Ir. Leo Nevels: Vergunning verwerking gevaarlijk afval
volgens de minimum standaard en Nuloptie-Technologie


Edelchemie . . . . . SDN Homepage . . . . Schandpaal

Edelchemie Panheel BV

Edelchemie Panheel B.V. - Postbus 5008 - 6097 ZG Heel
St. Antoniusstraat 15 - Tel. (0475) 572220 Fax (0475) 572835







VERKLARING


    Panheel, 1 september 1998

    
    
    Betreft:
      vergunning verwerking van gevaarlijk afval volgens de minimumstandaard M.J.P. Nuloptie-Technologie-Wet-Milieubeheer

Ondergetekende, oprichter en enig directeur van Edelchemie Panheel B.V. wenst op deze bijzondere dag het volgende te verklaren:

Edelchemie Panheel B.V. past reeds meer dan 15 jaar de door ondergetekende ontwikkelde verwerkingstechnologie "de Nuloptie" toe. Deze technologie is vanaf 1992 door een groot aantal patenten internationaal erkend en beschermd. Het doel van de Nuloptie is de verwerking van afval, waarbij een minimale milieubelasting wordt geproduceerd.

Onder milieubelasting wordt verstaan het in het milieu brengen van schadelijke stoffen via lucht, water of bodem. Onder schadelijke stoffen worden verstaan zure gassen en gevaarlijke vluchtige componenten, uitloogbare zware metalen en biologisch niet afbreekbare schadelijke stoffen.

Verwerking van afvalstoffen met minimale milieubelasting is de belangrijkste grondslag voor de Wet Milieubeheer. De totale milieubelasting van de verwerking van 12.000 ton chemisch afval volgens de Nuloptie van Edelchemie bedraagt

Lucht:   a. stof (8 ton)            8,0 ton 
         b. verzurende gassen      17,6 ton 
         c. zware metalen          0,24 ton 
water:   Metalen                   0,08 ton 
Bodem:   Metalen-Gips              0,75 ton 
         Obsidiaan                 0,01 ton 
         ----------------------------------
         totaal                   26,68 ton 

De totale milieubelasting bedraagt derhalve 0,22% van de verwerkte hoeveelheid afval. De Nuloptie is derhalve voor 99.78% bereikt. Een groot aantal voorwaarden in de W.M.-vergunning betekenen een beperking van de toepassing van de Nuloptie-technologie. Dit is gezien het fundament van de Wet Milieubeheer en de juist zeer geringe totale milieubelasting van de procesvoering bij Edelchemie totaal in strijd met de Wet Milieubeheer. Het bevoegde gezag handelt in strijd met de Wet Milieubeheer.


    Voorbeeld 1

Edelchemie maakte afspraken met de directie van de A.V.R. voor een proefverwerking van ca. 10 ton bodemas. Er werden afspraken gemaakt etc. Edelchemie vroeg toestemming aan de provincie Limburg voor verwerking. Na 6 maanden was nog geen toestemming verkregen. Uiteindelijk heeft Edelchemie een proefverwerking uitgevoerd. De procedures bleken zodanig frustrerend en vertragend, dat afgezien werd van verdere verwerking.

    Voorbeeld 2

Rijkswaterstaat wilde een praktijkproef uitvoeren voor de verglazing van onderwaterslib, waarbij men ca. 300 ton verglaasd product wilde verkrijgen. Edelchemie gaf aan dit project te kunnen uitvoeren op korte termijn. Uiteindelijk werd besloten deze proefverwerking uit te laten voeren door een bedrijf in het buitenland, omdat "niet voldoende zeker was of Edelchemie dit project volgens haar W.M.-vergunning mocht uitvoeren". Het grote bedrag dat Rijkswaterstaat heeft uitgegeven heeft geen of weinig nut gehad. De W.M.-vergunning veroorzaakt rechtsongelijkheid.

    Voorbeeld 3

Edelchemie wilde fotografische film- en papiersnippers verwerken via een uitloogproces met restfixeer. De zilverloze snippers wilde Edelchemie storten of elders laten hergebruiken. De provincie Tilburg gaf geen toestemming voor dit laatste traject. Het concurrerende bedrijf Argentia B.V. kreeg even later wel toestemming voor de afvoer van de uitgewassen snippers. Valse concurrentie heet dit.


    Voorbeeld 4

De fa. Vissers uit Meijel haalde via een shredderproces 95% van de waardevolle metalen uit afval en verkreeg zo ca. 6.000 ton chemisch afval. Een voorbeeld van krentenpikken. De maatschappij de provincie Limburg bleef zitten met dit afval. Edelchemie vroeg toestemming dit afval te verwerken. De provincie weigerde dit en het afval ligt nu al enkele jaren te wachten op mogelijke verwerking in de stortplaats van Schinnen. Er is reeds veel geld onnodig uitgegeven.

    Voorbeeld 5

Reeds in 1987 vroeg Edelchemie aan het Zuiveringschap Limburg een proefpartij zuiveringsslib van de R.W.Z.I. Panheel; buur van Edelchemie. Het Zuiveringschap Limburg weigerde dit. De R.W.Z.I. Enschede leverde vervolgens het gevraagde slib. Edelchemie voerde een geslaagde proefverwerking uit, waarbij zeer fraai obsidiaan werd verkregen. Dit resultaat werd in 1993 en 1994 met het dagelijks bestuur van het Zuiveringschap besproken. Toch werd afgezien van verdere proefverwerkingen, wegens het totaal ontbreken van ondersteuning en coördinatie door het Zuiveringschap en provincie Limburg. Dit terwijl de coördinatieverplichting, volgens de W.M. bij verlening van W.V.O/ en W.M.-vergunningen reeds in werking was getreden. Het Zuiveringschap gebruikte deze verplichting wel om te rechtvaardigen dat kortdurende, zeer kostbare verlengingen van de W.V.O.-vergunningen en gedoogsituaties optraden.


    Voorbeeld 6

De Nederlandse spoorwegen bezitten grote hoeveelheden vervuilde spoorbielzen en vervuild slib van spoorwegballast. De ideale verwerking zou kunnen verlopen via het geïntegreerde Nuloptie-proces van Edelchemie. Een proefverwerking van 10 ton was niet zinvol en ondervond zoveel vertraging, dat moest worden afgezien van deze ideale verwerkingsmogelijkheid.


    Voorbeeld 7

Edelchemie kan vervuilde brandstofoplosmiddelen een tweede gebruik geven als brandstof bij het verglazingsproces. De voorwaarden in de W.M.-vergunning zijn echter zodanig, dat zeer moeilijk geschikte vloeibare afvalbrandstof kan worden verkregen. Zo moet Edelchemie Panheel B.V. van de bezitter een verklaring zien te krijgen, dat de afvalbrandstof niet eerst kan worden gedestilleerd etc. In de praktijk lukt dit niet of uiterst moeilijk. Het gevolg is dat Edelchemie ca. 8O% HBO 1 als brandstof moet inzetten bij haar verwerkingsproces etc., etc..


    Voorbeeld 8

Edelchemie wilde luminescentiepoeder, afkomstig van het bedrijf Lumenex, verwerken. Dit verwerken kwam neer op het eerst langs natte weg verwijderen van kwik en cadmium en het vervolgens verglazen van de rest. Edelchemie kreeg geen toestemming voor dit proces, omdat Edelchemie geen kwikhoudende stoffen mag verwerken etc.. In feite mag Edelchemie niets verwerken immers alle afvalstoffen bevatten sporen kwik.


    Voorbeeld 9

Als Edelchemie de milieubelasting door verzurende gassen, verder terugdringt, met b.v. 10 ton, dan ontstaan zouten, ca. 20 ton. Deze zouten worden voor 70% afgevangen, zodat slechts 6 ton overblijft aan onschuldige zouten. Vervolgens worden deze zouten opgeteld bij de stofemissie volgens een speciale stofdefinitie. Hierdoor overschrijdt Edelchemie wellicht de stofnorm. Deze reductie van de uitworp van verzurende gassen is daarmee vergunningtechnisch onmogelijk, zelfs al daalt hierdoor ook de totale milieubelasting. Rechtsonzekerheid!


