"Onthullingen, getuigenverklaringen, wetenschappelijke evaluaties en foto's over de Bijlmerramp met het El AL-vliegtuig bij SDN...!!"

Samenvatting en conclusie van enquêtevoorzitter Th. Meijer
aan het einde van ieder openbaar verhoor

Burgers & Bijlmer . . Bijlmer enquête . . Doemvlucht <===> Kamerzetel 151 . . SDN . . Heijboer

Vliegramp Bijlmermeer
Donderdag 4 februari 1999

Verhoor 19

De heer L.O. O'Neill


L.O. O'Neill

Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de parlementaire enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer op donderdag 4 februari 1999 in de vergaderzaal van de Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag

Donderdag 4 februari 1999

Aanvang 10.45 uur

Verhoord wordt de heer
L.O. O'Neill

Voorzitter: Th.A.M. Meijer

Aanwezig zijn voorts de leden van de commissie: Oudkerk, Oedayraj Singh Varma, Augusteijn-Esser en Van den Doel, alsmede de heer Roovers, griffier, en de heer Van der Geest, lid van de staf van de commissie.

De voorzitter: Aan de orde is het verhoor van de heer O.L. O'Neill, geboren op 26 juni 1955 te Glasgow. Mijnheer O'Neill, ik verzoek u te gaan staan voor het afleggen van de eed. De door u af te leggen eed luidt: Ik zweer dat ik de gehele waarheid en niets dan de waarheid zal zeggen.

De heer O'Neill: I swear by God to tell the truth and nothing but the truth, so help me God.

De voorzitter: Voor het verhoor van de heer O'Neill maakt de commissie gebruik van een tolk. Zij acht het zinvol om alle teksten via een erkende tolk tot haar te laten komen. De enquêtecommissie onderzoekt de toedracht en de gevolgen van de vliegramp op 4 oktober 1992 in de Bijlmer te Amsterdam met als doel waarheidsvinding en het trekken van lessen voor de toekomst.

Mijnheer O'Neill, gedurende welke periode heeft u bij El Al gewerkt?

De heer O'Neill: Van 11 mei 1992 tot 1 november 1998.

De voorzitter: Waar werkte u daarvoor?

De heer O'Neill: Ik werkte vijf jaar zonder vast contract op verschillende locaties in de wereld. Daarvoor werkte ik zeventienenhalf jaar voor Britisch Airways, gestationeerd op London Heathrow.

De voorzitter: Hoe kwam u bij El Al?

De heer O'Neill: Er stond een adver-tentie in ''De Telegraaf'', waarin een buitenlandse vliegtuigmaatschappij vroeg naar een 747 avionics engineer.

De voorzitter: Wat was uw functie bij El Al?

De heer O'Neill: Een mechanic/ground equipment operator.

De voorzitter: Kunt u omschrijven hoe een transit check in zijn werk gaat?

De heer O'Neill: Wij zetten een koptelefoon op als het vliegtuig komt aangereden om met de bemanning te kunnen spreken, onder meer over het aanwezig zijn van remblokken voor de wielen en over de beschikbaarheid van elektriciteit op de grond.

De voorzitter: Over welk soort onderhoud gaat het bij een transit check?

De heer O'Neill: Als het vliegtuig in de blokken staat, worden de motoren afgezet, waarna de echte controle begint. Aan de bemanning wordt gevraagd of er tijdens de vlucht problemen zijn geweest. Vervolgens wordt een routinecheck verricht. Er wordt om het vliegtuig heen gelopen, waarbij de voorkant, de achterkant, de romp, de motoren, de wielen, de remmen, enz. worden gecontroleerd.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Ik wil een paar vragen stellen over het onderhoud en de technische staat van het desbetreffende toestel, de AXG. Heeft u dit toestel meerdere malen in onderhoud gehad?

De heer O'Neill: Ja, ik heb het regelmatig geserviced.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Kunt u de algemene staat van het vliegtuig omschrijven?

De heer O'Neill: De algemene toestand van het vliegtuig was heel goed.

Mevrouw Augusteijn-Esser: In het algemeen?

De heer O'Neill: Ja.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Week de AXG in enig opzicht af van de standaardspecificatie van Boeing?

De heer O'Neill: Niet dat ik weet.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Ik wil naar de avond van de vierde oktober en de check van de AXG op die dag. Wat heeft u op die vierde oktober exact aan onderhoud uitgevoerd?

De heer O'Neill: Die dag waren er twee specifieke klachten op het gebied van avionics. Allereerst een HF-communicatieprobleem en ten tweede een probleem met Het Klankbord / parlementaire enquete nummer 3.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Welk onderhoud heeft u uitgevoerd?

De heer O'Neill: Wat het tweede probleem betreft verwisselde ik de load controlers nummer 2 en nummer 3. Voor het eerste probleem keek ik naar het MEC, het main electronic equipment centre. Ik constateerde een fout op de HF-koppelaar, die ik met de testknop heb gereset. Vervolgens heb ik het systeem vanuit de cockpit getest. Ik keek in de relevante handboeken en selecteerde de frequentie voor Shannon en London. Ik nam met beide contact op om te controleren of het HF-systeem werkelijk functioneerde.

Mevrouw Augusteijn-Esser: En dat deed het?

De heer O'Neill: Ja, het werkte op beide stations op het niveau 5 bij 5, hetgeen goed was.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Vielen u met betrekking tot de onderhoudssituatie van het vliegtuig nog bijzondere dingen op?

De heer O'Neill: Neen, voor de rest van het onderhoud werd de gewone standaardprocedure gevolgd.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Bent u bij een dergelijke check bekend met een algemene lijst betreffende het uitgesteld onderhoud?

De heer O'Neill: El Al heeft een standaardlijst voor transitchecks, als uw vraag daarop is gericht.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Neen, daarop is mijn vraag niet gericht. Mijn vraag is gericht op het Aircraft technical log, waarin vermeld moet staan welk uitgesteld onderhoud het vliegtuig heeft.

De heer O'Neill: Het Aircraft technical log kent een deferred defect list. Daarop staan eventuele carry over-items.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Kende u de lijst betreffende dit toestel?

De heer O'Neill: Ik herinner mij niet of er sprake was van uitgesteld onderhoud en wat dat in concreto was.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Kunt u zich herinneren of u die lijst heeft nagecheckt heeft?

De heer O'Neill: Ik herinner mij dat ik ernaar gekeken heb.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Viel u het u mogelijk op dat de lengte daarvan erg groot was?

De heer O'Neill: Neen.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Wij hebben zojuist van de heer Van Klaveren gehoord – hij heeft later een check uitgevoerd met betrekking tot het algemene onderhoud van het toestel – dat die lijst uitzonderlijk lang was. Het bureau-vooronderzoek heeft een aantal technici gevraagd, de onderhoudssituatie van het toestel na te gaan en daarover is gerapporteerd. Daarbij bleek dat de lijst waarop ik doel, uitzonderlijk lang was. U, als onderhoudsmonteur, zou dat hebben moeten zien.

De heer O'Neill: Ik weet van die lijst af, maar ik ben mij niet bewust van de buitengewone lengte ervan.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Hoe was de toestand van het vliegtuig nadat de klachten waren verholpen?

De heer O'Neill: Na het verhelpen van de twee klachten was de toestand van het vliegtuig goed.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Met wie voerde u het onderhoud uit?

De heer O'Neill: Ik werkte op de dag van het ongeluk met de heer Klokman.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Kan het zijn dat het de heer Gaalman was?

De heer O'Neill: Inderdaad, sorry.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Kunt u mij zeggen wie het CRS heeft afgetekend? Ik doel op het certificate for release to service.

De heer O'Neill: De heer Gaalman.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Wist u dat het aircraft vibration monitoring system niet werkte?

De heer O'Neill: Neen, dat wist ik niet.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Behoort dat systeem tot uw controlecheck?

De heer O'Neill: Neen, dat is geen onderdeel van die controle.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Wist u dat het olieverbruik van motor nr. 4 toenam?

De heer O'Neill: Neen, daarvan was ik niet op de hoogte.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Zou dat wél in het technical logbook hebben moeten staan?

De heer O'Neill: Als het meer dan twee pints per uur is, moet dat verbruik worden aangetekend.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Wie heeft de oliecontrole met betrekking tot de motoren uitgevoerd?

De heer O'Neill: Ik weet niet meer wie dat die dag deed, maar ik denk dat het de heer Gaalman is geweest, maar ik ben daar niet helemaal zeker van. Er waren twee problemen met het vliegtuig zelf en daar was ik mee bezig. Ik weet het dus niet precies meer en bovendien is het een hele tijd geleden. Het was meer in het algemeen mijn taak om voor de avionic problemen te zorgen.

Mevrouw Augusteijn-Esser: De oliecontrole behoorde dus niet tot uw taak?

