Bestrijders illegale afvalexport gefrustreerd
door spaak lopen van strafzaak


Stg. Grondvest . . . . . SDN <====> Milieu . . . . Bellamy Stg.

De rechercheurs van het Kernteam Zware Milieucriminaliteit ware pissig



    van 28 mei 1998


Milieucriminaliteit lijkt te lonen

Van onze verslaggevers Theo Klein en Hella Rottenberg

AMSTERDAM

De rechercheurs en onderzoekers van het Kernteam Zware Milieucriminaliteit vloekten hartgrondig, toen vorige week de Rotterdamse rechtbank weigerde uitspraak te doen in een strafzaak tegen een 38-jarige handelaar in plastic afval. Eerst, vonden de rechters, moet er meer duidelijkheid komen over de Europese regels. Een langdurig, kostbaar en ingewikkeld onderzoek waarbij de politie in samenwerking met de milieu-inspectie, de douane, en Duitse en Chinese autoriteiten eindelijk weer eens een grote zaak rond had, dreigt voor de rechter op niets uit te lopen.

In haar requisitoir typeerde de Rotterdamse officier van justitie L. de Jonge de illegale export van afval als een 'moderne vorm van smokkel die veel geld oplevert'. Maar haar eis van drie jaar onvoorwaardelijk werd niet gehonoreerd. In plaats van milieucriminelen af te schrikken door een fikse veroordeling, versterkte het 'Duplo'-proces de suggestie dat deze tak van misdaad loont.

Wie zijn geld in de lucratieve branche verdient, weet dat de pakkans gering is. En zelfs al loopt hij tegen de lamp - door pech, slordigheid of overmoed - dan is de kans op straf niet al te groot. Zijn tegenstrever, de bestrijder van milieucriminaliteit, levert een gevecht tegen de bierkaai. Zijn gevoel kan met één woord weergegeven worden: frustratie. En wel met een grote F. Dit blijkt uit de verhalen van politiefunctionarissen, milieu-inspecteurs, onderzoekers en afvalhandelaren. Directeur P. Daalder van Daly Plastics: 'Tegenover elke twintig containers afval die legaal de grens overgaan, staan tachtig illegale.'

De wetgeving is niet toegesneden op de praktijk. Hoe strenger de voorschriften, des te duurder de afvalverwerking, en des te verleidelijker is het de wet te ontduiken. Bovendien leidt de voortdurende verfijning van de milieuregels ertoe dat de handhaving in plaats van eenvoudiger steeds complexer wordt. 'Het systeem verstikt zichzelf', zegt M. van den Anker, die in opdracht van het Kernteam Zware Milieucriminaliteit analyseerde waarom het stelsel criminaliteit in de hand werkt.

'De overheid is zelf partij op de markt. Ze overtreedt de regels als het haar uitkomt om afval goedkoop te dumpen. Bedrijven voelen zich oneerlijk beconcurreerd en zijn dus minder geneigd om aan de voorschriften te voldoen', zegt ze. 'Milieuambtenaren die een bedrijf komen controleren, moeten ordners vol gedetailleerde vergunningen natrekken. Dat is vrijwel ondoenlijk. Bovendien werken de instanties volkomen langs elkaar heen en worden de regels per plaats, per provincie en per land verschillend uitgelegd. Over de meest simpele begrippen - bijvoorbeeld: wat is afval? - bestaat geen overeenstemming.'

Van den Anker, die inmiddels in dienst is van het Kernteam: 'Uit mijn onderzoek Schijn Bedriegt trek ik de conclusie dat het hele systeem niet deugt en dat er structureel iets moet veranderen. Maar wat doet het ministerie van Milieubeheer als er Kamervragen komen? Het schiet in de verdediging en probeert aan te tonen dat sommige feiten in het rapport onjuist zijn. Je vraagt je af wat er moet gebeuren om de ogen van de beleidsmakers te openen.' Volgens een recent rapport van de Verenigde Naties is Nederland een van 's werelds grootste exporteurs van gevaarlijk afval naar de Derde Wereld en Oost-Europa. De bewijsvoering klonk niet overtuigend. Maar dat betekent niet dat er niets aan de hand is.

Nederland heeft een omvangrijke chemische industrie, staat bovenaan de wereldranglijst wat betreft de productie van huishoudelijk afval en is Europees distributieland bij uitstek. Tal van factoren maken het steeds makkelijker en voordeliger om afval - dan niet illegaal - te exporteren. Wie in Nederland op reguliere wijze afval wil kwijtraken, is relatief duur uit. De milieunormen zijn strenger dan in het buitenland. Bovendien, zeggen deskundigen, worden de prijzen voor het inzamelen van afval opgedreven doordat drie grote bedrijven de markt beheersen. Ook het verwerken van gevaarlijk afval is kostbaar. Verbranding van een ton kan in de Afval Verwerkingsfabriek Rijnmond (AVR) oplopen tot ruim dertienhonderd gulden.

Veel goedkoper - en vaak niet eens onwettig - is het om gevaarlijk afval in cementovens in België, Noord-Frankrijk of Engeland te laten verwerken. 'Het kan vele tientjes en soms zelfs honderden guldens per ton schelen', erkent een woordvoerder van de AVR. Kleine afvalinzamelaars en intermediairs maken gebruik van de verschillen in prijs en milieunormen en doen producenten van afval voordelige aanbiedingen. Die zijn vaak allang blij goedkoop van hun rotzooi af te zijn en achten zich niet verantwoordelijk voor wat de opkoper er precies mee doet, en of dat legaal gebeurt. Diens positie op de markt en wettelijke ongrijpbaarheid worden als een belangrijke oorzaak van milieucriminaliteit beschouwd.

De opkoper ontvangt geld als hij het afval ophaalt, niet pas nadat hij zich er netjes van heeft ontdaan. Zijn baat gaat voor de kost uit. Naarmate hij zich goedkoper van het afval ontdoet, maakt hij meer winst. In feite is het nog erger: hij kan dubbele winst maken als hij waardeloos of gevaarlijk afval kan doorverkopen als brandstof of 'secundaire grondstof. De afvalmakelaar opereert zonder vergunning en zonder toezicht. Hij zorgt ervoor geen eigenaar van het afval te zijn, zodat hij, als er iets mis loopt, de schuld kan afschuiven en zelf de dans ontspringt.

De eenwording van Europa heeft de mogelijkheden voor de malafide afvalhandelaar verruimd. Volgens de Belgische parlementariër P. Staes, die een aantal geruchtmakende afval-affaires ontdekte, heeft Europa 'voor de afvalmaffia de rode loper uitgelegd'. Staes: 'In 1992 zijn de binnengrenzen weggehaald en de douanediensten ontmanteld. Zij mochten de Europese, transporten niets in de weg leggen dat de economische groei kon hinderen. Als je geen grenscontroles hebt, en de onderlinge milieuwetten, -normen en definities verschillen, zou je Europese wegcontrole moeten instellen. Maar dat is verhinderd door de lidstaten die het in strijd met hun belangen achtten. Van enige samenwerking is geen sprake.'

Aan het exporteren van afval uit Nederland zit weliswaar een santenkraam van regels en vergunningen vast - compleet met lange lijsten van stoffen die onder een 'groen', 'oranje' of 'rood' regime vallen - maar de controle gebeurt geheel en al op papier. Het vervalsen van de aanvraag en de transportbrief is op die manier kinderlijk eenvoudig. Af en toe doet de douane een steekproef en kijkt onder het zeil. Maar probeer eens als eenvoudig ambtenaar uit te maken of het grijze gruis in de laadbak het spul is dat op de vrachtbrief staat vermeld, of dat het heel andere samenstelling heeft. Een milieuspecialist van de politie: 'Na een cursus herkennen van afvalstoffen is mijn verwarring alleen maar groter.'