Het langstlopende faillissement ooit kom na 28 jaar tot ontknoping. Maar er komt meer...! Veeel meer....!!!

28 jaar vechten tegen de ivoren toren van het Recht

IRM . . Juristen . . EU Grondwet <==> SDN . . Klokkenluider . . Jeugdzorg . . Burhoven

Mr. Hans Westenberg zit voor de verandering eens gedaagde voor de rechtbank

Binnenland, donderdag 28 maart

    Een rechter voor het hekje

Door Gerard den Elt

Mr. Hans Westenberg zit voor de verandering eens niet als president van de rechtbank áchter de tafel, maar staat vóór het hekje. Hij heeft zojuist niet de eed afgenomen, maar afgelegd.

De rollen zijn omgedraaid in een enquêtekamer in het gebouw van de rechtbank in Utrecht. Westenberg en veel van zijn collega's ondergaan dezer dagen een cultuurschok. Zij moeten verantwoording afleggen voor hun handelen en nalaten in het geruchtmakende faillissement van het Naaldwijkse kassenbouwbedrijf Solleveld Romijn & Co (Serco). De cultuurschok is zo groot dat een opgeroepen getuige, rechter-commissaris mr. J. Cleyndert, zijn Utrechtse collega niet de gepaste eerbied betuigt. Cleyndert verschijnt niet ter zitting omdat hij juist is teruggekeerd van een vakantie in Zwitserland - en dus geen tijd heeft voor de zaak-Solleveld.

De edelachtbare Westenberg legt zijn getuigenis echter met meer dan gemiddeld plezier af. Hij heeft de gefailleerde Arend Solleveld, die sinds 1974 strijdt tegen hem aangedaan onrecht, al in het begin van de jaren 90 aangeraden de Staat der Nederlanden aansprakelijk te stellen voor gemaakte fouten. Het toezicht door de Haagse rechtbank zou ernstig tekort zijn geschoten, waardoor Sollevelds bedrijf ten onrechte onderuit ging.

"Dat ik als rechter voor het hekje sta, is geen unicum", zegt mr. Westenberg na afloop. "De zaak-Solleveld zélf is een unicum. Daar hangt de geur van onheiligheid omheen." De Wet van Murphy staat dan wel niet in het Burgerlijk Wetboek, hij is in deze zaak wel van toepassing, erkent de wetsdienaar. "Alle betrokkenen hebben in deze zaak fouten gemaakt. Bewindvoerders en curatoren, rechters-commissarissen, advocaten en ook Solleveld zelf. Alles wat fout kon gaan, is ook fout gegaan", concludeert Westenberg na een lange overpeinzing over het faillissement, dat in 1974 werd uitgesproken en in 1998 werd opgeheven. Een bankroet dat bol staat van malversaties, list en bedrog. Met een bank (de Amrobank) die een aanvechtbare rol speelde en een bewindvoerder (de inmiddels overleden mr. Blankenstein) die kwalijke beslissingen nam, steeds in het nadeel van Solleveld en diens schuldeisers.

Westenberg heeft kort tevoren onder ede geen blad voor de mond genomen. Hij betuigt zijn medeleven met failliete zakenlieden, die in de periode voor 1987 met de Haagse rechtbank in aanraking kwamen. Het deugde volgens Westenberg van geen kant. Rechters-commissarissen en curatoren die elkaar kwalijke briefjes over en weer schreven, gemene zaak maakten en elkaar de bal toespeelden. Zo liet bewindvoerder Blankenstein in de jaren 70 zakelijke post gewoon bij rechtbankpresident Pronk in Scheveningen thuisbezorgen. En dezelfde Blankenstein drukte een onderzoek naar verdwenen gelden in het faillissement van Solleveld de kop in, door te klagen bij de superieur van de betrokken rechter-commissaris. "Zeer kwestieus", zegt Westenberg in beschaafd juridisch jargon, daarmee verhullend dat er heel wat meer aan de hand was.

Rechter Westenberg, tegenwoordig niet meer aan de Haagse rechtbank verbonden, maar belast met het wegwerken van achterstanden elders, hekelt ook de rol van de Amrobank. "We hebben destijds gezegd dat we niets liever zouden zien dan de Amro te pakken nemen. Er was immers een miljoen gulden verdwenen." Maar Westenberg zette twee accountants aan het werk die met tegengestelde conclusies kwamen. Een derde bood ook al geen uitkomst. "Maar de verklaring van de Amrobank destijds was op z'n zachtst gezegd dubieus."

Onpartijdig is hij in al die jaren wel geweest, meent Westenberg. Niettemin heeft hij jarenlang de sluiting van het faillissement verhinderd, om toch Solleveld steeds weer nieuwe juridische mogelijkheden te bieden. "Ik wilde hem alle kansen bieden die van rechtswege openstonden. We gunden Solleveld dat hij niet als verliezer het strijdperk hoefde te verlaten. Menselijk gezien zat deze zaak ons hoog, maar juridisch gezien konden we niet meer voor hem doen." Dat Solleveld nu de overheid aanspreekt voor de gemaakte fouten, juicht hij toe. Westenberg: "In het voortraject van deze zaak is het nodige misgegaan. Solleveld is het slachtoffer geworden van een ongelooflijke hoeveelheid misverstanden, dat is niet voor te stellen."

Het langstdurende faillissement van Nederland

vrijdag, 16 juli 1999

'Gesjoemel' bij langstlopende faillissement van Nederland

Van onze verslaggevers - DEN HAAG, vrijdag

In het langstdurende faillissement van Nederland heeft mr. ing. P.M.A.C. van de Laak uit Dongen bij de officier van justitie mevrouw mr. E. Kole in Den Haag een strafklacht ingediend tegen de curatoren en de ABN Amro wegens verduistering van gelden. Deze uiterst ongebruikelijke stap is genomen in het faillissement van de 59-jarige ex-glashandelaar Arend Solleveld uit Naaldwijk, die op 6 juni 1974 bankroet werd verklaard. Mr. Van de Laak, de raadsman van Solleveld, heeft zijn klacht mede ingediend namens de Commissie van Schuldeisers, waarin vijftig crediteuren zijn verenigd.

De aanklacht richt zich tegen de curatoren mr. S.V. Langeveld en prof. mr. E.J. Dommering, die tot 1990 met het faillissement waren belast, en de huidige curatoren mr. H.T. Bouma en mr. J.H. Lemstra van het gerenommeerde advocatenkantoor Pels, Rijcken & Drooglever Fortuijn uit Den Haag. Mr. H.T. Bouma is topman van dit kantoor. Hij treedt tevens op als landsadvocaat en rechter-plaatsvervanger.

Mr. Van de Laak beschuldigt de curatoren ervan dat zij hebben nagelaten een vordering van ruim 1,2 miljoen gulden te incasseren, die Solleveld op zijn zakenpartner Grimbergen had. "Zowel de vorige als de huidige curatoren zijn op de hoogte van de feiten, maar hebben desondanks niets ondernomen tegen het gesjoemel, waardoor dit geld is verdwenen", stelt mr. Van de Laak. "De ABN Amro, destijds huisbankier van Solleveld-Romijn & Co, heeft volgens de gegevens die mij nu ter beschikking staan, ruim vier ton te veel geïncasseerd."

In dit geruchtmakende faillissement zijn de afgelopen 25 jaar een onafzienbare reeks processen gevoerd, die nog steeds niet tot een oplossing hebben geleid.

Geen blaam

Namens de huidige curatoren deelt mr. J.H. Lemstra mee dat hem en zijn collega Bouma geen enkele blaam treft: "Ik wijs u erop dat de president van de arrondissementsrechtbank in Amsterdam bij vonnis van 3 september 1998 over deze materie een uitspraak heeft gedaan in het voordeel van ABN Amro Bank n.v. en de huidige curatoren." Mr. Van de Laak is overigens tegen die uitspraak in cassatie gegaan bij de Hoge Raad.

De ABN Amro en de eerste curator mr. S.V. Langeveld onthouden zich van commentaar. Mr. E.J. Dommering was niet voor commentaar bereikbaar. In onze krant van morgen een uitvoerige reportage over Arend Solleveld en het drama rond zijn faillissement.