Verbod van het procesmonopolie van advocaten * * * Mogen advocaten liegen, meineed plegen en lasteren in rechtsprocedures?


Pensioen . . Miljarden . . Kamerzetel . . Klokkenluiders <===> SDN . . Crisisdebat . . MenS

Huizen, 10 oktober 2005

Naar alle kamerleden apart op naam verzonden (veel werk)

Weisglas, F.W. (VVD)

Geachte heer Weisglas,

Hieronder de tekst die aan alle Kamerleden is toegezonden m.b.t. het bewezen en erkende feit van het afdekken van meineed door de minister van Justitie.

 
Twee CDA-kamerleden onderschrijven dat minister Donner
geen meineed zou mogen afdekken, wat hij wel deed !!!
 
Nu ligt de bal eindelijk in het parlement. (zie verslag hieronder)
Ook de Zaanse verhoormethode wordt nog steeds toegepast.
 
 
 
Onderwerp: Mag de minister van Justitie meineed afdekken?
 
Huizen, 10 oktober 2005

Geachte heer Haersma Buma,

Dank voor uw correcte antwoord.

De vraag is nu, wat gaat u er aan doen met de schriftelijke erkenning van Donner dat hij dat juist wel heeft gedaan?? Over deze affaire van justitiële zwendel in het groot kunt u contact opnemen met het slachtoffer van justitiële fraude, de heer K.H. de Werd. Zijn nummer is: 06-52294249

Met vriendelijke groet,

R.M. Brockhus
Westkade 227
1273 RJ Huizen
Tel.: 035-5244141
Fax.: 035-5244142
Mail: sdn@wxs.nl

 
 
Onder uw mailtje de mail van de heer de Werd zoals die vandaag door mij is ontvangen

Van: Haersma Buma van S. [mailto:S.Buma@tweedekamer.nl]
Verzonden: zondag 9 oktober 2005 19:57
Aan: SDN
CC: Fessem van W.M.M.
Onderwerp: RE: Mag de minister van Justitie meineed afdekken?

 

Geachte heer Brockhus,

Ik ben met de heer Van Fessem geheel eens dat de minister van Justitie geen meineed mag afdekken.

Met vriendelijke groet,

S. van Haersma Buma


======================================

Mr. S. (Sybrand) van Haersma Buma LL.M.
Lid CDA-Fractie Tweede kamer der Staten Generaal
Postbus 30805
2500 GV DEN HAAG
Tel: 070-3182527
Fax: 070-3182602

======================================

Mr. S. (Sybrand) van Haersma Buma LL.M.
Lid CDA-Fractie Tweede kamer der Staten Generaal
Postbus 30805
2500 GV DEN HAAG
Tel: 070-3182527
Fax: 070-3182602

 

-----Oorspronkelijk bericht-----
Van: SDN [mailto:sdn@planet.nl]
Verzonden: vrijdag 7 oktober 2005 9:50
Aan: Haersma Buma van S.; Fessem van W.M.M.
Onderwerp: FW: Mag de minister van Justitie meineed afdekken?

Verzonden: vrijdag 7 oktober 2005 9:48
 

Aan: 'm.depater@tweedekamer.nl'
Onderwerp: Mag de minister van Justitie meineed afdekken?

Het CDA hield op 3 oktober 2005 in het Beatrixgebouw in Utrecht een debatvergadering met bestuursleden uit de regio. Uitgenodigd waren minister J.P.H. Donner en Kamerleden van Fessem en van Haersma Buma. Aan het CDA-Kamerlid van Fessem vroeg ik: "Mag de minister van Justitie meineed afdekken?" De heer van Fessem reageerde spontaan met: "Nee natuurlijk niet!" (Zie het verslag) Maar de man die al 30 jaar vecht tegen deze fraude van Justitie zit nu vast in gijzeling.

  Met vriendelijke groet,

    R.M. Brockhus
   Westkade 227
   1273 RJ Huizen
   Tel.: 035-5244141
   Fax.: 035-5244142

Mail: sdn@wxs.nl

Web: www.sdnl.nl www.sdnl.nl

Sent: Wednesday, Oktober 05, 2005 1:07 PM
Subject: de Werd contra de Staat der Nederlanden
 
Weledelgestrenge heer,
 
Nogmaals hartelijk dank voor de wijze waarop u mij rechtsbijstand heeft verleend. Voor de eerste keer en zeker niet onder optimale omstandigheden was onze samenwerking bepaald niet slecht te noemen. Ik verzeker u dan ook dat wanneer wij eenmaal goed op elkaar zijn ingespeeld Justitie volstrekt kansloos is; in alle opzichten om wel te verstaan. Tot op heden heb ik met het OM een tiental procedures gevoerd van strafrechtelijke aard, waaronder een drietal art.12 Sv en een vijftal wrakingprocedures, waarbij justitie altijd  volstrekt kansloos is gebleken. Aldus heb ik terzake een wig weten te drijven tussen de Zittende en Staande Magistratuur. Dat moet uiteraard zo blijven, want dat is een zeer comfortabele positie, zeker nu ik terzake wederom als verdachte werd aangemerkt en als zodanig werd gedagvaard om op 8 november 2005 voor de politierechter te verschijnen.

Waarbij ik u al op de voorhand kan verzekeren dat het OM ook in dit geval weer volstrekt kansloos zal blijken te zijn. Met name omdat zij ter zitting altijd weer opnieuw door mij wordt vastgenageld op haar eigen juridische zwijnenstal. Justitie zelf weet dat ook, vandaar dat er weer ter verduistering van wettig overtuigend bewijs door onze ambtsedige lieverdjes weer behoorlijk werd geknoeid met de formele documenten terzake! Vergeefs want alles werd door mij en derden onvervreemdbaar gearchiveerd. Ik heb uit het schaduwdossier uwerzijds, mij bij de Rechter-commissaris gegeven, kunnen opmaken dat Griffier M.L.K. in samenspanning (ex art. 80 Sr  en onder de verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr) met de Officier van Justitie van het parket Leeuwarden valse documenten hebben opgemaakt. Dit met als doel een onrechtmatige vrijheidsberoving, via misbruik van de Gewapende Macht. Inmiddels is hij gedeeltelijk arbeidsongeschikt geworden.

 
Weledelgestrenge heer,
 
Het zijn genadeloze criminele watjes. Zolang zij er vanuit kunnen gaan dat bij ontstellend gebrek aan journalistiek/politieke controle ondanks hun ambtseden straffeloos kunnen zwendelen, zullen zij dat doen ongeacht hun ambtseden en de zeer ernstige rechtsgevolgen en wijze waarop het aanzien van de rechtspleging en de rechtszekerheid van de burgers daarmede wordt geschaad! Genoemd individu voelt zich echter op heterdaad betrapt en volkomen terecht. Immers, ik had gelet op mijn zeer negatieve ervaringen met het OM als Wetshandhaver ex art. 4 Ro doeltreffende voorzorgsmaatregelen getroffen om de feitelijke waarheid voor de volle 100% tegen aanranding veilig te stellen. Hij zal nooit meer als Griffier kunnen functioneren nadat hij door mij en/of u onder ede over zijn criminele activiteiten wordt ondervraagd.

Dat is een goede zaak, hoewel het in feite niet mijn taak als burger is, doch die van het OM als Wetshandhaver om ons rechtssysteem van criminele elementen te zuiveren. Laat ze maar wat de feiten betreft uit hun nek kletsen op de zitting van 17 augustus 2004, waarbij de Officier van Justitie voor de eerste maal vergeefs mijn gijzeling vorderde. Er waren een vijftal getuigen aanwezig en twee van hen hebben de gehele zitting en hetgeen kort daarop gebeurde opgenomen op geluidsband. Er is maar een waarheid en dat is de feitelijke waarheid zoals terzake mijnerzijds onvervreemdbaar gearchiveerd is. Al diegenen die het terzake hebben aangedurfd daarover formeel een afwijkende verklaring te geven, formeel of informeel, die worden door ons op de getuigenlijst geplaatst. En ik verzeker u ik geniet er nu al van om hen onder ede te mogen bevragen, want daarna zullen zich ongetwijfeld meerderen zich terzake als zijnde arbeidsongeschikt aanmelden! Dit in afwachting van hun definitief oneervol ontslag bij de Rechtelijke Macht als bedoeld ex art. 11lidc junto 12 Ro.

 
Uit de formele documenten moge u blijken dat door de politieambtenaren terzake mij van alles betichten ter zitting. d.d. 17 augustus 2004, wat heel vervelend is geweest. Welnu u heeft zelf bij de Rechter Commissaris, die volstrekt integer functioneerde, als mijn Raadsman kunnen meemaken de wijze waarop ik mijn verdediging voer en ik verzeker u, ik heb tientallen procedures gevoerd, zowel civielrechtelijk als strafrechtelijk en een honderdtal malen openbare zittingen bijgewoond. Dit zonder daarbij ook maar op welk een wijze dan ook ooit een Zitting te hebben verstoord, waarvan akte!
 
Dus al degenen die terzake afwijkend hebben verklaard worden eveneens op de getuigenlijst geplaatst. Immers zij hebben in samenspanning ex art. 80 Sr en onder de verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr mijn eer en goede naam met hun gore leugens op zeer grove wijze aangetast. Zij allen werden door mij op heterdaad betrapt bij zaken die het daglicht niet kunnen velen. Hetgeen hen heeft doen besluiten mij met hun modder te bespuiten. Vandaar ook dat de Officier van Justitie, te weten mevr. mr. H. Hoekstra, terzake psychiatrisch onderzoek vorderde. Het spreekt vanzelf dat ook zij op de getuigenlijst wordt geplaatst, zodat ik haar daarover onder ede kan doen horen. Immers, er bestaat een samenhang tussen die vordering en het feit dat ook zij als Officier van Justitie ten laste van een behoorlijke procesgang herhaalde malen het formele procesrecht op zeer ernstige wijze heeft geschonden. En wel zo ernstig, dat ik daarop de rechter met succes heb weten te wraken. Zij behoorde mij na die wraking formeel een nieuwe zittingsdatum kenbaar te maken, waarop de zitting zou worden voortgezet en liet dat ondanks mijn herhaalde verzoeken daartoe achterwege, zodat ik mij op 11 augustus 2005 formeel tot de rechtbank heb gewend met het verzoek haar te bevelen tot kennisgeving van niet verdere vervolging. Op de dag van mijn arrestatie begaf ik mij naar de centrale griffie van de rechtbank om daar te informeren waarom ik op mijn verzoek aan de rechtbank terzake nog geen enkele reactie had bekomen.
 
De baliemedewerkster liet mij daarop weten dat er in de computer niets bekend over was! Ik begreep toen dat dit verzoek was verduisterdEchter, tijdens mijn aanhouding attendeerde ik genoemde Officier van Justitie er op dat ik de rechtbank had verzocht om haar een bevel te geven tot kennisgeving van niet verdere vervolging. Toen ik haar daarvan een gemerkt afschrift wilde tonen versprak zij zich door mij te laten weten: "Dat hoef ik niet te zien"dat heb ik al gelezen. Ik vroeg haar hoe dat mogelijk was, immers, uit het door de griffie gewaarmerkt kopie van het verzoek blijkt onomwonden dat ik mij niet tot het OM maar tot de Rechtbank had gewend zoals wettelijk vereist. Met haar verspreking werd mij duidelijk dat zij degene is geweest die mijn verzoek tot de rechtbank heeft onderschept. Zij heeft zodoende ter aanranding van een behoorlijke procesgang wederom plaatsgenomen op de stoel van de Formele Wetgever en van de Zittende Magistratuur, waarvan akte!
 
Op alle mogelijke manieren trachtte men wettig overtuigend bewijs te verduisteren en/of te verminken. U hebt mijn aangifte d.d 23 mei 2005 ongetwijfeld aangetroffen. Ook die bleek bij de centrale griffie niet te vinden ondanks dat er toch duidelijk uit de griffiestempel blijkt dat deze daar op 23 mei 2005 is ingekomen. Voorts weigert men consequent van een aangifte te spreken. Al mijn opponenten ter kwader trouw terzake houden het op een "brief" die aan de Hoofdofficier van Justitie werd geschreven, dit ondanks dat in de aanhef toch duidelijk staat te lezen en ik citeer: Betreft aangifte van ambtsmisdrijven in het conflict fa. de Werd tegen de Staat der Nederlanden, met het verzoek over te gaan tot strafrechtelijke vervolging op straffe van een art. 12 Sv procedure bij het Gerechtshof.
 
Vervolgens wordt genoemd als dader 1: De officier van justitie Arrondissementsparket te Leeuwarden en als dader twee: De Gerechtssecretaris Rechtbank Amsterdam Sector Kantonlocatie Amsterdam . Aan deze aangifte zat gehecht een viertal documenten waaruit formeel en onomwonden blijkt dat dader 1 en 2 inderdaad het procesverbaal van de zitting d.d. 17 augustus 2004, inclusief de akte van wraking te hebben verduisterd, evenals de bijbehorende schriftelijke uitspraak. Kortom, de complete zitting. Vervolgens werden door beiden valse akten opgemaakt en op grond daarvan werd de Commissaris van Politie het volstrekt illegale bevel gegeven mij te arresteren. Dit alles met als geen ander doel dan mij onrechtmatig van mijn vrijheid te beroven. Vandaar ook dat de schriftelijke uitspraak van de rechter voor mij tot op heden ten dage in strijd is met de formele wet, grondwet en internationale verdragen en strikt geheim wordt gehouden, als ware het staatsgeheim. 
 
Kennelijk vinden de betrokken togacriminelen hun ambtsmisdrijven zelf zo ernstig dat zij de formele documenten die onlosmakelijk behoren bij die aangifte daarvan hebben losgekoppeld, omdat zij die voor hen te belastend vonden. Echter, zoals gezegd, die pogingen zullen vergeefs blijken te zijn, want het spreekt vanzelf dat ik met die mogelijkheid rekening heb gehouden. Ter Zitting komt er een compleet dossier boven water, daartoe heb ik alles onvervreemdbaar gearchiveerd.
 
Ook bij het Hof werden, zo is mij gebleken, verwoede pogingen ondernomen tot het verduisteren van mijn beklag ex art.12 Sv dat daar werd gedeponeerd, omdat de Hoofdofficier van Justitie tot heden ten dage op mijn aangiftes terzake in het geheel niet heeft gereageerd. Bij de strafgriffie aldaar kreeg ik de meest gekke verhalen te horen. Uiteraard wisten ze in eerste instantie volgens hun zeggen ook van niets, maar toen ze daar niet mee weg kwamen, heb ik de toezegging weten af te dwingen dat zij mij ten spoedigste zullen berichten wanneer genoemd beklag door het Gerechtshof zal worden behandeld. Tot op heden echter, ondanks deze toezegging, heb ik nog geen enkel bericht in mijn postbus aangetroffen, waarvan eveneens akte!
 
 
Weledelgestrenge heer,
 
Mijn schaduwdossier is niet compleet, met name ontbreekt mij het verhoor van de Rechter-Commissaris en haar beslissing tot bewaring met schorsing onder bepaalde voorwaarden, waarmee ik akkoord kon gaan. Ik verzoek u beleefd mij die formele documenten toe te zenden, zodat onze dossiers gelijk zijn afgestemd. U signaleerde bij de Rechter-Commissaris heel terecht, dat de aangevers terzake uitgebreid zijn gehoord, terwijl dit bij uw cliënt nog geen minuut duurde! Welnu, wat dat betreft dient eveneens de brigadier van Politie J.F Gringhuis op de getuigenlijst te worden geplaatst. Het betreft hier een zeer onaangenaam individu, in ieder geval heb ik dat als zodanig moeten ervaren. Hij trachtte mij te overrompelen. Mijn celdeur werd opengetrokken en hij maakte zich bij mij kenbaar als de hulpofficier van Justitie. Vervolgens liet hij mij weten en ik citeer: "Jou wordt ten laste gelegd, bedreiging en belediging; wat heb jij daarop te zeggen?" Ik liet hem weten daarvan kennis te hebben genomen. Vervolgens zei ik: alvorens ik daarop reageer laat u mij maar zien wat u daarover in handen hebt, daarna zal ik besluiten of en op welke wijze ik daarop zal reageren. Kennelijk zeer teleurgesteld over zijn mislukte poging mij te overrompelen vertrok hij onmiddellijk uit mijn cel. Weledelgestrenge heer u hebt ongetwijfeld zijn ambtsedig proces-verbaal d.d. 6 oktober 2005 gelezen. Vlak voor de ondertekening treft u de zinsnede aan ik citeer: Gezien het feit dat er met de verdachte geen zinnig gesprek te voeren is, kan niet worden ingeschat in hoeverre verdachte zich bewust is van zijn inpact van zijn uitlatingen! einde citaat!
 
Dit is een bijzonder ernstige bewering. Immers, hij suggereert daarmee ontegenzeggelijk alsof er iets zou mankeren aan mijn geestelijke vermogens. Ik wens deze man onder ede voor de rechter te bevragen. Ik heb ruime ervaring met dit soort lieden die functioneren als zand in de molen van Justitie bij gebrek aan integerheid. Ik acht dit soort lieden zelfs gevaarlijk voor de rechtszekerheid van allen op Nederlands grondgebied. Nadat ik u had gebeld en wij hadden afgesproken dat u mij als raadsman zou bijstaan bij de Rechter-commissaris werd om 20.00 uur in de avond mijn celdeur geopend met de mededeling dat ik mij naar de verhoorkamer diende te begeven. U vindt daarover niets in de stukken terug en dat verbaast mij in het geheel niet. Gelet op hetgeen waarmee ik werd geconfronteerd; te weten een verwoede poging mij ten tweede male te overrompelen na de eerste mislukte poging. Dit keer via de Zaanse Methode die wettelijk is verboden, omdat men daarmede bekentenissen kan afdwingen bij verdachten over strafbare feiten die zij niet hebben begaan. Ik trof aan Gringhuis aan, echter dit keer was naast hem een donkere politiefunctionaris, waarschijnlijk van Surinaamse afkomst! De sfeer was enorm dreigend, zodat ik het verhoor na een tiental minuten zelf heb afgebroken en ik kan u vrijwel woordelijk weergeven wat er werd gezegd en onder welke omstandigheden en toonhoogte!
 
Mijn ondervrager bleek bij mijn binnenkomst uitermate onbeschoft. "Zitten daar, en kop dicht, ik heb de leiding van dit verhoor, en ik stel hier de vragen die jij hebt te beantwoorden".
 
de Werd: Is mijn advocaat niet aanwezig?
Hoe kan dat ?
Weet ik niet! Genoemd individu zat met zijn rechterhand voortdurend op tafel te tikken en zijn maat zat onderuitgezakt in de stoel naast hem !
 
de Werd: Hebt u misschien voor mij een velletje papier met een potlood, zodat ik wat aantekeningen kan maken?
Nee ! Kop dicht, jij stelt hier geen vragen!
 
De Werd: Maar u zelf hebt wel de mogelijkheid om aantekeningen te  maken!
Zijn maat staat op en geeft een vel papier met een pen.
 
De Werd: Wie bent u?
Antwoord: Ik zij je toch jij stelt hier geen vragen, ik heb de leiding van dit verhoor ik stel de vragen en jij hebt die te beantwoorden.
 
De Werd schrijft op: Ondervrager wenst zijn naam niet te noemen! Zijn maat ziet dat springt overeind en trekt de pen uit mijn hand!
 
De Werd: Wat is dat nou?
Antwoord: Jij stelt hier geen vragen, ik stel hier de vragen, jij beantwoordt vragen!
 
De Werd: Alvorens u dit doet! zou u mij niet eerst kenbaar maken dat ik niet verplicht ben om uw vragen te beantwoorden?
Ondervragers allebei tegelijk, dat hebben wij al gedaan!
 
De Werd: Daar heb ik niets van gehoord!
Ondervrager: Met zijn handen op het bureau tikkend, kop dicht jij, stelt hier geen vragen.
 
Weledelgestrenge heer de sfeer werd zo intimiderend, dat ik dacht wanneer die twee met mij noch een uurtje zo doorgaan dan ben zelfs ik nog ondanks mijn ruime ervaringen evenals Cees B. nog in staat om misdrijven te bekennen die ik niet heb begaan. Ik realiseerde mij dat ik psychische schade zou kunnen oplopen indien dit te lang zou duren. Mijn weerstand was al behoorlijk afgenomen, want men had mij die avond van bureau naar bureau gezeuld in de boevenwagen dus ik was al behoorlijk vermoeid.
 
Mijn ondervrager ging verder, hij had in het dossier dat voor hem lag enkele brieven waarvan ik enkele herkende dat ik ze had geschreven. Bovenop lag een brief die volgens de griffiestempel was ingekomen op 25 april 2002, met als aanhef: "Onderwerp corrupte officier van justitie". Het betreft dezelfde officier van Justitie die ambtshalve herhaalde malen ten laste van mijn juridische belangen het formele procesrecht heeft geschonden, te weten mevr. mr. van den Hoek en dezelfde die mij met drie politiefunctionarissen kwam arresteren toen ik mij op de rechtbank bij de centrale griffie bevond. Dezelfde die eveneens vergeefse pogingen ondernam tot strafrechtelijke vervolging! Daarbij zijn de politiefunctionarissen van Den Vliet en den Hollander door mij als getuigen opgeroepen, omdat ook zij onder ambtseed terzake een loopje met de waarheid hadden genomen. Het betreft de zitting waarbij de eerste rechter van de vijf op rij door mij met succes werd gewraakt! U begrijpt nu ongetwijfeld de toonzetting in genoemde brief. Ik werd voortdurend geconfronteerd met zwendel, gepleegd door ambtsedige personen ter aanranding van een behoorlijke procesgang. Vandaar dat ik besloot mijn toonhoogte aan te passen aan de ernst van de situatie, zodoende hen te laten blijken dat bij mij niet ongestraft verder kan worden gezwendeld!
 
Mijn ondervrager: vraagt mij zeer vijandig, heb jij deze brief geschreven?
De Werd: Mag ik hem even zien?
 
Ondervrager: Jij mag helemaal niets: Je beantwoord gewoon mijn vragen!
 
De Werd: Als u mij die brief even ter hand stelt dan kan ik kijken of de inhoudelijke strekking nog in orde is en dan zal ik u vraag beantwoorden.
 
Ondervrager: Geen sprake van, ik lees deze brief voor en dan heb jij te antwoorden, of dat jou brief is!
Ondervrager vangt aan te lezen en eindigt met de woorden: vuile juridische kuthoer, jij wordt door mij afgeslacht !
 
De Werd weet vrijwel exact wat hij al dan niet heeft geschreven en reageert derhalve verbaasd met, heb ik dat zo geschreven?
 
Ondervrager: Dat staat hier, ik lees het toch of durf jij som´s te beweren dat ik lieg?
 
de Werd: Waar bent u mee bezig met de Zaanse methode? U verpest de zaak van de officier van Justitie als jullie zo doorgaan die zal dat de officier jullie zeker niet in dank afnemen als de rechter haar straks als gevolg van dit onwettig verhoor niet ontvankelijk verklaart!
 
Ondervrager: Kop dicht ik heb hier de leiding!
 
De Werd staat op: Het is wel mooi geweest zo, ik heb hier echt genoeg van en loopt de verhoorkamer uit naar de gang!
 
Ondervrager: Hallo waar ga jij heen? Hier komen en zitten daar op die stoel.
 
Ik naam plaats en moest denken aan Procureur-generaal Harmsen die n.a.v de Schiedamse parkmoord voor de TV liet weten: de zaak wordt door ons geëvalueerd omdat wij daaruit wensen te leren!
 
Mijn ondervrager: Hij wendt zich dreigend tot mij en vraagt en ik citeer: Durf jij het soms te beweren dat ik lieg?
Antwoord: Welnu daar kan ik duidelijk over zijn, zoals het er hier aan toegaat, acht ik jullie beiden volstrekt onbekwaam om een verdachte te doen horen. Ik zal dat ook melden bij de Rechter Commissaris!
 
Ondervrager: Dat moet je doen!
 
de Werd: en wat u vraag betreft, gelet jullie werkwijze zoals ik dat hier ervaar, moet ik u inderdaad bevestigen: U liegt! Daar ben ik stellig van overtuigd en nu is het genoeg geweest, dit verhoor is wat mij betreft beëindigd. Vervolgens wilde mijn ondervrager nog wat zeggen. Echter, ik zei hem: "Afgelopen. Dit feest is wat mij betreft voorbij!" Ik zag dat met name mijn ondervragers bijna barstten van woede, toen ik besloot dat het verhoor was afgelopen. In mijn cel maakte ik mij ernstig zorgen over mijn veiligheid. Ik kon nog slechts hopen dat de klokkenluidersclub buiten mijn veiligheid in de gaten zouden houden. Dat bleek inderdaad het geval! Zij telefoneerden voortdurend van buiten af om te informeren waar ik zat. Ze hadden Donner gewaarschuwd en de media, maar ook op het internet alarm geslagen. Het is droevig dat het in Nederland inmiddels zo gevaarlijk is geworden dat dit soort maatregelen moeten worden genomen! In mijn cel wist ik dat tegen die twee geen enkel kans kon maken. Ik had echter besloten om in dat geval te vechten niet voor het behoud van mijn leven, maar om zoveel mogelijk DNA sporen van mij bij hen achter te laten!
 
Ik besloot die nacht niet te gaan slapen en schrok enorm toen de celdeur openging, waarna een enorme opluchting volgde. Immers, wat ik verwachtte gebeurde niet! Er verschenen twee politiefunctionarissen met de mededeling: DWerd, we gaan op reis. Ook toen bekroop mij een angstig gevoel tot ik beneden meer gedetineerden aantrof, waaruit ik begreep dat het geen 'enkele reis' zou worden. Ik zeg hier nadrukkelijk bij dat men vooral niet mag generaliseren. Ik heb ook op het hoofdbureau meegemaakt dat keurig op de deur werd geklopt alvorens deze werd opengedaan en toen ik daarover mijn verbazing uitsprak liet de betrokkene mij weten: heer de Werd, u hebt toch wel een beetje recht op privé!
 
De behandeling van de gedetineerden bleek mij gemiddeld genomen redelijk tot goed. Ik heb dan ook bij mijn vertrek de politiefunctionarissen bedankt voor de goede verzorging, waaruit blijkt dat de leiding hen goed heeft geïnstrueerd. Echter er lopen verkeerde tussen, waarmee je maar beter niet alleen achtergelaten kan worden. Mijn ondervrager ervoer ik als een domme man die zich onder alle omstandigheden wenste te laten gelden! Zijn optreden bestaat hoofdzakelijk uit pure intimidatie!. Dat dit psychische schade oplevert, zelfs op korte termijn, moge blijken uit het feit dat ik de volgende dag onmiddellijk verkeerde conclusies trok toen men mij bij vergissing niet te eten gaf! Ik hoorde wel de etenswagentjes voorbij rijden, echter ik werd daarbij overgeslagen en om de bewaarders niet onnodig te storen druk ik niet te gauw op de knop van de intercom.
 
Ik besloot eerst maar eens even af te wachten, maar dacht daarbij, wel ja, natuurlijk, zo kan het ook! Totdat het luik openging met de vraag of ik op de luchtplaats een sigaretje wilde roken! Toen schaamde ik mij voor de gedachte dat men mij wat aan wilde doen! Ik vroeg hen of ik nog ontbijt zou kunnen nuttigen, waarop beide elkaar verbaasd aankeken en één van hen zei: heeft u dat dan nog niet gehad? Wij komen u dat zo brengen! Ik had echter geen lust meer om te eten en liet hen dan ook weten. Als u mij een kopje koffie brengt met een sigaretje en ik mag nog even luchten, dan ben ik een tevreden man! Aldus geschiedde!
 
Ik heb hier niet over gerept bij de Rechter-commissaris, omdat ik niet voor de volle 100% de zekerheid had dat ik zou vrij komen. Ik wilde niet het risico lopen met mijn verhoorders alleen achter te blijven in de wetenschap dat zij er achter zouden komen, dat ik aan hun werkwijze ruchtbaarheid had gegeven. Ik acht beiden bijzonder gevaarlijk voor de eer en goede naam van het politiecorps en tot alles in staat; niets uitgezonderd, waarvan akte! Als ik het goed heb, werd over hun verhoor niets schriftelijk vastgelegd, in ieder geval heb ik daarover niets aangetroffen. Heel summier bewijs dat dit zo heeft plaatsgevonden heb ik wel, namelijk een half afgemaakte zin op een velletje papier met daarop: verhoorder weigert naam te noemen. Toen werd mijn pen uit de hand getrokken. Hun pen om wel te verstaan, aldus bevind die zich in hun bezit. Laboratoriumonderzoek kan uitwijzen dat de inkt uit die pen overeenstemt met de inkt op het door beschreven papier, maar ook via een leugendetector kan men wat dat betreft de waarheid achterhalen. Wensen zij daaraan geen medewerking te verlenen dan doe ik dat zelf wel bij de Rechter-commissaris.
 
Weledelgestrenge heer, u hebt mij documenten gegeven, waaronder de gewraakte brief die mijn ondervrager heeft voorgelezen, en toen bleek mij waarom ik zo verbaasd was! U ziet onderaan die brief d.d. 24/04/02 in de laatste zinsnede staan, dat ik inderdaad heb geschreven aan de corrupte officier van Justitie, vuile juridische kuthoer, jij wordt door mij geslacht! Zo werd het mij in de verhoorkamer op het hoofdbureau op de Elandsgracht voorgelezen. U ziet, alleen het laatste deel van de zin werd door hem voorgelezen. Immers de gehele zinsnede luid en ik citeer: Voordat je daartoe over gaat, probeer jij eens je eigen te verdedigen op 28 mei 2002 om 9. 20, vuile juridische kuthoer, dan wordt je door mij geslacht. Indien men het vetgedrukt dus 28 mei 2002 om 9.20 uit de zinsnede bij voorlezing niet noemt, dan komt de gewraakte zinsnede in een totaal ander daglicht te staan. Immers juist het vet gedrukte maakt onomwonden duidelijk dat wordt gedoeld op de komende Zitting d.d. 22 mei 2002 om 9. 20 uur, zodat er ter goeder trouw geen enkele twijfel over kan bestaan dat wordt bedoeld tijdens genoemde zitting wordt u door mij geslacht, waarmede ik haar heb aangegeven dat ze juridisch volstrekt kansloos zou zijn, hetgeen de praktijk ook heeft uitgewezen!
 
Dit soort toestanden kan men voorkomen door wettelijk te regelen dat geen enkele verdachte zonder de aanwezigheid van een advocaat wordt gehoord!, Ook uit veiligheidsoverwegingen lijkt mij dat een goede zaak. Tot zoverre ter uwer informatie.
 
Weledelgestrenge heer ik ga er behoudens anders luidend tegenbericht uwerzijds vanuit dat u de dagvaarding terzake in ieder geval binnen de wettelijke termijn met art. 262 Sv begroet. Ter Zitting van 8 november 2005 beginnen we echter met wraking, daarmee heb ik tot op heden zoveel succes Vijf Rechters op rij ! Dat ik dit standaard heb ingevoerd. Wat de getuigenlijst betreft, die stel ik voor u op met daarbij beknopt weergegeven waarover ik hen onder ede wens te ondervragen  In ieder geval Donner en de Wijkerslooth over dat deel van hun motiveringen terzake, dat blijkens de objectieve normen van de Hoge Raad door hen als topjuristen werd gemotiveerd op arglistig, bedrieglijk en juridisch volstrekt onvolwaardig, ja zelfs op juridisch ongeschoold niveau.
 
Voorzover ik het thans kan inschatten worden er zijdens de verdediging ongeveer een 20-tal getuigen gehoord en een vijftal getuigen deskundigen. Inclusief officier van Justitie H. v/d Hoek, die het zelfs heeft gewaagd om psychiatrisch onderzoek te vorderen. Dit terwijl zij zelf ambtshalve meerdere malen het formele procesrecht heeft geschonden, inclusief gerechtssecretaris van en de Officier van Justitie van het Parket te Leeuwarden die daar beiden in samenspanning ex art. 80 Sr en onder de verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr, aldus anders dan uit hoofde van ziekte of gebreke als bedoeld in art. 11lidc juncto 12 Ro, formele documenten hebben verduisterd. Te weten: de complete Kantongerechtzitting d.d. 17 augustus 2004 en vervolgens valse documenten hebben opgemaakt. Met name ook door volstrekt onbevoegd op het pamflet * Machtiging tot zeven dagen gijzeling toegewezen * een kruisje te plaatsen en op grond daarvan het bevel te geven aan de Gewapende Macht om tot arrestatie over te gaan. Dit alles in koelen bloede en goed onderling overleg gepleegd met als doel mijn onrechtmatige vrijheidsberoving.
 
Uit de stukken blijkt dat Griffier M.L.K. inmiddels gedeeltelijk arbeidsongeschikt is geworden. Een goede zaak voor de rechtszekerheid van alle burgers op Nederlands grondgebied. Ik verwacht niet dat hij ooit nog als griffier zal functioneren nadat hij door mij voor de Meervoudige Strafkamer onder ede over zijn ambtelijke corruptie wordt bevraagd. We brengen uiteindelijk deze affaire, die de grootste juridische zwendelaffaire uit de Nederlands Rechtsgeschiedenis is, uiteindelijk voor genoemde strafkamer. Dat stellen wij t.z.t. voor aan de politierechter die deze juridisch hete aardappel ongetwijfeld op ons voorstel zal willen doorschuiven naar genoemde Kamer!
 
Wat de formele documenten betreft: Ongeveer een vuilnis zak vol aan zeer belastend bewijs tegen het OM en de corrupte ambtenaren is beschikbaar, inclusief ongeveer twintig uren audio en video-opnamen. Ik weet niet of alles zal worden overlegd als wettig overtuigend bewijs. In ieder geval behouden wij ons daar wel het recht toe voor.
 
Tot slot laat ik u nog weten dat er al geruime tijd onderhandelingen gaande zijn tussen mij en het OM via de ex officier van Justitie mr. R.W. Asser die ik een akte van dading heb toegezonden, om via die weg tegen algehele wederzijdse kwijting de veroorzaakte schade, tot op heden mijnerzijds begroot op ongeveer 12 miljoen euro fiscaal vrij, in den minne te schikken. Genoemde ex-officier van Justitie wenst te bemiddelen omdat naar zijn stellige overtuiging in deze affaire mij ernstig onrecht wordt aangedaan en ook omdat het OM naar zijn stellige overtuiging, naar hem als ex officier van Justitie, wel zou willen luisteren. Met genoemde ex-officier van Justitie heb ik daarover in goede verstandhouding al een tiental brieven daarover gewisseld. Eveneens hebben wij in Café Scheltema en in Poort van Cleve aan de Nieuwezijds Voorburgwal een drietal oriënterende gesprekken gevoerd.
 
Voorts dient u nog te weten dat ik bij voortzetting van dit conflict de Staat der Nederlanden verantwoordelijk houd voor alle excessen daaruit voortvloeiende. Mijn voorkeur heeft het om via de aan de ex-officier van Justitie toegezonden Akte van Dading de zaken alsnog tot wederzijdse tevredenheid te regelen. Ik heb dan ook in genoemde akte verstrekkende concessies gedaan. Dit juist omdat de rechtsgevolgen bij voortzetting van dit onverkwikkelijke conflict voor geen der partijen voorafgaand valt te overzien, behoudens dan dat die zeer ernstig van aard en omvang zullen zijn. De verwoede pogingen tot mijn onrechtmatige vrijheidsberoving via ambtelijke corruptie, zoals thans nog gaande is. is daar al een voorbode van!
 
Tot zoverre ter uwer informatie,
 
Kunt u mij een datum aangeven die uwerzijds geschikt om het één en ander nog voor de komende zitting te bespreken. In dat geval zal ik er voor zorgen dat ik de gedetailleerde getuigenlijst bij mij heb. De officier van Justitie zal zich daartegen natuurlijk heftig verzetten. Echter, zoals u ongetwijfeld bekend is, daarin heeft hij niet het laatste woord. Het is zeer van belang dat al onze getuigen zover wij dat noodzakelijk achten in het belang van een goede procesorde worden opgeroepen. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor de zeer talrijke belastende documenten.
 
U hebt het ongetwijfeld al begrepen, bij een behoorlijke procesgang is ook dit keer weer het OM volstrekt kansloos. Ik heb met het OM in deze affaire al een tiental stafrechtelijke procedures gevoerd. Het OM dan op kosten van de belastingbetaler, waaronder een drietal art. 12 Sv procedures en een vijftal wrakingincidenten. Nimmer heeft het OM ooit een schijn van kans gehad, eenvoudig omdat zij ter zitting altijd weer opnieuw wordt vastgenageld aan haar eigen juridische zwijnenstal. Dat zal dit keer niet anders zijn. Nooit zal het OM in de zittingzaal ooit een strafzaak kunnen winnen, nog daargelaten het feit, dat er blijkens de inhoudelijke strekking van de formele Wet, de grondwet en internationale verdragen noch civielrechtelijk, noch strafrechtelijk er een rechtsgeding kan plaatsvinden met de officier van Justitie op de stoel van de Formele Wetgever en de Zittende Magistratuur.
 
In dat kader is het van belang als wettig overtuigend bewijs terzake te overleggen de volledige bekentenis van het College van Procureurs-generaal en van de Minister van Justitie Jan Piet Hein Donner d.d. 23 juli 2003, waarin zij onder mijn juridische dwang werden genoodzaakt al hun eerdere onjuiste uitlatingen te herroepen c.q. te vervangen voor de bekentenis, dat de officier van Justitie meerdere bevelen van het het Gerechtshof ex art. 12i Sv tot het strafrechtelijk vervolgen van meineed in 1988 en in strijd met de formele Wet, met name art. 246 Sv, ter verjaring heeft opgelegd. Dit dan heimelijk en ondanks mijn zeer felle protesten daartegen, hetgeen genoemde officier van Justitie nooit had mogen doen, aldus Donner!
 
Deze huiveringwekkende bekentenissen waaruit onomwonden formeel blijkt dat het OM terzake zelfs illegaal heeft plaatsgenomen op de stoel van de Formele Wetgever en de Zittende Magistratuur, ter aanranding van een behoorlijke procesgang en ter zekerheidstelling van mijn totale rechteloosheid als Nederlands staatsburger werd op 13 november 2003 nogmaals formeel bevestigd door de juridisch hoogleraar Roel Fernhout, dit in zijn functie als Nationale Ombudsman, waarvan akte!
 
Tot zoverre, met vriendelijke groet in afwachting op uw reactie terzake!
 
 
K.H. de Werd
 
Amsterdam d.d. Zondag 9 oktober 2005
 
Postbus: 36157 1020 MD Amsterdam