Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Rotterdam 10-11-01.

    A. v. Velsen
    Pa. Mathennesse dijk 223 F
    3027 BL ROTTERDAM

    Aan het Ministerie van Justitie
    Schedeldoekshaven 100
    2511 E.X. Den Haag

    Uw kenmerk: 5111117/01/BSG.. 5118125/01/6 Onderwerp: Smerig justitiebeleid gericht tegen onterecht gearresteerden. (= Smerige reactie.)

    L.S.

    In verband met het smerige Justitie beleid wat betreft weigering rehabilitatie en relevante schade-regeling ten aanzien van onterecht op grond van zedendelicten binnen de relatie sfeer aangehouden burgers heb ik bij wijze van protest binnen het ministerie het ooit zo gerespecteerde beeld van Vrouwe Justitia en enige ramen en deuren onder de stront gesmeerd. U zult zeggen dat dat smerig is, dat klopt, maar niet zo smerig als de Justitie en ten gevolge van haar beleid de politie, mij en vele anderen onterecht gevangen gezeten ex verdachten behandelen, zowel tijdens als na de onderzoeksmethoden en ontoelaatbare overheidsdaden.

    Apart van ondeskundig recherchewerk betreffende zedenonderzoek, waaraan reeds verschillende slachtoffers van politie en justitiegeweld uit vertwijfeling zelfmoord hebben gepleegd, (dood door de schuld van imbeciel justitiebeleid), zijn door de politie uit mijn woning een aantal erfstukken en documenten ontvreemd welke niets met het onderzoek te maken hadden en ook niet op de lijst van in beslaggenomen goederen voorkomen.

    Verder is ondeskundig en vooringenomen werk van de recherche er oorzaak van dat deze zaak überhaupt van de politie naar de officier van Justitie is verwezen, waarbij nog kwam dat de hulpofficier van Justitie de zaak zelfs nog erger voorgeschilderd heeft dan de valse aangifte deed vermoeden, door te liegen ten nadele van mij als verdachte. Deze man meende in het proces verbaal aan te moeten vullen dat ik tevens verdachte was van poging tot doodslag, zo mij ook voor de voeten werd geworpen dat ik mij vergrepen zou hebben aan mijn 19 jaar geleden, drie jaar oude dochter, waarbij de recherche niet schuwde om hier mijn kinderen telefonisch mee te confronteren. Later, nadat dit schandelijke recherchewerk was toegegeven bij de klachtcommissies, kwam naar voren dat dit tot de onderzoeksmethoden behoorde, met als doel de verdachte tot bekentenissen te laten komen. Dit zijn niet anders dan intimidaties, vernederingen en sovjetpraktijken.

    De weigering van een onderzoek naar de 159 valse leugens in de aangifte, wat tot de wettige verplichtingen van het Openbaar Ministerie hoort deed voor mij de deur dicht en nam mij voor de waarheid boven tafel te krijgen en te vechten voor een betere rechtspositie van deze groep verdoemde slachtoffers van justitiegeweld. Het college van Procureurs-Generaal menen nog steeds dat zij correct en rechtvaardig zijn door deze werkwijze goed te keuren, de slachtoffers niet de rechtvaardige rehabilitatie en schadeloosstelling te geven om weer met opgeheven hoofd deel te nemen aan de maatschappij Uit protest tegen deze smerige schurkenstreken smeer ik met smerige stront.

    Hoogachtend,

    A. van Velsen


    Blz. TA 168

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland