PvdA-Kamerlid Feenstra wil parlementair onderzoek milieuwetgeving II
Stg. Grondvest . . . . . SDN <====> Milieu . . . . Bellamy Stg.

Het parlementair onderzoek moet zich richten op de verwerking van chemisch afval

    Parlementair onderzoek



    Eindhovens Dagblad van 9 december 1997

Den Haag - Het parlementair onderzoek waartoe het PvdA Kamerlid Feenstra afgelopen weekend heeft opgeroepen, moet zich vooral richten op de gang van zaken rond verwerking van chemisch afval. Opslag van chemicaliën, zoals bij de firma Van den Anker in Son en Breugel, zal in dat onderzoek 'slechts een zijdelingse rol' spelen. Dat zegt Feenstra in een nadere toelichting op zijn uitlatingen in het PvdA-partijblad 'Vlugschrift'. Daarin wordt melding gemaakt van problemen rond de bouw- en milieuvergunningen voor opslag- en transportbedrijf Van den Anker op industrieterrein Ekkersrijt in Son en Breugel.

Het PvdA-Kamerlid heeft zich met zijn pleidooi de woede van de gemeente Son en Breugel op de hals gehaald. "Ik vind het bijzonder kwalijk dat er in een blad van de PvdA dergelijke verkeerde conclusies worden getrokken richting onze gemeente. Het is helemaal niet waar dat Van den Anker zonder milieuvergunning zou werken". reageert wethouder mevrouw N. van Doleweerd van Son en Breugel op de PvdA-uitlatingen.

Van den Anker, gespecialiseerd in opslag van landbouwgif en andere chemicaliën ligt sinds 1994 in de clinch met onder andere Milieudefensie en de FNV afdeling Eindhoven over de rechtmatigheid van verkeerde vergunningen. Op formele gronden heeft de Raad van State enkele vergunningen ingetrokken. De gemeente Son en Breugel gedoogt nu de bedrijfsactiviteiten, in afwachting van nieuwe vergunningen.

Wethouder Van Doleweerd erkent dat, maar stelt dat er niets illegaals gebeurt. "Op 18 december vorig jaar is er een milieuvergunning afgegeven. Daar is in beroep bij de Raad van State een beperking opgelegd als het gaat om gevaarlijke stoffen. De milieudienst Eindhoven controleert drie keer per jaar of het bedrijf zich aan deze beperkingen houdt. Er is niet één keer een overschrijding van de toegelaten hoeveelheden gevaarlijke stoffen aangetroffen".

De gemeente heeft zich gisteren in een brief aan Feenstra beklaagd over de 'onjuiste interpretaties van de werkelijkheid'. De brief besluit met een uitnodiging aan de PvdA voor een werkbezoek aan de gemeente waarbij het bedrijf Van den Anker kan worden bezocht. Feenstra toonde zich in Vlugschrift verontrust over de gang van zaken bij Van den Anker en wil daarover opheldering van minister De Boer (Milieu). Maar deze slepende zaak heeft verder niets van doen met zijn pleidooi voor een parlementair onderzoek naar het verlenen van milieu-vergunningen, aldus Feenstra. Hij zegt dat Vlugschrift zijn uitlatingen 'uit z'n verband heeft getrokken'.

    Tank Cleaning

Aanleiding voor een parlementair onderzoek is de affaire rond Tank Cleaning Rotterdam (TCR). Dit bedrijf kreeg jarenlang overheidssubsidie voor het verwerken van chemisch afval. Later bleek dat TCR het afval niet verwerkte, maar via geheime leidingen loosde in de Rotterdamse haven. De directie werd veroordeeld tot langdurige gevangenisstraffen. Het voorstel van Feenstra kan rekenen op een ruime meerderheid in de Tweede Kamer. Op dit moment werken milieu-specialisten uit de grote fracties aan een opzet voor dit onderzoek. Begin januari neemt de Kamer een besluit, waarna de onderzoekscommissie wordt geformeerd. Volgens Feenstra zal het onderzoek zich vooral toespitsen op de vraag of de verschillende taken en bevoegdheden van de rijksoverheid, provincies en gemeenten controle op milieuwetgeving in de weg staan. ook moet het onderzoek antwoord geven op de vraag of voortgaande marktwerking fraude met chemisch afval in de hand heeft gewerkt.


    Commentaar:

Het overlaten van de zorg voor het milieu aan de vrije markt met "marktwerking" is hetzelfde als de hemel op je blote knietjes bidden om fraude, corruptie, belangenverstrengeling, zwendel, censuur, dumping en diffuse vergiftiging van het milieu. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt in de allereerste plaats bij de media die jarenlange heftige protesten tegen marktwerking bij collectieve en maatschappelijke taken te weinig en te incidenteel hebben laten doorklinken in het openbare debat. In de tweede plaats ligt de verantwoordelijkheid en de aansprakelijkheid bij de belangenverstrengelde politiek (financieel en beleidsmatig bij VROM). Parlementariërs die met smeekbeden als "Beste Els" de winstgevendheid van beleggingen en het rendement over kapitaal als hoogste prioriteit hebben, zijn kennelijk bereid hun eed op de grondwet met de artikelen 1, 21 en 22 aan hun laars te lappen.

De Kamervragen die Tweede Kamerlid Hendriks heeft gesteld in samenwerking met ing. A. van Rooij en de publicatie daarvan op het internet, lijken de 'selectie' in de berichtgeving en de discussie in het parlement te kunnen openbreken. Met name het tegenhouden van deze vragen in de Vaste Kamercommissie VROM door PvdA-kamerlid Crone "vanwege de eer" (citaat), is bij een zo fundamenteel en levensgevaarlijk onderwerp als de massale diffuse vergiftiging met kankerverwekkende stoffen van het milieu, toch een zeer kwalijke zaak.

Beter ware het geweest dat meneer Crone het lofwaardig tussenvoorstel van mevrouw Augusteijn-Esser (D66) had overgenomen. Dit meerderheidsvoorstel, dat ook door de heer Hendriks werd ondersteund, hield namelijk in een verzoek van de Commissie VROM aan minister De Boer, om binnen een week antwoord te geven op de vraag de wolmanzouten CCA type C al of niet te verbieden.

We zijn ons zeer bewust dat we hier generaliseren, zowel t.a.v. de redacteuren als de politici. Op het internet staan namelijk meer dan genoeg brisante onderwerpen die nog steeds niet openbaar aan de orde zijn gesteld; noch door het "Geweten der Natie", de pers, noch door de grote fracties in de Kamer, die grondwettelijk niet eens bestaan. De verantwoordelijkheid in het parlement is dan ook hoofdelijk toe te rekenen, en niet aan een grondwettelijk niet-bestaande entiteit als een "fractie" of "partij".

De ultieme verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van de democratie ligt uitsluitend bij de pers, de media, die de belangenverstrengelde politieke partijen in het gareel van "demos cratos" moeten houden. Het zwichten voor advertentiebudgetten van adverteerders en het prioriteit geven aan carrièremogelijkheden bij de media, is de bottleneck van ons ecologisch en maatschappelijk functioneren. Het is voor mensen met kennis van zaken uitermate ergerniswekkend dat vragen en onderwerpen van nationaal belang niet in de openbaarheid worden gebracht. Het internet vult in ieder geval een deel van deze democratische lacune.