Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Driebergen 20-07-01.

    A. v. Velsen
    P/a Soesterbergse straat 6b
    3768 EH SOEST


    Uw kenmerk; 5111117/01/BSG..

    Onderwerp ; Toezeggingen van 20-juli.

    Aan: Secr. Gen. H.C.J.L. Borghouts. P.B. 20301 2500 E.H. `s GRAVENHAGE


    Geachte heer Borghouts ;

    In de punten omtrent Uw toezeggingen, gedaan tijdens het gesprek op 10 juli '01 merk ik op dat het 1e punt wat U aanhaalt, en betrekking heeft op de sepotcode "02" en de betekenis hiervan, door het feit dat U onderkent dat ik de feiten waarvoor ik verdacht wordt door de Justitie niet heb gepleegd, niet meer relevant is. Dit mag ik vaststellen op grond van Uw mening die U aldus naar voren bracht "Ik ben ervan overtuigd dat U het niet heeft gedaan".

    Uw beoordeling dit aangaande, en het feit dat fouten gemaakt door politie, die ongerechtvaardigde aanhouding, inverzekeringstelling, vervolging, alsmede psychiatrisch, reclasserings, en gerechtelijk voor onderzoek i.p.v. hulpverlening ten gevolge hadden, door mijn inzet bewezen zijn, is het niet meer dan logisch dat de sepotcode gewijzigd wordt.(bijl.1)

    Uw onderkenning die mede door het feit dat de politie door haar gedrag verantwoordelijk is voor het fenomeen "sepot 02" in mijn Justitieel document, bekrachtigd de verkeerde zienswijze van de officier van Justitie, die is misleid door de gedragingen van de politie.

    Ten aanzien van punt 2 meen ik dat bovenstaande Uw vraag aan het college van procureurs generaal mede onderbouwd, en begrijp dat U hiervoor, zoals U op de vraag van de heer Groeninx antwoordde, een maand tijd nodig heeft, om de noodzakelijke, logische en voor de hand liggende verandering te verwezenlijken.

    Een brief omtrent de betekenis van sepotcode "01" zou, in tegenstelling tot sepotcode "02" welke door verkeerde interpretatie tot mijn onterechte uitwijzing uit Cuba heeft geleid, aanzienlijk meer verklaren omtrent de werkelijke gebeurtenissen en aldus rehabilitatie tot gevolg kunnen hebben. Uit Uw brief blijkt dat bij sepot code "2" naar het oordeel van het O.M. een veroordeling niet mogelijk bleek, dit is voor verschillende uitleg vatbaar waardoor het verstandiger is om de wijziging van de sepotcode af te wachten.

    Omtrent punt 3, is het voor mij onbegrijpelijk dat, nu duidelijk geworden is hoe de zaken gelopen zijn en de waarheid, weliswaar gevreesd door politie en Justitie aan het licht gekomen is, ik nog rechtshulp nodig heb. De politie en Justitie, misleid door aangeefster hebben ten gevolge van gebrekkig onderzoek en vooringenomenheid het gehele onderzoek verprutst, goederen weggenomen die niets met het onderzoek te maken hadden, bewijs relevant voor het onderzoek niet in het onderzoek betrokken en bovendien bewijsmateriaal verduisterd. Van louter schaamte en onmacht hebben, vreemd genoeg 3 Officieren van Justitie alle middelen aangewend om bewijs uit het onderzoek te onttrekken om mij de zwarte piet toe te spelen. Zij frustreren de rechtsgang.

    Zij faalden in hun voornemen om een voor Politie en Justitie schaamteloze affaire ten koste van mij, die voor een goede rechtsgang afhankelijk is van die Officier, in de doofpot te stoppen. Het is zelfs zover gekomen dat Off. v. Justitie Mr H.F. Mos er toe over is gegaan om een goed onderbouwde aangifte, gericht tegen de valse aangifte, die ik deed in het belang van het vinden van de waarheid en de rechtsgang, afdoet middels politie sepot. Dit gaat erg ver in vergelijking tot de langdurige onhumane en ongerechtvaardigde vastberadenheid jegens mij. Niet ik doch de Politie en de Officier v. Justitie zullen belang bij rechtsbijstand hebben, ik vraag mij af of de rechtsgang ooit meer is geschonden als nu door Politie en Justitie.

    Uit het 4e punt blijkt hoe onrealistisch er omgegaan wordt in een situatie waarin ik als slachtoffer van en door Justitie in ronduit onhumane omstandigheden ben komen te verkeren. Alle verantwoordelijkheid wordt vooralsnog afgewend, en medewerking om de leefomstandigheden te verbeteren komen niet aan de orde. De bijna twee maanden durende wachttijd om tot overleg tussen de heren Ottevanger en Groeninx te komen is een periode die nu bepaald niet leidt tot een gunstiger verstandhouding.


    Hoogachtend,

    A. van Velsen


    Blz. TA 59

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland