Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Driebergen 28-05-01.

    A. v. Velsen
    Pa. L. v. Vollenhove 63
    3706 CB. ZEIST

    Uw nr. 200101717

    Onderwerp: Verzoek tot het instellen van een onderzoek naar ontoelaatbare overheids daden.

    Aan: Secr. Gen. H.C.J.L. Borghouts
    P.B. 20301
    2500 E.H. `s GRAVENHAGE

    Geachte heer Borghouts:

    N.a.v. de ontwikkelingen in bovenvermelde zaak, doe ik U het verslag (bijl. A) , van de Off. v. Justitie en de hoofdinspecteur van politie alsmede mijn reactie hierop (bijl. B) en het laatste antwoord van de Off. v. Justitie hierop (bijl C), toekomen.

    Hieruit blijkt dat Justitie na 10 maanden is gezwicht voor de aanhoudende protesten, en haar actieve pogingen om op deze wijze de rechtsgang te frustreren door opname van aangifte van fraude en oplichting te weigeren, heeft opgegeven. Mits de aangifte, waarvan ik een kopie insluit (bijl. E) in voldoende mate en correct wordt behandeld, is er over dit onderdeel van de klacht overeenstemming bereikt. Bijlage D heb ik als leidraad aan de recherche overhandigd.

    De klachten "vooringenomenheid en incompetentie" worden in de punten;1 t/m10, en 15 aangehaald (in bijlage. B). Voor mij ontlastende verklaringen en bewijsmiddelen werden doelbewust en ondanks mijn verzoeken (bijl. Blauw, 1) niet in het onderzoek betrokken, als de politie had gedaan wat zij wettelijk verplicht was dan had de waarheid binnen enkele uren aan het licht gekomen. Deze verklaringen en bewijsmiddelen kunnen nu wel in de aangifte tegen aangeefster in het onderzoek worden betrokken. (bijl.E).

    De klacht omtrent de onmogelijke terugkeer naar mijn huurwoning door het politieoptreden is in punt 11 (bijl.B) uiteengezet. De klacht over het wegnemen van mijn goederen is vermeld in punt 12 en 13 (bijl.B).

    De klacht omtrent hindernissen die door de daders (politie en Justitie) opgeworpen zijn om rehabilitatie, schadevergoeding en onderkenning van ontoelaatbare overheidsdaden te voorkomen, komen naar voren in punt 14 en 17 (bijl.B) . De schuldvraag is immers nog niet onderkend, dus is tevens een civiele procedure nog niet relevant, wat overigens een ergerlijk langdurige en discriminerende lijdensweg is, in vergelijking tot de prestaties die de overheid levert voor haar functionarissen in gelijke situaties. Omwille van dit beleid is Justitie en politie niet bereid om een voor bezwaar of beroep vatbaar antwoord op de klachten te geven.

    Het spreekt voor zich dat in een situatie waarin het vertrouwen zo ernstig is geschonden als in dit geval, het ondenkbaar is dat ik kan ingaan op het aanbod van de hoofdofficier van Justitie, om een verzoek tot schadevergoeding in te dienen bij diegenen die zich niet gehouden hebben aan hun wettelijke en morele verplichtingen en de ambtsbelofte geschonden hebben. In dit extreme geval zou een andere regeling gevonden dienen te worden.

    Blz. TA 15 A

    Drie maal heeft men verwacht dat ik akkoord zou gaan met een gedeelte van de waarheid, wanneer wordt men eerlijk, het bewijs ligt duidelijk op tafel, als men de waarheid nu nog blijft verloochenen is men niet van goede wil wat een bedreiging voor de rechtstaat is.

    De klacht omtrent de 3e sepot formulering (punt 5 bijl. Blauw 5), al vele malen onderwerp van discussie komt in punt 7, 16 en 18 (bijl. B) aan de orde, terwijl de gang van zaken door de bovenaangegeven vooringenomenheid en incompetentie er debet aan waren dat het überhaupt tot aanhouding en sepot is gekomen.

    Punt 18 (bijl.B), met als verklaring punt 19(zie ook bijl. Zwart,10) is een voorbeeld hoe een dubbel uit te leggen sepot formulering misbruikt kan worden door kwaadwillenden, terwijl de off. in tegenstelling hiervan in het Justitieel document ( bijl. Blauw 4) wel duidelijk aangeeft dat er geen bewijs is.

    Afgesproken is met off. Mos dat voor de verdere evaluatie van deze klacht, de resultaten van de inmiddels lopende aangifte tegen aangeefster afgewacht wordt. Een onterechte aanhouding op grond van door de aangeefster in haar aangifte genoemde, vermeende feiten is op zich al een zeer ingrijpende gebeurtenis, die in dit geval nodeloos en ontoelaatbaar gecompliceerd is door de gedragingen van het rechercheteam.

    Echter het ware nog niet voldoende, zowel de klachten commissie van de politie als de korpschef en later het oordeel van de korpsbeheerder zaten vol met ongerechtvaardigde dwalingen die niets te maken hadden met een ONPARTIJDIG oordeel over het gebeurde. Het zou ook te veel gevraagd zijn van de verantwoordelijken, wiens handtekening onder de klachtenoordelen staan om niet de neiging te hebben om de scherpe kanten af te vlakken, en waar enigszins mogelijk de compromitterende daden van de onder hun gezag staande recherche mensen van tafel te vegen.

    Alleen een rechtvaardige oplossing kan tot een fatsoenlijke finale leiden, en ik zal, en kan na alle moeite niet stoppen voordat dit bereikt is (bijl. Blauw 7), wat het ook nog voor offers zal vragen, daarom vraag ik Uw bijzondere aandacht voor dit probleem om meer onnodige ellende voor alle partijen zo veel mogelijk te helpen voorkomen.

    Naar aanleiding van een krantenartikel en de daaropvolgende briefwisseling tussen de Zwolse korpsleiding en ondergetekende blijkt dat er ook correcte politiekorpsen zijn. (bijl. Blauw 8+9)

    Bij voorbaat dank,

    Hoogachtend,

    A. van Velsen


    Bijlagen; A.; verslag v. politie en Justitie. Blauw ; verkl betrekking hebbende op pol en just. B ; mijn reactie op verslag. C ; antwoord van de officier. Rood ; comm. op verkl. Aangeefster en getuigen D ; onderbouw aangifte tegen aangeefster. E ; aangifte van oplichting Zwart ; gedeelte van mijn getuigen / verklaringen

    Blz. TA 15 B

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland