Beroepschrift tegen uitspraak Awb 94/8916
van 17 september 1997 van Carl Tissen


EuroStaete . . . Milieu . . . Klokkenluiders <====> SDN . . . Schandpaal

Overwegingen om hogerberoep aan te tekenen

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens


Aan: Raad van State,
Afdeling bestuursrechtspraak,
Postbus 20019.
2500 EA 's-Gravenhage.


Luyksgestel, 7 november 1997.

Betreft:

    Hoger beroep tegen uitspraak Awb 94/8916 van 17 september 1997 (verzonden op 1 oktober 1997) van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch.

 

Geacht College,

Hierbij teken ik hoger beroep aan tegen de volgende overwegingen uit de uitspraak Awb 97/8916 van 17 september 1997 (bijlage 1) van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch en wel op grond van de volgende motivatie:

 

    Overwegingen waartegen ik hoger beroep aanteken.


  1. Op blz. 6 staat de volgende overweging:
  2. Overweging

    Eiseres 1 stelt zich op het standpunt dat de aanvraag om een bouwvergunning had dienen te worden afgewezen omdat gelet op de bepalingen van de wet milieubeheer Van Aarle B.V. verplicht was bij de bouwaanvraag een extern veiligheidsrapport en arbeidsveiligheidsrapport in te dienen (bijlage 1).


      Hoger beroep op deze overweging.

    Deze overweging is niet juist. In mijn bezwaarschrift van 5 januari 1994 heb ik zeer duidelijk aangegeven dat het bouwen van de impregneerinstallatie tevens oprichten is als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet Milieubeheer, indien er een nauwe samenhang bestaat tussen de bouwactiviteiten en hetgeen de inrichting in de zin van de Wet Milieubeheer vergunningplichtig maakt.

    Ook heb ik in mijn bezwaarschrift van 5 januari 1994 zeer goed onderbouwd dat de oprichting van de in geding zijnde impregneerinstallatie op grond van voorschriftnummer 3.1.3 uit de circulaire betreffende werkprogramma milieumaatregelen bij houtimpregneerbedrijven, kenmerk IBP 03392001 van mei 1992, inhoudt dat het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. zijn vergunningplichtige inrichting daarmee zodanig uitbreidt dat de bouwvergunning aanvraag tevens vergezeld had moeten gaan met een aanvraag van een uitbreidings- of revisievergunning op grond van de Wet Milieubeheer vergezeld met een extern veiligheidsrapport.

  3. Op blz. 7 staat de volgende overweging:

      Overweging.

    Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank voorop van oordeel te zijn dat voorzover de gronden van de beroepen inhouden dat het bouwplan in strijd is met de verleende hinderwetvergunning, danwel dat die hinderwet- of milieuvergunning ten onrechte is verleend, die gronden niet zien op één van de voorschriften bedoeld in artikel 44 van de Woningwet. De rechtbank merkt daarbij op dat in het kader van de bouwaanvraag met name geen extern veiligheidsrapport en arbeidsveiligheidsrapport vereist zijn en dat gelet op artikel 44 het -beweerdelijk- niet voldoen aan een dergelijk vereiste in het kader van de milieuwetgeving aan de afgifte van een bouwvergunning niet in de weg staan.

      Hoger beroep op deze overweging.

    Met deze overweging kan ik mij niet verenigen en wel op grond van de volgende motivatie. De rechtbank geeft ten onrechte niet aan dat de gebr. Van Aarle B.V. op grond van artikel 8 lid 3, b van de Woningwet tegelijkertijd bij zijn aanvraag om bouwvergunning tevens een aanvraag voor een uitbreidings- danwel algeheel nieuwe milieuvergunning, vergezeld met een extern veiligheidsrapport, had moeten indienen (bijlage 3).

      Conclusie.

      Nu op grond van vorenstaande is vast komen te staan dat de gebr. Van Aarle B.V. met het bouwen van de in geding zijnde "impregneerinstallatie" zijn inrichting daarmee tevens zodanig heeft uitgebreid dat betreffende aanvraag om bouwvergunning op grond van artikel 8 lid 3, b van de Woningwet tevens vergezeld had moeten gaan met een uitbreidings- danwel algeheel nieuwe milieuvergunning tezamen met een extern veiligheidsrapport en de Gebr. Van Aarle B.V. daaraan niet heeft voldaan, verzoek ik U de bestreden uitspraak van de rechtbank op dit punt te vernietigen.

      Tevens verzoek ik U alle onderliggende besluiten van burgemeester en wethouders te vernietigen en hen op grond van de artikelen 8:73; 8:74 en 8:75 Awb te veroordelen tot betaling van alle door mij gemaakte kosten en geleden schade. Ook verzoek ik U mij in dit hoger beroep te horen.


      Hoogachtend,

       

      C. Tissen,
      Directeur.

      Lommelsedijk 2
      5575 XD Luyksgestel

       

      Bijlagen:

    1. Uitspraak Awb 97/8916 van 17 september 1997 van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch, verzonden bij brief van 1 oktober 1997 (14 pagina's).
    2. Mijn bezwaarschrift van 5 januari 1994 aan burgemeester en wethouders van de gemeente Sint Oedenrode (10 pagina's).
    3. Artikel 8 lid 3, b uit de Woningwet (1 pagina).