Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Driebergen 05-06-02.

    A. v. Velsen
    P/a. Cordestraat 11
    3971 VK Driebergen

    Aan:

      Forensisch Psychiatrische Dienst
      T.a.v. de Heer Th. JG. Bakkum
      Noordsingel 185 3035 ER Rotterdam


    Onderwerp; Psychiatrische Rapportage dd. 5-april 2002

    Geachte heer Bakkum,

    Uw rapportage i.v.m. parketno. 10/041689-01 heeft mij, mede vanwege eerdere rapportages, de haaks op Uw bevindingen staande rapportage van Drs. P.E. Geurkink, forensisch psycholoog en de mij behandelend psychiater en huisarts verbaasd. Ook het eerdere rapport van de Rotterdamse F.P.D. psychiater D. v/d Meer staat in geen vergelijk tot Uw rapportage. Daarom ben ik naar div. psychiaters gestapt om hun mening over Uw rapport en contra expertise rapporten te vragen. Dit en het bericht van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid en de Geestelijke gezondheidszorg die ik reeds eerder inlichtte over mogelijke vooringenomenheid en partijdigheid zal ik in hoger beroep aanvoeren.

    Ik begrijp dat U de mening van de Off. v. Justitie ondersteunt door het rapport te bezwaren door querulantenwaan en andere ziekelijke trekken op te sommen. Na mij in deze voor mij vreemde materie te hebben verdiept kom ik tot de conclusie dat U ervan uitgaat dat hetgeen ik naar voren breng in mijn verweer en aanklachten richting Justitie niet waar is. Querulantenwaan is immers ergens in geloven wat niet waar is en niet uit het hoofd gepraat kan worden, in tegenstelling tot deze waan is hetgeen mij gebeurde wel degelijk waar, waarbij ik verwijs naar het toegeven van maar liefst 7 onrechtmatige overheidsdaden.

    Onbegrijpelijk is dat U spreekt over paranoide trekken, op geen enkele wijze is er een link te leggen naar dit fenomeen, ik heb geen waandenkbeelden die als bedreigend worden ervaren maar voer waarheden aan die imagobedreigend zijn voor betrokkenen die alle redenen hebben zich te schamen voor hun asociaal gedrag. Indien U tijd had genomen voor zo`n belangrijke zaak als het mogelijk gedwongen plaatsen in een inrichting van iemand die volgens andere psychiaters normaal is, dan had U feiten vernomen waarom en dat Justitie ongerechtvaardigd handelde.

    Ik zal dan ook Uw stelling dat ik aan deze waan leid stellig bestrijden, net zoals de algehele sfeer in de rapportage die falen van justitie/ politie waardoor ik ben benadeeld, volkomen negeert in tegenstelling tot het oprechte inzicht van anderen. Ik ben dan ook van mening dat Uw rapport een ongecontroleerde vooringenomenheid en partijdigheid uitstraalt om het ongerechtvaardigde beleid van Justitie ten aanzien van het weigeren van rehabilitatie en excuus van justitiezijde te ondersteunen.

    Betreffende narcistische trekken werd ik in een gesprek met een deskundig psychiater op verschillende trekken gewezen welke samen de term narcisme rechtvaardigen. Volgens deze psychiater ben ik derhalve niet narcistisch en gezien de interesse die ik heb op dit gebied meen ik na bestudering hetzelfde. Tot slot geeft het grote aantal "vergissingen" de beperkte tijd en interesse die U in de opdracht hebt gestoken, alsmede de achtergestelde positie en beperkingen die mij op voorspraak van de Off. v. Justitie ter beurt vielen in het huis v. bewaring, de indruk dat "stemming en richting" al waren gezet om mij mentaal te prepareren voor een negatief te geven psychiatrisch rapport.

    Hoogachtend, A. v. Velsen.

    Bijl.

    • Blz. 221 TA (uitlatingen van Off. v. Just.)
    • Blz. 225 TA ( Opmerkingen Psychiatrisch. Rapport)
    • Blz. 229 TA (Brief 2e kamer St. Gen.)
    • Blz. 231 TA ( Brief aan Off. v. Just Mr. Lambrechts)

    Hoogachtend;

    A. van Velsen


    Blz. TA 233

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland