Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Rotterdam 13-10-01.

    A. v. Velsen
    Pa. Mathennesse dijk 223 F
    3027 BL ROTTERDAM

    L.S.

    Reagerend op de mededelingen van de vertrouwenspersonen, de heer S.J. Matthijsen en de heer P.R.F. Groeninx van Zoelen in combinatie met een afschrift van het gespreksverslag welke is opgesteld door de politie te Rotterdam, kom ik tot de conclusie dat ik rekening houdende met het feit dat politie en Justitie volkomen op de hoogte zijn van mijn onschuld, dat ik zwaar beschadigd ben door talloze ontoelaatbare overheidsdaden en ik gedurende 2 jaren onder enorme druk sta vanwege het gebeurde waardoor ik ongeschikt ben geworden om mijn regulaire arbeid te verrichten en ik hierdoor +/- Fl. 4000,-- minder netto verdien per maand, dat ik door zowel politie als Justitie onredelijk, asociaal en crimineel opgelicht wordt.

    Tevens is uit mijn woning, door de recherche en zonder mijn toestemming een aantal goederen weggehaald welke niets met het onderzoek van doen hadden, dit heeft mij zeer gedupeerd wat in eerdere brieven uitgebreid is uiteengezet en welke daad reeds door de Burgemeester als humanitaire vergissing glad was gestreken maar toch als klacht gegrond is verklaard.

    De woning die ik dank zij een paar telefoongesprekken van de politie naar het stadhuis en een woning bedrijf na enorme commotie en uitstel op uitstel aangewezen heb gekregen is als huurwoning voor mij veel te duur in mijn huidige omstandigheden en staat bovendien op een locatie waar ik normaliter nooit wil vertoeven. Ik heb in verband met mijn huidige situatie geen enkele mogelijkheid om weer datgene te zijn en aan te schaffen wat ik verloren heb door deze daden vanwege de pertinente onredelijke houding van de politie en justitie, wat niets te maken heeft met schadeloosstelling.

    De politie beroept zich dusdanig op haar prestatie mij in het kader van schaderegeling een woning aan de hand te hebben gedaan, dat ik mede vanwege mijn geplande zelfverbranding het toch al ongeldige huurcontract heb beëindigd. Ook heb ik de politie verzocht de door mij t.b.v. mijn vriendin aangevraagde machtiging voorlopig verblijf in te trekken, en heb de relatie inmiddels beëindigd opdat de politie niet verheugd behoeft te zijn mij te kunnen chanteren door te menen dat ik wel degelijk iets te verliezen heb.

    De politie gaat gemakshalve op de stoel dan de deskundige psychiater zitten door vast te stellen dat ik mijzelf goed in de hand heb, ik heb ten koste van mijn gezondheid verbeten afgewacht omdat ik dat beloofd had. Rekening houdende met de aangeboren onwil van de overheid naar de burger toe om in alle redelijkheid de schade en rehabilitatie ten gevolge van grove schuld naar aanleiding van deze voornoemde politiedaden in te lossen kan ik niet anders dan vaststellen dat politie, Justitie en de rechter ( zie mijn brief t.a.v. de beslissing van de schadeloosstelling i.v.m. de dagen dat ik in hechtenis zat, en de gevolgen hiervan (brief 12-10-01 blz 131 TA) in dit en enige andere opzichten vooringenomen en moedwillige vijanden van de burger zijn.

    Onbewogen en ontdaan van humaan gevoel of besef over het onrecht wat is geschied, worden op misdadige wijze doelbewust ontwijkende antwoorden gegeven, of brieven niet beantwoord, gelogen in naam van de staat der Nederlanden en op elke denkbare wijze gemanipuleerd om een rechtvaardige oplossing te frustreren. Tot en met het weigeren van het wettig verplicht opnemen van een aangifte, van valse aangifte door nota bene de officier van Justitie, en dit, om de voor Justitie vernederende waarheid te verdoezelen. Gezien de mentaliteit die functionarissen ventileren op dit gebied zal een beslissing altijd bij voorbaat vooringenomen en uiterst onbevredigend, in mijn geval zelfs zo beledigend zijn dat van acceptatie mijnerzijds geen enkele gehele of ge-deeltelijke schadevergoeding of rehabilitatie meer sprake zal zijn. In een dergelijke omstandigheid wens ik niet te leven, of met wederzijds respect, of niet. Ik zal dan ook mijn voornemen om mij uit protest in brand te steken op een later en geschikt moment te uitvoer brengen, dit i.v.m. de huidige publiciteit in Afghanistan waardoor ik nu niet die aandacht zal krijgen voor mijn zaak die ik mij wens.

    De tijd die mij tot het uitvoeren van mijn daad rest zal ik benutten om zoveel mogelijk betrokken functionarissen te laten merken dat wij in een rechtstaat levend, dergelijke schandalige zaken dienen te bestrijden, zelfs als de daders hoge politie en Justitie functionarissen zijn, of zoals in dit geval zelfs de rechter. Deze brieven dienen tevens als enige verklaring ten behoeve van politie verhoor of proces verbaal. De politie, Justitie en de rechter kan verder in verband met haar leugenachtig, onbetrouwbaar, vooringenomen en crimineel gedrag niet meer op mijn medewerking rekenen.

    Door deze schande aan het adres van de overheid rest mij geen enkel woord strekkende tot achting.

    A. van Velsen


    Bijlage 1 verslag.

    Blz. TA 143

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland