale contacten. Werk heeft ze niet.

Op de laatste vraag van voorzitter Meijer hoe haar toekomst eruit zag, zei ze dat haar toekomst er goed uitzag en dat ze iets wilde opbouwen voor haarzelf. Hoewel zij door de GG & GD aangeraden was om geen zware taken op zich te nemen. En op de uitnodiging van de heer Meijer om afsluitend een verklaring af te leggen zei zij, dat zij de waarheid had gezegd en wil proberen een eigen bestaan op te bouwen met de hulp die zij eventueel zou krijgen aangeboden.


Pierre Heijboer reageert op de verhoren van de parlementaire enquêtecommissie.
Hij meent dat de volgende prangende vragen ontbraken of onwaarheden werden verteld.