Subsidie behouden in Tilpaiaproject ondanks dat het niet is uitgevoerd

Melkprijzen . . Kamerzetel 151 . . Klokkenluiders <====> SDN . . Agrarische sector

Bestuurlijke incompetentie als gevolg van Europese subsidiestroom viskweekerijen
Moet de Europese subsidie worden terugbetaald over het Meerval/Tilapia project ?




       Agrarische ontwikkelingen

Ospel, 1 maart 2012

BRANDBRIEF OVER DE MEERVALSECTOR

Middels deze brandbrief willen wij u op de hoogte brengen van de situatie in de meerval-sector. De meerval is een tropische vis die in Nederland sinds medio jaren tachtig op een milieu- en diervriendelijke wijze wordt gekweekt. De kweek van de meerval behoeft geen gebruik van medicijnen en/of chemicaliën en het water wordt continu gezuiverd door een biologisch filter.
Het afvalwater wordt behandeld alvorens het geloosd wordt op het riool. De voortplanting in gevangenschap gebeurd op natuurlijke wijze. Er is dus geen belasting van milieu en/of verstoring van bestaande flora of fauna. De meerval heeft dan ook terecht het predicaat “groene vis” van WNF, Green Peace en Stichting De Noordzee.

De meervalsector is langzaam gegroeid van 0 kilo medio jaren ‘80 tot ongeveer 2500 ton op jaarbasis in 1998 (circa 25 bedrijven), naar 4000 ton op jaarbasis (circa 25 bedrijven) in 2006. Momenteel zijn er nog maar enkele bedrijven actief, omdat de sector (on)bewust kapot is gemaakt, door oneerlijke concurrentie gesubsidieerd door de overheid.

In 2004 is er een subsidieproject gestart om een bestaand tilapia-project op te schalen naar 5 kwekerijen van 600 ton elk. De betreffende tilapia-kwekerijen produceren ongeveer 2000 ton meerval per kwekerij, dus 600 ton vis aan tilapia staat gelijk aan 2000 ton meerval. De aanvrager van het project stichting ZON Aqua Farm wordt gevormd door : van Rijsingen Beheer, Anova, Rabobank Maashorst en Nutreco. Vooraf is er een onderzoek geweest dat men zich vooral moest richten op verse hele vis en dat de ideale productiegrootte van ongeveer 10.000 ton op jaarbasis ligt. De afspraak met de overheid (belastingbetaler) was/is het opzetten van een “duurzame tilapia-keten van 3000 ton op jaarbasis, incl. verwerking en het creëren van 75-80 FTE’s (arbeidsplaatsen)”. De omgebouwde bedrijven zouden intensieve veehouderij bedrijven moeten zijn. Hoewel het een innovatieproject betrof was het weinig innovatief, de innovatie zat hem voornamelijk in de grootte. Het break-even point lag bij 2000-2500 ton productie op jaarbasis. Opzet was dus snel de productie te vergroten, om zodoende  een kostprijs voordeel te behalen t.o.v. de buitenlandse import.

Inmiddels hebben we een uitgebreid dossier opgebouwd. In september 2010 hebben we een WOB-verzoek gedaan en dat is in oktober 2010 officieel bekrachtigd. Deze stukken hebben we pas in april 2011 mogen ontvangen. Op 17 februari 2012 j.l. is er een zitting geweest bij de Raad van State. Helaas hebben we de gegevens niet kunnen gebruiken tijdens die rechtszaak, omdat we zeer snel “aan de beurt” waren bij de Raad van State en de gegevens van het WOB-verzoek extreem lang op zich lieten wachten. De stukken werpen wel een “nieuw “ licht op de kwestie. Ondanks vele verzoeken weten we nog steeds niet hoeveel tilapia er nu daadwerkelijk is gekweekt. Het ministerie van LNV zegt domweg dat ze het niet weten. Het doel van het project was echter om na te gaan wat de kostprijs was bij verschillende hoeveelheden kweek. Dit schijnt echter nooit bijgehouden te zijn.

Op 4 mei 2011 is er een uitspraak van de Raad van State gekomen, en deze zegt duidelijk dat de ‘Claresse’ en de meerval dezelfde vis is op dezelfde markt. Maar dat het project na 3 jaar was afgelopen; en dat het dan niet meer uitmaakt welke vissoort er in de bakken zit. We weten niet of de Raad van State bekend is met het feit dat, de opzet nooit is uitgevoerd en dat men al na 1,5 jaar overschakelde naar meerval.

In de voorwaarden (art 12c lid 2a) stond dat de subsidie niet voor meerval gebruikt mocht worden. Jan van Rijsingen heeft namens Zon Aqua Farm de subsidie aangevraagd en heeft mede de subsidievoorwaarden opgesteld. Jan v. Rijsingen is bestuurlijk zeer actief, hij is o.a. voorzitter van de NeVeVi (Ned. Ver. viskwekers), voorzitter van de Rabobank Helmond, voorzitter Kamer van Koophandel in Helmond, voorzitter van de werkgevers in de regio Helmond en bestuurslid van Productschap Vis. Verder zit hij in diverse commissies van LNV. Zon Aqua Farm heeft bij diverse instanties subsidies aangevraagd voor dit project. En wel 1,6 miljoen euro van LNV, 1.1 miljoen euro van de provincie Brabant en 0,85 miljoen euro van de SRE. Ondanks dat het project maar voor een klein gedeelte is uitgevoerd heeft men toch bijna 3 miljoen ontvangen. LNV was leidend in de controle en uitvoering van het project.

De bedrijven die werden omgebouwd moesten alles via ZON Aqua Farm regelen (de gehele bouw, het voer, de pootvis en de afzet van de tilapia). Het waren standaardsystemen van 300 of 600 ton en kosten € 1,2 miljoen of € 2,4 miljoen. Echter een 600-tons kwekerij had maar een capaciteit van 400 ton, (volgens de toetsingslijst van 26-4-2005) de rest was “gewoon”op papier vergroot, waarvan 25 % van de kosten werd gesubsidieerd. Daarnaast kreeg men 25% financiering per project een goedkopere rente via de Rabobank; en 50% moest men zelf regelen. Er zijn echter maar twee bedrijven omgebouwd. Foolen in Son en Breugel (varkens) en v/d Hurk in de Mortel (melkkoeien, dus GEEN intensieve veehouderij).  Van Zon Aqua Farm kreeg een ieder € 600.000 subsidie, € 1,2miljoen totaal. De andere € 1.6 miljoen is besteed aan een pootvisgedeelte in de kwekerij van Jan v. Rijsingen en een gehuurde slachterij.

Volgens het onderzoek “now or never, tilapia” kon men zich het beste richten op verse hele vis. Men had hier een concurrentievoordeel van 25% tot 51%. Indien men zich zou gaan richten op (bevroren) filets, dan had men een concurrentienadeel van 21% tot 24 %. Tot ieders verbazing richtte men zich op (bevroren) filets en het project was dan ook verliesgevend. Eén van de partners, Anova is een groot bedrijf en richt zich voornamelijk op import van bevroren vissen (o.a. tilapia, panga en victoriabaars). Deze worden in NL ontdooid en ingespoten met vocht (gewichtstoename) om daarna als “vers” verkocht te worden. Ondanks druk vanuit de kweeksector en de Noordzee vissers is dit in de EU nog steeds toegestaan. Het Productscha Vis en het bestuur van de NeVeVi vinden dit geen belangrijk thema en zij hebben ook belangen bij de importbedrijven. Zij willen deze lucratieve vorm van handel graag voortzetten.

Anderhalf jaar (juni 2006) na de start van het project, en voor het opzetten van de eerste tilapia-kwekerij, is men gestart met de verwerking van meerval. Vanaf toen ging er rechtstreeks subsidiegeld van het tilapia-project naar de meerval, terwijl dat dit expliciet verboden was. Er is geen wijzigingsvoorstel voor de omschakeling naar meerval of Claresse ingediend. Kort hierna werd er begonnen met de 2e kwekerij, maar voordat deze klaar was werd er de eerste meerval in de tilapia-kwekerij gezet. In de rapporten staat vaak geschreven dat dit niet toegestaan was, maar sancties bleven uit.

Er werd een afspraak gemaakt dat er in mei/juni 2009 een 3e kwekerij in gebruik genomen moest worden, volgens de stukken heeft de stichting deze verplichting op zich genomen, maar deze is echter nooit gerealiseerd. Zodoende kwam men op 3x600 ton. Dit werd vervolgens wederom verhoogd naar 700 ton en 3 x 700 is 2200 ton afgerond? De 3e kwekerij is daarna nooit gebouwd, maar wel is hier subsidie voor ontvangen?! De daadwerkelijke tilapia-productie van beide kwekerijen samen is niet meer geweest dan 500 ton over alle jaren. Echter deze informatie hebben we pas na de zitting bij de Raad van State gekregen.

De advocaat van het ministerie van LNV betoogde steeds dat de omschakeling in september 2007 heeft plaatsgevonden, terwijl de omschakeling al vanaf het begin (2006) was. De realisatietermijn van het project was verlengd naar nov. 2007. In september 2007 werd er bij controle meerval aangetroffen in de bakken. Hiervoor kreeg men dus een kleine boete (0,8 % van de totale aanvraag), omdat er een expliciet uitgesloten vissoort in de gesubsidieerde bakken zwom. Het innovatieve karakter van het project is ook nooit uitgevoerd, omdat dit lag in grootschaligheid (5 megastallen). De stichting heeft nooit de intentie gehad om het doel (opzetten van een duurzame tilapia-keten) te verwezenlijken.

Volgens de voorwaarden (art 12k) moest de eindrapportage openbaar worden gemaakt, dit is nooit gebeurd. Er zou een website worden geopend waar regelmatig verslag van de vorderingen gedaan zou worden, deze website is nooit actief geweest. LNV vindt dit niet erg want er zijn enkele “openbare” bijeenkomsten geweest. Voor hun lijkt het niet van belang te zijn, dat niemand weet hoeveel tilapia er nu daadwerkelijk is gekweekt.

LNV en Productschap Vis hebben het tilapia-project altijd ten volle gesteund. Later toen er meerval in kwam hebben ze nog geprobeerd om er een “nieuwe” vissoort van te maken door hem “Claresse” te noemen. Maar inmiddels is het door een gerechtelijke uitspraak en door de Raad van State bevestigd dat het gewoon dezelfde vis is en dat deze niet in combinatie met de subsidie gekweekt mag worden tijdens de realisatieperiode. Tijdens een eerdere rechtszaak in Den Bosch kon de deskundige van het Productschap Vis (Wim van Eijk) geen verschil ontdekken tussen de meerval en de Claresse. Na het lezen van de stukken van het WOB-verzoek blijkt dat er bij LNV ook nooit twijfel was dat de Claresse gewoon meerval betrof. Waarom ze het tegengestelde in de rechtszaal hebben betoogd is niet duidelijk. Hierna zijn ook nog andere subsidies aan het project verstrekt voor o.a. het sorteren en het afdoden van de Claresse/meerval. Ook werd er veel positieve publiciteit aan de Claresse besteed.

LNV heeft nu voor de RvS betoogd, dat het project na 30 november 2007 was afgelopen. Maar waarom wordt er dan nog subsidie verstrekt voor de 3e kwekerij die pas in mei/juni 2009 in gebruik zou worden genomen? Ook is er nooit een wijzigingsvoorstel voor de omschakeling naar meerval/Claresse voor kweek of verwerking ingediend, terwijl dat dit in de projectperiode is gebeurd. De einddatum voor de provincie Brabant en de SRE was 30 juni 2008. Toen waren ze al lang volledig overgeschakeld naar meerval. Hoewel er maar een klein gedeelte van de doelstelling is gerealiseerd, hebben ze van LNV 2/3 en van de provincie Brabant en de SRE meer dan 80% van de gevraagde subsidie ontvangen.

Waarom dat iedere subsidieverstrekker andere richtlijnen hanteert is ons vreemd, te meer omdat LNV leidend is controle en uitvoering. Na gesprekken met de provincie Brabant (Alfred van IJlst) en de SRE (Luc Nuyts, Maikel Denissen en dhr. Kroese) is duidelijk geworden dat LNV de SRE en de provincie Brabant onjuiste/niet volledige informatie heeft verstrekt. Zo dachten de bewuste ambtenaren dat Claresse een soort tilapia was, dan wel een nieuwe vissoort. De omschakeling in juni 2006 en het niet realiseren van de 3e kwekerij, de lagere productie en het verdwijnen van arbeidsplaatsen waren bij hun ook niet bekend. Indien ze dit vooraf hadden geweten, dan hadden ze geen subsidie verstrekt! Het is dan ook verwonderlijk dat de Provincie zich nu op het standpunt stelt: “We kunnen er niets meer aan doen, want er is niet tijdig bezwaar ingediend”.

Inmiddels heeft de EU beslist dat Nederland de subsidie die van de EU ontvangen is voor dit project moet terugbetalen, en misschien ook nog met een boete. Toch weigert Nederland om de (inmiddels opgeheven) stichting aan te spreken en gaan ze gewoon door of er niets is gebeurd.

Wij als een groep meervalkwekers hebben al 4x subsidie aangevraagd voor de promotie van de meerval. Helaas is dit steeds afgewezen. Fishion (een bedrijf van v. Rijsingen) vraagt subsidie aan en krijgt meteen  € 345.045 euro subsidie voor de promotie van Claresse, terwijl in het advies van DR staat dat er voor een merknaam (Claresse) geen subsidie aangevraagd KAN worden. Ook kunnen alleen visserijondernemingen subsidie aanvragen, het project van Fishion is een samenwerking met Jumbo en Sligro (géén visserijondernemingen) en beoogt concurrentievoordeel te behalen op de rest van de sector. Toch besluit de VIP-commissie (mede opgericht door van Rijsingen) om de subsidie toe te kennen.

Door het gedogen van deze praktijken zijn van de 25 meervalkwekerijen wel 20 kwekers noodgedwongen gestopt. De vroegere meervalkwekers zijn op een onwettige en onfatsoenlijke wijze beroofd van hun inkomen, vermogen en pensioen. Dit is ontstaan doordat het ministerie van LNV de eigen voorwaarden niet controleert en naleeft. Inmiddels is er al veel financiële en emotionele schade geleden, iedere dag dat dit langer duurt wordt de schade groter, en het vertrouwen in een rechtvaardige overheid minder. De overheid heeft een monopolist in het zadel geholpen, die zelf de prijs van de filets en de prijs van de levende vis kan bepalen, dus weg marktwerking.

Kort samengevat: de overheid maakt een afspraak met Zon Aqua Farm. Ze geven bijna 3 miljoen subsidie, en als tegenprestatie krijgt de belastingbetaler de ombouw van 5 intensieve veehouderij bedrijven naar 5 tilapia-kwekerijen van 600 ton elk, verenigd in een DUURZAME tilapia-keten, en het creëren van 75-80 FTE’s. Volgens het woordenboek betekent DUURZAAM <langdurig, oneindig>, dus het is de overtreffende trap van langdurig.

Het project is niet opgezet voor een periode van 3 jaar. Sterker nog de opzet van het project is nooit geprobeerd, want men moest minimaal 3000 ton/jaar produceren om de buitenlandse concurrentie aan te kunnen. Het plan is echter maar voor een klein gedeelte uitgevoerd, terwijl dat wel bijna de gehele subsidie is verkregen. De overheid gedoogd de omschakeling omdat de kostprijs te hoog is en het project daarom niet rendabel is. Dat de kostprijs te hoog is, was vooraf bekend want ze hebben nooit geprofiteerd van de schaalgrootte omdat dit niet is uitgevoerd. Des te vreemder is het, dat nu niemand weet hoeveel tilapia er is gekweekt en tegen welke kostprijs.

Daarentegen is een andere milieu- en diervriendelijke sector bewust kapot gemaakt door oneerlijke concurrentie. In plaats van het creëren van arbeidsplaatsen, zijn er door de subsidie arbeidsplaatsen verloren gegaan. Het is nu mogelijk om met de subsidie voor duurzame “groene vis” om te schakelen naar paling (of andere vis) welk juist op de “rode lijst” staat. Met deze uitspraak is iedere sector verplicht om tegen iedere subsidietoewijzing bezwaar aan te tekenen, want dan kan dit misbruik van subsidie iedere sector raken en hun de kop kosten. Je hoeft enkel te wachten tot de 3 jaren van de realisatietermijn verlopen zijn en dan kun de gebouwen en installaties (welk je in de tussentijd al gebouwd hebt) gebruiken voor ieder ander doel, ook al was dit expliciet uitgesloten.

Ondernemers die veel hebben geïnvesteerd in de milieu- en diervriendelijke meervalsector hebben financieel en emotioneel een zeer zware periode achter de rug. Deze eerlijke en hardwerkende veelal jonge gezinnen blijven geruïneerd achter en hun gezinslevens zijn verwoest. Terwijl de provincie Brabant juist subsidie verstrekte om het platteland socialer te maken. Van de ambtenaren van LNV krijgen we veel tegenwerking voor het verkrijgen van informatie, en dat LNV niet de gehele waarheid heeft verteld tijdens de zitting in de rechtbank en bij de Raad van State is bijzonder laakbaar. Alle partijen (het ministerie van LNV, de Provincie Brabant, de SRE en de Rabo) houden angstvallig zoveel mogelijk gegevens achter, hoewel een doel van het project was om te kijken hoeveel daalt de kostprijs bij opschaling van de productie. Nu weet plotseling niemand meer hoeveel en tegen welke kostprijs er tilapia is geproduceerd. Voor meer informatie of voor het inzien van de stukken of kopieën, kunt u contact opnemen met onderstaand adres.

De meervalwerkgroep:

p/a C.J.P. Coumans
Hofweg 7 6035 RR Ospel
06 20983676 / 0495-641385