Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Driebergen, 29-05-01.

    A. v. Velsen
    Pa. L. v. Vollenhove 63
    3706 CB. ZEIST

    Aan de Hoofd Officier v. Justitie
    Arrondissement rechtbank Rotterdam.
    Postbus 50956
    3007 BT. Rotterdam.

    Onderwerp: Indienen van klacht

    Incident op Politie bureau Marconiplein 03-07-2001
    Na telefonisch gesprek d.d. 04-07-01 weigeren klacht op te nemen.

    Geachte heer Brummen,

    Op 3 juli '01 heb ik door middel van een aantal tel gesprekken en fax berichten zowel politie als justitie op de hoogte gebracht van mijn door hun toedoen veroorzaakte psychische nood en het eveneens daardoor ontstane zwerversbestaan. Ook kondigde ik hierbij aan dat ik als gevolg hiervan genoodzaakt ben om mijn intrek te nemen bij de politie Marconiplein.

    Om dit te bereiken ben ik zoals aangekondigd het bureau binnen getreden om de mogelijkheden te bespreken, hetgeen op zijn minst zeer acceptabel geacht zou moeten worden gezien de ontoelaatbare daden die de politie tegen mij heeft ondernomen. De hulp Officier, op de hoogte zijnde van de situatie bleek echter niet in staat om de morele . verantwoordelijkheid van de politie te erkennen, of zelfs maar op een beheerste wijze op een kritieke situatie te reageren. Hij wenste nergens op in te gaan en sommeerde mij om te vertrekken. In het licht van het emotionele karakter en mijn huidige gezondheidstoestand was dit inhumaan, en in strijd met de voorbeeldfunctie van de politie en haar taak om strafbare feiten zo mogelijk te voorkomen.

    Vervolgens zag de hulpofficier schijnbaar dank zij het gebruik van zijn leesbril kans om mij beet te pakken en mij met behulp van een collega uit de verhoorkamer te zetten. Op de gang vond de collega het nodig om mijn linker tepel tussen zijn duim en wijsvinger om te draaien, dit was behoorlijk gevoelig en ik besloot om hem hierop attent te maken door ditzelfde bij hem te doen. Het gevolg was dat 4 politiemensen mij besprongen op een wijze die niet relevant was aan mijn motief tot binnentreden, noch aan mijn handelwijze doch een gevolg was van de handtastelijkheden van de politie en mijn huidige reactie op Politie gedragingen.

    Het is onbegrijpelijk dat de vooringenomen houding van de Rotterdamse Politie, niet is veranderd nadat ik heb aangetoond dat Politie noch Justitie de door haar begane ontoelaatbare overheidsdaden niet langer in de doofpot kunnen houden. Leugen, diefstal, bedrog en nu tenslotte intimidatie is het parool bij hen die op een rechtvaardige wijze de rechtstaat behoren te dienen. Ik verzoek U om opgave van plaats en datum voor opname van mijn klacht.

    A. van Velsen


    Blz. TA 33

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland