Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Bosch en Duin 3 september '01

    A. v. Velsen
    Taveernelaan 4b
    3706 CB Bosch en Duin

    Reactie op brief van het College van procureurs-generaal dd. 20 augustus 2001

    Onderdeel BJZ. Kenmerk PaG/BJZ/976. Contactpersoon mw. H.J. du Croix.

    Punten 1 en 2 hebben betrekking op rechtvaardiging van toekenning sepotcode 1.

    Punt 1; blz. 1, 4e alinea 2e regel "ten opzichte van de verdachte nimmer een redelijk vermoeden van schuld heeft bestaan" Op gronden van waarheidsgetrouwe, onweerlegbare feiten en een logisch distilleren van het gebeurde kan er rechtvaardigheidshalve niet van een redelijk vermoeden van schuld worden gesproken, doch slechts van vergissingen en fouten van het rechercheteam en in het gevolgde door Justitie voorgeschreven beleid, hetgeen een ongerechtvaardigd "redelijk vermoeden" als resultaat had.

    Punt 2 ; blz. 2, 1e alinea 4e regel "daartoe onvoldoende gronden aanwezig waren" Op het moment dat betrokkene als verdachte werd aangemerkt waren onvoldoende gronden aanwezig, doch de politie heeft gemanipuleerd met feiten, de zaken erger gemaakt dan zij schenen door o.a. "poging doodslag" op initiatief van de hulpofficier Harrold Stap in het proces-verbaal te voegen terwijl daar niet de minste gronden voor bestonden buiten die welke bedoeld waren om mijn situatie doelbewust te benadelen. Zoiets kan geen vergissing zijn.

    Punt 3 ; blz. 2, 2e alinea 2e en 3e regel "achteraf wordt vastgesteld dat die gronden niet langer de verdenking rechtvaardigen doordat blijkt dat het bij voorbeeld gaat om een valse aangifte" Hier gaat het niet alleen om een valse aangifte (159 leugens en verdraaiingen) doch ook om leugens en manipulaties van de zijde van politie, vermengd met incompetent recherche werk en vooringenomenheid. Het zou in deze situatie dan ook niet meer dan billik zijn dat het oorspronkelijke vermoeden van schuld dan ook geheel komt te vervallen.

    Punten 4, enz. hebben betrekking op het weerleggen van motieven tot toekenning sepotcode 2

    Punt 4 ; blz. 2 3e alinea 7e regel "zijn er (A) voldoende wettige bewijsmiddelen, en zo ja, (B) is er daarnaast de overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?"

    A) Valt een bewijsmiddel zoals een aangifte (verklaring) van aangeefster die ten eerste een duidelijk motief heeft om mij uit de maatschappij te weren, en ten tweede een groot aantal leugens bevat die ten dele tijdens het getuigenverhoor door de rechter-commissaris aan het licht zijn gekomen en verder door vele verklaringen uit binnen en buitenland van bekenden van zowel aangeefster als mijzelf, en door mijn eigen onderzoek van tegenstrijdigheden in de aangifte die door aangeefster is gedaan, binnen de criteria "wettig bewijs"? Indien ja dan zal het nimmer zo zijn dat valse aangifte vervolgd wordt, en kan iedereen maar aanrotzooien. overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?

    B) Op grond van de uitgesproken gedachte van de officier van Justitie dat hij persoonlijk denkt dat ik het feit niet gepleegd heb, en de tijdens het gesprek met de heer Borghouts door hem gedane mededeling dat hij er van overtuigd is dat ik het niet heb gedaan, kan vastgesteld worden dat de Justitie ervan overtuigd is dat de verdachte het feit niet heeft begaan. overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?

    Punt 5 ; blz. 2 4e alinea 3e regel "Het seponeren met de sepotcode 02 is echter de gangbare wijze van afdoening binnen het openbaar ministerie" Dit is een in dit geval door toedoen van de daden van politie en het verkeerd beleid van Justitie (volgens de heer Borghouts is het beleid voor dit soort zedenzaken inmiddels naar aanleiding van dit voorval aangepast, wat niet is gebeurd omdat het eerder gevoerde beleid zo perfect was) gezien de gevolgen voor mij niet te accepteren. Bovendien is deze gangbare wijze alleen van toepassing indien het burgers betreft, bij overheids functionarissen word een degelijke zaak op totaal andere en humane wijze afgedaan. overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?

    Blz. 109 TA. 1

    Overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?

    Punt 6 ; blz. 2 4e alinea 6e en 7e regel "dan wel ondubbelzinnig wordt weerlegd" Er is sprake van een aantal ondubbelzinnige weerleggingen van de betrouwbaarheid van de aangeefster, haar z.g. getuigen en de betrouwbaarheid en incompetentie van de recherche die belast waren met het onderzoek welke zijn toegegeven door de klachtcommissies, de combinatie van al deze strafbare feiten en ontoelaatbare overheidsdaden zijn er oorzaak van dat de zaak aan de officier van Justitie is voorgelegd. Bovendien wordt door de stelling van de Secretaris-Generaal, die ik althans zie als een autoriteit op gebied van Justitie ondubbelzinnig weerlegd dat ik het gedaan heb( zie punt 4 B). overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?

    Punt 7 ; blz 2, 4e alinea 7e en 8e regel "Noodzakelijkerwijs blijft daarmee ongewis welke van de verklaringen in overeenstemming is met de waarheid". Ten opzichte van de algehele indruk die na bestudering van het geheel opgedaan wordt kan niet anders dan worden geconstateerd dat de moedig, in alle oprechtheid uitgesproken woorden van de heer Borghouts het enige antwoord kan en mag zijn op een dergelijke verkrachting van rechtvaardigheid. overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?

    Alle andere vormen van ontduiking van verantwoordelijkheid zijn hypocriete laag bij de grondse rechtsverkrachtingen die de waardigheid van Justitie en de rechtsstaat verminken. overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?

    Punt 8 ; blz. 2, 5e alinea 3e regel "Kon de heer van Velsen terecht als verdachte worden aangemerkt?" Nee. Op de 6e alinea 1e regel staat volgens het hierboven gerechtvaardigd onderbouwde een duidelijke fout, Hier staat ; op basis van de aangifte van, dit dient te zijn op basis van een onbetrouwbare aangifte. Dat dit niet is uitgezocht is te wijten aan de weigering van de politie en na mijn klacht hierover, de in eerste instantie categorische weigering van de officier van Justitie die eerst na 8 maanden en veel tegenwerking toestemming gaf aan de recherche om de aangifte wegens valse aangifte op te nemen. Toen dit na weer enige tijd gebeurde was er inmiddels bijna een jaar verstreken, terwijl het onderzoeksresultaat de indruk wekt dat er meer is gepoogd om bewijs te verzamelen tegen mij, en om mijn standpunten te ondermijnen betreffende de door de politie aan mijn ontnomen rechten op mijn bezit in Cuba dan de nadruk op het doel van de aangifte tegen valse aangifte en het vinden van de waarheid te leggen.Hier is door de officier en in zijn opdracht het vinden van de waarheid en de rechts gang gefrustreerd om de zaak in de doofpot te stoppen. overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?

    Ook het feit dat de officier en de heer Borghouts er zeker van te zijn dat ik het niet heb gedaan weerlegt de beredenering dat ik terecht als verdachte ben aangemerkt, hier spreekt n.l. de enige en oprechte deskundige visie van verantwoordelijke Justitiefunctionarissen die recht uit het hart komt. Chapeau !! overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?

    Punt 9 ; blz 2, 5e alinea 4e regel "Blijkt uit het strafdossier van de onschuld van de heer van Velsen?" Nee. Op blz. 3 1e alinea 1e regel "ten aanzien van de vraag of uit het strafdossier van de onschuld van de heer van Velsen blijkt merk ik het volgende op" Het is volkomen duidelijk dat waar enkel 2 tegenstrijdige belanghebbenden weten wat de waarheid is uit het strafdossier op enigerlei wijze uit documenten schuld of onschuld zou kunnen blijken, mits Justitie bereid is gezond verstand, inzicht, en eerlijk gedrag te tonen zoals de heer Borghouts. overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?

    Punt 10 ; blz. 3, 1e alinea 3e en 4e regel "waaruit zijn onschuld blijkt of evident voortvloeit". Evident betekent "uit het oog springend" welnu uit het oog springend zijn zeker de feiten waar ik mij op beroep om duidelijk te maken dat de aangifte vals onder druk van derden, en negatief beïnvloed werd door ontoelaatbare overheidsdaden. Net zo zeker uit het oog springend is dat al deze daden zowel van aangeefster, politie en Justitie van grote negatieve invloed zijn geweest op het al of niet afdoen van de zaak door politiesepot of hulpverlening waardoor wellicht mijn huwelijk had kunnen worden gered en er in dat geval alleen een mutatie op het bureau van politie betreffende dit voorval was geweest. overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?

    Evident is ook het inzicht en humane opstelling van de secretaris-generaal>. overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?

    Punt 11 ; blz. 3, 2e alinea 8e en 9e regel "Het doel van een strafrechtelijk onderzoek is het onderzoek van een eventuele schuld en niet het vaststellen van eventuele onschuld". schuld is niet vastgesteld, evenals onschuld doelbewust niet vastgesteld wordt door een officier van Justitie die uit eigenbelang geen behoefte heeft toe te geven dat dit een aaneenschakeling is van blunders en onrecht van Justitie en overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?

    Blz. 110 TA. 2 overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?

    politie en bovendien niet het doel is van het strafrechtelijk onderzoek is, hetgeen zijn taak is, welke in dit geval misdadig is ontspoord. Op regel 9 en 10 "Uiteraard worden daarbij zowel belastende als ontlastende verklaringen onderzocht" dit is eveneens als het verzamelen van ontlastend bewijs niet gebeurd of slechts summier en ondeskundig, "uiteraard" is een slecht gekozen zinsnede overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?

    Op regel 12 "en de zaak te worden geseponeerd". Hoe? Sepotcode 1 of 2 !!!>. overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?

    Punt 12 ; blz 3, 3e alinea regel 10 "blijkt van een valse verklaring". In de hierboven genoemde punten wordt reeds voldoende aangetoond dat van een valse verklaring sprake is, en wat betreft het hypocriete gedrag van de officier van Justitie om de rechtsgang te frustreren door te weigeren om de aangifte op te nemen en later noodgedwongen zijn visie te herzien maar toch door seponeren zijn doel te bereiken en het falende Justitiebeleid op deze wijze uit beeld te halen, is ook al voldoende uitleg gegeven. overtuiging dat verdachte het feit heeft begaan?

    Punt 13 ; blz. 3, 4e alinea Ook op dit onderwerp ben ik verklarend ingegaan. De heer Borghouts is Secretaris-Generaal van Justitie en heeft tijdens een officiële bijeenkomst omtrent deze zaak duidelijk het standpunt naar voren gebracht dat de overtuiging aanwezig is dat ik het feit niet heb gepleegd, ook een betrokken officier van Justitie heeft zich hierover uitgelaten. Het is ook het enige logische en meest voor de hand liggende oordeel wat eerlijkheidshalve een positieve oplossing mogelijk kan maken.

    Omtrent interpretatie van verschil tussen sepotcode 1 en 2 en het strijdig zijn met de principes die aan het strafrechtelijk onderzoek ten grondslag liggen kan ik toevoegen dat moreel rechtvaardige beginselen van de rechtstaat zwaar wegen ten opzichte van een miserabel slecht onderzoek met talloze ontoelaatbare overheidsdaden en een aangifte van een labiele aangeefster die beïnvloed door sensatiebeluste partijdige kennissen een heel politiekorps en de Justitie op hol hebben doen slaan.

    Punt 14 ; blz.3, 5e alinea "Er wordt getracht uiteen te zetten wat de achterliggende juridische argumenten zijn geweest bij de afdoening van de strafzaak tegen de heer van Velsen"

    Ik tracht uiteen te zetten wat de menselijke en morele argumenten zijn van deze voor mij naar beste weten en te goeder trouw doorstane ellendige periode en de strijd tegen deze gecombineerde misdadige aanslag van politie en Justitie die in de volle wetenschap zijn van hetgeen mij aangedaan wordt, immers op blz. 2, alinea 4 wordt erkend dat de emotionele beleving van gewezen verdachten vaak minder bevredigend is. >Dat is mooi gezegd maar ik hoop dat men nu eindelijk beseft dat dat zeker in samenhang met de gebeurtenissen die mij zijn overkomen rehabilitatie en excuus een povere erkenning is van door de politie gepleegde feiten die een gevolg zijn van verkeerd Justitiebeleid.

    Punt 15 ; blz 4 1e alinea 4e regel "waarvan de waarheid, noch de onwaarheid met voldoende mate van zekerheid is kunnen worden vastgesteld". Betreffende de "waarheid" komt op geen enkel punt ook maar het geringste bewijs, aanwijzing of bevestiging naar voren dat de aangifte waar gebeurt is. Betreffende de "onwaarheid" komt een overtuigend aantal bewijzen naar voren die hard genoeg zijn om de aangifte als bedrog aan te merken, dus als directe en onweerlegbare onwaarheden. Hiertoe heb ik voldoende materiaal aangeleverd tijdens de aangifte tegen mevr. Bover vanwege valse aangifte.

    De redenen van de officier om toch tot sepot over te gaan zijn reeds genoemd.

    Het is buitengewoon ongerechtvaardigd dat een officier van Justitie dank zij zijn exclusieve bevoegdheden persoonlijk falen kan verdoezelen door eenvoudig een aangifte te seponeren zoals het hem beliefd enkel en alleen om het respect en imago van het openbaar ministerie te redden. Opzettelijke schending van de rechtsgang is nog erger dan corruptie.

    Hoogachtend,

    A. van Velsen


    Bijlage 1 verslag.

    Blz. TA 111

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland