|
Geachte heer van Rooij, In uw brief vraagt u (wederom) aandacht voor de milieuvervuiling die wordt veroorzaakt door het impregneren van hout. Ik ben slechts verantwoordelijk voor een deel van het milieubeleid, namelijk het waterbeleid. Daarom kan ik u alleen voor dat deel antwoorden. Overigens heb ik begrepen dat mijn collega van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer werkt aan maatregelen om dit probleem bij de bron (het impregneermiddel) aan te pakken. Het alternatief voor het met koper- en chroomzouten impregneren van hout is het creosoteren. ook hierdoor komen verontreinigende stoffen (m.n. polycyclische aromatische koolwaterstoffen) door uitloging vrij. Daarom sta ik in het waterbeheer een zeer terughoudend beleid voor ten aanzien van de toepassing van geïmpregneerd hout. Ik heb begrepen dat de waterbeheerders (m.n. de waterschappen) evenals Rijkswaterstaat geen geïmpregneerd hout meer in de waterbouw zullen gebruiken. Indien anderen dergelijke materialen willen gebruiken kan dat in een aantal gevallen met vergunningplicht van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren, worden verboden. Op deze manier wil ik mijn bijdrage leveren aan de oplossing van het door u terecht gesignaleerde milieuprobleem
http://www.sdnl.nl/ Hoogachtend
De Minister van Verkeer en Waterstaat
namens de minister
De directeur-generaal van de Rijkswaterstaat,
I.D.-G
ir. J.H. Jansen
Postbus 20906 Koningskade 4
2500 EX 's-Gravenhage telefoon (070) 3745745
telex 31043, telefax 3744335
postgironummer 507564
|
Stichting Sociale Databank Nederland