Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Rotterdam 12-10-01.

    A.v. Velsen.
    Pa. Mathenesserdijk 223 F
    3027 BL ROTTERDAM

    L.S.

    Op dinsdag 9 oktober '01 heb ik het vernederende resultaat vernomen van de bespreking i.v.m. een mogelijke oplossing betreffende de gevolgen van mijn onterechte arrestatie wegens verdenking van de ernstigste misdaden die er bestaan.

    De Justitie, inmiddels overtuigd van mijn onschuld, door uitspraken hierover door de Secretaris generaal van Justitie mr H.C.J.L. Borghouts en een officier van Justitie, heeft de kardinale fout gemaakt een aangifte betreffende een dergelijk zwaar misdrijf over te laten aan het incompetente, asociale, leugenachtige en criminele gedrag van een paar rechercheurs alsmede 3 officieren van Justitie die deze rechercheurs en een hulpofficier te hulp zijn geschoten om mijn klachten tegen hun gedragingen te weerleggen.

    Deze incompetente onderzoekers zouden volgens de Rotterdamse korpschef B.A Ludken deskundige en gecertificeerde zedenrechercheurs zijn, echter apart van het, wat na bestudering van het onderzoek bleek, imbeciele onderzoeksgedrag van deze rechercheurs, blijkt tevens uit het rapport van de landelijke expertisegroep bijzondere zedenzaken van het O.M. dat zedenrechercheurs ondeskundig zijn in hun vakgebied. Volgens het rapport kan het veelal "zogenaamde" slachtoffer van alles worden aangepraat door de rechercheurs en bekenden. Deze "invloed" is van negatief belang waardoor onwaarheden in verklaringen sluipen.

    Het hypocriete standpunt wat de politie inneemt jegens mijn zaak staat in grote tegenstelling tot hetgeen zij erkende in de landelijke pers op dinsdag 2 oktober '01, n.l. dat de bevindingen van het rapport welke o.a. door professor dokter W.Wagenaar van de Leidse universiteit is samengesteld zeer serieus genomen worden, waarbij zuinig toegevoegd wordt dat er verbeteringen mogelijk zijn. De rechercheur is te weinig gespitst op juridische aanknopingspunten en luistert kritiekloos alsof hij een therapeut is, ook vraagt hij niet door. In de verklaringen zitten elementen die je doen twijfelen aan de kwaliteit van het geheugen. Het lastige is dat je zulke zaken niet altijd kunt afwijzen, dan zou je mensen groot onrecht aandoen, want een deel van die zaken is wel waar. Het andere deel doet daarom groot onrecht aan diegenen die door fouten van Justitie in problemen komen.

    Inmiddels zijn door stommiteiten van een paar simpele rechercheurs tientallen hoge functionarissen van Justitie en politie aan het werk om mijn leven na bijna 2 jaar ongerechtvaardigde leugens en woordverdraaiingen te vernietigen omwille van de eer en het respect van politie en Justitie, die juist hierom hun eer en respect verliezen. Door deze vele honderdduizenden guldens kostende poging van Justitie om mij ten koste van hun eer op een miserabele wijze het leven onmogelijk te maken, heb ik mij afgezet tegen de overheid.

    Gisteren kwam ik er eindelijk achter dat de beslissing van het verzoek tot schadevergoeding door de rechtbank genomen op 29 augustus opgehaald kon worden. Van de ruim fl. 89.000.—die mijn advocaat vorderde, althans voor de kosten ten gevolge van de hechtenis en de gevolgen daarvan, oordeelde de (on)rechter mevrouw mr. MJ.. Stolwerk, wonende te Rotterdam op de Vliesridderstraat 3 a 3039 ZW. (omgeving Statenweg) dat ik fl. 900,-- op kon komen halen bij de balie. De resterende 88100,-- gulden welke mijn advocaat onderbouwde in haar verzoekschrift is door mevrouw de onrechter afgewezen, hierbij over het hoofd ziende dat 2 dagen voor de behandeling op 8 augustus mijn advocaat, zeer ongebruikelijk door de officier van Justitie is gebeld en ik de volgende dag met het probleem zat dat ik geen advocaat meer had toen het verzoek werd behandeld. Deze manipulatie om mijn positie als slachtoffer van ontoelaatbare overheidsdaden te ondermijnen is ongehoord, zeker omdat het hier reeds de derde officier van Justitie betreft die van alles probeert uit te halen om het gezicht van de Rotterdamse politie en Justitie te redden.

    Verder geeft de (on)recht)er aan dat ik zonder woon of verblijfplaats ben, waarbij zij gemakshalve weer over het hoofd ziet dat dit komt door de onterechte arrestatie destijds in mijn woning op de 2e hogenbanweg alwaar de politie zonder mijn toestemming goederen die mij toebehoorden heeft verdonkermaand. (diefstal)

    Ook geeft de onrechter aan dat ik niet bereid was om mijn bankrekeningnummer op te geven, waarbij zij nogmaals over het hoofd ziet dat ik dat deed uit protest tegen het asociale gedrag van de officier van Justitie mr H.F. Mos. Ik, die nota bene komt een schadevergoeding vanwege ontoelaatbaar overheidsgedrag te regelen als een moordenaar wordt gefouilleerd, op een wijze die zo tactloos en onvoorbereid was dat van normale omstandigheden die een regeling tot schadevergoeding op een onherstelbare wijze frustreren, de spanningen ontstaan door de gedragingen van politie en Justitie in aanmerking genomen, dit mede doordat ik door deze gebeurtenissen wegens psychische problemen in de W.A.O. zit .

