Met een glasvezelnet naar ieder huis zullen files korter worden
EuroStaete . . Politiek .. . Klokkenluiders <==> SDN . . Kamerzetel 151 . . Kiesraad

Niet voor niets wordt het soms aangeduid met de Digitale Revolutie


van 15 juni 1998

Als we een glasvezelnet aanleggen naar ieder huis, zullen de files vanzelf korter worden. Het geld dat het tweede kabinet-Kok steekt in tunnels, wegen en vliegvelden is weggegooid, betoogt Maurice de Hond. Kok-II moet investeren in de Elektronische Snelweg. Anders krijgt het woord 'poldermodel' een heel andere betekenis dan het nu heeft.

Nu de formatie aan de gang is voor het kabinet dat ons de volgende eeuw in zal leiden en men op zoek is naar een leidraad voor deze regeringsperiode, is het van groot belang te beseffen welke grote veranderingen er in de wereld aan de gang zijn. De ontwikkelingen op het terrein van de Elektronische Snelweg zullen namelijk gigantische effecten hebben zowel op de economie als de samenleving. Niet voor niets wordt het soms aangeduid met de Digitale Revolutie.

De huidige verschijningsvorm van Internet is in feite pas een beginsituatie. Het is als het ware de telefoon uit 1930, waar men via een slinger contact legt met een operator. En waar een gesprek met een van de weinig aangeslotenen moeilijk te horen is en abrupt kan afbreken. Het aantal personen of bedrijven met een e-mail adres is inmiddels wereldwijd 100 miljoen en de verwachting is dat binnen tien jaar iedereen in de Westelijke wereld aangesloten is. Tot voor kort kenden de mensheid alleen een fysieke wereld. Dat is dus een wereld die alleen uit atomen bestaat en waar we alles wat er is kunnen vastpakken. Om ergens anders te komen moet een mens de afstand overbruggen (lopend of met behulp van een transportmiddel) en dat kost tijd en energie.

Bedrijven organiseren zich ten opzichte van elkaar op basis van de wetten van deze fysieke wereld. Zo zijn in de tweede helft van de vorige eeuw de winkels ontgaan om de toegenomen afstand tussen producent (fabrieken) en de consument te overbruggen. Andere schakels in die keten, zoals groothandel, en distributie en logistiek kwamen tot wasdom op basis van de wetten in de fysieke wereld. En sinds we massaal over auto's beschikken is de buurtwinkel vrijwel verdwenen en zijn de meubelboulevards ontstaan.

De massale verspreiding van Internet en de te verwachte verdere technische ontwikkelingen (steeds sterkere computers en snellere verbindingen) scheppen als het ware een nieuwe wereld naast de fysieke wereld, die een digitale wereld of, wellicht wat beter, een virtuele wereld genoemd kan worden. In deze virtuele wereld gelden andere regels dan in de fysieke wereld. Door het vervallen van fysieke barrières is daarbij de essentie dat de factor afstand, en dus tijd, als het ware niet bestaat. Aanbieders en afnemers kunnen zich daardoor met de snelheid van het licht over de aarde verplaatsen. En het gebruik van de computer daarbij biedt mogelijkheden die in de fysieke wereld vrijwel onmogelijk zijn.

In die virtuele wereld kunnen bedrijven en klanten elkaar vinden en met elkaar communiceren zonder dat de factor fysieke afstand een echte rol speelt. In de recente nota van staatssecretaris Vermeend van Financiën belastingen in een wereld zonder afstand wordt geschetst dat Nederlandse bedrijven worden beconcurreerd door bedrijven uit Amerika, waarbij het voor de klant is alsof die bedrijven om de hoek zijn gevestigd. Zo heb ik recent software in de USA gekocht en gedownload via Internet voor circa 190 gulden, terwijl ik het identieke product bij een Nederlands bedrijf kon bestellen voor 250 gulden plus BTW.

Symbool van de Euro Er zijn nu op Internet al voor een breed scala aan producten websites waar de prijzen die door de verschillende aanbieders worden aangehouden met elkaar worden vergeleken, zodat men direct naar de goedkoopste kan gaan. Men verwacht een gigantische groei van transacties die via Internet gaan verlopen: E-commerce. Maar ook op het terrein van contacten tussen mensen blijkt de virtuele wereld tot hele andere mogelijkheden te leiden dan de fysieke wereld. Er zijn al vele spectaculaire. voorbeelden van groepsvorming op het virtuele niveau. Zo heeft bij de recentelijke onlusten in Indonesië Internet een belangrijke rol gespeeld.

De beperkingen die in de fysieke wereld bestaan en die door de autoriteiten benut worden om processen onder controle te houden zijn er niet in de virtuele wereld. En daar is ruimschoots gebruik van gemaakt om relevante informatie uit te wisselen en plannen over grote afstand te beramen. Hiermee belanden we in een virtuele wereld waar men kan kopen en verkopen, waar men snel en (vrijwel) kosteloos alle informatie kan vinden die er in de wereld verkrijgbaar is en waar men contact kan leggen en onderhouden met individuen of (fysieke en virtuele) groepen.

Dat mensen en bedrijven naast de fysieke wereld een alternatief krijgen in de virtuele wereld, zal grote gevolgen hebben voor de wereld zoals we die nu kennen. De wijze waarop de economie is georganiseerd zal aanzienlijk veranderen (tussenschakels tussen eindgebruiker en producent verliezen een deel van hun waarde). Nieuwe bedrijven zullen ontstaan en concurrentie komt van kanten waarvan men het nooit zou verwachten. En ook de samenleving zal zich anders gaan ontwikkelen, omdat deze virtuele wereld in belang en mogelijkheden sterk toeneemt. Groepsvorming zal zich zowel fysiek als virtueel gaan voordoen, waardoor de macht van de huidige machthebbers zal worden ondergraven.

Beursplein 5, the money machine Dit betekent zeker niet dat we in de toekomst nog alleen in deze virtuele wereld zullen vertoeven. Sinds we telefoon hebben spreken we immers ook nog normaal met elkaar. Maar wel zal een niet gering deel van de activiteiten van mensen en bedrijven plaatsvinden in die virtuele wereld met directe en indirecte effecten op de fysieke wereld. Sinds de televisie is gekomen bestaat de radio natuurlijk nog steeds. Maar het belang en de functie is wel wat gewijzigd. De beide werelden zullen vooral gebruikt worden voor datgene waarvoor die wereld bij uitstek geschikt is. Als men iets wil ruiken, proeven of vasthouden, moet men zich wel tot de fysieke wereld beperken. Maar als het gaat om snelheid en efficiency en het doorbreken van de fysieke beperkingen, is de virtuele wereld bij uitstek geschikt.

Een groot deel van de Nederlandse beleidsbepalers in politiek, overheid en bedrijfsleven kennen deze ontwikkelingen op het terrein van de virtuele wereld niet (mede omdat ze zelf niet online zijn). In al hun toekomstgerichte besluiten richten zij zich als het ware alleen op datgene wat zij verwachten dat zich zal gaan ontwikkelen in de enige wereld die zij kennen, de fysieke wereld. Zij realiseren zich enerzijds niet dat de virtuele wereld steeds belangrijker wordt en anderzijds dat juist daardoor de ontwikkelingen in de fysieke wereld zich anders zullen gaan voltrekken dan zij denken.

In New York dacht men het eind van de vorige eeuw dat men in 1940 niet meer in de straten zou kunnen rijden, omdat de snelle groei van paard-en-wagen zou leiden tot een te grote hoeveelheid paardenvijgen op straat. Maar zo is het niet gelopen, omdat door de ontwikkeling van de auto deze groei van paard-en-wagen niet plaatsvond. Dat lijkt sprekend op onze huidige discussie over Nederland als Mainport en de grote investeringen die het kabinet-Kok in de infrastructuur heeft gedaan (Betuwelijn) en nog lijkt te gaan doen (uitbreiding Schiphol en meer snelweg). Alsof vier rijbanen erbij bij Muiden iets zal helpen. De files zullen zich dan op andere plaatsen voordoen. De verdere uitbreiding van de werkgelegenheid aan de Zuidrand van Amsterdam (denk aan het hoofdkantoor van ABN/AMRO) zal iedere toename van de capaciteit van het wegensysteem verder doen opslokken.

Wat er in de nieuwe praktijk zal gebeuren is dat met name in de bedrijfsmatige sfeer als men afstanden wil gaan overbruggen zoveel mogelijk gebruik zal maken van de virtuele wereld in plaats van de fysieke wereld. Zodra we via Internet wat betreft teleconferencing een kwaliteit kunnen krijgen zoals het programma NOVA dat realiseert als ze met een correspondent in het buitenland communiceert, zal het gebruik van de fysieke infrastructuur om van de ene plek naar de andere te reizen gaan afnemen of meer verspreiden over de dag.

Thuiswerken of het werken vanuit een klein kantoor dicht bij huis, dat verbonden is met andere kantoren via glasvezelnet, zal sterk toenemen en het concept van grote kantoren op een centrale fysiek moeilijk bereikbare plaats, zal in waarde verminderen. De overheid zou zich dus juist moeten richten op een stimulering van de ontwikkelingen op de Elektronische Snelweg in plaats van het overgrote deel van het beschikbare geld te stoppen in verdere uitbreiding van de fysieke infrastructuur. Als in Nederland net zoals in Singapore in 2001 een glasvezelnet aangelegd zou zijn naar ieder huis en kantoor, zou vanaf dat moment de omvang van de files gaan afnemen in plaats van verder toenemen.

Maar het geld dat daarvoor nodig was geweest, is geïnvesteerd in de Betuwelijn. Beleidsbepalers die alleen maar kennis hebben van de fysieke wereld investeren immers veel gemakkelijker in die fysiek infrastructuur en een tunnel van 900 miljoen onder het Groene Hart dan de ontwikkelingen in een wereld die zij niet kennen (Voor 1998 heeft de overheid in totaal 90 miljoen gulden beschikbaar gesteld voor het bevorderen van de ontwikkelingen op de Elektronische Snelweg). De tweede regering-Kok zal er dus voor moeten zorgen dat er goed ingespeeld wordt op die ontwikkelingen. En dat er geen besluiten worden genomen die al over vijf jaar achterhaald zijn.

Statue of Liberty, New York Een land zou van de grote veranderingen die zich gaan voltrekken economisch sterk kunnen profiteren (zoals de USA zeker zal gaan doen). Maar de gevolgen kunnen ook sterk negatief zijn (een situatie die ik voorzie voor Nederland als we vooral in de Mainport blijven investeren en amper op die nieuwe ontwikkelingen inspelen). Wat heel belangrijk is, zeker voor een regering met de PvdA erin, dat er maximaal voor gezorgd wordt dat iedereen toegang kan krijgen tot die nieuwe virtuele wereld.

Op dit moment zijn de barrières voor bepaalde delen van de bevolking immers nog groot. In het onderwijs speelt Internet nog amper een rol. Voor mensen in gezinnen met lage inkomens zijn de kosten van toegang doorgaans te hoog. (Naast het beschikken over een computer maakt men maandelijks toch kosten van 75 a 150 gulden voor het aangesloten zijn op Internet, hetgeen in gezinnen met een minder dan modaal inkomen niet beschikbaar is). Het onderscheid van de haves en de have-nots van de 21e eeuw wordt nu al min of meer gecreëerd.

Ik hoop dat het tweede kabinet Kok goede nota neemt van de ontwikkelingen in die virtuele wereld. Ik hoop dat de leden van die regering zelf zich ook in die wereld gaan begeven om te zien en te begrijpen wat daar gebeurt. En dat men zich bij het maken van het regeerakkoord realiseert dat we niet nog eens vier jaar kunnen verliezen om adequaat met die ontwikkelingen om te gaan. Want als dat gebeurt, zullen in de toekomst de woorden 'millenniumprobleem' en 'poldermodel' een heel andere betekenis krijgen dan ze vandaag de dag in Nederland hebben.

Maurice de Hond is directeur IT & New Media van Wegener Arcade.