Where are all billions of dollars and euro's coming from? Must we pay interest rates over money we created ourselves?

Voice-mail bedreigt Amerikaanse banen

OECD . . . English  . . . SDN <===>  Money   . . . Robinson Crusoe   . . . EuroStaete

'Amerikanen tegen Voice-mail'



van 18 oktober 1997

Door: Thomas Friedman in de New York Times

IK BEGIN een nieuwe politieke beweging. Ze heet; 'Amerikanen tegen Voice-mail'. Waarom een partij tegen deze opgevoerde antwoordapparaten? Omdat de afgelopen tien jaar de belangrijkste oorzaak waardoor mensen hun baan verloren, van baan moesten veranderen, of hun baan konden verbeteren niet moest worden gezocht in het verlagen van handelsbarrières, maar in de technologie. Onze receptioniste werd niet uit haar baan gestoten door een Mexicaan die 75 dollarcent per uur verdient. Dat deed een microchip, en wel de chip die het antwoordapparaat aanstuurt van al onze kantoortelefoons.

De arbeider in de autofabriek verloor zijn baan niet aan een Chinees die 75 dollarcent per uur verdient, maar aan een robot. De kruidenier op de hoek werd niet verdrongen door een Braziliaan (ook 75 dollarcent per uur), maar wel door de scanner van de supermarkt. Vandaar dat ik u vraag overeind te komen, de stekker van de telefoon uit het stopcontact te trekken, naar het raam te gaan, de telefoon naar buiten te gooien en te roepen: 'Dit neem ik niet langer! Redt de banen van Amerika! Verbiedt de voice-mail! Potatochips ja; microchips nee!'

Ik weet het: het klinkt idioot. Maar niet half zo idioot als wat dezer dagen in het Congres valt te vernemen, waar parlementariërs ons wijs proberen te maken dat we niet de telefoon, maar de Mexicanen, de Chinezen en Brazilianen uit het raam moeten gooien. Ze zeggen dat in weerwil van alle serieuze onderzoekingen die steevast aangeven dat veruit het grootste deel van het verlies van, en de winst aan banen wordt veroorzaakt door technologische veranderingen en deregulering. Slechts 20 procent mag worden toegeschreven aan vrijere handel. Maar je wordt niet gekozen als je tekeergaat tegen de microchip, wel als je tegen Mexicanen tekeergaat.

Zo kan het gebeuren dat, hoewel de handelsakkoorden Nafta en GATT zijn aanvaard en hoewel de hele wereld jaloers is op de Amerikaanse economie, het Congres op het punt staat de president de bevoegdheid te onthouden de vrijhandelsakkoorden met de Latijns-Amerikaanse landen versneld te ondertekenen. Het argument is dat vrijere handel banen kost. Het is werkelijk droevig en het is allemaal de schuld van Bill Clinton.

Aan het begin van zijn presidentschap verklaarde hij dat de hervorming van de gezondheidszorg het belangrijkste onderwerp van het huidige Amerika was. Fout. Het belangrijkste onderwerp is dat we terecht zijn gekomen in een tijdperk van ongelofelijk snelle veranderingen, waarin de technische revolutie en globalisering gezamenlijk ieders werkplek op zijn kop zetten. Oude banen verdwijnen en nieuwe ontstaan.

Als de Verenigde Staten in deze wereld vooruit willen, hebben ze een nieuwe, integrale benadering nodig van gezondheidszorg, sociale zorg, onderwijs en vrijhandel. Clinton heeft deze thema's wel afzonderlijk aan de orde gesteld, maar heeft ze nooit in een alles omvattend raamwerk geplaatst. Daardoor, zo zegt de econoom Dani Rodrik, 'zijn in het openbare debat de samenhangen tussen deze terreinen verloren gegaan en hebben de ideologen en extremisten op al die afzonderlijke gebieden de overhand gekregen'.

Clinton dacht dat het genoeg was gewoon gelijk te hebben inzake de voordelen van vrijhandel. Hij heeft het mis. Ook al speelt handel slechts een onbeduidende rol bij het wegzuigen van onze banen, politiek en psychologisch is zijn betekenis vele malen groter. Als Clinton slim was geweest, had hij de angst voor eventuele gevolgen van vrijhandel kunnen wegnemen door zijn plannen voor snelle invoering van handelsakkoorden te laten samengaan met aanpassingsregelingen.

Clinton had werkgelegenheidsprojecten in de publieke sector kunnen voorstellen, belastingverlagingen voor uitkeringsgerechtigden en ruimere mogelijkheden voor werklozen om hun ziektekostenverzekering te behouden. Bovendien had de president twee miljard dollar aan Aziatische, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse ontwikkelingsbanken ter beschikking kunnen stellen, met het doel het onderwijs aan vrouwen te bevorderen, programma's tegen kinderarbeid te financieren en strengere milieuwetgeving af te dwingen. Als president Clinton zijn verzoek om een 'fast-track'-behandeling van de handelswet had gekoppeld aan zo'n pakket maatregelen, en daarmee de revolutie die we doormaken in een begrijpelijk kader had geplaatst, zouden zijn tegenstanders het stukken moeilijker hebben. De Amerikaanse president had in dat geval twee vliegen in één klap geslagen.

Ten eerste had hij de wijdverbreide zorgen weggenomen over de gevolgen van de pijlsnelle veranderingen in de ontwikkelingslanden. Ten tweede had hij de Neanderthalers in het Congres gemarginaliseerd die hoge muren willen opwerpen rondom de Amerikaanse markt en het de vakbonden naar de zin willen maken. Het frustrerende aan Clinton is dat hij dondersgoed begrijpt waar het om gaat. Hij begrijpt de informatiemaatschappij met haar behoefte aan scholing, sociale vangnetten en gemeenschapsprogramma's. Hij heeft alle puzzelstukjes in handen, maar legt ze nooit aaneen op een samenhangende manier. En dat is de zwakke plek van het clintonisme, waar ook de opponenten van de president in de Democratische partij wel raad mee weten.

    Thomas Friedman

    © The New York Times