    Blz. TA 131 A.

    Of deze handelswijze doelbewust zo is gehanteerd met de opzet mij zo murw te maken dat ik van verdere acties tot verkrijging van schadevergoeding en rehabilitatie afzie,is niet zeker te zeggen, doch ligt voor de hand.

    Ook voor de hand ligt het feit dat ik nooit accepteer dat mijn eer en goede naam ten grabbel gegooid is door de politie en Justitie en door de rechter afgedaan wordt met een schadevergoeding van Fl. 900,-- zonder een enkel woord van excuus of verontschuldiging. Dit bedrag komt overeen met het bedrag van mijn telefoonrekeningen ten gevolge van de ontoelaatbare overheidsdaden tegen mij gepleegd, maar dan van een maand, inmiddels is 2 jaar verstreken.

    Hier bevestigd de onrechter dat in dit opzicht Justitie niet handelt naar de maatstaven van morele rechtvaardigheid en de verworvenheden van de rechtstaat, dat de hoofdofficier van Justitie mr. H.A. v. Brummen wonende te Rotterdam aan de Willemskade 17 K4 3016 DL Telefoon privé 010-2133031 chef is van een groot aantal advocaten van de Duivel en de Secretaris generaal van de Justitie mr. H.C.J.L. Borghouts wonende te heemstede aan de Burgemeester van Lennepweg 36 2101 RH, telefoon privé 023-5291763 met de Procureur generaal mr. J.L. de Wijkerslooth wonende te Leiden aan de Zoeterwoudse singel 20 2313 AZ, telefoon 071-5127739 (is reeds vanwege overlast gewijzigd) leiding geven aan een, op dit gebied schaamteloze behandeling van burgers.

    Op alle gebied worden boeren, burgers en buitenlui betreffende schade door de overheid veroorzaakt vernederd en te kort gedaan omwille het eergevoel van bovengenoemde misbruikers van machtsoverwicht. Reeds een jaar geleden schreef ik onderstaand voorbeeld van hetgeen te melden is over de gedragingen van bovenvermelde machtswellustelingen die mijn ondergang ondertekenen, terwijl zij zichzelf en hun soortgenoten dompelen in de profijten welke zij de bevolking bewust en met volle overtuiging onthouden.

    Een reeks van misbruiken en rechtsverkrachtingen hebben mij het bewijs geleverd, de houding van Justitie en politie te rangschikken onder, wellicht onbewust despotisme, gericht tegen mijn absoluut koppige weerstand tegen ongerechtvaardigd gedrag.

    Rekening houdende met mijn wens om zo mogelijk een rechtvaardig en nobel leven te leiden, is het mijn plicht om bovenomschreven inbreuk op de passende eerbied voor de burger te weerstaan, en zo mogelijk te bestrijden om nieuwe waarborgen te stellen voor een toekomstige zekerheid.

    Buitengewone waardering spreek ik uit voor de enkeling binnen de door mij aangeklaagde overheidsorganen die mij met geduld hebben aan willen horen en door wie ik door heb kunnen dringen tot hetgeen ik hierin heb kunnen stellen. De echtgenotes van betrokken functionarissen welke ik telkens tot vervelens toe heb benaderd en die zoals de echtgenotes van Burgemeester Opstelten en mevrouw Korthals, de echtgenote van de Minister van Justitie die haar man heeft bewogen de verantwoordelijke functionarissen te verzoeken hier aandacht aan te schenken wil ik tevens danken mij aangehoord te hebben i. p. v. aangegeven te hebben wegens stalking.

    Toch wil ik allen, zij die zich positief, en zij die zich negatief over deze kwestie hebben gebogen vragen met gezond verstand te werk te gaan in miserabele zaken als deze waar totaal niets overblijft van een verdachte die ongerechtvaardigd is behandeld, waar alle koorden zijn afgesneden om verder te gaan in het leven, zodat niets meer rest dan vechten om dat ene belangrijkste in het leven "eer".

    Ik heb ervoor gekozen (ik kan immers niet anders, hoever mag en kan een overheid gaan om haar slachtoffers murw te maken) om deze mensen in hun privé situatie te confronteren met hetgeen zij aanrichten, hiermede zoveel mogelijk processen verbaal te verkrijgen en zo duidelijk te maken dat deze problemen rechtvaardig en moreel rechtvaardig opgelost dienen te worden i.p.v. een ex-verdachte op een ongegeneerde wijze te beledigen.

    Ik hoop dat familie, buren en bekenden van voornoemde daders, die met voorbedachte rade mij mijn plaats in de maatschappij hebben willen ontnemen, op de wijze kennis willen nemen welke ik bedoel, en mogelijk enige bijdrage kunnen leveren deze daders tot inkeer te brengen.

    Deze vorm van protest eindigt als de landelijke pers voldoende ruimte bied voor een passende plaats ter publicatie van mijn voornemen mijzelf te verbranden binnen een overheidslocatie uit protest tegen het overheidsbeleid welke zulk leed veroorzaakt.

    Hoogachtend,

    A. van Velsen


    Bijlage 1 verslag.

    Blz. TA 131 B

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland