Politieke correspondentie


Parlementaire vragen . . . . . SDN homepage

Antwoord aan Minister Melkert op zijn brief van 4 oktober

Huizen, 11 november 1997

Minister Ad Melkert
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Zeestraat 73
2518 AA 's-Gravenhage

Geachte heer Melkert,

Ik heb uw antwoord pas goed begrepen na het lezen van het volgende artikel in de Volkskrant van 9 november. Uw antwoord aan mij komt duidelijk voort uit de gedachten die ontspruiten aan het DIW-rapport. Ik heb het artikel hieronder weergegeven, zodat duidelijk is waarover we het hebben.

Juist nu PvdA-Kamerlid van Zijl, in navolging van de heren Leerkes (Unie 55+) en Verkerk (AOV), een voorstel heeft gedaan om een spaarfonds te vormen voor de financiering van de grijze golf in het komende millennium, wil ik u nadrukkelijk wijzen op diezelfde DIW-conclusies over de impact van het monetaire beleid op de staatshuishouding, op de werkgelegenheid, maar ook op de sociale capaciteit van ons geldstelsel. Het voorstel van kamerlid van Zijl zult u met uw huidige inzicht in de monetaire aspecten ter discussie moeten stellen, omdat u - met verwijzing naar enkele andere publicaties op internet - kunt attenderen op twee cruciale aspecten.

  1. De betaalbaarheid van de AOW is sowieso geen financieel probleem, want die is potentieel nu al rond! (zie artikel)

  2. Het voorstel om een fonds te vormen voor de financiering van de AOW in economische termen gezien werkelijk onzin, omdat ook u kunt weten dat een volk als geheel niet kán sparen, noch bezuinigen; behalve wanneer we als natie in het buitenland gaan spaarbeleggen en het buitenland niet bij ons. Want een natie als geheel kan uitsluitend productief zijn of niet; waarbij arbeidspotentieel omgezet kan worden in effectieve werkgelegenheid of niet. Het volume daarvan wordt bepaald door de maximale werkgelegenheidscapaciteit die het monetair stelsel in zich draagt, welke factor nog nimmer is onderzocht.

Verder heb ik u nog twee lastige vragen te stellen, waarop ik zelf ook geen concreet antwoord kan geven, behalve dan wat ik in punt twee hiervoor al naar voren bracht. Die vragen zijn:

  1. Nu wij al meer dan twee maal het nationaal inkomen op spaarrekeningen hebben staan (zie het DNB-verslag), hoeveel keer het nationaal inkomen moeten wij als natie nog erbij sparen om ons financieel veilig te kunnen wanen, en leidt dat wèrkelijk tot de financierbaarheid van de oude dag? en:

  2. Wat zijn naar uw mening de werkgelegenheidseffecten (zie het betoog) voor zowel vandaag als voor de toekomst als resultante van die (door mij zo verfoeide) besparingen, zoals van Zijl en anderen die voorstellen?

De conclusies die in het DIW-rapport zo duidelijk naar voren komen, kunt u eveneens terugvinden in de honderden briefwisselingen en teksten van mijn hand, die al dateren vanaf 1982. (Download hiervoor het vertaalprogramma Babylon, waarvan de Public Domain Correspondence een onderdeel is.) Er is beslist niets nieuws onder de zon.

Dat u bij het DIW-Instituut te rade bent gegaan vind ik overigens een uitmuntende beslissing, want Duitsland loopt sowieso ver voorop in de monetaire discussie (niet de Bundesbank), die met name de volgelingen van Silvio Gesell al tientallen jaren voeren. Men weet er beslist van wanten. (Zie de bijdragen van Dr. W.P. Roelofs en de internetkoppeling naar de INWO). De gemiddelde econoom heeft nog steeds niet in de gaten dat de munt in het geldstelsel weliswaar een rekeneenheid is, maar geen economische eenheid. Van hun inzichten en adviezen maken politici zich al te zeer afhankelijk.

U zwaait vol enthousiasme met het DIW-rapport, maar u hebt nog niet de conclusie getrokken dat ditzelfde rapport uw Melkertbanen met loonsubsidie feitelijk naar de prullenbak verwijst, ook al staat er met name in dat subsidie en scholing voor de laaggeschoolden het panacee zou zijn en voor de werkloosheid. Dit aspect lijkt mij meer uit hoffelijkheid voor de opdrachtgever van het rapport er in opgenomen te zijn, dan om feitelijk te verwachten resultaten. Het eerst vaststellen dat de werkgelegenheid niet wordt beïnvloed door de hoogte van zowel het minimumloon als door de WIG, en dan daarbij tegelijk een oplossing tegen de werkloosheid aanbevelen met voorstellen die feitelijk ineffectief zijn gebleken, lijkt meer op een spelletje balletje-balletje dan op een doordacht weten. De uiteindelijke besteding van koopkracht - zowel voor consumptie als voor investering - bepalen de werkgelegenheid.

Zoals ik al stelde in een van mijn brieven, is het collectief sparen een van de hoofdoorzaken van de werkloosheid. Wanneer met honderd procent werken het nationaal inkomen verdiend wordt, en slechts een deel daarvan wordt met bestedingen effectief teruggesluisd naar de werkgelegenheidscaroussel, dan is het verschil het voorspelbare percentage aan minimale werkloosheid in een economie. Natuurlijk zijn er vertragings- als versnellingsmechanismen in het geheel, maar die kunnen met een grondig onderzoek wel ontdekt worden. Tot nu toe is in het parlement kamerlid Hendriks de enige die zich verzet tegen de illusoire spaarpotvariant voor de betaalbaarheid van de AOW; met name op basis van de overwegingen die ook ik hier ter discussie stel.

U zegt in het artikel, dat u nog niet weet waarom in de VS de werkloosheid procentueel op de helft uitkomt van die in West-Europa. Het antwoord daarop lijkt mij uiterst simpel. Men telt er gewoon anders, en de voorwaarden om voor de status van werkloze in aanmerking te kunnen komen, liggen daar anders dan bij ons. De groep "working poor" is zeer omvangrijk in de VS, om van regelingen als VUT en WAO maar te zwijgen. Daarnaast worden miljoenen feitelijk werkloze mensen gewoon niet meegerekend, omdat ze als zwervers dakloos op straat vertoeven. Miljoenen, vooral jeugdige Amerikanen, voorzien in hun levensonderhoud door alleen of in gangs te roven, te plunderen en drugs te dealen, of eenvoudigweg ergens op het land in de bush te wonen. Bovendien moet u niet over het hoofd zien dat meer dan een miljoen mensen, c.q. werklozen, in de gevangenis zitten en dus ook niet meetellen in de statistieken.

Daarom wil ik u met name attenderen op de brief die ik ontving van een jonge vrouw in Amerika, die reageerde op mijn artikel America ... No, ... No, ... No ...!! Wanneer je dat leest, slaat de schrik om je hart en moeten we alles in het werk stellen om een dergelijke ontwikkeling in onze regio te voorkomen.


In afwachting van uw reageren,


R.M. Brockhus
Westkade 227
1273 RJ Huizen
035-5244141

sdnl.nl
e-mail: sdn@planet.nl



Goed beleid, het beleid van Melkert

De hoge werkloosheid in Europa komt niet door te hoge lonen of een starre arbeidsmarkt, maar doordat regeringen en centrale banken tegen elkaar in werken. Dat is de conclusie van een Duits onderzoek gedaan in opdracht van minister Melkert.

    door Mike Ackermans
    in de Volkskrant van 9 november 1996

AKZO verplaatst zijn vezelproductie naar Polen: zulke berichten voeden het cliché dat de Europese economieën het afleggen tegen snel groeiende lagelonenlanden. Opvallend is daarom een conclusie uit een deze week verschenen rapport van het Deutsche Institut fûr Wirtschaftsforschung (DIW): 'Internationalisering van de economie vormt geen bedreiging voor de Westerse industrielanden.' Globalisering zorgt juist voor meer welvaart en is dus een uitdaging, aldus het rapport. Het is opgesteld in opdracht van minister Ad Melkert van Sociale Zaken.

Melkert wilde zo'n onderzoek om vanaf begin volgend jaar, wanneer Nederland voor een half jaar de Europese Unie voorzit, met zijn collega-ministers van Sociale Zaken te kunnen praten over de werkloosheid, het grootste probleem in de Europese Unie. In de vijftien Unie-landen is de werkloosheid met 11 procent gemiddeld twee keer zo hoog als in de VS.

Melkert wilde weten hoe dat komt. 'Het is goed om daar eens over de grens naar te laten kijken', zei de bewindsman bij de presentatie. De klassieke antwoorden op Melkerts vraag: de Europese economieën zouden te inflexibel zijn, de lonen te hoog en niet gemakkelijk naar beneden aan te passen, door globalisering en internationale handel stromen kapitaal en werk weg naar goedkopere buitenlanden.

Volgens het DIW zijn die antwoorden onvolledig, om niet te zeggen onjuist. Het DIW vergeleek landen als Duitsland, Nederland, België en Denemarken met de Verenigde Staten, Japan en Groot-Brittannië. In Amerika en Engeland zijn de lonen kneedbaar als was en is de werkloosheid lager dan in Europa. In de VS namen de inkomensverschillen tussen de laagst- en hoogstbetaalden de laatste jaren scherp toe. Maar dat leidde niet tot de verwachte lagere werkloosheid onder laagbetaalden, aldus het DIW. De werkloosheid onder geschoolde werknemers is in en Engeland hoger dan in Duitsland en Zweden, althans in vergelijking met het percentage baanlozen onder beter opgeleiden voor een verband tussen starre loonkosten en hoge werkloosheid concludeert het DIW.

'De conclusie dat werkloosheid niet door rigiditeit op de markt wordt veroorzaakt', heeft me getroffen', triomfeerde Melkert. Dat was, zacht gezegd, een understatement. De voornaamste conclusies uit het DIW-rapport vertoont een verbluffende gelijkenis met Melkerts eigen standpunten. Sterker, de minister kon niet één passage noemen die niet in zijn straatje te pas kwam, 'hooguit enkele waar ik neutraal tegenover sta'.

'Melkert had voor zijn onderzoek een heuse Europese tender laten uitschrijven, waar behalve het DIW nog instituten uit Groot-Brittannië en Nederland aan meededen. Hij wilde niet zeggen of de Nederlandse kandidaat het Centraal Planbureau is geweest. De keuze voor het DIW had niets met geld te maken. 'Onze criteria waren inhoudelijk van aard.' Het sociaal-democratisch getinte DIW is een van de meest kritische Duitse onderzoeksinstituten, bijvoorbeeld tegenover het beleid van de Bundesbank.

Ook andere klassieke opvattingen vinden geen genade bij de Duitsers. Zij zien geen bewijs dat hoge minimumlonen en hoge sociale premies een stijging van de werkloosheid veroorzaken. De globalisering is evenmin de verklaring. Die valt namelijk erg mee (zie grafiek). De industrie is de laatste 25 jaar inderdaad steeds meer blootgesteld aan internationale concurrentie, maar die sector is niet meer de belangrijkste in de westerse economie. De veel grotere sector dienstverlening staat nauwelijks bloot aan de gevolgen van globalisering. De 'openheid' van de totale westerse economie is daardoor niet noemenswaardig toegenomen. Toch kent globalisering ook verliezers: laaggeschoold werknemers die in de industrie nog een baantje konden vinden, komen op straat te staan en missen de vaardigheden om in de dienstensector aan de slag te komen. Het DIW pleit voor een aparte aanpak voor deze groep, met scholingsprogramma's en gesubsidieerde banen. Koren op de molen voor de minister die de Melkertbanen uitvond.

De Duitse wetenschappers zoeken de verklaring voor de hoge werkloosheid in Europa elders. De werkloosheid loopt opvallend gelijk op met de internationale conjunctuur. Het monetaire - en macro-economische beleid van overheden niet. Er zijn landen die met monetaire instrumenten anticyclisch beleid voeren. Komt er een recessie, dan mag de rente wat lager zodat het bedrijfsleven lucht krijgt. Als overheden vervolgens meteen met macro-economische instrumenten reageren (zoals loonbeleid of fiscaal beleid) volgt vaak een opmerkelijk herstel, vooral van de werkgelegenheid. Volgens het DIW ligt daar het grote verschil tussen Europa en de Verenigde Staten. Begin jaren tachtig voerde het stelsel van Amerikaanse centrale banken (de Fed) een strak monetair beleid. Maar president Reagan verlaagde de belastingen, ten koste van een uit de band springend overheidstekort. Dat haalde Amerika uit de recessie.

Later gebeurde het omgekeerde. De overheidsfinanciën werden op orde gebracht, maar nu was het de beurt aan de Fed om de teugels te laten vieren. Een ruimere geldmarktpolitiek, lagere rente en een losse houding ten aanzien van de inflatie loodsten Amerika door de recessie van 1991. Een 'pragmatisch macrobeleid', aldus het DIW. Daar kan de eigen Duitse Bundesbank veel van leren. Tijdens de recessie in Duitsland van de afgelopen jaren vond geen afstemming plaats van monetair en budgettair beleid. En als de vakbonden al eens besloten tot loonmatiging (zoals in 1993 en 1994), dan strenge bankpresident Tietmeyer dat wel weer kapot door de rente niet te verlagen. 'Duitsland biedt een klassiek voorbeeld van onvoldoende beleidscoördinatie', aldus het rapport. De belangrijkste handelende partij, De Bundesbank, is sterk gericht op prijsstabiliteit in de binnenlandse economie. De Bundesbank miste de kans om een op expansie gericht beleid te voeren.'

MELKERT haakte daar graag bij aan. 'Als er straks een Centrale Bank is, dan moet die zich niet alleen richten op prijsstabiliteit'. In de Europese Monetaire Unie van na 1999 moet Europa de Amerikaanse lijn volgen, en niet de Duitse. Duisenberg is gewaarschuwd. 'Echt, er blijft geen munt in deze wereld stabiel als elke maand de werkloosheidscijfers omhoog gaan', zei Melkert. Straks heeft Europa de ruimte voor een monetair beleid op de schaal van de VS. Gebeurt dat in afstemming met goed budgettair beleid, dan kan Europa elke recessie aan.

Als alle lidstaten hun eigen gang gaan, is er geen tegenwicht voor de machtige Europese centrale bank van Duisenberg. 'Dat is een gevaar', aldus Melkert. 'De vrijblijvendheid voor de lidstaten moet absoluut minder worden. Meer afstemming van macrobeleid in Brussel dus. Over de gewenste inhoud van dat beleid liet Melkert geen misverstanden bestaan: zijn beleid natuurlijk, met een overheid die actief ingrijpt op de arbeidsmarkt. Het moet VVD-leider Frits Bolkestein die juist wil dat Europa uitsluitend een monetair beleid voert, wel als bijzonder valse muziek in de oren klinken.