Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Amersfoort 18-05-01

    A. v. Velsen
    P/a Laan v. Vollenhove 63
    3705 CB ZEIST

    Aan: Min. V. Justitie,
    Parket Generaal B.J.Z.
    Pb. 20305 2500
    EH 's-Gravenhage.


    Geachte heer/mevrouw,

    Naar aanleiding van het telefonisch gesprek met mevr. R. v. Zuiddam vandaag 18-05-'' O l omtrent de problematiek die gerezen is na de door de Rotterdamse Politie begane ontoelaatbare overheidsdaden, tijdens en na mijn onterechte arrestatie op 27-12-1999, informeer ik U nader over mijn wens om de politie en justitie tot rechtvaardige gedragingen te bewegen. Uit ervaringen sta ik vrij kritisch tegenover de motivatie en rechtvaardige werkwijze die veel overheidsfunctionarissen ten aanzien van hun taak en verantwoordelijkheden ten toon spreiden, hetgeen ondanks mijn waarschuwingen hier wederom zijn bevestiging in heeft gevonden.

    Politie en justitie hebben tegen mij een ongekend moraalloze ontmoedigingsactie gevoerd om rehabilitatie en erkenning te voorkomen terzake hetgeen door overheidsgedrag veroorzaakt is. Voorbeeld is de eis van de officier van justitie tijdens de behandeling van het schadeverzoek om de strippenkaarten tot op de stempel nauwkeurig te specificeren. Achteraf is dat onmogelijk te doen en in mijn verwarring en frustraties om mij te verdedigen was en is dat niet relevant aan hetgeen mij is overkomen.

    Ook de eis om maar eens te bewijzen dat arbeid ongeschiktheid aan de gevolgen van het gebeurde is te wijten, is even moreel onrechtvaardig als ontdaan van piëteit van de dader jegens het slachtoffer. Bovendien blijkt duidelijk uit het arbeidsdeskundig onderzoek en bij een niet subjectieve beoordeling wat de gebeurtenissen hebben teweeggebracht. Alles bijeen moet ik vaststellen dat ik overgeleverd ben aan een partijdig orgaan die er alles aan gelegen is om zich onder haar verantwoordelijkheden vandaan te draaien, een situatie die de positie van mij als slachtoffer in alle gevallen rechteloos beïnvloed, welke ik in geen geval accepteer. Dit brengt met zich mede dat er maar een ding opzit, en dat is om het gedrag van de politie, en inmiddels tevens van justitie rechtvaardig en onpartijdig te beoordelen.

    Voor de hand ligt dat door de uiteenlopende belangen, afwezigheid van empathie en misbruik van machtsoverwicht bij de verantwoordelijke politie en justitie functionarissen de zaak niet tot een rechtvaardige oplossing te brengen is. Ter motivatie van deze laatste zin verwijs ik naar de ook in Uw bezit zijnde brief van de korpsleiding d.d. 29-03-"' O l en mijn reactie hierop van 19-04-" "01 en het ondiscutabele antwoord van de officier v. justitie van25-05->%01 met de mededeling om het onderzoek m.b.t. mijn aangifte tegen mijn vrouw af te wachten.( brief korpsleiding = blz. 218 t/m 222)( reactie = blz. 223 t/m 229Xantw. Off. in bijlage).

    Blz. TA 9


    Vele discutabele onderwerpen waarvan de korpsleiding zich afdoet in haar eerste brief staan in geen enkele verhouding tot de aangifte tegen mijn vrouw of het onderzoek daarvan, doch hebben betrekking op de gedragingen van de politie, en het geeft geen pas dat de off. dit onderwerp misbruikt om onder verklaringen weg te komen die betrekking hebben op het gedrag van de politie.

    Aangezien het voor de hand ligt dat er nooit verandering komt in het beleid en de behandeling van verdachten van verkrachting binnen het huwelijk, en schandalig ontmoedigend gedrag door de overheid als zij schade heeft berokkend aan burgers, ga ik, mede door het terechte respect dat ik verdien, en de daarmee samenhangende eis tot rehabilitatie en schade vergoeding, door met mijn actie.

    Ik heb tot nu toe de door mij ondernomen acties beperkt, en in de gemoedelijke sfeer laten verlopen. Ik ben zelfs overgegaan tot gedeeltelijke opschorting om vooroordelen door in het verkeerde keelgat geschoten acties te voorkomen, om Uw medewerking om tot een oplossing te komen voordat de omvang der gebeurtenissen aan U bekend zijn, niet te frustreren. Om aan de gedachte te ontkomen dat het mij geen ernst is, daarmee niet serieus maar als gek wordt versleten en opmerkingen zoals de officier van justitie deed, om mij in een ziekenhuis op te bergen te voorkomen, zal ik zoals ik reeds aan de politie te Zeist en aan de heer Paul Rosenmöller van Groen links (Leinweberlaan nr. 7 te Driebergen) mededeelde bij hem gaan actie voeren.

    Partij opvattingen dat politie en justitie maar kunnen aan rotzooien met burgers zijn in strijd met de beginselen van de rechtstaat en dienen bestreden te worden, dat de wijze waarop ik actie voer ergerlijk is voor betrokkenen kan ik mij voorstellen, maar is de enige effectieve wijze en staat niet in verhouding tot het onrecht wat zij door dit beleid aanrichten.

    Dat deze acties strafbare feiten kunnen opleveren is mij duidelijk en gewenst i.v.m. het herhaaldelijk, zonder gerechtvaardigde redenen door de politie ontnemen van mijn woongenot. De enige plaats waar ik schijnbaar ongestoord kan leven is de gevangenis, waar ik in kan komen door strafbare feiten te plegen, zo vang ik twee vliegen in een klap. Doorlopend heb ik gewaarschuwd dat men eerlijk tegen mij dient te zijn, maar dat schijnt voor functionarissen van politie en justitie veelal niet mogelijk. Welnu, niet 'wij zijn het zat" maar "ik ben het zat" dit zal rechtvaardig opgelost worden of wederzijds ellende veroorzaken, waar ik althans niet op zit te wachten.

    Indien noodzakelijk zet ik zonder met mijn ogen te knipperen mijn geld, vrijheid en leven op het spel, maar mijn eer en rechtsgevoel, daar blijft een ieder vanaf. "Wie de tijger zadelt moet hem rijden ook'

    Hoogachtend,

    met vriendelijke groet,


    Hoogachtend,

    A. van Velsen


    Blz. TA 10

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland