Slachtoffer van medische letselschade vecht al twaalf jaar tegen
zwendelende verzekeraars en advocaten wegens onnodige castratie

Letselschade . . Inspraak . . Klokkenluider <==> SDN . . Antecedenten juristen . . Recht . . Bijbanen

Bij letselschade het grootste onrecht en de grootste onmacht
voor patiënten door zwendelende verzekeraars en advocaten



30 maart 2001,

L.S.

Graag wil ik bij deze eens vertellen wat mij sinds 1980 is overkomen aangaande een ernstige medische fout waar helaas reeds een aantal juristen mee bezig geweest is, en nog! tot op dit moment, en U neemt het mij naar ik hoop niet kwalijk dat ik hier zo veel mogelijk gebruik zal maken van de gebruikelijke medische termen die ik echter voor U nader zal doen toelichten.

In Oktober 1980 n.l. meende de mij op dat moment behandelend uroloog dat ik zou lijden aan een anaplastisch, niet specifiek herkenbaar weefsel, prostaatcarcinoom, m.a.w. een anaplastische prostaatkanker, en e.e.a. gebeurde zonder! de gebruikelijke biopsie, met een biopsienaald weefsel wegnemen, doch d.m.v. een rectaal toucher, met een gehandschoende hand via de anus de prostaat aftasten. Omdat ik volgens deze uroloog absoluut nooit meer mannelijke hormonen mocht blijven produceren omdat deze de kanker n.l. alleen maar zouden doen aanwakkeren en dus stimuleren werd er gekozen om bij mij een bilaterale orchidectomie vasectomie, beide ballen verwijderen en steriliseren, oftewel een castratie, te doen, notabene, ik was toen pas 46 jaar, dus het laat zich raden wat een dergelijke ingreep voor een relatief jonge vent betekende.

Als therapie werd gekozen mij om de 28 dagen intramusculair, ca 5 cm diep in de dikke bilspier te injecteren met het oestrogeenhormoon Estradurin 80 mg, en drie maal daags een Lynoral tabletje a 5 mg. ingevolge welke therapie er bij mij dan in 1982 zware gynaecomastie, optreden van borstvorming, is opgetreden zodat er dan ook door een plastisch chirurg 900 gram aan borsten werd verwijderd en U kunt zich wellicht voorstellen wat het is voor een "man" om op een afdeling in het ziekenhuis te moeten verblijven waar per definitie alleen maar dames zijn voor cosmetische borstoperaties o.i.d.

Ook bleek later dat het behandelen met oestrogeenhormonen een uiterst kwalijke zaak was daar het cardiovasculair, hart en bloedvaten, gezien grote gevaren met zich had kunnen brengen en had ik daar dus vrij gemakkelijk hart en/of bloedvatziekte aan over kunnen houden. Omdat de hier voornoemde uroloog meende dat er metastasen, uitzaaingen, zouden komen naar het heupgewricht, dus botkanker, waardoor ik volgens hem dus in een rolstoel terecht zou komen moest ik preventief van deze uroloog en onze plaatselijke G.G.en G.D. van onze mooie eengezinswoning verhuizen naar een specifieke rolstoelwoning ondanks al mijn bezwaren in deze.

Na dan ongeveer zo'n 13 a 15 ziekenhuisopnamen kom ik dan eind 1989 voor controle bij dezelfde uroloog en deze doet dan bij mij wederom! zo'n rectaal toucher, wat hij in al die jaren overigens al vele malen gedaan heeft, en meent! dan dat er uitzaaingen zijn aan de linker prostaatkwab en verwijst mij dan ook onmiddellijk door naar een radioloog die het dan, na exact! zo'n zelfde onderzoek met de bewuste uroloog eens is en besluit dan ook van de een op de andere dag mij 28 keer te laten bestralen.

Ongeveer een jaar na de gegeven bestralingen zie ik dan opeens veel bloed in de ontlasting en ik breng dat dan ook meteen naar het voor mij inmiddels zeer bekende ziekenhuis. Na een aantal dagen wachten dan zegt de internist van dat zelfde ziekenhuis na een scopie dan "niets aan de hand joh, alleen wat inwendige opengeperste aambeien". Door een onbepaald gevoel van wantrouwen echter ga ik in deze voor een second opinion naar een andere internist in ons plaatselijk ziekenhuis en na zo'n zelfde scopie vraagt deze internist dan "waar voor! bent U bestraald" en wanneer ik het hem dan vertel zegt hij , "ja luister eens, dat! kan natuurlijk niet hé, want iemand met een dergelijke soort kanker overleeft dat maar anderhalf hooguit! twee jaar en we zijn nu bijna tien jaar na dato" en hij besluit mij ter observatie in dat ziekenhuis op te nemen.

Ik neem dan het besluit om in deze een zelfs voor een third! opinion te gaan en kom uiteindelijk bij een oncoloog-internist in het A.M.C terecht en nadat deze de coupe, het weggenomen weefsel, uit 1980 heeft laten reviceren,analyseren, door een hoogleraar anatomie-pathologie zegt deze arts dan, "hier is absoluut nooit geen sprake geweest van wat voor een soort kanker dan ook", en U kunt zich wellicht mijn reactie daarop voorstellen want opeens bleek dat alle hiervoor genoemde ellende voor niets geweest is.

Na rijp beraad met mijn vrouw besluit ik dan om in deze een advocaat in de arm te nemen en na veel juridische omzwervingen kom ik na zo'n zes jaar dan terecht bij een advocate die mij na zo'n vijf jaar een totaal verkeerd advies geeft, nl. de verzekeringsmaatschappij schrijft op een bepaald moment dat men mij een bedrag zal doen uitbetalen van fl.195.000.-, exl! de wettelijke rente daarover en of ik daar maar even voor wilde tekenen. Ook nu weer bekruipt mij een bepaald gevoel van wantrouwen aangaande het tekenen en ik bel daarover dan ook met mijn advocate, doch die zegt dan dat ik gerust kan tekenen want alles is oké en ik moet het dan ook maar snel doen want anders zou de wederpartij de zaak als zijnde verjaard gaan kunnen beschouwen en kreeg ik dus niets, dus tekende ik dan ook maar.

En toen kwam dan ook inderdaad de zo wel bekende aap uit de mouw want precies op 18 December 1995 kwam er dan een brief van de wederpartij dat men mij een eenmalig aanbod deed van fl.100.000.-, incl.! de wettelijke rente, en ik moest dat stuk dan ook ondertekenen voor! 1 Januari 1996 zodat er dus minus de feestdagen een week over bleef aangaande een zaak waarmee men reeds zo,n 6 a 7 jaar bezig was. Omdat mijn vrouw inmiddels steeds zieker begon te worden besloot ik het hier verder maar bij te laten, doch toen mijn vrouw voor de zoveelste keer in een ziekenhuis kwam zag zij daar een foldertje over een verzekeringsmaatschappij die op no cure no pay basis werken en zij vroeg mij zelf om te proberen de zaak heropend te krijgen omdat zij net als ik het idee had dat we op een vreselijke manier waren beduveld.

Omdat weer een andere uroloog en mijn huisarts van mening zijn dat niemand zonder hormonen kan wordt ik nu dan weer sinds 1990 wederom intramusculair geïnjecteerd met het testosteronhormoon Sustanon 250 en drie maal daags een tabletje Andriol a 40 mg. wat ik dan ook voor de verdere rest van mijn leven moet blijven doen. Inmiddels is er nu dus een andere advocaat ook reeds vijf jaar bezig om de zaak te heropenen ingevolge dus het verkeerd gegeven advies van zijn voorgangster en eist deze advocaat nu zelfs het astronomische bedrag van fl.649.000.-, exl: de wettelijke rente. Inmiddels ben ik ook in het bezit van drie contrarapportages van hoogleren urologie, t.w. een Engelse hoogleraar uit het VU, een Duitse hoogleraar uit het AMC en een Nederlandse hoogleraar uit het AZM die mij dus fl.800.-, per stuk hebben gekost en die het er unaniem met elkaar over eens dat de uroloog blijkbaar niet goed op de hoogte was van zijn vakliteratuur.

Helaas is mijn vrouw inmiddels overleden die dan ook nog ingevolge een gemeentelijke fout twee keer moest worden begraven en ik weet voor 100% zeker dat de dood van mijn vrouw mede door deze hele affaire daar mede debet aan is, en nu begrijpt U wellicht ook dat ik het mede daar door wel helemaal gehad heb, en normaliter had ik dan ook allang met deze hele zaak gestopt ware het niet dat mijn vrouw mij daar toentertijd zelf om verzocht, dus ga ik er nu nog mee door tot ik heb bereikt wat ik wil! bereiken. Zo U hier op wilt reageren, en ik hoop zelfs dat hier een uroloog of een jurist op reageert doet U dat dan a.u.b. onder vermelding van Uw E-mail adres en ik dank U voor Uw aandacht.

E-mailadres: perrenet02@wanadoo.nl

    L. B. (Naam bekend bij de redactie)