Nieuwe belastingplannen


EuroStaete . . . EKC . . . Milieu . . . Klokkenluiders <====> SDN . . . Milieudefensie


    Een cadeautje voor de rijken

    Met een nu al klassiek voorbeeld van paarse merkenzwendel noemden minister Zalm (VVD) en staatssecretaris Vermeend (PvdA) hun schets voor een belastingstelsel van de 21e eeuw "revolutionair". Tevredenheid alom bij de regeringspartijen, maar het zou de PvdA toch te denken moeten geven dat nota bene het weekblad Elsevier de belastingplannen "een knieval voor het kapitaal" noemt.

    Robert Went

    De hele belastingnota straalt uit dat paars in het zicht van de volgende eeuw kiest voor het verder verrijken van de vermogenden en voor voortgaande denivellering. Dat blijkt om te beginnen uit het voorstel om een stap terug te zetten naar de vorige eeuw - toen vrijwel alle belastinginkomsten uit accijnzen kwamen - en het hoogste BTW-tarief te verhogen van 17,5 naar 19 procent. Hogere indirecte belastingen werken altijd denivellerend, omdat mensen met weinig geld nu eenmaal een groter deel van hun inkomen direct besteden dan de beter betaalden. Omdat de extra inkomsten uit deze BTW-verhoging worden gebruikt om alle tarieven - dus ook het hoogste - van de inkomstenbelasting te verlagen, nemen de lagerbetaalden via hun boodschappen in feite een deel van de belastingverplichtingen van de rijken over.

    Deze vorm van omgekeerde solidariteit is volgens paars nodig omdat het huidige toptarief van 60 procent, dat een paar jaar geleden nog 72 was - te hoog is vergeleken bij omliggende landen. Volgens de OESO valt dat best wel mee, maar de regering kiest er klaarblijkelijk voor de toenemende belastingconcurrentie binnen de Europese unie aan te wakkeren in plaats van te bestrijden. In toenemende mate bieden EU-lidstaten tegen elkaar op met lagere toptarieven voor de inkomstenbelasting en minder belasting op winsten, om kapitaal en vermogenden binnen hun landsgrenzen te lokken en te houden. Paars doet daar dapper aan, want sinds dit jaar hoeven multinationals nog maar 7 in plaats van 35 procent vennootschapsbelasting te betalen over hun concernfinanciering, en vanaf 1 jan. 1998 gaat de vennootschapsbelasting omlaag van 0,8 procent naar 0,7 procent. De nu aangekondigde verschuiving van directe naar indirecte belastingen past in datzelfde kader.


      Politieke moed

    Ook de als 'revolutionair' gepresenteerde nieuwe vermogensrendementsbelasting is ingegeven door de toenemende internationale belastingconcurrentie en vergroot de inkomensverschillen. Deze nieuwe loot aan de belastingstam komt in de plaats van de huidige vermogensbelasting en gaat bovendien alle inkomsten uit vermogen omvatten, want spaarders en beleggers die nu nog vijftig of zestig procent inkomstenbelasting betalen over ontvangen dividend en rente, vallen straks voor zulke inkomsten onder de nieuwe belasting. Dat gaat ze heel veel geld opleveren, want de nieuwe belasting zal niet zoals een vermogenswinstbelasting tot aanslagen leiden over het werkelijk behaalde rendement, maar slechts over een vaste door kabinet vastgestelde verdiencapaciteit.

    Hoewel zelfs een staatsobligatie meer oplevert wil de regering dat veronderstelde rendement vaststellen op 4 procent. Daarover hoeft dan slechts 25 procent belasting betaald te worden. Omdat de eerste 37.500 gulden per persoon vrij is betaalt iemand met een vermogen van 1 miljoen straks dus nooit meer dan 9.625 gulden belasting, ook als hij of zij met dat vermogen enorme winsten behaald heeft, bijvoorbeeld op de beurs. Deze bevoordeling van de rijken is nodig, zo wordt gezegd, omdat moeilijk vast te stellen is hoeveel werkelijk rendement op vermogen behaald wordt. Maar dat, zo schrijft zelfs Elsevier, is onzin: "De uitvoerbaarheid is het probleem niet, mits de uitvoerder enkele simpele regels in acht neemt: Zonder het eigen huis uit, pas inflatiecorrectie toe, neem de verzekeringswaarde van kunst, antiek en andere bezittingen en verplicht de bank om mutaties in beleggingsportefeuilles door te geven aan de belastingdienst" Niet de uitvoerbaarheid is het probleem, maar de politieke wil ontbreekt om de vermogenden meer te laten betalen.


      Neerwaartse spiraal

    Met de nu voorgestelde belastingherziening wordt geïnstitutionaliseerd dat inkomen uit arbeid zwaarder wordt belast dan inkomen uit kapitaal. Die ontwikkeling is al een tijd aan de gang. Binnen alle landen van de EU nemen de belastingen op winsten nu al jarenlang af. Dat is mede een gevolg van het feit dat het uiterst mobiele kapitaal de regeringen, die tot onderlinge afspraken over minimum tarieven willen kunnen of willen komen, handig tegen elkaar uitspeelt. De Groene fractie in het Europese Parlement schat dat de EU-lidstaten samen 100 miljard ecu per jaar mislopen door kapitaalvlucht en belastingontduiking. Niets ligt daarom meer voor de hand dan internationale afspraken te maken om zulk gedrag tegen te gaan, maar in het onlangs door EU-commissaris Monti afgeleverde rapport over belastingharmonisatie gaat niet verder dan de instelling van een krachteloze 'gedragscode'.

    Het nu gepresenteerde Nederlandse belastingplan zal de fiscale wedren binnen de EU verder versterken. Zalm en Vermeend noemen het een internationaal uiterst concurrerend plan, dus andere landen zullen daar eveneens op reageren met lagere belastingen op winsten en voor de vermogenden. De belastingdruk op de rijken en ondernemingen in de EU zal daardoor de komende jaren nog verder afnemen. Wie niet weg kan betaalt belasting, dus de rest van de bevolking zal een toenemend deel van de belasting op moeten hoesten. En verdere bezuinigingen op de sociale en publieke voorzieningen zullen 'noodzakelijk' genoemd worden, omdat de staatsinkomsten zullen dalen en het Verdrag van Maastricht en het Stabiliteitpact van Amsterdam van EU-lidstaten eisen dat ze hun financieringstekort verder terugdringen. Dat is de spiraal naar beneden die met dit belastingplan verder dreigt te worden versterkt.


    Milieu-onderwerpen
    Economische onderwerpen