John Sanders (Stabifix) stort € 2500 in steunfonds Robert Hörchner
homepage Stabifix . . . . . SDN homepage . . . . Schandpaal

Tot 25-10-07 heeft zich nog geen Dienaar van het Recht zoals rechters, raadsheren, officieren van Justitie, ministers, kamerleden, advocaten, hoogleraren, journalisten, dominees, bisschoppen, pastores en erflaters zich gemeld, om het waarschijnlijke onrecht dat Robert Hörchner wordt aangedaan te helpen beëindigen en de rechtszekerheid van alle burgers te garanderen. Het feit dat in Polen een advocaat een voorschot eiste van € 6000 bij een modaal salaris in Polen van ca. € 400 per maand, doet vermoeden dat misschien heel bewust een hoge drempel wordt opgeworpen, zodat er geen verdediging mogelijk lijkt. De Vraag is: waarom stuurt men en wie daarop aan? (Lees verder)

Ingenieur John Sanders is de uitvinder van de Stabifix en gaf ooit een interview over zijn ervaringen en juridisch gevecht met de ANWB (zie de video) Hij kwam daarbij in botsing met de praktijken in de rechtspleging en verzet zich ondanks zijn leeftijd nog steeds met hand en tand tegen manipulatie en machtsmisbruik bij de Rechterlijke Macht, het Openbaar Ministerie en de advocatuur.

Hij volgt al geruime tijd de aanval van ons zogenaamde 'rechtssysteem' tegen weerloze burgers die men om opportunistische redenen het liefst zo ver en zo lang mogelijk uit de buurt wenst te houden. Dit omdat dezen als klokkenluiders actief zijn en officiële ambtsdragers het leven zuur maken met onthullingen, die steevast door de betrokkenen onder het tapijt gewerkt worden. Sanders heeft geen goed woord over voor het gezwendel in de rechtspraktijk.

Als ervaringsdeskundige leeft hij mee met de familie Hörchner en speciaal met de overgeleverde Robert Hörchner die nu al maanden in Polen in voorarrest komt te zitten, met een mogelijke uitloop van jaren, gezien de praktijken in Polen op rechtsgebied.

Iedereen bij politie, justitie, magistratuur heeft er kennelijk belang bij dat de eerste overlevering van een 'verdachte' van een misdrijf in het buitenland de grens wordt overgezet en deze daarmee in gevangenschap zonder veroordeling monddood wordt gemaakt. Iedereen die ergens van verdacht wordt in het buitenland in een van de 25 EU-landen, kan zonder enige vorm van proces of recht in de cel belanden in een land dat ofwel een gerede verdenking heeft tegen iemand, ofwel vanwege een vriendendienst voor de justitie in eigen land.

Daarom heeft ing. John Sander op 23 oktober 2007 € 2500 overgemaakt naar het 'Steunfonds Robert Hörchner' om in Polen een advocaat te kunnen betalen die een voorschot vraagt van € 6000.

Doet u mee? Al is het om uw veiligheid te garanderen in de toekomst.

Ingenieursbureau Sanders / Asserstraat 40 / 9451 AD Rolde / NL
Tel: (+31)(0)592 242113 / Fax: (+31)(0)592 240764

Geachte redactie van de Sociale Databank Nederland

Zojuist heb ik € 2500 overgemaakt op rekening 12.44.40.207 van het FONDS HÖRCHNER te SINT MICHELSGESTEL. Dit ten behoeve van de bijdrage voor de rekening van de Poolse advocaat.

Op 4 oktober 2007 is Robert Hörchner overgeleverd aan de Poolse justitie. Waarschuw a.u.b. op de site van SDN dat elke Nederlander dit boven 't hoofd hangt, zelfs voor bijv. een snelheidsovertreding. Zoals blijkt zijn Nederlandse wetten ondergeschikt aan de Europese regels. Maar dat kan toch niet op deze wijze? Het procesrecht wordt in naam van Hare Majesteit de Koningin gepleegd en in Haar naam wordt 'recht' gesproken. In welk land leven we eigenlijk?

Lees vooral de bijgaande analyse van René Lancee.

L.S.

Met betrekking tot de zaak R. Hörchner en zijn huidige detentie t.b.v. een Pools E.A.B. dat werd gebaseerd op het gestelde in de ´Overleveringswet´ wil ik een paar zaken onder uw aandacht brengen. Los van de ´zuiverheid of de onzuiverheid´ waarmee het Openbaar Ministerie en de rechters in Amsterdam zijn gekomen tot hun beslissing om R. Hörchner aan de Poolse autoriteiten uit te leveren kan in ieder geval gesteld worden dat het hier een maatregel betreft die zonder meer gelijk te stellen is met de veroordeling tot een zware straf.

Het betreft hier immers de uitlevering aan een z.g.n. nieuwe lidstaat waar corruptie en onrecht hoogtij vieren en als rechtsstaat het niveau van Derde Wereldland niet overstijgt. Desondanks staat tegen deze beslissing geen enkele vorm van hoger beroep, zoals een cassatieberoep, open waardoor de betrokkene beroofd is van ieder rechtsmiddel hetgeen strijdig is met het Nederlands Recht, het EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) en het IVBPR (Internationaal Verdrag Inzake Burgerrechten en Politieke Rechten) als uitvloeisel van het Handvest van de Verenigde Naties.

Een voor Nederlandse begrippen (negatief) unieke situatie daar er eigenlijk geen enkele wet is in ons land die iedere vorm van appčl op voorhand uitsluit. Zelfs voor een simpele geldboete bestaat deze mogelijkheid. Maar voor de uitlevering van Nederlandse onderdanen naar landen met een op zijn minst twijfelachtig rechtssysteem is deze bijzonder belangrijke mogelijkheid aan de betrokkenen ontnomen.nota bene door de Minister van Justitie.

Deze beroepsmogelijkheid werd bij de Kamerbehandeling door Minister Donner van de hand gewezen in zijn Memorie van Toelichting met als motivering: "omdat het streven naar één Europese ruimte van rechtvaardigheid uiteindelijk zal leiden tot het verdwijnen van de overleveringsprocedure kan nu al begonnen worden met het uitsluiten van een beroepsmogelijkheid".

Dit betekende niet meer en niet minder dan dat een eventuele toekomstige ontwikkeling in de EU voldoende grond was voor de Nederlandse Overheid om iedere vorm van hoger beroep in een zó belangrijke zaak te schrappen. En dat spreekt dan met droge ogen over één Europese ruimte van rechtvaardigheid. De door de Minister gebruikte kretologie is gespeend van ieder realiteitsbesef en het door hem geschapen onrecht is als misdadig te betitelen!

Het gaat hier over het weigeren van een beroepsmogelijkheid van een bij Grondwet gegarandeerd recht betreffende vrijheidsbeneming. Kanttekening: deze zaak gaat over het aantreffen van 1800 gram hasj (softdrug) in een loods in Polen terwijl diezelfde Minister Donner de invoer van 3000 gram heroïne (harddrug) via de luchthaven Schiphol niet meer liet vervolgen


  1. Presumptio innocentiae:

    De zogenaamde vooronderstelling van onschuld is tot op heden steeds de basis en het uitgangspunt van de in Nederland toegepaste rechtsspraak geweest. Maar ook in het Europese recht wordt deze regel als uitgangspunt gehanteerd. Kennelijk is dit basisprincipe (iedereen wordt geacht onschuldig te zijn totdat het tegendeel wettig en overtuigend bewezen is) in de Nederlandse rechtsspraak bij de toepassing van de `Overleveringswet´ niet meer van toepassing. De betrokken officier van justitie verklaarde in deze zaak ter zitting dat iemand met betrekking tot de ´Overleveringswet´ alleen kan bewijzen dat hij onschuldig is als hij ten tijde van het feit in de gevangenis heeft gezeten.

    Het door mr. C. Korvinus aangeleverde bewijs dat Hörchner op de door de Poolse justitie opgegeven datum middels creditcard met bijbehorende ondertekening van de bon in Nederland aanwezig was en die datum dus niet in Polen geweest kon zijn werd om die reden door het O.M. van tafel geveegd, hetgeen tot ieders verbijstering door de rechters werd geaccepteerd. De verwijzing van de rechters en het O.M. dat ´overlevering´ plaats vindt op basis van onderling vertrouwen tussen de EU-lidstaten in elkanders rechtssysteem en er dus niet inhoudelijk gekeken en beoordeeld wordt is onzinnig en onjuist.

    Onzinnig omdat Polen al 106 maal op de vingers is getikt door het Europese Hof wegens schendingen van het rechtssysteem inzake gevangenenbehandeling terwijl in de oude EU-landen geen enkel weldenkend mens ook maar een greintje vertrouwen heeft in het Poolse rechtssysteem. Onjuist omdat het EVRM in artikel 5 ook spreekt over een ´redelijke verdenking van schuld` hetgeen op zich een grond voor toetsing zou moeten zijn.

  2. Undue Delay: een te lang tijdsverloop tussen het feit en de berechting.

    Hoewel het hier een zaak uit 1999 betreft die in 2001 middels een rechtshulpverzoek in Nederland werd aangekaart en dus iedere redelijke termijn na 8 jaren verstreken is waardoor het recht op vervolging van rechtswege vervalt (art. 6 EVRM) werd ook dit argument door de rechters en het O.M. van tafel geveegd. Hiervoor was het wel nodig om eerst twee van de drie rechters, die in een eerder tussenvonnis over dit onderwerp kritische vragen hadden gesteld, te vervangen door minder kritische exemplaren.

    Het begrip ´Undue Delay` is ingesteld om verdachten niet te lang in onzekerheid te laten over hun lot, terwijl het voor ieder mens nagenoeg onmogelijk wordt om na een dergelijk lange tijd zijn onschuld nog aan te kunnen tonen.

  3. Wetboek van Strafvordering, Boek I, Titel I, artikel 1 onder 12:

    Als standaardopvatting geldt in het Nederlandse strafprocesrecht dat bij verandering van wetgeving deze niet ten nadele van de betrokkene mag worden toegepast, m.a.w. de voor de verdachte meeste gunstige bepalingen dienen te worden toegepast. Polen was in 1999 toen het feit gepleegd werd, maar ook in 2001 toen de Poolse autoriteiten hun eerste rechtshulpverzoek in deze zaak naar de Nederlandse justitie stuurden, nog lang geen lid van de Europese Unie.

    In die tijd konden de Polen zich niet op de bepalingen van het ´Overleveringsverdrag´ beroepen. Polen werd op pas op 01 mei 2004 lid van de Europese Unie en kon het overleveringsverdrag pas ruim na die datum ratificeren. De opstelling van het OM en de Rechtbank in deze zaak is duidelijk strijdig met het Nederlandse Wetboek van Strafvordering!

  4. Grondwet artikel 1:

    Een ieder die zich op Nederlands grondgebied bevindt heeft recht op een gelijke behandeling.

    Het ontbreken van iedere vorm van rechtsmiddel om de uitspraak te kunnen toetsen, het omkeren van de bewijslast in strijd met het Nederlandse procesrecht én het Europese procesrecht en de handelswijze van een Minister die 3000 gram harddrugs niet laat vervolgen maar voor 1800 gram softdrugs wel iemand laat uitleveren, geeft aan dat deze zaak op meerdere punten strijdig is met artikel 1 van de Grondwet.

  5. Grondwet artikel 16:

    Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaruit voorafgegane wettelijke strafbepaling. Als we een uitlevering aan het Poolse inferieure rechtssysteem gelijk stellen aan een zware straf dan is dit strijdig met artikel 16 van de Grondwet bij gebruikmaking van dezelfde reden als genoemd onder punt 3.

Resumerend kan naar aanleiding van het vorenstaande gesteld worden dat de toepassing van de z.g.n. `Overleveringswet´ strijdig is met de Nederlandse Grondwet en het Nederlandse Wetboek van Strafvordering, terwijl het O.M. en de Rechtbank de bepalingen van het EVRM negeren dan wel ronduit aan hun laars lappen.

Nu de datum van het kort geding omtrent de overlevering van Hörchner op 21 augustus is bepaald en er vóór 28 augustus geen beslissing zal vallen adviseer ik om maandag 23 juli 2007 onmiddellijk een hernieuwd schorsingsverzoek in te dienen om, in overeenstemming met het gestelde in het EVRM, te voorkomen dat R. Hörchner voor de duur van bijna 6 weken volstrekt zinloos in de gevangenis in Hoorn moet verblijven met als enige grond het afwachten van de uitspraak in het genoemde kort geding op 28 augustus 2007.

Dit op grond van humanitaire en gezondheidsoverwegingen richting betrokkene, waarbij tevens gesteld kan worden dat van enig vluchtgevaar geen sprake is omdat Hörchner zich meerdere malen vrijwillig bij de rechtbank in Amsterdam heeft gemeld, wetende dat hij onmiddellijk na de uitspraak van zijn vrijheid beroofd zou kunnen worden.

Hoewel vermeld kan worden dat vluchtgevaar geen detentiegrond is ingevolge het EVRM.

Ter kennisname: De ´Overleveringswet´ is door het Duitse Verfassungsgericht buiten werking gesteld als zijnde strijdig met de Duitse Grondwet. Duitsland levert zijn eigen burgers dus niet uit. België heeft voor haar burgers meerdere beroepsmogelijkheden ingebouwd bij de toepassing van de ´Overleveringswet.

Oostenrijk, 22 oktober 2007.

W.g. René Lancee (adviseur in de zaak Hörchner sinds juli 2004).

Het boek van René Lancee: Nederland Beter !

Evenmin zijn er donaties gemeld van de ABN-Amro-directie en commissarissen en topmanagers uit het bedrijfsleven die met fancy bonussen en gouden handdrukken vertrokken; en een spoor van sociale vernieling achterlieten bij de werknemers en hun gezinnen. Zij botvieren de macht van het kapitaal. De normen en waarden van de joods-christelijke cultuur blijkt uiteindelijk een ongegeneerde graaicultuur te zijn met ultieme VOC-mentaliteit. Het parlement met politieke partijen is, zoals Rita Verdonk zei: "Een achterhaalde structuur", die het begrip democratie allang voorbij is. (Er zijn meer initiatieven in deze!)

Rita Verdonk kan inderdaad premier worden bij de komende verkiezingen, waarvoor zij slechts één enkel programmapunt nodig heeft in haar campagne: Het invoeren van het inspreekrecht van de burger in de Tweede Kamer der Staten Generaal. Daarnaast kan zei stellen dat de pensioenen beschermd moeten worden door de staatsschuld niet af te lossen, omdat dat sowieso niet en nooit nodig is. Daarvoor is de inbreng in de parlementaire discussie met het inspreekrecht van de burger een absolute voorwaarde. Uiteraard met de onmisbare aanvulling van een tv-programma dat op het format van Kamerzetel 151 is gebaseerd. Wanneer dat programma er eenmaal is zal het nooit meer kunnen verdwijnen. Alle landen van de EU zullen daarna helemaal vanzelf gaan volgen, dat is zo helder als glas. (Zie de video van Twee Vandaag)