    Voorbeeld 10

Verwerking hardingszouten. Hardingszoutenafval bestaat uit een gesmolten mengsel van nitraten, nitrieten, carbonaten, cyaniden. Dit afval lost zeer goed op in water en kan zo een grote milieubelasting betekenen, indien het terecht komt in stortplaatsen. Jarenlang bestond er een groot knelpunt, totdat Edelchemie de zaak ging verwerken via de Nul-optie. Inmiddels waren diverse bedrijven door dit probleem gestopt met het harden van stalen gereedschap en zijn er vele arbeidsplaatsen vernietigd. Gezien de zeer vele beperkende voorwaarden in de W.M.-vergunning bestaat nog steeds geen rechtszekerheid aangaande het al of niet verwerken van hardingszouten door Edelchemie. Ook nu is de W.M.-vergunning in strijd met het fundament van de Wet Mi1ieubeheer, n.l. opteren voor de laagst mogelijk totale milieubelasting bij een verwerking van afval.


    Voorbeeld 11

De Tweede Kamer heeft diverse Meerjarenplannen Verwerking gevaarlijk Afval goedgekeurd, nadat V.R.O.M. moeizaam en langdurig (meer dan 1O jaar) milieubeleid heeft trachten te formuleren en er honderden miljoenen aan subsidies zijn rondgepompt, om verwerkingstechnologie te scheppen. In 1989 al stelde T.N.O., in opdracht van V.R.O.M., het z.g. State of the Art-rapport op, m.b.t. de verwerking van fotografisch afval in Nederland. Alleen Edelchemie had doorbraaktechnologie (de Nul-optie) ontwikkeld, waarmee F.G.A. (Fotografisch Gevaarlijk Afval) kon worden verwerkt met een uiterst geringe totale mi1ieubelasting. Deze Nuloptie maakte het mogelijk de z.g. minimumstandaard in te bouwen in de Meerjarenplannen.

Omdat de andere verwerkers (Argentia B.V., Interchemie, etc. ) zeer grote technologische achterstand hadden en geen Verwerkingstechnologie bezaten, werd Edelchemie vervolgens door V.R.O.M. en de provincie Limburg geblokkeerd en tegengewerkt. Zodanig, dat grote valse concurrentie ontstond etc. Dit alles in de hoop, dat andere bedrijven analoge verwerkingstechnologie zouden ontwikkelen. Dit heeft al 10 jaar geduurd. Onlangs nog kreeg Interchemie toestemming van de provincie Limburg en het zuiveringschap om b.v. bromiden uit fotografische restbaden via de riolering in het oppervlaktewater (drinkwater) te brengen. Deze ontwikkeling staat haaks op het fundament van de Wet Milieubeheer.


    Voorbeeld 12

Dit jaar is gebleken, dat door het beleid van de provincie en V.R.O.M. de uitvoering van de minimumstandaard om economische redenen niet meer mogelijk is. De verwerking van fotografische restbaden kan veel goedkoper en slechter (met hoge totale milieubelasting) in Duitsland plaats hebben via het z.g. Renoxal-Verfahren. Dit Verfahren is praktisch zeker een schending van het Europese gasreinigingspatent EP.0426.215. Alleen dat gedeelte van fotografische restbaden uit Nederland (1/3) dat bij Edelchemie verwerkt wordt, wordt nog verwerkt volgens de minimumstandaard, geëist in de Meerjarenp1annen. De provincie Limburg, V.R.O.M. hebben zeer grote schade aangericht aan het Europese milieu en aan de ontwikkeling van hoogwaardige milieutechnologie in Nederland. Het gevolg is groot gezichtsverlies voor Nederland en grote schade aan de milieuproductiesector, een potentiële exportindustrie, in Limburg en Nederland.

conclusie:

  1. De W.M.-vergunning van Edelchemie belemmert de verwerking van afvalstoffen via de techniek met de kleinste milieubelasting en is daardoor in strijd met de Wet Milieubeheer.

  2. De verwerkingskosten worden volstrekt onnodig verhoogd en valse concurrentie ontstaat, t.g.v. ongelijke behandeling via voorwaarden in vergunningen.

  3. Nederlandse overheden handelen in strijd met de Nederlandse en Europese milieuwetten en regels.

Van alle genoemde voorbeelden en rapporten liggen uitvoerige dossiers ter inzage bij Edelchemie Panheel B.V.


Ir. L.M.M. Nevels

directeur Edelchemie Panheel B.V.