"Onthullingen, getuigenverklaringen, wetenschappelijke evaluaties en foto's over de Bijlmerramp met het El AL-vliegtuig bij SDN...!!"

Samenvatting en conclusie van enquêtevoorzitter Th. Meijer
aan het einde van ieder openbaar verhoor

Burgers & Bijlmer . . Bijlmer enquête . . Doemvlucht <===> Kamerzetel 151 . . SDN . . Heijboer

Vliegramp Bijlmermeer
Woensdag 17 februari 1999

Verhoor 46

De heer W.A. Ewoldt


W.A. Ewoldt

Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de parlementaire enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer op woensdag 17 februari 1999 in de vergaderzaal van de Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag

Woensdag 17 februari 1999

Aanvang 14.08 uur

Verhoord wordt de heer W.A. Ewoldt

Voorzitter: Th.A.M. Meijer

Aanwezig zijn voorts de leden van de commissie: Augusteijn-Esser, Van den Doel, Oedayraj Singh Varma en Oudkerk, alsmede de heer Roovers, griffier, en de heer Voerman, lid van de staf van de commissie.

De voorzitter: Ik heropen de vergadering van de parlementaire enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer. Aan de orde is het verhoor van de heer W.A. Ewoldt, geboren op 11 november 1950 te Amsterdam.

Mijnheer Ewoldt, ik verzoek u te gaan staan voor het afleggen van de belofte. De door u af te leggen belofte luidt: ik beloof dat ik de gehele waarheid en niets dan de waarheid zal zeggen.

De heer Ewoldt: Dat beloof ik.

De voorzitter: Mijnheer Ewoldt, de enquêtecommissie onderzoekt de toedracht en de gevolgen van de vliegramp op 4 oktober 1992 in de Bijlmer te Amsterdam met als doel waarheidsvinding en het trekken van lessen voor de toekomst. U had dienst op de avond van 4 oktober 1992. Kunt u vertellen wat uw functie was?

De heer Ewoldt: Mijn functie op die avond was officier van dienst. Dat betekent voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de calamiteitenbestrijding op en nabij de luchthaven.

De voorzitter: Officier van dienst voor de brandweer?

De heer Ewoldt: Ja, voor de brand-weer.

De voorzitter: Uit hoeveel mensen bestaat de brandweer op Schiphol?

De heer Ewoldt: In 1992 zullen het er ongeveer 25 per dienst geweest zijn. Er waren dus constant 25 mensen aanwezig.

De voorzitter: Op welke wijze hoorde u van de ramp?

De heer Ewoldt: Zoals de heer Diepenbrock zei, is de brandweer een van de aangeslotenen op de alarmtelefoon. De verkeerstoren maakte melding van een vrachtvliegtuig dat terugkwam met problemen aan zijn motoren. Hij noemde de baan erbij, baan 06.

De voorzitter: Wat gaat u dan vervolgens doen?

De heer Ewoldt: Daar hebben wij een standaardprocedure voor. Het was dan ''paraat vliegtuig''. Dat betekent dat een groep van de brandweer Schiphol aan de baan gaat staan en dat de andere groepen strategisch ergens op de luchthaven gaan staan om in geval van nood ook naar die betreffende baan te gaan.

De voorzitter: U bent naar de baan gegaan?

De heer Ewoldt: Wij gingen naar baan 06. Ik weet niet precies meer of wij daar arriveerden, maar terwijl wij daar naartoe gingen, kregen wij bericht van de verkeerstoren dat het veranderd werd in baan 27.

De voorzitter: Vervolgens reed u naar baan 27.

De heer Ewoldt: Vervolgens zijn wij naar baan 27 gegaan.

De voorzitter: Hoelang heeft u daar gestaan?

De heer Ewoldt: Ik heb teruggekeken in de papieren. Ik dacht dat wij om 18.28 uur de melding kregen. Twee à drie minuten later werd er van baan gewisseld en ik denk dat het toestel twee à drie minuten later in de Bijlmermeer crashte. Dus ik denk dat het een kwestie van zes of zeven minuten is geweest van de melding tot...

De voorzitter: Van wie kreeg u de melding dat het vliegtuig niet terugkwam op baan 27 maar in de Bijlmer crashte?

De heer Ewoldt: Aan de hand van de berichtgeving had de duty manager air site als een hogere alarmvorm afgekondigd. Het was ''intern groot alarm''. Dat betekent dat nog een aantal diensten gewaarschuwd worden. Voor de brandweer betekent het dat alle brandweervoertuigen naar die betreffende baan gaan en dat het overige vliegverkeer bevroren wordt. Dat was voor de brandweer eigenlijk al een teken dat het een andere situatie was dan normaal. De melding dat het vliegtuig gecrasht was, hebben wij uiteraard naderhand wel gekregen, maar wij hebben het gezien. Wij zagen in het verlengde van de hartlijn van de baan in oostelijke richting een enorme vuurzee. Dus dat was het.

De voorzitter: Vervolgens ging een deel van de brandweer, na uw opdracht, onmiddellijk richting Amsterdam.

De heer Ewoldt: Ja, wij hebben heel kort overleg gehad met de bevelvoerders van de brandweer. Een groep, dat betekent drie grote schuimblusvoertuigen, is richting Weesp gereden. Wij hebben nog aan de verkeerstoren gevraagd in welke buurt het vliegtuig neergekomen was. Zij zijn onderweg gegaan. In overleg met de duty manager heb ik een andere groep op de luchthaven achtergelaten voor eventuele vliegtuigen die nog naar de luchthaven kwamen.

De voorzitter: Over uw eigen rol gaat mevrouw Singh Varma u een aantal vragen stellen.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Mijnheer Ewoldt, wat heeft u daarna gedaan?

De heer Ewoldt: Een minuut of vijf na het fatale moment heb ik me naar de CvO begeven. Daar was de duty manager inmiddels al aanwezig.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Bent u de hele bij de CVO geweest, vanaf het begin om 18.45 uur tot 19.35 uur?

De heer Ewoldt: Ja.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Wat was precies de mededeling die u kreeg over de lading van gevaarlijke stoffen aan boord?

De heer Ewoldt: In de CvO is daarover gesproken. De afhandelaar heeft die gegevens naar de CvO gebracht en daar luidde de conclusie: geen gevaarlijke stoffen aan boord.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Dat bericht heeft u dus van de afhandelaar gekregen?

De heer Ewoldt: Dat kan ik niet precies meer zeggen. Op een gegeven moment was dat in de CvO de conclusie.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Maar u weet niet precies van wie u die mededeling gekregen heeft?

De heer Ewoldt: Ik neem aan van de afhandelaar.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Is die informatie nog gecheckt bij anderen?

De heer Ewoldt: Nee, op dat moment niet.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Was die informatie belangrijk voor u of voor anderen?

De heer Ewoldt: Die was zeker belangrijk. Een aantal mensen van Schiphol was al onderweg naar de rampplek. Het is heel logisch dat de regionale brandweer daar ook was. En die wil die informatie hebben. Ik had dus maar één belang daar: boven water krijgen wat er gevaarlijk was voor de inzet van de brandweer.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Voor de brandweer Schiphol maar ook voor de regionale brandweer?

De heer Ewoldt: Voor de brandweer in het algemeen.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Heeft de CvO formeel de taak om te informeren naar gevaarlijke stoffen?

De heer Ewoldt: Normaal gesproken ben ik zelf niet in de CvO aanwezig. Als er op of nabij de luchthaven een ongeval met een vliegtuig is, ben ik ter plaatse en ben ik afhankelijk van de CvO, van de informatie die mij verstrekt wordt.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Deze informatie heeft u doorgegeven aan het regiokorps van de brandweer. Is deze informatie ook nog aan anderen doorgegeven?

De heer Ewoldt: Nee, ik heb de informatie doorgegeven aan de alarmcentrale op Schiphol, de centrale van de Schiphol brandweer. Die heeft de informatie doorgegeven aan de regionale alarmcentrale en aan onze mensen ter plaatse of onderweg naar de Bijlmermeer.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Is er op Schiphol een standaardmeldingsprocedure bij een ramp?

De heer Ewoldt: Hoe bedoelt u? Wat bedoelt u met ''bij een ramp''?

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Bij zo'n ramp. Is er een standaardformule hoe te handelen?

De heer Ewoldt: Voor mijn discipline ben ik ten eerste geïnteresseerd in het aantal mensen dat erin zit en welke stoffen er aan boord zijn. Dat is eigenlijk essentieel voor een snelle inzet van de brandweer.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Dus voor de brandweer was de informatie over de lading en de aanwezigheid van al dan niet gevaarlijke stoffen heel belangrijk.

Ik wil nu met u spreken over de verklaring van de heer Ernst. Ik heb u gezien in de zaal. U heeft het dus gevolgd. U heeft de band gehoord en u heeft ook de verklaring van de heer Diepenbrock gehoord. Kunt u achter de verklaring van de heer Diepenbrock staan?

De heer Ewoldt: In het algemeen wel als het gaat over de heer Ernst. Ik heb geen contact gehad met de heer Ernst.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: U heeft geen contact gehad met de heer Ernst. De heer Diepenbrock heeft geen contact gehad met de heer Ernst. U bent van de brandweer Schiphol en u heeft ook geen contact gehad met de heer Ernst. Zou u het zich kunnen herinneren als u contact zou hebben gehad met de heer Ernst? De heer Ernst is commandant van de brandweer Amsterdam. Zou u zich zo'n telefoontje absoluut kunnen herinneren?

De heer Ewoldt: Ik denk het wel. Zeker in 1992 had dat behoorlijk indruk gemaakt als ik de commandant van Amsterdam aan de telefoon gehad had.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Waarom?

De heer Ewoldt: In brandweerkringen is Amsterdam toch een behoorlijk korps. Niet alleen in brandweerkringen overigens.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Dus u zou zich een telefoontje van de heer Ernst absoluut kunnen herinneren?

De heer Ewoldt: Ja, ik veronderstel dat.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: De heer Ernst heeft de melding gekregen dat er wel gevaarlijke stoffen aan boord waren, terwijl hij zei dat hij van de CvO te horen had gekregen dat er geen gevaarlijke stoffen aan boord waren. Als hij het niet van de CvO gehoord zou hebben, van wie zou hij dan zo'n telefoontje kunnen krijgen?

De heer Ewoldt: Ik heb geen idee.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Dat betekent dat hij u gebeld zou moeten hebben.

De heer Ewoldt: Als de brandweer van Amsterdam contact wil hebben met de luchthaven, dan lijkt het mij heel voor de hand liggend dat zeker voor de brandweer de ingang de alarmcentrale van de luchthaven is. En die zou ongetwijfeld weer de officier van dienst van de luchthaven daarin betrekken.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Wij hebben net van de heer Diepenbrock gehoord dat zo'n telefoontje van de heer Ernst absoluut naar hem zou worden doorverbonden. U bent op dat moment hoofd brandweer op Schiphol. Als de heer Ernst gebeld zou hebben, zou het telefoontje ook absoluut naar u doorverbonden moeten worden?

De heer Ewoldt: Ja.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: En dat is dus niet gebeurd? Het zou dus logisch zijn dat hij u gebeld zou hebben?

De heer Ewoldt: Dat de alarmcentrale van Schiphol hem doorverbonden zou hebben met de officier van dienst. En dat was ik in dat geval.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Denkt u dat de telefoonnummers van de CvO buiten bekend zijn?

De heer Ewoldt: Ik denk het niet.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Dus de telefoonnummers van de CvO zijn buiten niet bekend. De heer Ernst zou dus niet aan de telefoonnummers gekomen kunnen zijn?

De heer Ewoldt: Ik denk het niet, maar ik acht het niet onmogelijk dat er andere wegen zijn.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Mijn conclusie is dus juist dat u geen contact heeft gehad met de heer Ernst. Als u dat zou hebben gehad, dan had u zich dat absoluut herinnerd.

De heer Ewoldt: Dat is juist.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: Dan heb ik nog een laatste vraag voor u. Zijn er naar aanleiding van deze ramp procedures op Schiphol aangepast?

De heer Ewoldt: In ieder geval aangescherpt. Laten wij het zo stellen.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: In welke zin?

De heer Ewoldt: Om nog sneller informatie over passagiers en lading boven water te krijgen.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma: En die absoluut door te geven, als het in Amsterdam gebeurt, aan de betrokkenen in Amsterdam en waarschijnlijk aan de heer Ernst.

De voorzitter: Mijnheer Ewoldt, ik probeer nog even samen te vatten wat dit verhoor naar voren heeft gebracht. De conclusie van de Commissie van Overleg was: geen gevaarlijke stoffen.

De heer Ewoldt: Dat is correct.

De voorzitter: De informatie heeft u doorgegeven aan de alarmcentrale Schiphol en die heeft de informatie vervolgens doorgegeven aan de meldkamer van de regionale brandweer en aan de wagens die in uw opdracht vanaf Schiphol onderweg waren naar de rampplek.

De heer Ewoldt: Ja.

De voorzitter: U heeft geen telefonisch contact gehad met de heer Ernst.

De heer Ewoldt: Nee.

De voorzitter: Als de heer Ernst contact had gezocht met de brandweer van Schiphol, dan moet dat met u zijn geweest.

De heer Ewoldt: Dat lijkt mij voor de hand liggend.

De voorzitter: Daarmee is een eind gekomen aan dit openbare verhoor. Ik verzoek de griffier de heer Ewoldt uit te geleiden.

14.20 uur

Pierre Heijboer reageert op de verhoren van de parlementaire enquêtecommissie.
Hij meent dat de volgende prangende vragen ontbraken of onwaarheden werden verteld.


Commentaar van de dag door publicist Pierre Heijboer