Sent: Wednesday, Oktober 05, 2005 1:07 PM
Subject: de Werd contra de Staat der Nederlanden
Weledelgestrenge heer,
Nogmaals hartelijk dank voor de wijze waarop
u mij rechtsbijstand heeft
verleend. Voor de eerste keer en
zeker niet onder optimale omstandigheden was onze samenwerking bepaald
niet slecht te noemen. Ik verzeker u dan ook dat
wanneer wij eenmaal goed op elkaar zijn ingespeeld Justitie
volstrekt kansloos is; in alle
opzichten om wel te verstaan. Tot op heden heb ik met het OM een tiental
procedures gevoerd van strafrechtelijke aard,
waaronder een drietal art.12 Sv en een vijftal wrakingprocedures,
waarbij justitie altijd volstrekt kansloos is
gebleken. Aldus heb ik terzake
een wig weten te drijven tussen de Zittende en Staande Magistratuur. Dat
moet uiteraard zo blijven, want dat is een zeer comfortabele positie,
zeker nu ik terzake wederom als verdachte werd aangemerkt en als zodanig
werd gedagvaard om op 8 november 2005 voor de politierechter
te verschijnen.Waarbij ik u al op de voorhand kan verzekeren dat het OM
ook in dit geval weer volstrekt kansloos zal blijken te zijn.
Met name omdat zij ter zitting
altijd weer opnieuw door mij wordt vastgenageld op
haar eigen juridische zwijnenstal. Justitie zelf weet dat ook,
vandaar dat er weer ter verduistering van wettig overtuigend bewijs door
onze ambtsedige lieverdjes weer behoorlijk werd geknoeid met de formele
documenten terzake! Vergeefs want alles werd door mij en derden
onvervreemdbaar gearchiveerd. Ik heb uit het schaduwdossier uwerzijds,
mij bij de Rechter-commissaris
gegeven, kunnen opmaken dat
Griffier M.L.K. in samenspanning (ex
art. 80 Sr en onder de verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr) met
de Officier van Justitie van
het parket Leeuwarden valse documenten hebben opgemaakt.
Dit met als doel een
onrechtmatige vrijheidsberoving,
via misbruik van de Gewapende Macht. Inmiddels is
hij gedeeltelijk arbeidsongeschikt geworden.
Weledelgestrenge heer,
Het zijn genadeloze criminele watjes. Zolang
zij er vanuit kunnen gaan dat bij ontstellend gebrek aan
journalistiek/politieke controle ondanks hun ambtseden straffeloos
kunnen zwendelen, zullen zij dat
doen ongeacht hun ambtseden en de zeer ernstige rechtsgevolgen
en wijze waarop het aanzien van de rechtspleging en
de rechtszekerheid van de
burgers daarmede wordt geschaad! Genoemd individu voelt zich echter op
heterdaad betrapt en volkomen terecht.
Immers, ik
had gelet op mijn zeer negatieve ervaringen met het OM als Wetshandhaver
ex art. 4 Ro doeltreffende voorzorgsmaatregelen getroffen om de
feitelijke waarheid voor de volle 100% tegen aanranding veilig te
stellen. Hij zal nooit meer als Griffier kunnen functioneren nadat hij
door mij en/of u onder ede over zijn criminele activiteiten wordt
ondervraagd.
Dat
is een goede zaak, hoewel het in feite niet mijn taak als burger is,
doch die van het OM als Wetshandhaver om ons rechtssysteem
van criminele elementen te zuiveren. Laat ze maar wat de feiten betreft
uit hun nek kletsen op de zitting
van 17 augustus 2004, waarbij de Officier
van Justitie voor de eerste maal
vergeefs mijn gijzeling vorderde.
Er waren een vijftal getuigen aanwezig en twee van hen hebben de
gehele zitting
en hetgeen kort daarop gebeurde opgenomen
op geluidsband. Er is maar een waarheid en dat is de feitelijke
waarheid zoals terzake mijnerzijds onvervreemdbaar gearchiveerd is.
Al diegenen die het
terzake hebben aangedurfd daarover formeel een afwijkende verklaring te
geven, formeel of informeel,
die worden door ons op de getuigenlijst geplaatst. En ik verzeker u ik
geniet er nu al van om hen onder ede te mogen bevragen, want daarna
zullen zich ongetwijfeld meerderen zich
terzake als zijnde arbeidsongeschikt aanmelden! Dit
in afwachting van hun definitief oneervol ontslag bij de
Rechtelijke Macht als bedoeld ex art. 11lidc junto 12 Ro.
Uit de formele documenten moge u blijken dat
door de politieambtenaren
terzake mij van alles betichten
ter zitting. d.d. 17
augustus 2004, wat heel vervelend is
geweest. Welnu
u heeft zelf bij de Rechter Commissaris,
die volstrekt integer functioneerde, als
mijn Raadsman kunnen meemaken de wijze waarop ik mijn verdediging voer
en ik verzeker u, ik heb
tientallen procedures gevoerd, zowel civielrechtelijk als strafrechtelijk en
een honderdtal malen openbare zittingen
bijgewoond. Dit
zonder daarbij ook maar op welk een wijze dan ook ooit een Zitting te
hebben verstoord, waarvan akte!
Dus al degenen die terzake afwijkend hebben
verklaard worden eveneens op de getuigenlijst geplaatst.
Immers zij hebben in samenspanning ex art. 80 Sr en onder de
verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr mijn eer en goede naam met hun
gore leugens op zeer grove wijze aangetast. Zij allen
werden door mij op heterdaad betrapt bij zaken die het daglicht
niet kunnen velen. Hetgeen hen heeft doen besluiten mij met hun modder
te bespuiten. Vandaar ook dat
de Officier van Justitie, te
weten mevr. mr. H. Hoekstra, terzake
psychiatrisch onderzoek vorderde. Het
spreekt vanzelf dat ook zij op de getuigenlijst wordt geplaatst,
zodat ik haar daarover onder ede kan doen horen. Immers,
er bestaat een samenhang tussen die vordering en het
feit dat ook zij als Officier
van Justitie ten laste van een
behoorlijke procesgang herhaalde malen het formele procesrecht op zeer
ernstige wijze heeft geschonden. En
wel zo ernstig, dat ik daarop
de rechter met succes heb weten
te wraken. Zij behoorde mij na
die wraking formeel een nieuwe zittingsdatum
kenbaar te maken, waarop de zitting
zou worden voortgezet en liet dat ondanks mijn herhaalde verzoeken
daartoe achterwege, zodat ik mij
op 11 augustus 2005 formeel tot de rechtbank
heb gewend met het verzoek haar te bevelen tot kennisgeving van niet
verdere vervolging. Op de dag
van mijn arrestatie begaf ik mij naar de centrale griffie van de rechtbank
om daar te informeren waarom ik op mijn verzoek aan de rechtbank terzake
nog geen enkele reactie had bekomen.
De baliemedewerkster
liet mij daarop weten dat er in de computer niets bekend
over was! Ik begreep toen dat dit verzoek was verduisterd! Echter,
tijdens mijn aanhouding attendeerde ik genoemde Officier van Justitie er
op dat ik de rechtbank had
verzocht om haar een bevel te geven tot kennisgeving van niet verdere
vervolging. Toen
ik haar daarvan een gemerkt afschrift wilde tonen versprak zij zich door
mij te laten weten: "Dat
hoef ik niet te zien", dat
heb ik al gelezen. Ik vroeg haar hoe dat mogelijk was,
immers, uit het door de griffie
gewaarmerkt kopie van het verzoek blijkt onomwonden dat ik mij niet tot
het OM maar tot de Rechtbank had gewend zoals wettelijk vereist. Met
haar verspreking werd mij duidelijk dat zij degene is geweest die mijn
verzoek tot de rechtbank heeft
onderschept. Zij heeft zodoende
ter aanranding van een behoorlijke procesgang wederom plaatsgenomen op
de stoel van de Formele Wetgever en van
de Zittende Magistratuur, waarvan akte!
Op
alle mogelijke manieren trachtte men wettig
overtuigend bewijs te verduisteren en/of te verminken. U hebt
mijn aangifte d.d 23 mei 2005 ongetwijfeld aangetroffen.
Ook die bleek bij de centrale griffie
niet te vinden ondanks dat er toch duidelijk uit de griffiestempel
blijkt dat deze daar op 23 mei 2005 is ingekomen. Voorts weigert men
consequent van een aangifte te spreken. Al
mijn opponenten ter kwader trouw terzake houden het op een "brief"
die aan de Hoofdofficier van Justitie
werd geschreven, dit ondanks
dat in de aanhef toch duidelijk staat te lezen en
ik citeer: Betreft aangifte van ambtsmisdrijven in het
conflict fa. de Werd tegen de Staat der Nederlanden, met het verzoek
over te gaan tot strafrechtelijke vervolging op straffe van een art. 12
Sv procedure bij het Gerechtshof.
Vervolgens wordt genoemd als dader
1: De officier van justitie Arrondissementsparket
te Leeuwarden en als dader
twee: De Gerechtssecretaris Rechtbank Amsterdam Sector Kantonlocatie
Amsterdam . Aan
deze aangifte zat gehecht een viertal documenten waaruit formeel en
onomwonden blijkt dat dader 1 en 2 inderdaad het procesverbaal van de zitting
d.d. 17 augustus 2004, inclusief
de akte van wraking
te hebben verduisterd,
evenals de bijbehorende schriftelijke uitspraak.
Kortom, de complete zitting.
Vervolgens werden door beiden valse akten opgemaakt en op grond
daarvan werd de Commissaris van Politie het volstrekt illegale bevel
gegeven mij te arresteren. Dit
alles met als geen ander doel dan mij onrechtmatig
van mijn vrijheid te beroven. Vandaar ook dat de schriftelijke uitspraak
van de rechter voor mij tot op
heden ten dage in strijd is met
de formele wet, grondwet en internationale verdragen en
strikt geheim wordt gehouden,
als ware het staatsgeheim.
Kennelijk vinden de betrokken togacriminelen
hun ambtsmisdrijven zelf zo ernstig dat zij de formele documenten
die onlosmakelijk behoren
bij die aangifte daarvan hebben losgekoppeld,
omdat zij die voor hen te belastend vonden. Echter,
zoals gezegd, die pogingen
zullen vergeefs blijken te zijn,
want het spreekt vanzelf dat ik met die mogelijkheid rekening heb
gehouden. Ter Zitting komt er een compleet dossier boven water, daartoe
heb ik alles onvervreemdbaar gearchiveerd.
Ook bij het Hof werden,
zo is mij gebleken, verwoede
pogingen ondernomen tot het verduisteren van mijn beklag ex art.12 Sv
dat daar werd gedeponeerd, omdat
de Hoofdofficier van Justitie
tot heden ten dage op mijn aangiftes terzake in het geheel niet heeft
gereageerd. Bij de strafgriffie aldaar kreeg ik de meest gekke verhalen
te horen. Uiteraard wisten ze in
eerste instantie volgens hun zeggen ook van niets, maar toen ze
daar niet mee weg kwamen, heb ik de toezegging weten af te dwingen dat
zij mij ten spoedigste zullen berichten wanneer genoemd beklag door het
Gerechtshof zal worden behandeld. Tot op heden echter,
ondanks deze toezegging, heb ik nog
geen enkel bericht in mijn postbus aangetroffen, waarvan eveneens akte!
Weledelgestrenge heer,
Mijn schaduwdossier is niet compleet, met
name ontbreekt mij het verhoor van de Rechter-Commissaris
en haar beslissing tot bewaring met schorsing onder bepaalde
voorwaarden, waarmee ik akkoord kon gaan.
Ik verzoek u beleefd mij die
formele documenten toe te zenden,
zodat onze dossiers gelijk zijn afgestemd. U signaleerde bij de Rechter-Commissaris
heel terecht, dat de aangevers terzake uitgebreid zijn gehoord,
terwijl dit bij uw cliënt nog geen minuut duurde! Welnu,
wat dat betreft dient eveneens de brigadier van Politie J.F Gringhuis op
de getuigenlijst te worden geplaatst. Het betreft hier een zeer
onaangenaam individu, in ieder
geval heb ik dat als zodanig moeten ervaren.
Hij trachtte mij te overrompelen. Mijn celdeur werd opengetrokken
en hij maakte zich bij mij kenbaar als de hulpofficier van Justitie.
Vervolgens liet hij mij weten en
ik citeer: "Jou wordt ten laste
gelegd, bedreiging en belediging;
wat heb jij daarop te zeggen?"
Ik liet hem weten daarvan kennis te
hebben genomen. Vervolgens
zei ik: alvorens ik daarop reageer laat u mij maar zien wat u
daarover in handen hebt,
daarna zal ik besluiten of en op welke wijze
ik daarop zal reageren. Kennelijk zeer teleurgesteld over zijn mislukte
poging mij te overrompelen vertrok hij onmiddellijk uit mijn cel.
Weledelgestrenge heer u hebt
ongetwijfeld zijn ambtsedig proces-verbaal d.d. 6 oktober 2005 gelezen.
Vlak voor de ondertekening treft u de zinsnede aan ik citeer:
Gezien het feit dat er met de verdachte geen zinnig gesprek te voeren
is, kan niet worden ingeschat in hoeverre verdachte zich bewust is van
zijn inpact van zijn uitlatingen! einde citaat!
Dit is een bijzonder ernstige bewering.
Immers, hij suggereert
daarmee ontegenzeggelijk alsof er iets zou mankeren aan mijn geestelijke
vermogens. Ik wens deze man onder ede voor de rechter
te bevragen. Ik
heb ruime ervaring met dit soort lieden die functioneren als zand in de
molen van Justitie bij gebrek
aan integerheid. Ik acht dit soort lieden zelfs gevaarlijk voor de rechtszekerheid
van allen op Nederlands grondgebied.
Nadat ik u had gebeld en wij hadden afgesproken dat u mij als raadsman
zou bijstaan bij de Rechter-commissaris
werd om 20.00 uur in de avond mijn celdeur geopend met de mededeling dat
ik mij naar de verhoorkamer diende te begeven. U vindt daarover niets in
de stukken terug en dat verbaast
mij in het geheel niet. Gelet op hetgeen waarmee ik werd geconfronteerd;
te weten een verwoede poging mij ten tweede male te overrompelen na de
eerste mislukte poging. Dit keer via de Zaanse Methode die wettelijk is
verboden, omdat men daarmede
bekentenissen kan afdwingen bij verdachten over strafbare feiten die zij
niet hebben begaan. Ik trof
aan Gringhuis aan, echter dit
keer was naast hem een donkere politiefunctionaris,
waarschijnlijk van Surinaamse afkomst! De sfeer was enorm dreigend, zodat
ik het verhoor na een tiental minuten zelf heb afgebroken
en ik kan u vrijwel woordelijk weergeven wat er werd gezegd en
onder welke omstandigheden en toonhoogte!
Mijn ondervrager
bleek bij mijn binnenkomst uitermate onbeschoft. "Zitten
daar, en kop dicht,
ik heb de leiding van dit verhoor,
en ik stel hier de vragen die jij hebt te beantwoorden".
de Werd: Is mijn advocaat niet aanwezig?
Hoe kan dat ?
Weet ik niet! Genoemd
individu zat met zijn rechterhand voortdurend op tafel te tikken en zijn
maat zat onderuitgezakt in de stoel naast hem !
de Werd: Hebt
u misschien voor mij een velletje papier met een potlood,
zodat ik wat aantekeningen kan maken?
Nee !
Kop dicht, jij stelt hier geen
vragen!
De Werd: Maar u zelf hebt
wel de mogelijkheid om aantekeningen te maken!
Zijn maat staat op en geeft een vel papier
met een pen.
De Werd: Wie bent u?
Antwoord: Ik zij je toch jij stelt hier geen
vragen, ik heb de leiding van dit verhoor ik stel de vragen en jij hebt
die te beantwoorden.
De Werd schrijft op: Ondervrager wenst zijn
naam niet te noemen! Zijn maat ziet dat springt overeind en trekt de pen
uit mijn hand!
De
Werd: Wat is dat nou?
Antwoord: Jij stelt hier geen vragen, ik
stel hier de vragen, jij
beantwoordt vragen!
De
Werd: Alvorens u dit doet! zou u mij niet eerst kenbaar maken dat ik
niet verplicht ben om uw vragen te beantwoorden?
Ondervragers allebei tegelijk, dat hebben wij al gedaan!
De Werd: Daar heb ik niets van gehoord!
Ondervrager: Met zijn handen op het bureau
tikkend, kop dicht jij, stelt
hier geen vragen.
Weledelgestrenge heer de sfeer werd zo
intimiderend, dat ik
dacht wanneer die twee met mij noch een uurtje zo doorgaan dan ben zelfs
ik nog ondanks mijn ruime ervaringen evenals Cees B.
nog in staat om misdrijven te bekennen die ik niet heb begaan. Ik
realiseerde mij dat ik psychische schade zou kunnen oplopen indien dit
te lang zou duren. Mijn
weerstand was al behoorlijk afgenomen, want men had mij die avond van
bureau naar bureau gezeuld in de boevenwagen dus ik was al behoorlijk
vermoeid.
Mijn ondervrager ging verder, hij had in het dossier dat voor hem lag
enkele brieven waarvan ik enkele
herkende dat ik ze had geschreven. Bovenop lag een brief die volgens de griffiestempel
was ingekomen op 25 april 2002, met als aanhef: "Onderwerp
corrupte officier van justitie". Het
betreft dezelfde officier van Justitie
die ambtshalve herhaalde malen ten laste van mijn juridische belangen
het formele procesrecht heeft geschonden,
te weten mevr. mr. van den Hoek en dezelfde die mij met drie
politiefunctionarissen kwam arresteren toen ik mij op de rechtbank
bij de centrale griffie bevond. Dezelfde
die eveneens vergeefse pogingen ondernam tot strafrechtelijke
vervolging! Daarbij zijn
de politiefunctionarissen van Den Vliet en den Hollander door mij
als getuigen opgeroepen, omdat
ook zij onder ambtseed terzake een loopje met de waarheid hadden
genomen. Het betreft de zitting
waarbij de eerste rechter van de vijf op rij door mij met succes werd
gewraakt! U begrijpt nu ongetwijfeld de toonzetting in genoemde brief.
Ik werd voortdurend geconfronteerd met zwendel,
gepleegd door ambtsedige personen ter aanranding van een behoorlijke
procesgang. Vandaar
dat ik besloot mijn toonhoogte aan te passen aan de ernst van de
situatie, zodoende hen te laten blijken dat bij mij niet ongestraft
verder kan worden gezwendeld!
Mijn ondervrager: vraagt mij zeer vijandig,
heb jij deze brief geschreven?
De
Werd: Mag ik hem even zien?
Ondervrager: Jij mag helemaal niets: Je
beantwoord gewoon mijn vragen!
De
Werd: Als u mij die brief even ter hand stelt dan kan ik kijken of de
inhoudelijke strekking nog in orde is en dan zal ik u vraag
beantwoorden.
Ondervrager: Geen
sprake van, ik lees deze brief
voor en dan heb jij te antwoorden,
of dat jou brief is!
Ondervrager vangt aan te lezen en eindigt
met de woorden: vuile juridische
kuthoer, jij wordt door mij afgeslacht !
De Werd weet vrijwel exact wat hij al dan
niet heeft geschreven en reageert
derhalve verbaasd met, heb ik dat zo geschreven?
Ondervrager: Dat staat hier,
ik lees het toch of durf jij som´s te beweren dat ik lieg?
de Werd: Waar bent u mee bezig met de Zaanse
methode? U verpest de zaak van
de officier van Justitie
als jullie zo doorgaan die zal dat de officier jullie zeker niet in dank
afnemen als de rechter haar
straks als gevolg van dit onwettig verhoor niet ontvankelijk verklaart!
Ondervrager: Kop dicht ik heb hier de leiding!
De Werd staat op: Het is wel mooi geweest zo,
ik heb hier echt genoeg van en loopt de verhoorkamer uit naar
de gang!
Ondervrager: Hallo
waar ga jij heen? Hier komen en zitten
daar op die stoel.
Ik naam plaats en moest denken aan
Procureur-generaal Harmsen die n.a.v de Schiedamse parkmoord
voor de TV liet weten: de zaak
wordt door ons geëvalueerd omdat wij daaruit wensen te leren!
Mijn ondervrager: Hij
wendt zich dreigend tot
mij en vraagt en ik citeer: Durf
jij het soms te beweren dat ik lieg?
Antwoord: Welnu daar kan ik duidelijk over
zijn, zoals het er hier aan
toegaat, acht ik jullie beiden volstrekt onbekwaam om een verdachte te
doen horen. Ik
zal dat ook melden bij de Rechter Commissaris!
Ondervrager: Dat moet je doen!
de Werd: en wat u vraag betreft, gelet
jullie werkwijze zoals ik dat hier ervaar, moet ik u inderdaad
bevestigen: U
liegt! Daar ben ik stellig van
overtuigd en nu is het genoeg
geweest, dit verhoor is wat mij
betreft beëindigd.
Vervolgens wilde mijn
ondervrager nog wat zeggen. Echter,
ik zei hem: "Afgelopen.
Dit feest is wat mij betreft voorbij!"
Ik zag dat met name mijn
ondervragers bijna barstten
van woede, toen ik besloot dat
het verhoor was afgelopen. In mijn cel maakte ik mij ernstig zorgen over
mijn veiligheid. Ik kon nog slechts hopen dat de klokkenluidersclub
buiten mijn veiligheid in de gaten zouden houden.
Dat bleek inderdaad het geval! Zij telefoneerden voortdurend van
buiten af om te informeren waar ik zat.
Ze hadden Donner gewaarschuwd en de media,
maar ook op het internet alarm geslagen. Het is droevig dat het in
Nederland inmiddels zo gevaarlijk is geworden dat dit soort maatregelen
moeten worden genomen! In mijn cel wist ik dat tegen die twee geen enkel
kans kon maken. Ik had echter besloten om in dat geval te vechten niet
voor het behoud van mijn leven, maar om zoveel mogelijk DNA sporen van
mij bij hen achter te laten!
Ik besloot die nacht niet te gaan slapen en
schrok enorm toen de celdeur openging,
waarna een enorme opluchting volgde. Immers, wat
ik verwachtte gebeurde niet! Er verschenen twee politiefunctionarissen
met de mededeling: De Werd,
we gaan op reis. Ook toen bekroop mij een angstig gevoel tot ik beneden
meer gedetineerden aantrof, waaruit ik begreep dat het
geen 'enkele reis'
zou worden. Ik zeg hier nadrukkelijk bij dat men vooral niet mag
generaliseren. Ik heb ook op het
hoofdbureau meegemaakt dat keurig op de deur werd geklopt alvorens deze
werd opengedaan en toen ik daarover mijn verbazing uitsprak liet de
betrokkene mij weten: heer de
Werd, u hebt
toch wel een beetje recht op privé!
De behandeling van de gedetineerden
bleek mij gemiddeld genomen redelijk tot goed. Ik heb dan ook bij mijn
vertrek de politiefunctionarissen bedankt voor de goede verzorging,
waaruit blijkt dat de leiding
hen goed heeft geïnstrueerd. Echter er lopen verkeerde tussen, waarmee
je maar beter niet alleen achtergelaten kan worden. Mijn
ondervrager ervoer ik als een domme man die zich onder alle
omstandigheden wenste te laten gelden! Zijn optreden bestaat
hoofdzakelijk uit pure intimidatie!. Dat
dit psychische schade oplevert,
zelfs op korte termijn,
moge blijken uit het feit dat ik de volgende
dag onmiddellijk
verkeerde conclusies trok toen men mij bij vergissing niet te eten gaf!
Ik hoorde wel de etenswagentjes voorbij rijden,
echter ik werd daarbij overgeslagen en om de bewaarders niet onnodig te
storen druk ik niet te gauw op
de knop van de intercom.
Ik besloot eerst maar eens even af te
wachten, maar dacht daarbij, wel
ja, natuurlijk,
zo kan het ook! Totdat het luik
openging met de vraag of ik op de luchtplaats een sigaretje wilde roken!
Toen schaamde ik mij voor de gedachte dat men mij wat aan wilde doen! Ik
vroeg hen of ik nog ontbijt zou kunnen nuttigen, waarop beide elkaar
verbaasd aankeken en één van hen
zei:
heeft u dat dan nog niet gehad? Wij komen u dat zo brengen! Ik had
echter geen lust meer om te eten en liet hen dan ook weten. Als
u mij een kopje koffie brengt met een
sigaretje en ik mag nog even luchten, dan ben ik een tevreden
man! Aldus geschiedde!
Ik heb hier niet over gerept
bij de Rechter-commissaris,
omdat ik niet voor de volle 100%
de zekerheid had dat ik zou vrij komen. Ik wilde niet het risico lopen
met mijn verhoorders alleen achter te blijven in de wetenschap dat
zij er achter zouden komen, dat ik aan hun werkwijze
ruchtbaarheid had gegeven. Ik acht beiden bijzonder gevaarlijk voor de
eer en goede naam van het politiecorps
en tot alles in staat; niets
uitgezonderd, waarvan akte! Als
ik het goed heb, werd over hun
verhoor niets schriftelijk vastgelegd,
in ieder geval heb ik daarover niets aangetroffen. Heel summier bewijs
dat dit zo heeft plaatsgevonden
heb ik wel, namelijk
een half afgemaakte zin op een velletje papier
met daarop: verhoorder weigert naam te noemen. Toen
werd mijn pen uit de hand getrokken. Hun
pen om wel te verstaan, aldus
bevind die zich in hun bezit. Laboratoriumonderzoek
kan uitwijzen dat de inkt uit die pen overeenstemt met de inkt op het
door beschreven papier, maar
ook via een leugendetector kan men wat dat betreft de waarheid
achterhalen. Wensen zij daaraan
geen medewerking te verlenen dan doe ik dat zelf wel
bij de
Rechter-commissaris.
Weledelgestrenge heer, u
hebt mij documenten
gegeven, waaronder de gewraakte
brief die mijn ondervrager heeft voorgelezen,
en toen bleek mij waarom ik zo verbaasd
was! U ziet onderaan die brief d.d. 24/04/02 in de laatste zinsnede
staan, dat ik inderdaad heb geschreven aan de corrupte officier van Justitie,
vuile juridische kuthoer, jij
wordt door mij geslacht! Zo werd
het mij in de verhoorkamer op het hoofdbureau op de Elandsgracht
voorgelezen. U ziet, alleen het
laatste deel van de zin werd door hem voorgelezen.
Immers de gehele zinsnede luid en
ik citeer: Voordat je daartoe over gaat, probeer jij eens je
eigen te verdedigen op
28 mei 2002 om 9. 20,
vuile juridische kuthoer, dan
wordt je door mij geslacht. Indien men het vetgedrukt dus 28 mei 2002 om
9.20 uit de zinsnede bij voorlezing niet noemt, dan komt de gewraakte
zinsnede in een totaal ander daglicht te staan. Immers
juist het vet gedrukte maakt onomwonden duidelijk dat wordt gedoeld op
de komende Zitting d.d. 22 mei 2002 om 9. 20 uur,
zodat er ter goeder trouw geen enkele twijfel over kan bestaan dat wordt
bedoeld tijdens
genoemde zitting wordt u door mij geslacht,
waarmede ik haar heb aangegeven dat ze
juridisch volstrekt kansloos zou zijn, hetgeen de praktijk ook
heeft uitgewezen!
Dit soort toestanden kan men voorkomen door
wettelijk te regelen dat geen enkele verdachte zonder de aanwezigheid
van een advocaat wordt gehoord!, Ook
uit veiligheidsoverwegingen lijkt mij dat een goede zaak. Tot zoverre
ter uwer informatie.
Weledelgestrenge heer ik ga er behoudens
anders luidend tegenbericht uwerzijds vanuit dat u de dagvaarding
terzake in ieder geval binnen de wettelijke termijn met art. 262 Sv
begroet. Ter Zitting van 8 november 2005 beginnen we echter met wraking,
daarmee heb ik tot op heden zoveel succes Vijf Rechters op rij ! Dat
ik dit standaard heb ingevoerd. Wat de getuigenlijst betreft,
die stel ik voor u op met daarbij beknopt weergegeven waarover ik hen
onder ede wens te ondervragen In ieder geval Donner en de Wijkerslooth
over dat deel van hun motiveringen terzake,
dat blijkens de objectieve normen van de Hoge
Raad door hen als topjuristen
werd gemotiveerd op arglistig,
bedrieglijk en juridisch
volstrekt onvolwaardig, ja zelfs op juridisch ongeschoold niveau.
Voorzover ik het thans kan inschatten worden
er zijdens de verdediging ongeveer een 20-tal
getuigen gehoord en een vijftal getuigen deskundigen. Inclusief officier
van Justitie H. v/d Hoek, die
het zelfs heeft gewaagd om psychiatrisch
onderzoek te vorderen. Dit
terwijl zij zelf ambtshalve meerdere malen het formele procesrecht
heeft geschonden, inclusief gerechtssecretaris
van en de Officier van Justitie
van het Parket te
Leeuwarden die daar beiden in
samenspanning ex art. 80 Sr en onder de verzwarende omstandigheid van
art. 44 Sr, aldus anders dan uit
hoofde van ziekte of gebreke als bedoeld in art. 11lidc juncto 12 Ro,
formele documenten hebben verduisterd.
Te weten: de complete
Kantongerechtzitting d.d. 17
augustus 2004 en vervolgens
valse documenten hebben opgemaakt. Met
name ook door volstrekt onbevoegd op het pamflet *
Machtiging tot zeven dagen gijzeling
toegewezen * een kruisje te plaatsen en op grond daarvan het bevel te
geven aan de Gewapende Macht om tot arrestatie over te gaan. Dit alles
in koelen bloede en goed
onderling overleg gepleegd met als doel mijn onrechtmatige
vrijheidsberoving.
Uit de stukken blijkt dat Griffier M.L.K.
inmiddels gedeeltelijk arbeidsongeschikt is geworden. Een
goede zaak voor de rechtszekerheid
van alle burgers op Nederlands grondgebied.
Ik verwacht niet dat hij ooit nog als griffier
zal functioneren nadat hij door mij voor de Meervoudige Strafkamer onder
ede over zijn ambtelijke corruptie wordt bevraagd. We brengen
uiteindelijk deze affaire, die
de grootste juridische zwendelaffaire uit de Nederlands
Rechtsgeschiedenis is,
uiteindelijk voor genoemde strafkamer.
Dat stellen wij t.z.t. voor aan de politierechter die deze
juridisch hete aardappel ongetwijfeld op ons voorstel zal willen
doorschuiven naar genoemde Kamer!
Wat de formele documenten betreft: Ongeveer
een vuilnis zak vol aan zeer belastend bewijs tegen
het OM en de corrupte ambtenaren is beschikbaar,
inclusief ongeveer twintig uren audio
en video-opnamen.
Ik weet niet of alles zal worden overlegd
als wettig overtuigend bewijs.
In ieder geval behouden wij ons daar wel het recht toe voor.
Tot slot laat ik u nog weten dat er al
geruime tijd onderhandelingen gaande zijn tussen mij en het OM via de ex
officier van Justitie mr. R.W. Asser die ik een akte van dading heb
toegezonden, om via die weg
tegen algehele wederzijdse kwijting de veroorzaakte schade,
tot op heden mijnerzijds begroot op ongeveer
12 miljoen euro fiscaal vrij,
in den minne te schikken. Genoemde ex-officier
van Justitie wenst te bemiddelen omdat naar zijn stellige overtuiging in
deze affaire mij ernstig onrecht wordt
aangedaan en ook omdat het OM naar zijn stellige overtuiging,
naar hem als ex officier van Justitie,
wel zou willen luisteren. Met genoemde ex-officier
van Justitie heb ik daarover in
goede verstandhouding al een tiental brieven daarover gewisseld.
Eveneens hebben wij in Café Scheltema en in Poort van Cleve aan
de Nieuwezijds Voorburgwal een drietal oriënterende gesprekken gevoerd.
Voorts dient u nog te weten dat ik bij
voortzetting van dit conflict de Staat der Nederlanden verantwoordelijk
houd voor alle excessen daaruit voortvloeiende. Mijn voorkeur heeft het
om via de aan de ex-officier
van Justitie toegezonden Akte
van Dading de zaken alsnog tot wederzijdse tevredenheid te regelen.
Ik heb dan ook in genoemde akte
verstrekkende concessies gedaan. Dit
juist omdat de rechtsgevolgen
bij voortzetting van dit onverkwikkelijke conflict voor geen der
partijen voorafgaand valt te overzien, behoudens dan dat die zeer
ernstig van aard en omvang zullen zijn. De verwoede pogingen tot
mijn onrechtmatige vrijheidsberoving
via ambtelijke corruptie, zoals
thans nog gaande is. is daar al
een voorbode van!
Tot zoverre ter uwer informatie,
Kunt u mij een datum aangeven die
uwerzijds geschikt om het één en ander nog voor de komende zitting
te bespreken. In dat geval zal
ik er voor zorgen dat ik de gedetailleerde getuigenlijst bij mij heb. De
officier van Justitie zal zich
daartegen natuurlijk heftig verzetten.
Echter, zoals u
ongetwijfeld bekend is, daarin
heeft hij niet het laatste woord. Het is zeer van belang dat al onze
getuigen zover wij dat noodzakelijk achten in het belang van een goede
procesorde worden opgeroepen. Hetzelfde
geldt natuurlijk ook voor de zeer talrijke belastende documenten.
U hebt
het ongetwijfeld al begrepen, bij
een behoorlijke procesgang is ook dit keer weer het OM volstrekt
kansloos. Ik heb met het OM in
deze affaire al een tiental stafrechtelijke procedures gevoerd. Het OM dan
op kosten van de belastingbetaler,
waaronder een drietal art. 12 Sv procedures en een vijftal wrakingincidenten.
Nimmer heeft het OM ooit een schijn van kans gehad,
eenvoudig omdat zij ter zitting
altijd weer opnieuw wordt vastgenageld aan haar eigen juridische
zwijnenstal. Dat zal dit keer niet anders zijn.
Nooit zal het OM in de zittingzaal
ooit een strafzaak kunnen winnen, nog daargelaten het feit, dat er
blijkens de inhoudelijke strekking van de formele Wet,
de grondwet en internationale
verdragen noch civielrechtelijk, noch strafrechtelijk er een
rechtsgeding kan plaatsvinden met de officier van Justitie op de stoel
van de Formele Wetgever en de Zittende Magistratuur.
In dat kader is het van belang als wettig
overtuigend bewijs terzake te overleggen de volledige bekentenis van het
College van Procureurs-generaal en van de
Minister van Justitie Jan Piet
Hein Donner d.d. 23 juli 2003,
waarin zij onder mijn juridische dwang werden genoodzaakt al hun eerdere
onjuiste uitlatingen te herroepen c.q.
te vervangen voor de bekentenis,
dat de officier van Justitie
meerdere bevelen van het het Gerechtshof ex art. 12i Sv tot het
strafrechtelijk vervolgen van meineed in 1988 en
in strijd met de formele Wet,
met name art. 246 Sv, ter
verjaring heeft opgelegd. Dit dan heimelijk
en ondanks mijn zeer felle protesten daartegen, hetgeen genoemde
officier van Justitie nooit had
mogen doen, aldus Donner!
Deze huiveringwekkende bekentenissen
waaruit onomwonden formeel blijkt dat het OM terzake zelfs illegaal
heeft plaatsgenomen op de stoel van de Formele Wetgever en de Zittende
Magistratuur, ter aanranding van een behoorlijke procesgang en
ter zekerheidstelling van mijn totale rechteloosheid als
Nederlands staatsburger werd op
13 november 2003 nogmaals formeel bevestigd
door de juridisch hoogleraar
Roel Fernhout, dit in zijn
functie als Nationale Ombudsman, waarvan akte!
Tot zoverre, met vriendelijke groet
in afwachting op uw reactie terzake!
K.H. de Werd
Amsterdam d.d. Zondag 9 oktober 2005
Postbus: 36157 1020 MD Amsterdam