'Rendementsheffing' is een rampheffing


Snuffelhoekje . . . . . SDN homepage

Symbool van de Euro

Door: Bas Jacobs

Deze week debatteert de tweede kamer over het belastingplan. De meest fundamentele wijziging is de invoering van de 'forfaitaire vermogensrendementsheffing'. Deze belasting vervangt de oude vermogensbelasting en de inkomstenbelasting op rente en dividend. Het probleem in het huidige stelsel is dat vermogenswinst niet belast wordt. Het gevolg is een wildgroei aan handige constructies die kapitaalinkomsten omzetten in onbelaste vermogenswinsten. De overheid loopt hierdoor veel belastinginkomsten mis.

Met de 'forfaitaire vermogensrendementsheffing' denkt het kabinet het gat van de onbelaste koerswinsten te dichten. Beleggers en spaarders worden verondersteld 4% rendement op hun vermogen te halen. Hierover wordt 30% belasting geheven. Rente en dividend worden niet meer belast in de inkomstenbelasting, en de vermogensbelasting van 0.7% wordt afgeschaft.

Helaas wordt het gat van de onbelaste vermogenswinst niet gedicht omdat vermogenswinst nog steeds niet wordt beschouwd als een belastbare bron van inkomen. De oplossing van het kabinet is dat rente en dividend dus ook maar niet meer worden beschouwd als een belastbare bron van inkomen! Feitelijk wordt er een nieuwe vermogensbelasting van 1.2% (=30% van 4%) ingevoerd. Allicht ontstaan door deze 'creatieve' oplossing minder constructies, maar het zorgt wel voor een nòg grotere verwatering van het inkomensbegrip. Om dit een rendementsheffing te noemen is een schrijnend voorbeeld van taalimperialisme.

De 'rendementsheffing' is sterk degressief - omgekeerde van progressief - omdat niet feitelijke beleggingswinsten, maar fictieve rendementen worden belast. Stel dat beleggers die vanwege geluk of beleggersinstinct een rendement halen van 10%. Hun effectieve belastingtarief daalt dan naar 12%. Mensen die minder winst maken, zeg 2%, door pech of omdat ze een minder superieur beleggersinstinct hebben, zien het effectieve tarief stijgen naar 60%! Verder kunnen mensen met grotere vermogens zich meer risico's veroorloven bijvoorbeeld door op de aandelenmarkt te beleggen, maar de vergoeding voor het hogere risico - een hoger rendement dan 4% - wordt niet belast. De 'rendementsheffing' is dus volstrekt strijdig met het draagkrachtbeginsel. Belasting betalen blijft ook in de 21e eeuw voor de dommen en de pechvogels.

Deze 'rendementsheffing' maakt bovendien een einde aan de gelijke behandeling van arbeid- en kapitaalinkomens. Het zou er niet toe moeten doen of mensen hun geld verdienen met werken of met beleggen. Het tarief van de 'rendementsheffing' van 30% is bijna twee keer zo laag als het nieuwe toptarief in de inkomstenbelasting van 52%. De ongelijke fiscale behandeling van mensen die beleggen en mensen die op een andere manier hun brood verdienen zou velen een doorn in het oog moeten zijn.

Volgens de berekeningen van het CPB levert invoering van de rendementsheffing zo'n f 450 mln. op. In het huidige stelsel leveren inkomsten uit vermogen en de vermogensbelasting circa f 6 mlrd. op. De stijging van belastingdruk op kapitaal met minder dan 10% is dus peanuts. Met de 'rendementsheffing' worden de vermogenden beloond voor jarenlang fiscaal trapezewerk.

Het kabinet beroept zich keer op keer op de toegenomen internationale kapitaalmobiliteit ter rechtvaardiging van een vriendelijker fiscaal klimaat voor vermogen. Maar het kabinet weigert verder om buiten de landsgrenzen te kijken. Veel West-Europese landen gebruiken een vermogenswinstbelasting (Denemarken, Finland, Noorwegen, Zweden, Ierland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Luxemburg, Portugal en Spanje). Ook de Verenigde Staten kennen een vermogenswinstbelasting. Nederland loopt hier dus onnodig uit de pas.

De 'rendementsheffing' frustreert het Europese streven om kapitaal meer bij de bron èn op basis van feitelijke rendementen te belasten. Dit komt Europese samenwerking niet ten goede. Ook zal Nederland een paradijs blijven voor de behandeling van kapitaalinkomens. Andere Europese landen zullen geprikkeld worden om dezelfde strategie te volgen om zo kapitaal aan te trekken. Nederland stookt met de 'rendementsheffing' moedwillig het vuurtje van de beleidsconcurrentie verder op.

Het is onduidelijk waarom een vermogenswinstbelasting nu in Nederland niet mogelijk is. De vermeende onuitvoerbaarheid van een vermogenswinstbelasting is misleidend. Het kabinet wijst op 'blokkeringseffecten'. De belastingheffing op vermogenswinst wordt bemoeilijkt omdat winsten uitgesteld worden, en verliezen alvast genomen worden. Met dit argument leidt het kabinet veel mensen om de tuin. Allereerst is het bestaan van deze blokkeringseffecten twijfelachtig. Het nemen van winsten en verliezen wordt overwegend bepaald door economische motieven, en niet door fiscale motieven.

Bovendien kan door heffingen bij overlijden en migratie altijd de vermogenswinst belast worden als winstneming oneindig wordt uitgesteld. Vroegtijdige verliesneming kan worden voorkomen door alleen verliezen te verrekenen met gerealiseerde winsten. Maar, zelfs als blokkeringseffecten belangrijk zouden zijn, dan nog is een vermogenswinstbelasting mogelijk.

Bij de 'rendementsheffing' wordt er jaarlijks belasting geheven over het gemiddelde vermogen. Dit is het gemiddelde van het begin- en eindvermogen. Het is dan ook mogelijk om ook de jaarlijkse aanwas van vermogen te bepalen, namelijk: eind- minus beginvermogen. Deze feitelijke vermogensaanwas kan dus ook belast worden. Een belangrijk voordeel is dat bij de belasting op de aanwas van vermogen het tijdstip van winstrealisatie niet van belang is. De fiscus heeft zijn werk al gedaan door te belasten terwijl het vermogen aangroeide. Het blokkeringseffect treedt dus niet op als de vermogenswinstbelasting wordt vormgegeven door een aanwasbelasting.

Ook beroept het kabinet zich op het argument dat de opbrengst van een vermogenswinstbelasting niet robuust is omdat winsten en verliezen verrekend kunnen worden. Dit argument kan niet serieus genomen worden. De opbrengst van een vermogenswinst/aanwas belasting is te gering in vergelijking met de BTW of de inkomstenbelasting om een budgettaire factor van betekenis te zijn. Nota bene, het feit dat er cyclische variatie zit in de belastingopbrengsten uit arbeidsinkomsten is toch ook geen reden om iedere burger een belasting over het fictieve inkomen van Jan Modaal te laten betalen!

Het is opmerkelijk dat er zo weinig maatschappelijk verzet bestaat tegen de invoering van de 'rendementsheffing'. De rechtvaardigheid wordt uit het stelsel gesloopt omdat de heffing degressief is en omdat kapitaalinkomens met veel lagere tarieven belast worden dan arbeidsinkomens. De 'rendementsheffing' is bovendien een internationaal curiosum dat beleidsconcurrentie aanwakkert en Europese samenwerking bemoeilijkt. Een vermogenswinstbelasting is daarentegen goed uitvoerbaar. De kiezers zijn door de f 7 mlrd. lastenverlichting kennelijk in slaap gesust.

    drs B. Jacobs - Vakgroep Algemene Economie, Economische Faculteiten van de
    Universiteit van Amsterdam en Katholieke Universiteit Brabant, Tinbergen Instituut
    en NWO Prioriteitsprogramma 'Scholar'.