Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Driebergen, 22-06-01.

    A. v. Velsen
    Pa. L. v. Vollenhove 63
    3706 CB. ZEIST

    L.S.

    Onderbouwing en motivatie van mijn verzoek tot vergoeding van schade en compensatie van blijvende nadelige gevolgen door ontoelaatbaar verkeerde overheids- bemoeienis in trieste familieomstandigheden vanwege verlies van woonruimte en de mogelijkheid om mijn beroep uit te oefenen, alsmede passende immateriële vergoeding. Het logische gevolg van de overheids daden is, afkeer en het ontbreken van elk vertrouwen in de betrokken instanties en haar functionarissen, die met hun krachteloze vervolgingsbeleid de misdaad wapens in handen geven, in dit geval zelfs rechtstreeks behulpzaam en deelgenoot waren van een poging om mij onterecht uit de maatschappij te verwijderen. Vervolging had voor de rechter zowel voor de aangifte tegen van Velsen alsook Bover tot een onafhankelijk oordeel kunnen leiden, en de waarheid boven tafel kunnen brengen.

    Om die reden is er niet vervolgd. Met deze wetenschap, en de mededeling van de hulpoff die mijn klachten voor kennisgeving aannam, dat de politie mij nog wel op een andere wijze tegen zou komen, kan ik niet anders dan tot de conclusie komen dat het beter is dat ik uit Nederland vertrek en elders iets zie op te bouwen. Het vertrouwen is weg, en de natuurlijke rancune van hen vereist mijn vertrek. Ook het overheids beleid op dit gebied maakt mij tot een kwetsbaar doelwit, en leid tot niet te weerleggen verdachtmakingen indien zich op zedengebied weer een aangifte zou voordoen. Dit heeft bij mij een vreemd soort angst teweeg gebracht die tot gevolg had dat ik meende dat de impotentie waaraan ik sinds het gebeurde aan lijd, te wijten was aan de medicijnen die ik van de arts voorgeschreven kreeg.

    Nu ik nagenoeg geen medicijnen meer gebruik en nog steeds last heb van impotentie rest niet anders dan dit aan angst voor herhaling toe te schrijven, hetgeen ik al enige maanden na mijn vrijlating met mijn arts besproken heb. Het schadevergoedingsverzoek opgesteld door Mr. M.M. Strengers die mij destijds bijstond, handelt over de gevolgen van de hechtenis tot aan Dec. 2000. Hierin zijn niet opgenomen;

    • De kosten ontstaan voor vertaling van een aantal getuige verklaringen, en papieren die van belang waren om de situatie waarin ik gebracht was, jegens mijn belangen in Cuba te verdedigen. Tevens de kosten van de vergeefse reis naar Cuba, door de daden van de Politie.

    • De schade ontstaan door het wegnemen door de politie van mijn goederen, w.o. documenten en enige spullen van mijn overleden moeder, en de afgifte hiervan aan aangeefster.

    • De schade ontstaan door het verlies van mijn boerderij in Cuba met alle bijbehorende goederen vanwege het door de politie ter beschikking stellen van bovenvermelde documenten aan aangeefster.

    • De schade ontstaan door het verloren gaan van mijn antieke meubels, auto`s en koets door de zelfde oorzaak.

    • Het verlies vanwege het verlaten van de huurwoning, hetgeen is onderbouwd in de reactie op het gesprek met Off. v. Justitie Mr. Mos en de Hoofdinspecteur Baeten van de Politie. (blz 226, punt 11)

    • De schade en nadelige gevolgen van mijn gezondheidstoestand en het uitsluiten van mijn oude beroep als tankwagen chauffeur door het arbeidsdeskundigen onderzoek van het G.A.K. afd. w.a.o zijn aanzienlijk.

    • Immateriële schade betreffende de actuele bekende feiten.

      H. Snel verlenen van visum i.v.m. de eerdere onmogelijkheid vakantie van vriendin.uit Cuba.

    • Zoals de Off v. Justitie. reeds aanbood, brief van Justitie in het Spaans en Nederlands voor Amb. van Cuba om de motieven voor mijn uitwijzing te weerleggen door uitleg van de gebeurtenissen.

    • Wijziging van het Sepot, zoals verstand, realiteit en moraal vereist.

    • Reis, administratie, telefoon en advocaatkosten.

    Met de meeste hoogachting,

    Hoogachtend,

    A. van Velsen


    Bijlage 1 verslag.

    Blz. TA 21

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland