Een faxbericht aan de voorzitter van het College van Procureurs-generaal als gevolg van
Het levensverhaal van Karel de Werd aan de Nationale Ombudsman en de strijd tegen het OM

En nu is het afgelopen met traineren

Bizare ontwikkelingen in de grootste juridische zwendelaffaire uit de roetzwarte blz. van de Nederlandse rechtsgeschiedenis. Gerechtshof Ressort Amsterdam ter afscherming van criminele organisatie ex art. 140 Sr c.q. ter verkrachting van een behoorlijke procesgang via schending van recht en vormverzuimen, gegijzeld door belangenverstrengeling.

K.H. de Werd, juridische rattenbestrijder

Geachte Medeburgers,

De strafzitting voor de Meervoudige Strafkamer Ressortsparket Amsterdam op 27 maart 2007 is in meerdere opzichten zeer belangrijk. Met name omdat het Gerechtshof n.a.v. mijn beklag ex art. 12 Sv, waarin ik als direct belanghebbende/benadeelde, aan het Hof heb verzocht ter ontmanteling van de criminele organisatie ex art. 140 Sr, aan de officier van Justitie een vierde bevel ex art. 12i Sv te geven.

Dit keer tot het doen dagvaarden van de individuele leden van genoemde criminele organisatie, die zich onder de juridische eindverantwoordelijkheid van hun hoofdbandiet Leo de Wit als hoofdofficier van Justitie van het arrondissementsparket in terminale fase, in de rechtbank Amsterdam heeft kunnen nestelen, zich vermenigvuldigen en ombelemerd ontplooien voor de meervoudige strafkamer ter berechting van de door hen in samenspanning ex art. 80 Sr en onder de verzwarende omstandigheid van art. 44 Sr gepleegde uitermate zware ambtsmidrijven ter aanranding van het hier ten lande geldend rechtssysteem.

De negatieve invloed van genoemde criminele organisatie bleek mij wederom op 3 jan 2007, tijdens inzage inzage in de strafdossiers, die ter aanranding van mijn eer en goede naam, die de betrokken togacriminelen zelf niet meer hebben, te verdedigen via hun onderling e-mail verkeer op ongekend grove wijze bleken bevuild. Voorts bleek mij dat de criminele organisatie achter de schermen had geregeld dat het Hof zichzelf zou declaseren tot enkelvoudige rechtspleging. Dit om de kans op dwaling via schending van recht en vormverzuimen evenals in eerste aanleg te optimaliseren.

Ik heb hier tegen inmiddels met succes gereclameerd. In die zin, dat het Hof op 27 maart 2007 ambtshalve met de volle Kamer terzake zal functioneren. Echter, de betrokken togacriminelen hebben ter bewerkstelliging van de door hen gewenste gerechtelijke dwaling terzake meer ijzers in het vuur. Te weten: de zeer beruchte rechter/raadsheerplaatsvervangers, die in het IRM-rapport (onderzoek Integerheid Rechtelijke Macht) niet voor niets worden afgeschilderd als zijnde het spook dat verscholen achter toga en bef zich door de wandelgangen van de rechtbanken waart.

Reden waarom ik, mede ook gelet op de ernst en de aard van de affaire, heb verzocht een gerechtelijk college samen te stellen bestaande uit uitsluitend beroepsrechters, omdat als gevolg van het fenomeen rechter/raadsheerplaatsvervangers de burgers zich zowel civielrechtelijk als strafrechtelijk niet of nauwelijks nog tot de rechter kunnen wenden, of zij worden vrijwel onmiddellijk geconfronteerd met zeer ongwenste vormen van belangenverstrengeling.

Welnu, zo makkelijk laten de invloedrijke corrupte togacriminelen zich het machtige wapen van belangeverstrengeling uit handen nemen. Integendeel, hun stromannen, allen Raadsheer/plaatsvervangers met een luchtje, hebben inmiddels het college gevormd dat op 27 maart 2007 pretendeert niet via schending van recht en vormverzuimen tot de door de togacriminelen gewenste gerechtelijke dwaling te komen, hetgeen niet inhoudt dat ik daarbij passief heb toe te zien.

Ik mag ter uwer informatie derhalve voorstellen, dat de advocaat-genraal die op 27 maart 2007 (ondanks haar ambtseed, aldus ter volksverlakkerij afgelegde) zich de taak heeft gesteld om evenals in eerste aanleg, wederom via schending van recht en vormverzuimen tot mijn veroordeling te kunnen komen. Dit om de valse aangiftes van de togacriminelen M.L.K. van der Hilst en H.Th. van der Meer ter versluiering van hun ambtelijke corruptie gedaan, zodoende te legaliseren.

Genoemde Advocaat-generaal wenste dan ook anoniem te blijven. Dat maakte opzich het al de moeite waard om haar antecedenten grondig na te trekken. Aldus wist ik in het belang van een behoorlijke procesgang boven water te hengelen, dat het hier gaat om mevr. mr. C.L. de Jong, een commerciële advocate, die als confrère van de togacrimineel H.Th. van der Meer, mij ter aanranding van het formele procesrecht in strijd met de formele wet, grondwet en internationale verdragen, heeft laten weten: "Dat de door mij opgegeven getuigen á decharge (waaronder genoemde nazi-jurist, K.H. de Werd) niet op de getuigenlijst zullen worden geplaatst".

De togacrimineel H.Th. van der Meer (Commercieel advocaat) presenteert zich hier in maatpak met meer schoudervulling dan schouder als persrechter. Zijn confrère C.J. de Jong heeft even haar toga als advocaat-generaal aangetrokken, ter voorkoming dat deze togacrimineel in overtreffende trap en zijn handlangers, ten overstaan van het strafhof als getuige á decharge onder ede aan de tand kan worden gevoeld over zijn betrokkenheid bij zeer ernstigte ambtsmisdrijven, door hem in samenspanning ex art. 80 Sr en onder de verzwarende omstandigheid als persoonlijk aandeel in de criminele organisatie ex art. 140 Sr ter aanranding van het hier ten lande geldend rechtssyteem gepleegd.

Voorts mocht de contactpersoon van deze gelegenheidsadvocaaat-generaal c.q. confrère van de hierboven afgebeelde juridisiche nazirat, mij ondanks de openbare lijst nevenfucnties evenmin kenbaar maken de namen van de raadsheren die op 27 Maart 2007 het college vormen, dat mijn beroep tegen de veroordeling in eerste aanleg via schending en vormverzuimen op 27 Maart 2007, gaat afhandelen. Aldus was het ook hier de moeite waard om genoemde raadsheren even na te trekken. U raadt het al geachte medeburgers, zij bleken allen rechter/ raadsheerplaatsvervangers te zijn; ook als zodanig in de rechtbank Amsterdam, alwaar de criminele organnisatie zich onder de juridsiche eindverantwoordelijkheid van Leo de Wit als Hoofdofficier van Justitie, in teminale fase, zich heeft kunnen nestelen, vermenigvuldigen en onbelemmerd, ter aanranding van een behoorlijke procesgang ontplooien.

Ik heb inmiddels het Hof terzake gevormd door de raadsheer/rechterplaatsvervanger Mr. Hartsuiker F.A. (voorzitter) en de bijzitters, de raadsheer/rechterplaatsvervangers, c.q. collega-rechters van de betrokken togacriminelen in de rechtbank Amsterdam terzake, M.E.A. Wildenburg en E.J.H. Schrage formeel verzocht om aan de confrère van de togacrimineel Herman van der Meer, te bevelen dat zij alsnog de door mij opgegeven getuigen á decharge op de getuigenlijst dient te plaatsen. Genoemde juridiche teef is zelfs zo bang voor het doen horen van de door mij opgegeven getuigen á decharge terzake, dat zij ze niet als getuigen á charge heeft opgeroepen, uit pure angst dat zij door mij in het belang van een behoorlijke procesgang c.q. ter afscherming van de feitelijke waarheid ten overstaan van de Meervoudige Strafkamer van het Hof onder ede zullen worden gehoord. Dit ondanks dat zij wel de valselijke aangiftes van genoemde togacriminelen en hun dossiervervuiling, ter aanranding van mijn eer en goede naam, wenst te gebruiken; waarvan akte!

Geachte medeburgers, het zal u duidelijk zijn dat op 27 maart 2007 onder de slechts denkbare omstandigheden "recht zal worden gesproken" dit zeker, indien men daarbij ook nog in acht neemt dat één van de bijzitters, te weten Schrage, in 1984 al via ernstig handelen en nalaten anders dan uit hoofde van ziekte of gebreken, in deze ongekende juridische zwendelaffaire, die in feitelijk het faillissement van het hier ten lande geldend rechtssysteem vertegenwoordigt, als raadsheerplaatsvervanger, gerechtelijke dwaling heeft uitgesproken. De kans op deugdlijke rechtspleging onder voorgaande zeer extreme omstandigheden ten laste van Vrouwe Justitia, acht ik als specialist op het gebied van ambtelijke corruptie bij Zittende en Staande Magistratuur, met als zodang ruim dertig jaren ervaring, dan ook zeer gering.

Ik overweeg dan ook desnoods het gehele Hof ten tweede male in deze onverkwikkelijke affaire, die ontegenzeggelijk de grootste juridiche zwendelafffaire uit de roetzwarte blz. van de Nederlandse rechtsgeschiedenis is te wraken. Dit zal zeker het geval zijn indien het Hof terzake geen bevel geeft aan genoemde gelegenheidsadvocaat-generaal c.q. confrère tot het doen plaatsen van de door mij opgegeven getuigen á decharge op de getuigenlijst. Immers, een dergelijk in gebreke blijven ten laste van een behoorlijke procesgang in strijd met de formele wet, grondwet en internationale verdragen vertegenwoordigt collusie met het Openbaar Ministerie, omdat het Hof zich in dat geval ten laste van een behoorlijke procesgang als topjuristen blijkens objectieve normen van de Hoge Raad der Nederlanden zich naar een niveau begeeft, zoals men dat te goeder trouw niet zou mogen verwachten. Het Hof heeft echter wat mij betreft nog steeds het voordeel van de twijfel, zij het, gelet op het voorgaande, niet van harte!

Geachte medeburgers,

Niet voor niets is procureur-generaal mevr. mr. Korvinus als zodanig afgetreden. Met name omdat zij het niet langer aandurfde nog verantwoordig te nemen voor de negatieve ontwikkelingen bij het OM. "U moet mijn aftreden dan ook zien, als een signaal naar de samenleving, al ben ik bang, dat dit signaal niet zal worden gehoord". Op 27 maart 2007 wordt er tussen mij en de betrokken goed georganiseerde togacriminelen wederom de juridische degens tot behoud van het hier ten lande geldend rechtssyteem gekruist. Het geeft u de unieke mogelijkheid om via eigen waarneming vanaf de publieke tribune te kunnen constateren, dat het signaal van genoemde magistrate zeer serieus dient te worden genomen, bij gebreke waarvan het rechssteem als gevolg van ambtelijke corruptie gestoeld op ontstellend gebrek aan horizontale en verticale controle ( wie bewaakt de bewakers ?) binnen afzienbare tijd zal wegglijden in een totalitaire ambtelijke dictatuur, waarvan akte!

Tot ziens in de Zittingzaal, op 27 maart 2007 aanvang 9.30 h.

K.H. de Werd, postbus: 36157, 1020 MD Amsterdam.

C.c. Politiek, media, Sociale Databank Nederland, Universiteiten, Rechtbanken, Gerechtshoven, Hoge Raad der Nederlanden, advocatuur en Europees Hof voor de Rechten van de Mens en zijn individuele vrijheden.