De heer O'Neill: Soms wel, soms niet, maar op die specifieke dag hield ik mij daarmee niet bezig, gelet op de andere klachten. Voor zover ik mij herinner was ik binnen bezig met twee klachten.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Zoals ik al zei, is er later een onderzoek naar het onderhoud uitgevoerd. Daarover is gerapporteerd aan de Nederlandse overheid. Heeft u later met iemand gesproken over het onderhoud dat u aan het toestel had gedaan?

De heer O'Neill: Niemand heeft mij daar vragen over gesteld. Voor ik voor deze commissie verscheen, had ik er met niemand over gesproken, behalve de rijkspolitie.

Mevrouw Augusteijn-Esser: En binnen uw eigen luchtvaartmaatschappij, El Al?

De heer O'Neill: Ja, ik heb er met de maintenance manager gesproken.

Mevrouw Augusteijn-Esser: Wat was het resultaat daarvan?

De heer O'Neill: Ik sprak met de heer Almozlino en ik zei, ik denk, iemand moet praten met onderhoudsmensen, maar hij zei, omdat wij een schriftelijke verklaring hadden gegeven en er allerlei papierwerk was verzameld, dat verband hield met de twee genoemde klachten en met de wijze waarop wij die hadden opgelost en dat als er verder nog vragen waren, er wel contact met ons zou worden opgenomen.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Mijnheer O'Neill, ik wil graag met u praten over de gebeurtenissen na de crash. Ons is gebleken dat er naast de bemanning van drie personen nóg iemand, een passagier, aan boord was.

De heer O'Neill: Dat is juist.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Die passagier was dus niet officieel aangegeven. Kende u haar en, zo ja, wat was haar functie?

De heer O'Neill: Ik kende haar. Zij was een veiligheidsmedewerker van El Al.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Gebeurt het vaker dat mensen onofficieel meegaan?

De heer O'Neill: Voor zover ik weet niet. Er was toestemming van Tel Aviv nodig.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Dat begrijp ik, maar ik vraag of het vaker voorkomt dat mensen niet op de officiële papieren staan.

De heer O'Neill: Niet dat ik weet.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Ging deze mevrouw in verband met de lading mee omdat zij veiligheidsagente was?

De heer O'Neill: Nee, zij ging naar huis in Tel Aviv. Zij was net getrouwd.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Had de AXG speciale communicatieapparatuur aan boord waarmee over lange afstanden, bijvoorbeeld met Tel Aviv, kan worden gesproken?

De heer O'Neill: Het vliegtuig had HF-communicatie aan boord.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Dan kan met Tel Aviv worden gecommuniceerd?

De heer O'Neill: Ja, dat zit standaard op het vliegtuig.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: De apparatuur werkte.

De heer O'Neill: Ja, dat was een van de gebreken die ik gerepareerd had.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Door wie en hoe bent u geïnformeerd over de terugkeer van het vliegtuig naar Schiphol?

De heer O'Neill: Door een zekere Jeroen, van Operations.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Plettenberg?

De heer O'Neill: Ja, Jeroen Plettenberg.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Hoe reageerde u?

De heer O'Neill: Geschokt.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Wanneer hoorde u dat het vliegtuig was neergestort?

De heer O'Neill: Ik bevond mij aan het eind van de runway, samen met de brandweermensen. Ik had radiocontact met Jeroen Plettenberg en vroeg hem wat er met het vliegtuig gebeurde. Hij zei dat ik maar beter terug naar kantoor kon komen, omdat het vliegtuig was neergestort.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Wat waren uw eerste acties na de crash?

De heer O'Neill: Wij moesten proberen de managers van El Al te bereiken. Toen ik in het kantoor aankwam, waren zij reeds gearriveerd. Wij hadden een gesprek, terwijl er veel mensen in het kantoor aanwezig waren. Ik was geschokt.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Wat gebeurde er met de onderhoudsdocumenten?

De heer O'Neill: Die werden verzameld door, ik geloof, de rijkspolitie.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Bent u over het onderhoud ooit gehoord door onderzoeksinstanties?

De heer O'Neill: Nee.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Geen mensen van de overheid, de rijkspolitie, enz.?

De heer O'Neill: Nee. Drie dagen na het ongeluk gingen Gaalman en ik uit onszelf naar de rijkspolitie, omdat ik meende dat iemand een verklaring van ons moest opnemen.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Wat gebeurde er?

De heer O'Neill: De politie vroeg ons min of meer wat wij kwamen doen. Wij zeiden dat wij vonden dat wij een verklaring moesten afleggen. Tot dan had namelijk geen enkele instantie met ons gesproken.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Heeft de rijkspolitie wel een verklaring van u opgenomen?

De heer O'Neill: Ja.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Wat is daarmee gebeurd?

De heer O'Neill: Ik heb geen idee.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Wat vindt u ervan dat u door overheidsinstanties niet werd gehoord?

De heer O'Neill: Ik vond dat heel vreemd. Wij waren de laatste mensen die het vliegtuig zagen. Ik hoorde dat de brandstofwagen in beslag was genomen. Zij praatten met weigth/balance-mensen en vrachtpersoneel, maar niet met ons. Ik had het gevoel dat een zaak wilde opbouwen om mij op te hangen. Ik werd er achterdochtig van.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Is El Al door overheidsinstanties gehoord?

De heer O'Neill: Ik weet het niet.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Wat was de invloed op u en uw werk van de crash?

Jurist El-Al De heer O'Neill: De impact was extreem. Het was de ergste nachtmerrie. Je bent je hele leven bezig met leren, met het verkrijgen van diploma's om dit werk te mogen doen. Je werkt om dit soort ongelukken te voorkomen. Als je zoiets dan op televisie ziet, wordt de ergste nachtmerrie werkelijkheid. Ik heb drie, vier dagen niet kunnen slapen en eten. Ik heb hulp gevraagd om eruit te komen.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Heeft u hulp gekregen van El Al om dit te verwerken?

De heer O'Neill: Ze vroegen ons of we naar de bedrijfsarts wilden, en dat heb ik gedaan.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Heeft El Al u na de crash gehoord over het onderhoud?

De heer O'Neill: Neen.

De voorzitter: Mijnheer O'Neill. Iedere dag gaan er heel veel vliegtuigen met mensen de lucht in. Veiligheid is daarbij een eerste vereiste. Deze commissie moet de waarheid boven tafel brengen met betrekking tot de toedracht van de ramp en de toestand van het toestel. Wat is in algemene zin uw mening over het onderhoud dat bij El Al wordt uitgevoerd?

De heer O'Neill: Het onderhoud bij El Al is in het algemeen heel goed te noemen.

De voorzitter: Wat bedoelt u met ''in het algemeen''?

De heer O'Neill: Uw vraag is algemeen gesteld en dus geef ik u een algemeen antwoord.

De voorzitter: Als u zegt ''in het algemeen'' zijn er blijkbaar momenten geweest dat de term ''goed'' niet van toepassing was. U suggereert hiermee dat er ook momenten zijn geweest waarop van dat niveau werd afgeweken. Ik zal de vraag anders stellen: was het onderhoud bij El Al áltijd goed?

De heer O'Neill: Ja.

De voorzitter: Hoe was de werkdruk bij El Al?

De heer O'Neill: In enkele gevallen was de werkdruk behoorlijk hevig.

De voorzitter: Wat verstaat u onder ''hevig''?

De heer O'Neill: In het algemeen werkten wij met twee mensen in één ploeg en soms hadden wij drie of vier vliegtuigen per dag te doen.

De voorzitter: Hoeveel vliegtuigen moest u per maand controleren?

De heer O'Neill: Dat was seizoensafhankelijk. In de winter waren het er ongeveer 180, in de zomer 120.

De voorzitter: Hoe was uw relatie met uw collega Gaalman?

De heer O'Neill: Op het moment van het ongeluk heel goed.

De voorzitter: U heeft na het ongeval samen gesproken over de crash?

De heer O'Neill: Ja.

De voorzitter: Tot welke conclusies kwam u samen?

De heer O'Neill: Dat we niets hadden gemist en dat er niets anders was dat wij hadden kunnen doen of verder onderzoeken om dit ongeluk te voorkomen.

De voorzitter: Mijnheer O'Neill, u staat onder ede. Ik vraag u nogmaals: vonden er bij El Al met betrekking tot het onderhoud wel eens onregelmatigheden plaats?

De heer O'Neill: Mag ik even met mijn advocaat spreken?

De voorzitter: Uiteraard. Mocht u in beslotenheid zaken aan de commissie willen voorleggen, dan is die mogelijkheid aanwezig.Het verhoor wordt voor enkele minuten geschorst.

De voorzitter: Wij gaan door met het gesprek. Mijnheer O'Neill, wij hebben daarnet gesproken over de werkdruk bij El Al. U hebt daar indicaties van gegeven. Mijn laatste vraag was: hebben er vanwege de werkdruk bij El Al weleens onregelmatigheden met betrekking tot het onderhoud plaatsgevonden?

De heer O'Neill: Ik zou deze vraag graag niet voor zoemende camera's willen beantwoorden, omdat de voorvallen waarover ik zou willen praten, zijn van horen zeggen. Ik was er zelf niet bij.

De voorzitter: Ik wil daar zo dadelijk eventueel gehoor aan geven. Wij hebben een voorgesprek gevoerd. Van dat gesprek is een stenografisch verslag gemaakt, dat u is toegestuurd. Er is geen commentaar op gekomen. Derhalve gaat de commissie ervan uit dat u het eens bent met wat in dat verslag staat. Ik heb er twee vragen over. De eerste gaat over de passagiere. U hebt gezegd dat u niet wist dat dat vaker voorkwam.

De heer O'Neill: Dat is juist.

De voorzitter: In het voorgesprek hebt u gezegd: It was not unknown that passengers, the family of the crew or some other gentleman who wish to go back to Tel Aviv for the weekend or something, get permission from Tel Aviv and then jump on a freighter. Sometimes they could not get on a passenger plane, because it was full, so they hitched alright with a freighter.

De heer O'Neill: Dat is juist, zoals ik al heb gezegd. Zij krijgen toestemming van Tel Aviv.

De voorzitter: Het was u dus bekend dat dit vaker gebeurde.

De heer O'Neill: Ja. De vraag was of ik iets wist van situaties waarin dit zonder toestemming gebeurde.

De voorzitter: Voor u is toestemming van Tel Aviv voldoende om passagiers buiten het vliegplan om te laten meegaan?

De heer O'Neill: Ja, het is geen geheim dat passagiers meevliegen op vrachtvliegtuigen bij veel vlieguigmaatschappijen.

De voorzitter: Het kwam dus ook bij El Al vaker voor dat mensen meevlogen die niet op de vlieglijst stonden?

De heer O'Neill: Ik ga niet over die lijst. Ik weet dat als er mensen meevlogen, zij toestemming nodig hadden van Tel Aviv.

De voorzitter: Het is toch zo dat men bij een crash altijd moet weten hoeveel mensen er aan boord zijn?

De heer O'Neill: Ja.

De voorzitter: Ik kom even terug op de werkdruk en de contacten met uw collega's. Waren die altijd optimaal?

De heer O'Neill: Niet altijd.

De voorzitter: Kunt u aangeven waarmee dat te maken had?

De heer O'Neill: Ik had na het ongeluk een persoonlijk verschil van mening met de maintenance manager. Ongeveer twee jaar na het ongeluk kregen we een nieuwe maintenance manager.

De voorzitter: Wat was zijn naam?

De heer O'Neill: Dash.

De voorzitter: Dat was de reden waarom bepaalde verhoudingen minder optimaal waren?

De heer O'Neill: Volgens mij wel.

De voorzitter: Onderhoudspapieren moesten worden afgetekend.

De heer O'Neill: Jazeker.

De voorzitter: Is het ooit voorgekomen dat u niet wilde tekenen en dat anderen wél tekenden?

De heer O'Neill: Neen.

De voorzitter: Dat is niet gebeurd?

De heer O'Neill: Neen.

De voorzitter: Is het u bekend dat het voorkwam dat collega's van u in principe niet wilden tekenen, maar er tóch werd getekend?

De heer O'Neill: Daar heb ik wel eens iets over gehoord; dat is waar.

De voorzitter: Kunt u zich herinneren hoe vaak u heeft gehoord dat mensen werden overruled waar het ging om het ondertekenen van onderhoudsdocumenten?

De heer O'Neill: Vier of vijf keer, als ik het mij goed herinner.

De voorzitter: U kunt zich herinneren dat vier of vijf keer in de periode dat u bij El Al heeft gewerkt, onderhoudsmensen in principe niet zouden willen tekenen maar door derden werden overruled?

De heer O'Neill: Dat gebeurde alleen met betrekking tot vrachtvervoer.

De voorzitter: Daarmee zijn wij gekomen aan het einde van dit openbaar verhoor. Als u de commissie nog in beslotenheid mededelingen wilt doen, extra informatie wil verschaffen, is dat mogelijk. De commissie heeft daaraan echter op dit moment geen behoefte.

De heer O'Neill: Neen.

11.42 uur

Pierre Heijboer reageert op de verhoren van de parlementaire enquêtecommissie.
Hij meent dat de volgende prangende vragen ontbraken of onwaarheden werden verteld.


Commentaar van de dag door publicist Pierre Heijboer