"Onthullingen, getuigenverklaringen, wetenschappelijke evaluaties en foto's over de Bijlmerramp met het El AL-vliegtuig bij SDN...!!"

Samenvatting en conclusie van enquêtevoorzitter Th. Meijer
aan het einde van ieder openbaar verhoor

Burgers & Bijlmer . . Bijlmer enquête . . Doemvlucht <===> Kamerzetel 151 . . SDN . . Heijboer














Het verhoor van:
Dhr L.C. van de Pols

Geboortedatum: 07-07-1952
Beroep: Leider Rampen Identificatie Team (R.I.T.)
Verhoordatum: 11 Februari 1999
Verhoortijd: 09:30-10:38



Herinneringen komen hoofdzakelijk uit de journaals en de logboeken, dit verklaard de verschillen tussen het voorgesprek en dit openbaar verhoor.
ANTWOORD: Correct.

De beveiliging en bewaking in hangar acht was optimaal, alleen functioneel personeel met pasjes werd toegelaten.
ANTWOORD: Correct.

Metingen in hangar acht na het bekend worden van aanwezigheid van verarmd uranium gaven geen zodanige concentraties dat voor gevaar van de volksgezondheid moest worden gevreesd.
ANTWOORD: Correct.

De vondst van verarmd uranium op 7 oktober 1992 is door de rijkspolitie dienst Luchtvaart niet doorgegeven aan de meldkamer van de gemeente politie Amsterdam , het beleidscentrum in Amsterdam dan wel de hulpverleningsdienst op de rampplaats.
ANTWOORD: Er is wel contact geweest door de rijksluchtvaart dienst met de functionaris van de rijksluchtvaart dienst, maar dat staat ook in het journaal, maar dat eh, zou ik niet durven zeggen . Ik dacht dat er in het journaal melding van wordt gemaakt, maar dat er contact is geweest over het verarmd uranium tussen de RLD ter plekke in de Bijlmer en de RLD .

We moeten dit toch heel helder zien te krijgen meneer Damveld, want u heeft toen straks, daarom schrijf ik het op, u heeft gezegd dat het niet door gegeven is, volgens u. U bent niet de RLD.
ANTWOORD: Neen

U bent de politie.
ANTWOORD: Er is contact geweest met de RLD en bij de RLD wordt er gezegd is niets bekend over stralingsgevaar.

Mijn vraag is, ik wil graag van u bevestiging of ontkenning dat hetgeen u hier gezegd heeft dat de vondst van het verarmd uranium op 7 oktober 1992 is door de rijkspolitie dienst luchtvaart niet doorgegeven aan de meldkamer van de gemeente politie Amsterdam. Ik laat de RLD er even buiten.
ANTWOORD: Daar kan ik geen antwoord op geven, ik heb het in ieder geval niet doorgegeven.

U heeft het niet doorgegeven. Ook niet aan het beleidscentrum en dus ook niet aan de hulpverleners op de rampplek.
ANTWOORD: Ik heb het niet doorgegeven, of het doorgegeven is dat weet ik niet, maar ik heb het niet doorgegeven.

In hangar acht droegen KLM-ers beschermende witte kleding naar aanleiding van de vondst van het verarmd uranium.
ANTWOORD: Is correct.

Door reorganisatie was de politie op schiphol op vier oktober 1992 onderbemensd.
ANTWOORD: Nee, dat is niet mijn conclusie, als u ziet dat op een gegeven moment de commandant dienst luchtvaart, eh, die was ziek en de heer van Dijk weg was, ik was niet onderbemensd.

U onderschrijft het niet.
ANTWOORD: Nee dat er onderbemensing plaats vond.

U heeft de vrachtbrieven bekeken samen met de heer Bloemen.
ANTWOORD: Daar ga ik van uit gezien het journaal.

U weet niet wie het bericht over gevaarlijke lading gemeld heeft aan de politie Amsterdam.
ANTWOORD: Neen.

U heeft geen verklaring waarom de heer Nix meer dan vier uur weg is geweest om de papieren op te halen en u heeft er ook niet naar gevraagd.
ANTWOORD: Neen.

Dan zijn wij aan het einde gekomen van dit openbaar verhoor en verzoek de griffier de Damveld uit te geleiden en ik schors de vergadering tot half twee.